Niet de woede is het probleem, wel het racisme

Sigrid Wallaert

12 juni 2020
Opinie

‘Zeg me hoe je je voelt, maar zeg het niet te hard of ik kan je niet horen’

Niet de woede is het probleem, wel het racisme

Niet de woede is het probleem, wel het racisme
Niet de woede is het probleem, wel het racisme

Woede is een inherent onderdeel van de boodschap in de Black Lives Matter-beweging, stelt onderzoeksstudente Sigrid Wallaert. Toch wordt de betogers te vaak gevraagd die woede opzij te schuiven, vooraleer er geluisterd wordt. En dat is verkeerd.

© Joe Piette (CC BY-NC-SA 2.0)

‘We zullen de wereld niet veranderen door het vriendelijke te vragen.’

© Joe Piette (CC BY-NC-SA 2.0)

We kunnen niet om de woede van de Black Lives Matter-beweging heen, vindt onderzoeksstudente Sigrid Wallaert. Die woede is net een essentieel onderdeel van het protest, een signaal dat iets fout loopt. Het is aan iedereen om ernaar te luisteren. ‘Betogers vragen om hun woede opzij te zetten, is vragen om een deel van hun boodschap te verzwijgen.’

De moord op George Floyd was wereldwijd aanleiding tot protest. Ook in Brussel kwamen meer dan 10.000 mensen op straat. De reacties daarop waren vaak eerder van negatieve aard: ‘Ja, jullie boodschap is belangrijk, maar jullie middelen zijn niet gepast.’ Zeker in tijden van corona, klonk het, wegen gezondheidsrisico’s zwaarder door dan sociaal onrecht. ‘We zijn bereid om te luisteren, maar niet op deze manier.’

Maar zulke reacties hebben veel weg van het zogenaamde tone policing: een weigering om naar de boodschap van de betogers te luisteren vooraleer ze hun toon aanpassen. In dit geval is die toon er overwegend een van woede. Achter de alomtegenwoordige vraag om die woede even opzij te zetten, om de boodschap op een andere manier over te brengen, gaan verschillende mechanismen schuil.

Woede is geen papiertje waarin je je boodschap kan verpakken als dat jou of je publiek goed uitkomt.

Eerst en vooral wil ik opmerken dat woede hier niet optioneel is. Woede is geen papiertje waarin je je boodschap kan verpakken als dat jou of je publiek goed uitkomt. Zeker voor zwarte mensen is woede essentieel. Het wordt vaak voorgesteld alsof het een luxe is om jezelf kwaad te kunnen uitdrukken, maar het tegendeel is waar. Woede is vaak een laatste toevlucht, een emotie die naar boven komt als het echt niet anders meer kan. Het is net een luxe om je boodschap op een kalme manier te kunnen brengen. Als dat niet meer lukt, als er niet genoeg geluisterd wordt, is woede vaak de enige optie. Het is een overlevingsstrategie, geen keuze.

Bovendien is woede op een tweede manier essentieel: de emotie maakt integraal deel uit van de boodschap die de betogers overbrengen. Het feit dat ze kwaad zijn is net zo belangrijk als de reden waarom ze kwaad zijn. Woede is een signaal, een teken dat er iets misloopt. Betogers vragen hun woede opzij te zetten, betekent hen te vragen een deel van hun boodschap te verzwijgen. Door te weigeren naar hun woede te luisteren, gaat erg veel waardevolle informatie verloren.

Minder dan

Betogers vragen hun woede opzij te zetten, betekent hen te vragen een deel van hun boodschap te verzwijgen.

De feministische auteur Audre Lorde vertelt in haar essay The Uses of Anger hoe op een congres een witte vrouw haar vraagt haar woede op een lager pitje te zetten. Lorde geeft uiting aan haar woede, waarop de vrouw reageert met: ‘Zeg me hoe je je voelt, maar zeg het niet te hard of ik kan je niet horen.’

Dit is dezelfde reactie waarmee de Black Lives Matter-betogers nu te maken krijgen. Filosofe Miranda Fricker heeft hier een mooie analyse voor: door onze eigen vooroordelen over woede en de betrouwbaarheid van kwade mensen, kent het grote publiek hen bij voorbaat al minder geloofwaardigheid toe. Door er op voorhand al vanuit te gaan dat we beter niet naar kwade mensen luisteren tot ze wat gekalmeerd zijn, doen we hen op twee niveaus onrecht aan.

Ten eerste wordt hun boodschap niet gehoord en worden de redenen voor hun woede niet erkend. Een andere feministe, Sara Ahmed, stelt dat de woede van gekleurde mensen te vaak los gezien wordt van enige oorzaak. Ze zijn kwaad omdat ze nu eenmaal kwade mensen zijn, denkt men, en daardoor blijven de redenen voor hun woede (zoals structureel racisme) onbelicht.

Ten tweede wordt kwade mensen op persoonlijk niveau onrecht aangedaan als we niet naar hun woede luisteren. Ze worden gezien als minder dan: minder geloofwaardig, minder rationeel, minder betrouwbaar. Zo heeft een gebrek aan geloofwaardigheid ook gevolgen op persoonlijk niveau.

De boodschap van woede

Bovendien is de boodschap die op een kwade manier overgebracht wordt niet het enige wat we kunnen leren door naar de woede van betogers te luisteren. Ook de woede zelf bevat een boodschap. Die heeft zowel een interne als een externe waarde.

Intern kan woede de kwade mensen zelf helpen om hun situatie beter te begrijpen. Het is soms gemakkelijker om te vatten dat iets je kwaad maakt dan om de precieze structurele redenen voor die woede uit te spitten. In zulke gevallen kan woede een begin zijn, een startpunt voor verder zelfonderzoek.

Mensen zagen anderen kwaad zijn en herkenden daarin hun eigen woede. Woede kan het fundament zijn voor collectief activisme.

Maar daarnaast heeft woede ook externe waarde. Twee kwade mensen kunnen elkaar eerst vinden in hun gemeenschappelijke woede, en die als basis gebruiken om samen tot verdere actie over te gaan. Dit lijkt ook een belangrijk deel te zijn van wat er gebeurde op de Black Lives Matter-betogingen. Mensen zagen anderen kwaad zijn en herkenden daarin hun eigen woede, waardoor ze zich bij de groep gingen aansluiten. Op die manier kan woede het fundament vormen van collectief activisme.

Een collectief bewustzijn van vooroordelen

Wat ik hiermee vooral duidelijk wil maken, is dat we naar woede moeten luisteren. ‘We’ versta ik hier op verschillende manieren. In de eerste plaats witte mensen, zoals ikzelf, voor wie racisme vaak abstract blijft en de woede van activisten van kleur dus moeilijker te begrijpen is. Wij moeten bovenal luisteren.

We moeten luisteren, maar niet stil blijven: racisme moet niet door mensen van kleur alleen opgelost worden. Maar ‘we’ omvat ook iedereen die de doelstellingen van Black Lives Matter een warm hart toedraagt, ongeacht huidskleur of niveau van privilege. De vooroordelen die ervoor zorgen dat we vaak geneigd zijn om een kwade boodschap minder serieus te nemen dan een kalme, zitten bij ons allemaal in het collectief bewustzijn. We moeten ons van deze vooroordelen bewust zijn, om ze daarna te kunnen neutraliseren. Zo staan we open voor allerlei boodschappen, ook kwade. Dit maakt betere communicatie tussen alle soorten activisten mogelijk, van medestanders tot mensen van kleur zelf, waardoor we samen sterker staan om racisme langzaamaan uit te roeien.

Sigrid Wallaert is onderzoeksstudente Wijsbegeerte aan de UGent. Ze schreef haar masterscriptie over vrouwelijke woede en epistemic injustice en doet momenteel verder onderzoek naar dat thema. In het wereldwijde protest dat op de dood van George Floyd volgde, zag ze opvallende parallellen tussen dat protest en haar onderzoek.