Katelijne Suetens
“‘Laat vrouwen boeren en iedereen wordt er beter van’
Landbouw wordt al te vaak gepercipieerd als een mannenzaak maar niets is minder waar. Vrouwen in ontwikkelingslanden produceren meer dan de helft van het voedsel en ze doen dit met minder grond en middelen dan mannen. Als vrouwen dezelfde toegang tot landbouwmiddelen krijgen als mannen, dan daalt, volgens de FAO, het aantal mensen met honger wereldwijd met 150 miljoen.
Leonarda werd haar eigen baas en begon een agro-ecologische moestuin, naast het werk dat ze samen met haar man doet voor de koffieplanten en het maisveld.
© Thomas De Boever
Leonarda, één van de sterren uit de Broederlijk Delenvastencampagne van 2019, is een Guatemalteekse landbouwster, die tot voor enkele jaren enkel kon toekijken hoe haar kinderen door ondervoeding amper groeiden. Haar man werkte op een koffieplantage voor een hongerloon. Ook zij werkte, even hard, op diezelfde plantage voor een half hongerloon. Tot ze besloot dat het genoeg was.
Samen met andere boerenfamilies bezette ze een verlaten koffieplantage in het Guatemalteekse hoogland. Na jaren juridische strijd verkregen ze de rechten over de grond. Leonarda werd haar eigen baas en begon een agro-ecologische moestuin, naast het werk dat ze samen met haar man doet voor de koffieplanten en het maisveld. Hun inkomen ging er op vooruit maar vooral ook de kwaliteit van hun dagelijkse voedsel én daarmee de gezondheid van de kinderen. Leonarda wordt vandaag gerespecteerd door haar man, haar kinderen en haar gemeenschap.
De strijd tegen honger en ondervoeding is onlosmakelijk verbonden met empowerment van vrouwen en het realiseren van gelijke rechten voor mannen en vrouwen.
Geef vrouwen wereldwijd gelijke toegang tot grond, krediet en landbouwkennis en die verandering kan overal gerealiseerd worden. Vandaag bezitten vrouwen minder dan 20% van de landbouwgrond. Meestal gaat het dan over kleinere percelen, van mindere kwaliteit. Bovendien realiseren ze op deze grond een kwart minder opbrengst. Dat is het resultaat van hun eveneens beperkte toegang tot landbouwgrondstoffen als zaden, mest en water.
Als vrouwen gelijke kansen krijgen en meer voedsel produceren en op de markt brengen, dan vaart in de eerste plaats het gezin daar wel bij. Onderzoek van de FAO toont immers aan dat wanneer een vrouw 10 euro bijdraagt aan het gezinsinkomen dat hetzelfde effect heeft op de gezondheid en het voedsel van de kinderen, als wanneer de man des huizes 110 euro extra verdient. De strijd tegen honger en ondervoeding is dus onlosmakelijk verbonden met empowerment van vrouwen en het realiseren van gelijke rechten voor mannen en vrouwen.
De Belgische officiële ontwikkelingssamenwerking besteedt dus met recht en rede aanzienlijke budgetten aan vrouwenrechten. Denk maar aan de She decides-beweging die er mede onder impuls van België is gekomen. Maar vrouwenrechten moeten breder gezien worden dan enkel seksuele en reproductieve rechten. Het realiseren van sociale en economische rechten van vrouwen is vaak een voorwaarde om succesvol te werken aan die andere rechten.
Pas wanneer een gezin, man en vrouw, een voldoende inkomen heeft om iedereen van gezond voedsel, scholing en gezondheidszorg te voorzien, ontstaat de vrijheid om na te denken over gezinsplanning en de toekomst van de kinderen, jongens én meisjes. Pas dan zal de neiging, eigen aan conflict en overlevingssituaties, om zich terug te plooien op conservatieve en paternalistische tradities, ruimte maken voor de maatschappelijke verandering die tot meer gelijke rechten voor mannen en vrouwen kan leiden.
Laat ons dus in de eerste plaats de strijd aangaan met die ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op het veld. Vier vijfde van de economisch actieve vrouwen in ontwikkelingslanden doen dat in 500 miljoen kleinschalige landbouwbedrijven. Om de toekomst, de veiligheid en het geluk van meisjes en vrouwen te verzekeren, is het daar waar we met onze kennis en financiële middelen het verschil moeten maken.
Katelijne Suetens is beleidsmedewerker Recht op voedsel bij Broederlijk Delen