Annelies Van Erp (Memisa)
Congolees gezondheidspersoneel verzet dagelijks bakens in een moeilijke context
“‘Maak kennis met de echte topdokters van Congo ’
Sinds enkele weken kunnen we op de televisiezender Vier opnieuw het reilen en zeilen volgen van enkele Belgische topdokters. Nieuw in deze editie is dat de dokters ook letterlijk hun grenzen verleggen en in gebieden werken waar nauwelijks of geen performante gezondheidszorg is, zoals in Congo. Maar kunnen we ook eens de Congolese artsen en gezondheidswerkers in de schijnwerpers plaatsen, vraagt Annelies Van Erp van de ngo Memisa zich af.
Sinds enkele weken kunnen we op de televisiezender Vier opnieuw het reilen en zeilen volgen van enkele topdokters. Nieuw in deze editie is dat de dokters ook letterlijk hun grenzen verleggen. Zo maken we kennis met dokter Réginald Moreels, die al vier jaar opereert in Oost-Congo. Een regio die niet alleen geteisterd wordt door geweld, maar die bovendien getroffen wordt door ebola.
Daarnaast zien we eveneens professor Cadière aan het werk. Samen met Nobelprijswinnaar voor de Vrede Denis Mukwege behandelt hij vrouwen die verkracht werden. De beelden tonen nog maar eens de noodzaak en het tekort aan een behoorlijke gezondheidszorg in Congo. Zo is Moreels de enige chirurg in een gebied van meer dan 1 miljoen inwoners.
En hoewel het werk van beide mannen en de andere topdokters erg inspirerend is, willen we hier graag de aandacht vestigen op de “echte” topdokters. Congolese artsen en bij uitbreiding al het gezondheidspersoneel dat dagelijks bakens verzet om in een ontzettend moeilijke context medische zorgen te verlenen.
Door de hoge werkdruk, de lage lonen en het gebrek aan mogelijkheden om continu bij te leren, raakt het personeel in Congo soms gedemotiveerd. Bovendien ontbreekt geschikt materiaal en laat infrastructuur te wensen over, wat een ernstig struikelblok vormt om universele gezondheidszorg te bereiken. Congo telt ongeveer één dokter per 10.000 inwoners, ter vergelijking in een middeninkomensland als India zijn dat er 10 en in België zijn dat er 30 (cijfers WHO).
Door de hoge werkdruk, de lage lonen en het gebrek aan mogelijkheden om continu bij te leren, raakt het personeel in Congo soms gedemotiveerd.
Deze ondervertegenwoordigde artsen krijgen het dan ook hard te verduren. Bij een epidemie zijn zij de eerste die worden blootgesteld aan virussen en dus een groot risico lopen om zelf ziek te worden. En daarbovenop moeten ze zich nog zorgen maken over de veiligheid van hun familie.
Niet te verwonderen dat Congo te maken heeft met een braindrain, namelijk goed geschoolde gezondheidswerkers die het land verlaten om aan de slag te gaan in midden- of hoge inkomenslanden. Maar ook binnen het land treedt dit verschijnsel op. Medisch geschoold personeel geeft er de voorkeur aan om in geürbaniseerde regio’s te werken. Daar is een minimum aan “comfort” (denk aan elektriciteit en stromend water) aanwezig.
De laatste tijd zou er in Oost-Congo zelfs een braindrain plaatsvinden van gewone ziekenhuizen naar de ebolacentra. Wat natuurlijke grote consequenties heeft voor de reeds erg onstabiele gezondheidszorg in de regio.
Eerder al zette Memisa met de ngo’s Artsen zonder Vakantie en Dokters van de Wereld een campagne op touw waarbij we via pakkende getuigenissen het uitzonderlijke werk van het gezondheidspersoneel in Congo de aandacht willen geven die het verdient. Want sensibiliseren, medeleven tonen en luisteren: elke arts weet dat deze kwaliteiten bijna net zo belangrijk zijn als de puur medische competenties. Deze kwaliteiten kunnen letterlijk levens redden.
‘Ik herinner me een patiënt die het slachtoffer was van een overval. Gewapende mannen verkrachtten haar en ontvoerden haar man. Ze wist niet of hij nog in leven was. Terwijl ik naar haar luisterde, kreeg ik tranen in mijn ogen. Ik ben opgestaan om me te herpakken en mijn emoties te verbergen. Ik heb haar aangespoord om vrijuit te spreken. Dat was niet eenvoudig. Bij een consultatie gaat het in de eerste plaats om luisteren. Mijn krachtigste instrument is geen stethoscoop. Het zijn mijn oren. Deze vrouw had geen hoop meer. Ze dacht enkel nog aan de dood. We deden medische onderzoeken, en we gaven haar psychologische ondersteuning. Stap voor stap kwam haar levensvreugde terug’, getuigt dokter Patricia uit Zuid-Kivu.
Dit is de realiteit waar dokter Patricia dagelijks mee te maken heeft. Naast medische adviezen, moet ze vaak emotioneel zware keuzes maken. Zoals, hou je een patiënt langer dan nodig in het ziekenhuis om deze zo toch een dak boven het hoofd te bieden of er zeker van te zijn dat hij/zij iets te eten heeft? Deze beslissingen hebben een grote impact en wegen zwaar. Daarom zijn dokter Patricia en haar collega’s voor ons echte helden en verdienen ze meer dan ooit het label van topdokter.
Annelies Van Erp is medewerker bij de ngo Memisa