Van klimaatspijbelen tot burgerijpetitie voor klimaatbeleid
“‘Klimaatomwenteling komt er als honderd bloemen kunnen bloeien ’
Klimaatbeleid vraagt politieke keuzes en die zijn niet neutraal, maar kleur bekennen maakt brede coalities en ongemakkelijke partnerschappen niet onmogelijk.
Anuna, Kyra, vertegenwoordigers van de Vlaamse Jeugdraad en weervrouw Jill Peeters: women have the power! (op de lancering van Sign for my future)
CC Gie Goris (CC BY-NC 2.0)
Wat een maand. De noodklok van de klimaatverandering heeft nog nooit zo luid en veelvuldig geluid als in de voorbije vier weken – met dank aan Youth4Climate en hun schoolstakingen / klimaatspijbelacties. De scholieren verrasten vriend en vijand met hun spontane acties en vooral met het enorme succes dat die op enkele weken kenden. Zij zorgden er dan ook voor dat volwassenen en gezinnen voor de tweede keer op amper twee maanden tijd massaal door de Brusselse straten trokken op een zondag, want wie wou er nu achterblijven bij die scholierenprotesten, of wie wou die niet met eigen stem en bord ondersteunen?
Iedereen, op het Vlaams Belang na, heeft intussen ingezien dat klimaat en klimaatbeleid dé thema’s worden bij de komende verkiezingen
Iedereen, op het Vlaams Belang na, heeft intussen ingezien dat klimaat en klimaatbeleid dé thema’s worden bij de komende verkiezingen. De N-VA positioneert zich in het debat, de PVDA lanceert haar tienpuntenplan voor een sociale klimaatrevolutie, Pieter Timmermans maakt zichzelf en het VBO belachelijk door de oude eis van het patronaat om de indexkoppeling af te schaffen voor te stellen als een klimaatmaatregel, het houdt niet op.
Tenzij voor Joke Schauvliege, voor haar houdt het wel op, maar dat is dan weer juist een bewijs van het vorige: het klimaat weegt zo zwaar door op de politieke agenda, dat CD&V de minister die alle klimaatdemonstranten wegzette als handpoppen in een politieke vendetta liet vallen. En dan weten we dat CD&V eerder het jachtgebied is van de boerenorganisaties die milieu- en klimaatactivisten liever met luidruchtige drijfjachten uit het politieke debat proberen te schieten dan ermee samen te werken, ook al gaat het over existentiële thema’s als klimaatverandering, die op de eerste plaats de landbouw bedreigt.
Heel even leek het dus alsof Anuna, Kyra et les autres alle neuzen in dezelfde richting gekregen hadden: de richting van een echt en ambitieus klimaatbeleid, dat liever vandaag dan morgen in gang gezet moet worden. Tot er op de Dag dat Joke Struikelde een petitie-actie gelanceerd wordt die net dat beoogt: iedereen verzamelen achter de eis aan volgende regeringen om een ambitieus klimaatbeleid te voeren, zodat België voor 2050 klimaatneutraal is. Anuna en Kyra en hun beweging steunen het initiatief, 11.11.11 en Bond Beter Leefmilieu, TestAankoop, beweging.net en Catapa, het Vlaams ABVV en heel wat andere bewegingen en organisaties steunen het. En meer dan honderd directeurs en ceo’s steunen het, actief in kleine en hele grote bedrijven, van Handelsbeurs Concertzaal tot Google, van Umicore tot Basbouwen. Voor een deel van de activisten is dat laatste er te veel aan. Niet Basbouwen, natuurlijk, maar de Googles, de Umicores, de Haven van Antwerpen, de Carrefours en ClearChannels.
Wie put grote zakken winst uit vervuilende productie, overdreven consumptie, fossiele economie, en vooral: uit de politieke stilstand van de voorbije jaren? De één procent.
De reactie is voorspelbaar en begrijpelijk. Want, wie drijft de economie richting oneindige groei? Wie put grote zakken winst uit vervuilende productie, overdreven consumptie, fossiele economie, en vooral: uit de politieke stilstand van de voorbije jaren? Niet de mensen in precaire statuten, niet de bakfietsouders die hun kroost door regen en wind (vraag hén wat code oranje betekent!) naar school fietsen, niet nieuwkomers mét en zeker niet die zonder verblijfspapieren, steeds minder de mensen met een vast salaris dat ze met hand, tand en vakbond moeten verdedigen tegen net die ceo’s die nu mee willen tekenen “for my future”.
Wie wint dus wel bij de productie en consumptie die de leefbaarheid van de planeet voor de mens bedreigt? De één procent. Belooft die rijke bovenlaag met deze petitie-actie dat ze bereid is zeventig procent belasting te betalen op hun inkomen en vermogen, om zo de rechtvaardige transitie naar een koolstofvrije en duurzame wereld te financieren? Neen. Achterdocht en scepsis zijn dus voorspelbaar, begrijpelijk en gerechtvaardigd.
Dat activisten of organisaties er daarom voor kiezen om bewust geen deel uit te maken van het initiatief is een eerbare keuze. Maar is de actieve strijd tegen het initiatief dat ook? Ik vind van niet. De weigering om rond centrale minimumeisen samen te werken met bedrijven of organisaties die in andere dossiers tot de tegenstrevers behoren, neigt naar politieke smetvrees. En naar een onvruchtbare mix van zelftwijfel en zelfoverschatting. Geloof ik dat de Sign for my future petitie de definitieve doorbrak is van een economie die de planetaire grenzen respecteert en bovendien voor rechtvaardige verdeling van welvaart zal zorgen? Neen. Net zomin als de klimaatmarsen, de sms-acties, de 3000+ wetenschappers die de wetenschap in enkele bulletpoints samenvatten, de boeiende boeken die verschijnen, de Sing for the Climate campagne van jaren geleden, … Ik denk niet dat er één initiatief is dat vandaag kan zorgen voor de toekomst die we morgen nodig hebben. Dat is net het punt.
Ik denk niet dat er één initiatief is dat vandaag kan zorgen voor de toekomst die we morgen nodig hebben. Dat is net het punt.
Ik zie de petitie wél als een instrument om opnieuw en met een nieuwe insteek te communiceren met hele grote groepen burgers die zich in het wazige midden van het debat bevinden. Burgers, die door de rechtse handelaars in klimaattwijfel bestookt worden met allerlei argumenten tégen een echt en onmiddellijk klimaatbeleid. Burgers, die om een of andere reden geen geloof hechten aan radicaal linkse activisten, groene politici of geëngageerde scholieren. Burgers, die voor hun keuze op 26 mei twijfelen aan een spectrum dat op links begint bij sp.a en rechts eindigt ergens aan de minst rechtse kant van N-VA.
Die burgers bestaan: ze maken makkelijk vijftig procent uit van de kiezers. Hen aanspreken, hen meenemen in het debat, hun electorale gewicht in de schaal van het klimaatbeleid leggen: dat is niet alleen een eerbare daad, maar een noodzakelijk deel van oplossing. Het momentum van klimaatmarsen, klimaatspijbelaars en klimaatdebatten is zo groot dat het “klimaatmiddenveld” assertief naar voren kan treden en de agenda mee kan bepalen.
Dit is niet het moment om gelijk te hebben in je eigen bubbel, maar om dat gelijk ook te krijgen in de brede samenleving. Als ook zo veel bedrijfsleiders en hun bedrijven de noodzaak voelen om de roep om een klimaatbeleid te steunen, dan moeten klimaatactivisten bepalen wat dat engagement moet betekenen. Ze moeten geen vriendjes worden met de één procent, ze moeten de economische verhoudingen proberen wijzigen in het perspectief van rechtvaardige duurzaamheid. Daarvoor is strijd nodig, conflict, maar dat vloekt niet met occasionele samenwerking. Vakbonden begrijpen dat, gauchisten blijkbaar niet.
De klimaatrevolutie kan niet wachten op de rode dageraad, maar zal zeker niet eindigen met een receptie waarop de ceo’s van belastingontduikende of andere multinationals de duim omhoog steken voor een selfie.
Maar dit is het belangrijkste: laat februari even onverdeeld een klimaatmaand worden als januari dat is geweest. De klimaatrevolutie kan niet wachten op de rode dageraad, maar zal zeker niet eindigen met een receptie waarop de ceo’s van belastingontduikende of andere multinationals de duim omhoog steken voor een selfie. De omwenteling die dit jaar tienduizenden jongeren en nog eens tienduizenden anderen op straat brengt, moet honderd klimaatbloemen laten bloeien zodat iedereen zijn of haar energie kan stoppen in het perkje dat hem of haar het meest ligt en het meest beloftevol lijkt.
Niet alles is gelijk en er komt een moment dat duidelijk wordt dat klimaat wel degelijk een kleur heeft (of dat klimaatbeleid kleur bekennen vraagt), maar er is nog heel veel werk te verzetten voor we aan dat punt van harde, politieke keuzes komen. Zullen we ons daar eerst aan zetten? ‘And do it now, now, now’, zoals tienduizenden zingende Vlamingen al in 2012 vroegen.