Milieuproblemen moeten vandaag aangepakt worden volgens OESO

Jo Dalemans

23 maart 2012
Opinie

Milieuproblemen moeten vandaag aangepakt worden volgens OESO

Een OESO-rapport over noodzakelijke sociaal-economische hervormingen wordt onthaald als een heilige tekst, maar een OESO-rapport over urgente acties om de impact van klimaatverandering te beperken blijft onder de radar. Jo Dalemans van Broederlijk Delen vindt dat niet kunnen.

Ongeveer acht maanden geleden stond de OESO vooraan in het nieuws in België. De Organisatie voor Samenwerking en Economische Ontwikkeling van westerse industrielanden publiceerde haar tweejaarlijkse rapport over ons land en werd prompt tot orakel verheven. Ze eiste structurele sociaal-economische hervormingen die heel wat politici als muziek in de oren klonken, hoewel toch niet elke maatregel evenveel weerklank kende. De aanbevelingen om onze fiscaliteit te vergroenen of om meer migranten aan het werk te krijgen, bijvoorbeeld, werden iets minder geciteerd.

Deze maand publiceerde diezelfde OESO haar rapport ‘milieuvooruitzichten 2050, de gevolgen van gebrek aan actie’. Dit was tot nu toe geen groot nieuws. Nochtans behandelt dit rapport een thema met een veel grotere impact dan de socio-economische toestand van één EU-land ooit kan hebben. Het beschrijft waar onze planeet in 2050 aan toe zou kunnen zijn als het beleid op vlak van milieu niet heel wat ambitieuzer wordt.

Wat het klimaat betreft gaan we naar een temperatuurstijging ver boven de 2°C, met de gekende desastreuze gevolgen, waaronder de verdere teloorgang van biodiversiteit. Een verminderde biodiversiteit bedreigt vooral het welzijn van rurale, arme en inheemse bevolkingsgroepen, omdat zij om te overleven vaak rechtstreeks afhankelijk zijn van het ecosysteem.

Bovendien zullen in 2050 2,3 miljard mensen meer dan vandaag in stroomgebieden met ernstige waterstress wonen. Meer dan 240 miljoen mensen zullen geen toegang tot water hebben en 1,4 miljard zullen het moeten doen zonder elementaire sanitaire voorzieningen. Nog volgens het OESO-rapport zal luchtvervuiling de belangrijkste oorzaak van vroegtijdige sterfgevallen worden, met pieken in India en China.

De OESO is van oordeel dat nu handelen het verstandigst is voor het milieu én de economie. Net als het ‘Stern Review’ zes jaar geleden, toont het OESO-rapport aan dat de kostprijs van ambitieus handelen vandaag in het niets vervalt bij de mogelijke toekomstige kosten als we passief blijven. Internationale samenwerking is hierbij een absolute must om een eerlijke verdeling van de kosten te verkrijgen.

Als ontwikkelingsorganisatie zijn we vooral bezorgd over de gevolgen voor groepen mensen die minder macht hebben, minder toegang tot pers en beleid, en voor wie het dikwijls minder evident tot ronduit gevaarlijk is om hun ongenoegen te uiten. Wij hebben het over inheemse volkeren, familiale landbouwers, landlozen, … Mensen die zich bewust zijn van de gevolgen van de verloedering van hun leefmilieu, en die er ook tegen reageren. Maar we zien dat dit protest nergens au serieux genomen wordt en dikwijls zelfs gecriminaliseerd wordt.

Wij hopen daarom dat beleidsmensen en opiniemakers dit OESO-rapport met evenveel enthousiasme zullen onthalen als ze deden met het rapport over België.

Jo Dalemans is Beleidsmedewerker Rurale Ontwikkeling van Broederlijk Delen