‘Love you long time? Toch maar niet’

Opinie

‘De “grapjes” en stereotypen hebben hun houdbaarheidsdatum overschreden’

‘Love you long time? Toch maar niet’

‘Love you long time? Toch maar niet’
‘Love you long time? Toch maar niet’

‘Wij behoren tot de zogeheten onzichtbare minderheid. Een gemeenschap die vaak buiten schot blijft. Je kan ons bovendien, of net daarom, dezelfde stigmatiserende “grapjes” naar het hoofd blijven slingeren.’ Freelance journaliste Fei Lauw schrijft over haat tegen Aziaten, ook hier in België.

明遊快 (CC BY-ND 2.0)

‘Aziaten klagen niet. Toch?’

明遊快 (CC BY-ND 2.0)

Freelance journaliste Fei Lauw schrijft op de Internationale Dag tegen Racisme over haat jegens Aziaten, ook hier in België. ‘We behoren tot de zogeheten onzichtbare minderheid. Een gemeenschap die vaak buiten schot blijft. Je kan ze bovendien, of net daarom, dezelfde stigmatiserende “grapjes” naar het hoofd blijven slingeren.’

Op 16 maart 2020 stuurde Donald Trump een van zijn fabuleus foute tweets de wereld in. Hij toeterde ditmaal over ‘het Chinese virus’. Een kinderachtige schop tegen de schenen van China bij de start van een wereldwijde pandemie. En dit ondanks aanmaningen van de Wereldgezondheidsorganisatie om het virus niet raciaal te categoriseren.

Miljoenen volgers pikten de tweet gretig op, gooiden er voor de sfeer en gezelligheid nog wat extra anti-Aziatische frases tegenaan. De follow-up Kung flu gooide dubbel zoveel olie op het vuur, want in één beweging werd het virus meteen herleid tot een griepje.

Sinds die dag kregen Oost-Aziaten – want het onderscheid tussen Chinezen en andere Aziaten deed er nooit veel toe – in crescendo de toorn van bange mensen over zich heen. In de Verenigde Staten, in het Verenigd Koninkrijk en hier. Ze worden in het openbaar uitgescholden, bespuwd op straat, uitgescholden op de metro, geduwd, geslagen. Enkelen stierven aan hun verwondingen. Opvallend: zelfs kinderen en senioren worden niet ontzien. Dat de daders mikken om te raken wordt zo pijnlijk duidelijk, niemand is minder weerbaar dan een kind of een bejaarde.

Aziaten worden in het openbaar uitgescholden, bespuwd op straat, uitgescholden op de metro, geduwd, geslagen. Enkelen stierven aan hun verwondingen.

Precies een jaar na de tweet, op 16 maart 2021, stapt een gewapende, witte man enkele schoonheidssalons binnen in Atlanta in de Verenigde Staten. Hij opent het vuur en acht mensen laten het leven. Zes slachtoffers zijn Aziatische vrouwen.

De man had ‘een moeilijke dag’ en zou vooral gehandeld hebben omdat de salons in zijn beleving zijn seksverslaving verergeren. Mannen komen er voor massages met een grande finale, of dat dacht de dader althans.

Het onderzoek moet uitwijzen of dit om rassenhaat gaat en dus een zogeheten hate crime was. Natuurlijk is het dat, in het “beste” geval misschien onbewust. Hoe dan? Door de rol die het dehumaniserende stereotype van de Aziatische vrouw als stoeipoes speelde.

Het geweld kan je niet loskoppelen van dat stereotype. De man heeft een seksverslaving, hij stapte Aziatisch gerunde massagesalons binnen en schoot vooral Aziatische vrouwen dood. Anders gezegd: hij beschouwt een welbepaald ras van vrouwen als de oorzaak van zijn verslaving. Hen ombrengen was het trieste resultaat van die spontaan ontvlamde hersenknetter.

Aziaten hoor je niet klagen

Daarom wil ik het vandaag hebben over niet zo onschuldige clichés en stereotypen. En grappen. Want als het regent in de States, druppelt het in Europa. Kregen Aziaten in België al vaak te maken met racisme? Neen, aldus Bart De Wever (N-VA) in maart 2015 op Terzake. ‘Nog nooit een Aziatische migrant ontmoet die ermee te maken kreeg,’ zei hij stellig. China-expert Catherine Vuylsteke nuanceerde. Ze hebben er wel degelijk mee te maken, het hoort gewoon niet tot hun mentaliteit om erover te klagen.

Tiens. Welke Aziaten kent de N-VA-voorzitter dan? Mijn vader, mijn broer en ikzelf zouden anders wel voldoende voorbeelden van racistische confrontaties kunnen geven. In mijn 41-jarig bestaan, als Belgische-Chinese bovendien, ben ik al dikwijls nagezongen op straat en op de speelplaats (‘Ching chang chung!’), uitgemaakt (‘Chinese drol!’, ‘Bruine teef!’), als exotisch lustobject benaderd (‘Ik wou altijd al eens met een Aziatische…’), onnoembare keren in het Engels aangesproken gevolgd door ‘Amaai, ge spreekt onze taal al goed!’ Ik wil en durf niet alles te herhalen, want Aziaten klagen niet. Toch?

Het is maar een grapje

Oost-Aziaten vormen de “goede” minderheidsgroep. De modelminoriteit. Ze zijn slim, goed in wiskunde, rustig, beleefd, werken hard. Aziatische tiger moms houden hun spruiten strak in het gareel. En die zijn dikwijls muzikale genieën. Wie dat cliché in gruzelementen wil zien, moet me eens klarinet horen ‘spelen’ of een simpele rekensom zien verminken, dat even terzijde.

De “grapjes” en stereotypen hebben hun houdbaarheidsdatum overschreden.

In Europa behoren Oost-Aziaten tot de zogeheten ‘stille’ of onzichtbare minderheid. Een gemeenschap die in verhitte discussies over integratie vaak buiten schot blijft. Je kan ze bovendien, of net daarom, blijven dezelfde stigmatiserende “grapjes” naar het hoofd slingeren, ze vinden het niet erg. Flietje, iemand?

Trek je echter wel je mond open, dan krijg je nogal wat witte mensen met lange tenen over je heen. ‘Met blondines wordt ook gelachen!’, ‘Als ik naar China ga gniffelen ze ook met mijn lengte’, ‘We mogen met niets meer lachen!’ wordt er dan tegengesputterd.

Het Nederlandse platform Asian Raisins zette korte tijd geleden een campagne op rond Aziatische stereotypen en de tot vervelens toe terugkerende grappen. Met visuele getuigenissen van slachtoffers van racistische mopjes zoals ‘pinda’, ‘stinkchinees’, ‘hanky panky shanghai’, ‘spleetoog’. Mensen, voornamelijk jongeren, postten een selfie met hun getuigenis en de hashtag #iklachniet.

Ik lach ook niet. Correctie: ik lach wél, met mezelf in eerste instantie, wanneer ik onder vrienden en kennissen ben. Dat is een deel van de context die ertoe doet. Ik ben de eerste om tegen mijn collega’s te zeggen dat ik het Aziatische cliché bestendig, wanneer ik op vrijdagavond monter huiswaarts keer met een zak rijst van vijf kilogram. Ik ben ‘loempia’ voor mijn Nederlandse vriendin en zij is mijn ‘kroket’.

Hypocriet? Neen, hoor. Deze mensen herleiden mij namelijk niet tot een stereotype. Wanneer een volslagen vreemde zich hieraan waagt, is er duidelijk een verschil. Dan lach ik niet. En nogal wat Aziaten met mij ook niet (meer). Ook niet meer uit beleefdheid of een soort van onderdanigheid, die de stille modelminoriteit typeert. De “grapjes” en stereotypen hebben hun houdbaarheidsdatum overschreden.

Punching up

Satire als coping mechanism, humor als wapen. Er valt wat voor te zeggen. Komedie wordt in het algemeen gebruikt om mensen met macht en zij die vaak deze macht misbruiken op hun plek te zetten. Punching up, heet dat. Wijlen Amerikaans stand-up komiek George Carlin, ook een notoir sociaal-maatschappelijk criticus, keerde zich daarom ook af van humor als wapen gericht op underdogs en minderheden, het zogenaamde punching down. Want dat doe je vanuit een sadistische machtspositie. En dat kwetst mensen.

Ook de populaire vrijheid van meningsuiting is onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen en sancties. Anders gezegd: neen, je kan niet zomaar discriminerende praat en haat zaaien onder het mom van een artistieke vrijheid van meningsuiting.

Microkwetsuren, macroproblemen

Hoewel haat jegens Aziaten nu wél zichtbaar wordt in de media – er moeten toch altijd eerst doden of gewonden vallen, zo lijkt het – is het zeker geen recent fenomeen. Ook dit is een deel van de context die ertoe doet. Zoek eens wat op over de interneringskampen voor Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Verenigde Staten of de Chinese slachting in het San Francisco van 1871.

In Europa en eigen land, waar het slechts druppelt, “beperkt” de haat en discriminatie zich tot waar ook andere etnische minderheidsgroepen mee geconfronteerd worden: in het bijzonder op de arbeids- en huizenmarkt. Sinds 2019 is discriminatie op de arbeidsmarkt volgens Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia met 28% gestegen. Vooral mensen met een migratie-achtergrond en fysieke beperking worden getroffen.

Het is de taak van de media om niet enkel die stigmatiserende, geracialiseerde beelden te mijden, maar ze te vervangen door meer waarheidsgetrouwe ideeën, rollen en beelden.

En dan is er de humor uiteraard, aan de toog van café De Reisduif, te pas en te onpas in willekeurige sociale situaties en ook op televisie, openlijk gesteund door enkele witte bekende Vlamingen. Daartegenover staat dat de representatie van etnische minoriteiten in de media volgens de Vlaamse Jeugdraad slechts 8% bedraagt, terwijl 16% van de bevolking een migratie-achtergrond heeft.

Laten we ophouden  met de symptomatische behandeling van een diepgeworteld probleem. Hoe kan het anders? Door te werken aan correcte representatie bijvoorbeeld. Disney Plus haalde onlangs enkele klassiekers van hun netwerk omdat ze herhaaldelijk raciale stereotypen bevestigen. Dat is geheel terecht. Hoe jonge kinderen over andere culturen en mensen denken wordt deels gevormd door wat ze zien in de media.

Nigeriaans auteur en feministe Chimamanda Ngozi Adichie stipt het gevaar van een ‘single story’ aan in haar TED-talk. ‘Toen een groep mensen keer op keer als één ding en dat is wat ze worden.’ Ze verwijst hier naar het belang van authentieke, veelzijdige representatie van diverse culturen in de media.

Het stereotype van de Aziatische vrouw als lustobject, dat al sinds de jaren 1800 in stand gehouden wordt in films, series, strips en meer is de directe aanleiding van de schietpartij in Atlanta. Dat is het probleem met stereotypes: ze ontmenselijken.

Het is de taak van de media om niet enkel die stigmatiserende, geracialiseerde beelden te mijden, maar ze te vervangen door meer waarheidsgetrouwe ideeën, rollen en beelden van (Oost-)Aziatische mensen. Zo niet, dan bemest je de voedingsbodem van het structurele racisme tegen mensen. In het huidige, mede door voormalige Amerikaans president Donald Trump gecreëerde, anti-Aziatische klimaat hebben we nood aan steun en verbinding.

We hebben nood aan mensen die het racisme, ook de microvormen, erkennen, aan mensen die zich hiertegen durven uitspreken en de kracht van sociale media gebruiken om bewustmakingscampagnes en -artikels te delen.

ORBIT vzw bereidt momenteel een project voor over racisme tegen mensen met Oost-Aziatische roots, dat in de komende maanden gelanceerd wordt. Uit een enquête en diepte-interviews blijkt alvast dat deze vorm van racisme wijdverspreid is. Ook discriminatie tijdens het zoeken naar een woning of werk of in contact met de politie vormt geen uitzondering.