Na de pandemie

Imagine

20 maart 2020
Opinie

De crisis is een kans, misschien de laatste

Na de pandemie

Na de pandemie
Na de pandemie

Ongeveer elk decennium wordt de wereld geconfronteerd met een enorme crisis, maar zijn we klaar om de geleerde lessen om te zetten in een nieuwe maatschappelijke ordening, vragen de collega’s van het Franstalige magazine Imagine zich af. Als we het nu niet leren, is het wellicht te laat.

cc0-icon CC0 Public Domain

Ongeveer elk decennium wordt de wereld geconfronteerd met een enorme crisis, maar zijn we klaar om de geleerde lessen om te zetten in een nieuwe maatschappelijke ordening, vragen de collega’s van het Franstalige magazine Imagine zich af. Als we het nu niet leren, is het wellicht te laat. Want de grootste schok, de klimaatcrisis, moeten we preventief aanpakken.

De val van de Berlijnse Muur in 1989, de aanval op de torens van het World Trade Centre in 2001, het uiteenspatten van de subprime-bubbel en de financiële paniek in 2008, en nu de Covid-19-pandemie. Om de tien jaar ongeveer leiden systemische omwentelingen ertoe dat we onze voorstelling van de wereld, ons idee van de richting die de tijd uitgaat, de eigenlijke betekenis die we hechten aan de woorden “vooruitgang” of “ontwikkeling” in twijfel trekken.

Het is onze plicht om te weten hoe we in deze crisissituaties de mogelijkheid moeten ontwaren om ons leven samen opnieuw op te bouwen

Deze crisis is een gezondheidscrisis. Ze heeft al tot een financiële crisis geleid. En ze luidt een grote economische crisis in, met een kettingreactie van bedrijfssluitingen, een sterke stijging van de werkloosheid en een beproeving van de sociale zekerheidsstelsels in alle regio’s van de wereld.

Het is vandaag de dag onze plicht om te weten hoe we in deze crisissituaties de mogelijkheid moeten ontwaren om ons leven samen opnieuw op te bouwen rond sterke, positieve en gedeelde waarden, in overeenstemming met de planetaire grenzen.

Dit is onze laatste kans. In de afgelopen veertig jaar zijn de ongelijkheden bijna overal groter geworden. We zijn getuige van het zesde massale uitsterven van soorten, de dramatische degradatie van het land en een concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer die de aarde geleidelijk aan in een stoomoven veranderen. Extreme weersomstandigheden zullen zich vermenigvuldigen, met aanzienlijke gevolgen voor met name de voedselproductie. Gedwongen volksverhuizingen zullen daardoor toenemen: het aantal klimaatvluchtelingen kan tegen 2050 oplopen tot 140 miljoen (volgens de Wereldbank) of zelfs 200 miljoen (volgens de Verenigde Naties).

We moeten van koers veranderen. Deze crisis biedt, als we bereid zijn haar aan te grijpen, een kans daartoe. We worden ons opnieuw bewust van een gemeenschappelijk lot. We worden ons er ook van bewust dat we samen de samenleving kunnen transformeren. Naar meer gezelligheid en solidariteit. Het heroveren van ruimtes van autonomie, waar iedereen kan floreren op een andere manier dan als producent of consument. Het vertragen van deze dwaze race naar het overschrijden van de grenzen van de planeet, en het geleidelijk aan verzekeren van de toekomstige bewoonbaarheid van de planeet voor onze kleinkinderen. Dit is niet langer een hoop die we formuleren: het is een ethische verplichting die we moeten nakomen.

Dit is niet langer een hoop die we formuleren: het is een ethische verplichting die we moeten nakomen

De gezondheidscrisis zal leiden tot individuele en familiedrama’s. Het zal de gezondheidswerkers confronteren met tragische dilemma’s: welke levens moeten er gered worden, wanneer de middelen ontbreken om iedereen te redden die eist dat er voor hen gezorgd wordt?

Het aantal werknemers in de gedwongen werkloosheid zal dramatisch toenemen. De meest kwetsbare burgers (arme, zeer geïsoleerde, ongedocumenteerde, daklozen, gevangenen, eenoudergezinnen…) zullen in moeilijke, zelfs dramatische situaties terechtkomen als de situatie voortduurt.

In de schaduw van deze crisis wordt echter ook het vuur van hoop ontstoken. Het gezondheidspersoneel mobiliseert zich zonder de kosten te tellen. Leerkrachten tonen grote solidariteit en zetten schatten van verbeelding in om de pedagogische continuïteit te waarborgen. Maatschappelijk werkers werken hard. De politiediensten staan ten dienste van de volksgezondheidsdoelstellingen. Jongeren bieden hun vrijwilligersdiensten aan om jonge kinderen te babysitten of om boodschappen te doen voor ouderen en zwakkeren. Naaimachines draaien overuren om beschermende maskers te maken, voor in geval van nood. Werkgevers en hun personeel vinden nieuwe manieren van werken op afstand uit. We zijn getuige van een ongelooflijke ervaring van versneld collectief leren.

We zijn getuige van een ongelooflijke ervaring van versneld collectief leren

Het is onze plicht om niet alleen te leren, maar ook, nu al, niet te vergeten. Uit deze nieuwe manieren van produceren en consumeren, van elkaar helpen en bewegen, van onderwijzen en zorgen voor elkaar, kan een nieuwe samenleving worden uitgevonden: een gemoedelijke en ondersteunende samenleving, die de grenzen van de planeet respecteert.

We wisten al wat er gedaan moest worden om in de richting te gaan van de maatschappij waar we van dromen:

  • een algemene arbeidstijdverkorting, om de toegang tot werk voor iedereen te bevorderen, om de rollenpatronen van mannen en vrouwen opnieuw te definiëren en om meer tijd vrij te maken voor zelfproductie, cultuur en burgerbetrokkenheid;

  • de uitbreiding van telewerkmogelijkheden, om de druk op het vervoer te verminderen en om de steden beter te laten ademen;

  • steun voor lokale economische circuits en voor de sociale en solidaire economie, om het gewicht van alternatieven te versterken tegenover de heerschappij van het financiële kapitalisme dat zich baseert op de versnippering van de mondiale toeleveringsketens;

  • herinvestering in publieke goederen, in mobiliteit, onderwijs en gezondheid, om alle huishoudens, ook de meest precaire, toegang te geven tot een waardig leven, zodat iedereen zich kan ontplooien;

We wisten wat er moest gebeuren. We weten nu hoe we, gezien de nieuwe omstandigheden, radicaal kunnen veranderen in onze manier van werken, zowel individueel als collectief. Wat we bereiken in het kader van de Covid-19-epidemie – een algemene mobilisatie die gebaseerd is op de verantwoordelijkheid van ieder mens ten opzichte van alle anderen, waarbij we onze routines in vraag stellen – hebben we de plicht om dit ook te bereiken om de achteruitgang van de ecosystemen te vertragen, en in het bijzonder om de klimaatverandering te verzachten.

Wij zeggen dat we in staat zijn om te leren. Dat het nu zal zijn – of nooit.

Er wordt ons verteld dat dit niet mogelijk is. Ons wordt verteld dat onze hersenen in staat zijn om de onmiddellijke risico’s die ons raken van dichtbij te begrijpen, maar dat ze niet zijn uitgerust om te reageren op trage risico’s, of op verre en abstracte bedreigingen. Wij zeggen dat we in staat zijn om te leren. Dat het tijd is. Dat het nu zal zijn – of dat het zal nooit zal zijn.

Deze opinie werd oorspronkelijk gepubliceerd door Franstalige magazine Imagine en ondertekend door de redactie (Laure De Hesselle, Sarah Freres, Pascale Derriks, Christophe Schoune, David Cauwe en Hugues Dorzée) en door Les Pisteurs d’Imagine, de stuurgroep van het traject #Imagine2020 (Olivier De Schutter, Fatima Zibouh, Sybille Mertens, Caroline Lamarche, Esra Tat, Florence Le Cam, Frédéric Chomé, Juliette Boulet, Sandrino Graceffa, Charlotte Luyckx, David Méndez Yépez, Julie Rijpens, Sébastien Kennes, Arnaud Zacharie).