Nepnieuws voedt corona-angst, maar er bestaat tegengif

Marina Joubert (Universiteit Stellenbosch)

13 februari 2020
Opinie

Experts en media kunnen een belangrijke rol spelen

Nepnieuws voedt corona-angst, maar er bestaat tegengif

Nepnieuws voedt corona-angst, maar er bestaat tegengif
Nepnieuws voedt corona-angst, maar er bestaat tegengif

Nepnieuws en geruchten over het coronavirus verspreiden zich snel via sociale media en soms zelfs via de traditionele media. Maar er is iets te doen aan misinformatie en samenzweringstheorieën, zegt Marina Joubert, onderzoeker aan de Universiteit van Stellenbosch.

S. Hermann & F. Richter / Pixabay

Nepnieuws en geruchten over het coronavirus verspreiden zich snel via sociale media en soms zelfs via de traditionele media. Maar er is iets te doen aan misinformatie en samenzweringstheorieën, zegt Marina Joubert, onderzoeker aan de Universiteit van Stellenbosch.

Nepnieuws leidt tot verwarring. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld het verhaal dat het virus iemand binnen een paar seconden kan doden, dat Ghana al een vaccin heeft ontwikkeld en dat hiv-medicatie wordt gebruikt als kuur. Eerder verscheen ook een foto online met tientallen coronaslachtoffers die dood op straat lagen in Wuhan. Al deze berichten bleken niet te kloppen.

Geruchten verspreidden zich ook na uitbraken van andere ziekten, zoals ebola in West-Afrika in 2014. Toen ging het gerucht dat het virus was ontworpen en vrijgelaten om Afrikanen te doden. Tijdens de uitbraak van het van vleermuizen afkomstige Nipahvirus in India in 2018, ging het gerucht dat bedrijven het verspreidden om de verkoop van een muggenbestrijdingsmiddel te stimuleren.

Anti-Chinese sentimenten

Dit soort sensationele en alarmerende berichten veroorzaken zogenoemde ‘digitale pandemieën’ of ‘(mis)infodemieën’. Het gevolg is dat de angst bij het publiek versterkt wordt. Dit kan officiële pogingen om geloofwaardige informatie te verspreiden, ondermijnen. Misinformatie heeft ook schadelijke gevolgen voor de getroffen groepen, zoals de huidige toename van anti-Chinese sentimenten.

Diverse factoren jagen de verspreiding van misinformatie aan tijdens uitbraken van infectieziekten. Onder meer angst en de snelheid van sociale media. Zoals uit eerder incidenten bleek, is het mogelijk deze dwaasheid te keren. Maar dan moeten wetenschappers en gezondheidsfunctionarissen wel proactief hun platformen gebruiken om accurate informatie over te brengen.

Angst aanjagen

Misinformatie verspreidt zich snel als mensen bang zijn. Een besmettelijke en potentieel dodelijke ziekte is angstaanjagend. Hiermee is de ideale emotionele voedingsbodem geschapen voor geruchten.

Misinformatie verspreidt zich snel als mensen bang zijn.

Mensen nemen mentale sluiproutes als het gaat om complexe informatie. Ze bekijken niet alle beschikbare informatie zorgvuldig en kritisch. Hierdoor kunnen ze snel beslissingen nemen, die helaas vaak verkeerd zijn.

Wetenschappers hebben tijd nodig om een nieuwe ziekte te bestuderen en mogelijke behandelingen uit te testen, maar mensen kunnen wanhopig en ongeduldig zijn. Het gebeurt dan vaak dat huismiddeltjes en behandelingen waarvan de werking niet bewezen is, uit de kast gehaald worden. Een voorbeeld is de bewering dat oregano-olie werkt tegen het coronavirus. Persoonlijk ontving ik een uitgebreid WhatsApp-bericht over de werking van “bijbelse oliën” zoals wierook, die in elke fase van een coronabesmetting zouden werken.

Mensen zijn geneigd zich aangetrokken te voelen tot slecht nieuws en delen dat ook graag. Een studie uit 2018 bevestigt dat nepnieuws verder reist en zich sneller en breder verspreidt dan de waarheid. Wetenschappers schrijven dit toe aan de noviteit en de emotionele reacties die deze berichten oproepen. Dit verklaart ook waarom mensen geneigd zijn te speculeren en overdreven geruchten te verspreiden over veronderstelde gevaren van een infectieziekte.

Nieuwe media

Redacteuren en journalisten bepalen niet langer meer wat nieuws is en welke mening verkondigd wordt. Iedereen kan tekst, beelden, geluidsclips en video’s maken en verspreiden via sociale media. Het is een eenvoudige, snelle en praktisch gratis manier om informatie te verspreiden. Berichten kunnen worden aangedikt, gedeeld en reacties oproepen op een niveau dat voorheen ondenkbaar was.

Socialemediakanalen zijn bijna perfecte vectoren voor de overdracht van misinformatie. Sommige bedrijven beweren dat ze er alles aan doen om de verspreiding van halve waarheden en nepnieuws over het coronavirus te stoppen. Facebook bijvoorbeeld, heeft beloofd om content met valse claims en samenzweringstheorieën offline te halen als internationale gezondheidsorganisaties en plaatselijke autoriteiten daarom vragen.

Maar de bronnen van misinformatie zijn vaak onduidelijk en het lijkt een ontmoedigende (of zelfs onmogelijke) taak om de verspreiding ervan te stoppen.

Het verhaal beheersen

Onderzoek heeft aangetoond dat tijdens een gezondheidscrisis getroffen gemeenschappen gretig naar informatie zoeken en positieve berichten snel oppakken.

Beter dan te klagen over de gevaren van sociale media, kunnen wetenschappers en overheidsfunctionarissen zelf leren hoe ze sociale media effectiever kunnen gebruiken.

De meeste wetenschappers zijn bovendien gericht op het bestrijden van misinformatie. Ze voelen zich zelfs moreel verplicht om dit te doen, vooral als foute berichtgeving schadelijke gevolgen kan hebben voor wanhopige en kwetsbare groepen mensen.

Beter dan te klagen over de gevaren van sociale media, kunnen wetenschappers en overheidsfunctionarissen zelf leren hoe ze sociale media effectiever kunnen gebruiken. Dit kan betekenen dat ze werken met influencers op sociale media, inclusief bekende sporters en beroemdheden. Via hen kunnen toegankelijke en actiegerichte gezondheidsberichten verspreid worden.

De massamedia kunnen ook een sleutelrol spelen. Grote mediaorganisaties versterken hun rol bij het huidige coronavirus door accurate informatie te geven. Neem bijvoorbeeld de visuele gids van de BBC en de nieuwsupdates van de IOL mediagroep in Zuid-Afrika.

Wetenschappelijke mediacentra, bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk en Australië, hebben lijsten met experts beschikbaar gesteld aan journalisten, zodat zij eenvoudig aan betrouwbare informatie kunnen komen. Deze platforms verschaffen antwoorden van experts op het coronavirus en uitgebreide multimediabronnen die de journalisten kunnen helpen bij accurate verslaggeving.

Afrikaanse uitdagingen

Institutionele mediacentra, wetenschappelijke academies en verenigingen kunnen meehelpen door experts te mobiliseren, zichtbaar te worden en zich proactief op te stellen tijdens uitbraken van ziekten. Veel universiteiten, zoals bijvoorbeeld Harvard en de Londen School of Hygiene & Tropical Medicine, brengen actief updates naar buiten.

Internationale, nationale en regionale gezondheidsorganisaties delen de verantwoordelijkheid om tijdig betrouwbare informatie te verstrekken aan de media en het publiek. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) verstrekt bijvoorbeeld basisadvies aan het publiek en heeft een teams met communicatie-experts. De WHO geeft dagelijks nieuwsupdates uit en belegt persconferenties.

Ook wordt een beroep gedaan op mensen om online-bronnen kritischer te beoordelen, zodat ze onderscheid kunnen maken geloofwaardig en dubieus nieuws. De Internationale Federatie van Bibliotheekverenigingen kwam bijvoorbeeld met een infografiek die in acht stappen laat zien hoe fake news te herkennen is.

In Afrika spelen nog een aantal extra uitdagingen. In een rapport over Zuid-Afrika worden er een aantal genoemd. Het gaat dan onder meer om het bereiken van mensen die niet kunnen lezen of geen internettoegang hebben, het op constructieve wijze inzetten van traditionele genezers, het toegankelijk maken van nieuws in inheemse talen en het stimuleren van ambtenaren om accuraat, duidelijk en snel te communiceren. Al deze punten zijn ook relevant voor andere landen in Afrika.

Bron: The Conversation