Jasper Stockmans
Ook na de coronacrisis zal solidariteit met de meest kwetsbaren nodig blijven
“‘Mentaal welzijn is niet alleen een middenklasseprobleem. Corona toont waarom’
Corona laat ons mentale welzijn niet onberoerd. We horen in de media vaak over die tsunami aan psychische problemen. Als klinisch psycholoog voelt Jasper Stockmans het toenemende probleem in zijn praktijk.
Alyssa L. Miller / Flickr (CC BY 2.0)
De lockdown liet de solidariteit van de middenklasse met de meest kwetsbaren vrijer circuleren. Maar nu de ratrace weer op gang komt, wordt dat opnieuw moeilijker. Nochtans zullen de langetermijngevolgen voor de meest kwetsbaren zich de komende maanden juist feller manifesteren. ‘Solidariteit zal juist noodzakelijker worden’, zegt klinisch psycholoog Jasper Stockmans.
Mijn cliënteel bestaat vooral uit mensen die worstelen met de gejaagdheid van het leven. En plotseling kwam onze samenleving tot stilstand. Ik zag moeders stralen omdat ze elke dag met hun kinderen in de tuin konden spelen. Vaders die zich energieker dan ooit voelden nu ze eindelijk de energie gevonden hadden om iets met die tuin te doen, of te sporten. Mensen die al eens vaker rustig de dag konden beginnen met een koffietje op het terras, in plaats van ‘s ochtends vast te moeten zitten in de uitlaatgassen.
Toch leken de media eenzijdig de negatieve impact van de lockdown op het mentale welzijn te benadrukken. Positief was ook de toegenomen solidariteit vanuit de middenklasse met de meest kwetsbaren.
Mentaal welzijn bij de meest kwetsbaren
In mijn praktijk zie ik vooral mensen uit de middenklasse. Voor de meest kwetsbaren is mijn hulp niet betaalbaar. Dat betreur ik, maar meer dan de helft van mijn inkomen gaat naar belastingen. En ik moet het zeggen: onder andere om politici te onderhouden die hun verantwoordelijkheid ontlopen om psychische hulp betaalbaar te maken voor iedereen.
Als vrijwilliger bij het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW), waar de meest kwetsbare groepen terecht kunnen voor begeleiding en opvang, zag ik hoe onverbiddelijk de besparingen in de welzijnssector van eind vorig jaar schrijnende situaties op de werkvloer creëerden. Toch bleven de CAW-medewerkers zich inzetten voor de meest kwetsbaren onder ons. En toen kwam het coronavirus.
Jeroen De Wilde is teamleider van het Team Basiswerk van het CAW Oost-Brabant in Leuven. Hij ziet dagelijks de impact van corona op de meest kwetsbaren van onze samenleving: mensen in armoede, mensen met een migratieachtergrond, dak- en thuisloze mensen. Het CAW biedt voor deze doelgroepen naast individuele begeleiding ook zogenaamde inloopcentra aan: ontmoetingsplekken waar mensen terecht kunnen voor basisdienstverlening, voor een babbel met elkaar of met één van de begeleiders. Een plek waar de gratis koffie steeds klaar staat, waar mensen even tot rust komen en terug aansluiting vinden bij zichzelf, de andere en de samenleving.
‘Soms kan je mensen niet meer bieden dan een knuffel, en net die nabijheid kwam onder druk te staan’.
Tijdens de lockdown moesten ook deze inloopcentra zichzelf heruitvinden. ‘Plots moesten we op zoek gaan naar andere manieren om mensen in verbinding te houden’, zegt De Wilde. ‘We hielden telefonisch contact, werkten op afspraak, we gingen wandelen. Soms kan je mensen niet meer bieden dan een knuffel, en net die nabijheid kwam onder druk te staan.’
De Wilde vertelt over vereenzaamde alleenstaanden in een kleine studio, zonder televisie en internet. Mensen van wie schulden alleen maar dieper worden. En mensen die helemaal niet meer buiten durfden komen uit angst om ook maar iets verkeerd te doen met al de complexe nieuwe coronaregels.
Neem bijvoorbeeld een alleenstaande moeder die met haar kinderen in een kleine studio woont. Ze werd overweldigd door de stroom van schoolopdrachten en schaamde zich om met de leerkracht een videogesprek te voeren omdat de leefomstandigheden dan zichtbaar werden. De weggevallen schoolmaaltijden wogen op haar budget. Financiële problemen namen steeds grotere proporties aan.
‘Als dan ook nog de individuele begeleiding wegvalt of van op afstand dient te gebeuren, dan dreigen problemen zich alleen maar op te stapelen. Preventieve woonbegeleiders vertellen me over schrijnende thuissituaties die weer helemaal uit de hand lopen, waardoor maandenlang werk van voor de coronacrisis verloren ging’, zegt De Wilde.
‘Toen de straten leeg kwamen te staan, werden de dakloze mensen plots heel zichtbaar. Bij mensen zonder kot groeide de angst om boetes te krijgen van de politie, die zeker in het begin nog zoekende was. Daklozen moesten voortdurend in beweging blijven en radeloos op straat ronddolen. ‘s Avonds kwamen ze vaak totaal uitgeput aan in de opvangcentra.’
‘Dakloze mensen kunnen soms nog terecht in een netwerk voor een nacht op de sofa of een klusje in het zwart. Dit viel allemaal weg, waardoor ze meer dan ooit op zichzelf aangewezen waren. Verslavingen gingen zich nog meer manifesteren en psychoses werden frequenter en ernstiger. Gelukkig ontstonden er vanuit die signalen ook knappe initiatieven en stond ook de politie open voor een sociale aanpak.’
‘Wie al aan de rand stond, heeft het nu extra moeilijk.’
Ik legde dit voor aan psychiater Dirk De Wachter: ‘Een crisis die ook de economie doet sputteren, weerspiegelt zich altijd in de psychiatrie. We zien het ook aan de files aan de voedselbanken en aan de overrompeling bij instanties zoals teleonthaal.’
‘Wie al aan de rand stond, heeft het nu extra moeilijk. Maar de crisis genereerde ook een opvallende sfeer van solidariteit over de partijgrenzen heen. Voor de coronacrisis stond het “barmhartige” al enige tijd onder druk in onze samenleving. Om een sociaal bloedbad te vermijden, zal het van cruciaal belang zijn om die solidariteit nu wél te behouden en mee te nemen in begrotingsdiscussies en regeringsonderhandelingen.’
Mentaal welzijn bij kwetsbare kinderen
Ook voor kwetsbare kinderen is corona geen lachertje. Een cliënte vertelde me dat ze voortdurend foto’s en filmpjes van haar kindje, een klein peuterjongentje, moest doorsturen naar de school. Een peuter? Ik vraag me dan af of het echt zo’n ramp is als peuters een paar maanden school missen.
Zelf hielp ik tijdens de lockdown twee Syrische zusjes met de taken die ze, bovenop hun reguliere schoolopdrachten, ook nog van hun muziekleraar meekregen. Ik zag hoe overweldigd ze waren, hoe ze niet snapten dat iedereen hen altijd belde met zoveel opdrachten. En als dat van op afstand niet lukt, denkt een kind al snel: ‘Ik kan het niet, ik ben niet goed genoeg, er is iets mis met mij, ik ben dom, ik doe alles verkeerd’. Reken er maar op dat dit blijft hangen. Eén van de zusjes moet nu op de muziekschool haar jaar overdoen.
Er zijn zoveel kinderen die geen kind kunnen zijn.
Jeroen De Wilde zag de ongelijkheid in het onderwijs ook groter worden. ‘Taken printen, foto’s nemen en doorsturen, het is niet voor iedereen evident. In grote gezinnen in armoede zie je, ook los van corona, vaak mechanismen waarbij oudere kinderen verantwoordelijkheden moeten opnemen in de opvoeding van jongere kinderen.’
‘Doe daar dan nog een verslaving bij de moeder bovenop. Denk je dat de omgeving van deze kinderen schoolopdrachtjes via e-mail toelaat? Er zijn zoveel kinderen die geen kind kunnen zijn. Met het gedeeltelijk wegvallen van heel het netwerk van sociaal werkers en zorgleraars worden de langetermijngevolgen voor het mentale welzijn van deze kinderen nog groter. Gelukkig waren er ook heel wat scholen en buurtwerkingen die extra investeerden in het “vasthouden” van kinderen in moeilijke thuissituaties. Dat maakte het verschil tussen aan boord blijven of afhaken. Er waren bijvoorbeeld prachtige initiatieven zoals laptops voor iedereen.’
Er zijn zoveel kinderen die geen kind kunnen zijn. Met het gedeeltelijk wegvallen van heel het netwerk van sociaal werkers en zorgleraars, worden de langetermijngevolgen voor het mentale welzijn van deze kinderen nog groter.
Alyssa L. Miller / Flickr (CC BY 2.0)
De rol van de overheid
De steunmaatregelen van de Vlaamse en federale regering kwamen onvoldoende terecht bij de mensen die ze het meest nodig hadden. Bijvoorbeeld, de water- en energiefactuur die mensen in tijdelijke werkloosheid één maand niet moesten betalen. Of het voorstel van een fonds voor kwetsbare huurders, dat er niet doorgekomen is. Ook de uitbreiding van reeds bestaande hefboommechanismen naar een grotere doelgroep, zoals de huurpremie, werd niet aanvaard.
Wel kwam er een tijdelijk verbod op uithuiszetting tot 19 juli. Maar daarna worden deze procedures gewoon opnieuw ingesteld. Uitstel van executie. ‘De sociale sector vroeg om de uitvoering van uithuiszettingen te faseren, maar ook dat aanvaardde de overheid niet’, zegt De Wilde. ‘Ik houd mijn hart vast voor de drama’s die in de zomer, sowieso al een moeilijke periode op de huurmarkt, op ons afkomen. Terwijl de regering kibbelde over tweedeverblijvers, hebben sommige mensen in kwetsbare situaties na 19 juli niet eens meer een eerste verblijf.
De tsunami van hulpvragen zal opgevangen moeten worden met minder personeel dan ooit tevoren.
Wachtlijsten voor sociale huisvesting groeien verder aan, waardoor mensen zich zullen moeten blijven richten op een privé huurmarkt die onvoldoende toegankelijk is voor mensen met een beperkt budget. We merken nu al dat de vraag voor woonbegeleiding groter is dan het aanbod. En dit terwijl er net voor de crisis al een grote besparingsoperatie ingevoerd werd. En deze besparingen worden niet teruggeschroefd.’
De tsunami van hulpvragen zal opgevangen moeten worden met minder personeel dan ooit tevoren. Het CAW is voor velen het laatste vangnet, maar wordt nu in een positie geduwd waarin keuzes moeten gemaakt worden over wie hulp krijgt en wie niet. In de huidige crisistijden wordt het belang van het CAW nochtans duidelijk. ‘Het applaus van de regering voor de zorg- en welzijnsector voelt in die zin wat hypocriet, aangezien daar jaren van besparingen aan vooraf gingen. Ik kan maar hopen dat deze crisis bijdraagt tot structurele veranderingen in de ondersteuning van onze sector’, zegt De Wilde.
Jeroen De Wilde zag echter op lokaal niveau een wind van solidariteit over onze samenleving waaien. ‘Hoe schrijnend de taferelen ook waren, het was mooi om te zien hoe sociaal werk zich snel aanpaste aan de nieuwe realiteit. Vrijwilligers engageerden zich, er werd over organisaties heen nagedacht over nieuwe structuren van hulpverlening, lokale besturen stelden extra middelen ter beschikking,… Die solidariteit zal noodzakelijk blijven als de langetermijngevolgen zich de komende maanden zullen manifesteren.’
Mentaal welzijn in de middenklasse
Ons samenlevingsmodel leunt op stress als brandstof om de economie draaiende te houden. Die stress raast voortdurend door onze lichamen. Maar we zijn niet gemaakt om voortdurend onder stress te staan. Stress dient eigenlijk enkel om je in bedreigende situaties te mobiliseren om acuut gevaar af te wenden. Je gaat jezelf als prioriteit zien en je afscheiden van anderen. Je focus verengt zich tot wat relevant is voor je eigen overleving.
Tel al die individuen in overlevingsmodus op en je krijgt een wereld waarin ‘competitie, egocentrisme en afscheiding’ primeert boven ‘verbondenheid, dienstbaarheid en solidariteit’. De wereld waarin onze kinderen opgroeien, is gericht op het ontwikkelen van ego’s, die continu in strijd met elkaar staan.
Tijdens de lockdown leek het voor de middenklasse even terug mogelijk om authentieke verbindingen te maken, ook al waren het maar internetconnecties.
Maar net als Jeroen zag ik tijdens de lockdown waarden zoals ‘dienstbaarheid’ naar de oppervlakte komen. Bijvoorbeeld bij cliënten met zware jobs bij multinationals, die overigens psychologische consultaties door hun werkgever terugbetaald krijgen. Ik zag ze even een vrijgeleide krijgen om uit de ratrace te stappen. Hoe ze plots dankbaar werden voor wat ze hebben in plaats van zich te focussen op wat ze niet hebben. Sommigen wilden een bijdrage leveren aan de menselijke uitdagingen van deze crisis. Gewoon geven zonder iets terug te verwachten.
De lockdown herinnerde ons eraan dat we ook gewoon samen een beetje kwetsbaar kunnen zijn, in plaats van voortdurend tegen elkaar op te boksen. Tijdens de lockdown leek het voor de middenklasse even terug mogelijk om authentieke verbindingen te maken, ook al waren het maar internetconnecties. Voor corona dacht ik dat de mens dat gevoel van verbondenheid verloren had. Nu zie ik het anders. Die verbondenheid is er altijd. We hebben er gewoon elk moment opnieuw geen toegang toe, door de stress die voortdurend door onze lichamen raast.
De mens als solidair wezen
Toen de stage van een cliënte was stilgevallen door de lockdownmaatregelen, voelde ze plots de drang om oudere mensen in isolatie te helpen. Voor hen gaan winkelen en met hen een babbeltje slaan. Toen haar stage opnieuw begon, maakte ze er een punt van om deze mensen toch niet in de steek te laten, ook al liep haar agenda vol met schoolverplichtingen. ‘Dat’ is de energie die we nu nodig hebben.
De verbondenheid die bij de middenklasse naar boven kwam en die ook in de sociale sector zo voelbaar was, zal namelijk nodig blijven. Maar nu we opnieuw in de maalstroom van onze professionele verplichtingen komen, zullen sommige mensen hun engagement voor solidariteit opnieuw op een lager pitje moeten zetten. En de verhalen in mijn praktijk leren me dat de prestatiemolen weer bikkelhard en sneller dan ooit moet draaien. ‘De lockdown is nu geen excuus meer.’
Zelf zit ik momenteel met mijn handen in het haar rond hoe ik mijn cliënten van het CAW op vrijwillige basis ga kunnen verder helpen, nu mijn agenda stampvol loopt en nu ik die inkomsten ook nodig heb na de financiële schade tijdens de lockdown. Bij het CAW is de bezorgdheid groot over wat ons te wachten staat. Zoals steeds zal het CAW voluit de kaart trekken voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. ‘We voelen ons gesterkt in de samenwerking met een breed netwerk van sociale organisaties en lokale besturen. Maar we kijken uiteraard ook naar Vlaanderen, hopen dat de signalen opgepikt worden en dat erkenning voor de welzijnssector zich ook vertaalt in investeringen in plaats van besparingen’, zegt Jeroen De Wilde.
De overheid is vooral bezig met een exitplan om de economie weer draaiende te krijgen.
De overheid is vooral bezig met een exitplan om de economie weer draaiende te krijgen. En dat is ook nodig. Anders valt ons economisch kaartenhuis, met inbegrip van de welzijnssector, in duigen. Maar de middenklasse wordt wel opnieuw aangezogen door de oude patronen van stress en afscheiding. Hier staan we weer, elk op onze eigen individualistische ivoren toren, op veilige afstand van de meest kwetsbaren die beneden ploeteren.
Tijdens de lockdown heb ik van mijn cliënten geleerd dat wij als mens inherent niet competitief of egocentrisch zijn. Misschien blaast onze kapitalistische samenleving gewoon van jongs af aan onze afgescheide ego’s op? Tijdens de lockdown kwam misschien even onze ware aard weer naar boven: groepsdieren die er gewoon voor elkaar willen zijn. Alsof we allemaal in een film leven, waarvan het scenario enkel rond onszelf draait.
Het feit dat het aanvankelijk geen spontane reflex was om welzijnswerkers mee aan de tafel uit te nodigen in de aanpak van deze crisis, past perfect in deze collectieve film. Je kon ook je televisie niet aanzetten zonder overrompeld te worden door alles wat er misliep. Nu is het juist belangrijk om mild te zijn voor onszelf én voor elkaar. Maar de media lijken zo vervlochten in onze collectieve illusie van afscheiding, dat ze zelfs in crisistijden geen voorbeeld kunnen stellen.
Waarom werd er tijdens de lockdown bijvoorbeeld geen programma gemaakt waarbij dagelijks hulpverleners aan het woord zouden komen over hoe je deze crisis kan ombuigen tot een kans? Het was belangrijker om te blijven doordrammen over fouten rond mondmaskers, fouten in de communicatie van maatregelen; of over politici die zelfs in deze crisistijden hun opgeblazen ego’s niet even opzij konden zetten.
Terug naar de oude realiteit?
Tijdens de lockdown zag de middenklasse weer even die solidariteit door de barsten van onze collectieve cameralens schijnen. Ik moest vaak denken aan een citaat van Leonard Cohen, dat Dirk De Wachter ook vaak gebruikt: ‘There’s a crack in everything, that’s how the light gets in’. Nu moeten die barsten weer zo snel mogelijk gelijmd worden.
Dirk De Wachter beaamt dit: ‘De politiek vergeet snel. Als we die solidariteit niet sterk blijven benadrukken, kunnen we ons aan een sociale implosie verwachten, waardoor misschien wel een deel van de middenklasse verdwijnt. Ons gezondheidssysteem heeft het in deze ongeziene crisis best goed gedaan, maar werkt juist op basis van een sociaal vangnet dat enkel door een brede middenklasse kan bestaan. Maar de steeds grotere kloof tussen arm en rijk is nu eenmaal een realiteit die zich voltrekt. We zien een samenleving die steeds dualer dreigt te worden, met krachten die onze solidariteit onder druk zetten.’
‘Zowel de politici als de burgers die voor hen stemmen moeten beseffen dat iedereen nu kwetsbaar is en baat heeft bij een solidaire samenleving, zowel arm als rijk. We kunnen dus alleen maar hopen op een opbouw in plaats van een afbraak van het sociale vangnet, en daarin speelt ook Europa een grote rol.’
Echte verandering kan alleen uit onszelf komen. Door zelf te veranderen en daarmee een voorbeeld te zijn voor anderen.
Persoonlijk stel ik me soms de vraag of we wel op het collectieve niveau kunnen rekenen voor de echte verandering die nodig is. Politiek, media, onderwijs, het bedrijfsleven: allemaal vervlochten in die collectieve film van ons. Een probleem kan je alleen oplossen vanuit een nieuw bewustzijn, in plaats van vanuit het bewustzijn dat het probleem gecreëerd heeft. Echte verandering kan alleen uit onszelf komen. Door zelf te veranderen en daarmee een voorbeeld te zijn voor anderen. Je kan alleen jezelf verantwoordelijk stellen voor een werkelijke nieuwe wereld, die ingericht is rond waarden zoals solidariteit, dienstbaarheid en verbondenheid.
Als er een vaccin komt, dreigen we gewoon verder te gaan zoals we bezig waren. Dat doen we nu al. Wat is er dan nodig om naar een nieuw model van samenleven te gaan, waarin de economie ten dienste staat van de mens én de planeet, in plaats van omgekeerd? Hoelang kunnen we die oude collectieve realiteit nog incasseren? Is deze crisis niet genoeg om alles wat onze vrije circulatie van liefde verhindert, nu eens even te laten vallen? Zoveel liefde die elk moment opnieuw weer aan ons voorbij gaat, gewoon omdat we die niet meer registreren.
Wat hebben we dan nodig? Een exitstrategie terug naar de oude wereld van prestatie en consumptie, of een entrance-strategie naar een nieuwe wereld van solidariteit en verbondenheid? ‘Het economisch model is hetzelfde gebleven’, zegt Dirk De Wachter. ‘We leven nog steeds in een consumptiemaatschappij, en dat is door de coronacrisis niet veranderd’. Er zal nog meer nodig zijn om onze ogen te openen. De klimaatopwarming bijvoorbeeld. Maar ook hier dreigt de mensheid gepakt te worden in snelheid, zij het op een iets langere tijdschaal.
Jasper Stockmans is klinisch psycholoog. Hij biedt stress coaching aan voor jongeren, volwassenen en artiesten. Ook is hij vrijwilliger bij het CAW Oost-Brabant. Hij werkt aan een boek over hoe we ons meer verbonden kunnen voelen met anderen en de wereld waarin we leven.