Nieuwjaarsbrief aan mijn vrouw (en haar collega’s leerkrachten NT2)

Opinie

Nieuwjaarsbrief aan mijn vrouw (en haar collega’s leerkrachten NT2)

Nieuwjaarsbrief aan mijn vrouw (en haar collega’s leerkrachten NT2)
Nieuwjaarsbrief aan mijn vrouw (en haar collega’s leerkrachten NT2)

Dag liefste schat. Je kent me, ik ben geen veelschrijver. Deze nieuwjaarsbrief is dan ook geen ellenlang epistel. Ik vond dat ik mijn brief aan jou moest richten. Waarom, vraag je me? Eenvoudig. Omdat ik je bewonder, tiens. Als echtgenote, als moeder, maar zeker ook voor de manier waarop je je inzet voor je nieuwe job, die van leerkracht Nederlands voor anderstaligen (NT2).

Voor het gemak zal ik jou aanspreken, maar ik bedoel natuurlijk ook je collega’s.

Jij bent een van de vele mensen die — ver van de schijnwerpers — een in mijn ogen essentiële taak in onze samenleving vervult. Samen met honderden collega’s zet je je in voor nieuwkomers die uit alle hoeken van de wereld naar hier komen en tijdelijk aanmeren of een nieuwe toekomst zoeken.

Samen met je collega’s help je die anderstalige nieuwkomers dagelijks om hun kennis van het Nederlands te verbeteren en draag je zo je niet onbelangrijke steentje bij om hen te helpen integreren.

Er zijn vanzelfsprekend mensen die om economische redenen naar ons land komen, maar de afgelopen maanden zijn het toch vooral mensen die proberen te ontkomen aan het gruwelijke oorlogsgeweld dat momenteel (voornamelijk) het Midden-Oosten en verschillende regio’s in Afrika teistert. Maar welke motivering er ook achter hun vlucht zit, allen hebben ze er nood aan om zich verstaanbaar te kunnen maken in dat vreemde nieuwe land waarin ze terecht zijn gekomen.

Het voorbije jaar werden 16.000 van hen als vluchteling erkend en kregen daardoor de mogelijkheid om gebruik te maken van het aanbod aan taalcursussen die de Centra voor Volwassenenonderwijs organiseren. Een aanbod waarop gretig wordt ingegaan.

Ik heb de indruk dat jullie goed bezig zijn.

En ik heb de indruk dat jullie goed bezig zijn. Dat meen ik alvast te mogen opmaken uit het praatcafé waarvoor je me enkele weken geleden als Chinese vrijwilliger had aangewezen. Als gesprekspartner, om cursisten de kans te geven hun nieuwe taal op een informele manier te oefenen.

Ik kreeg er de gelegenheid om te praten met vluchtelingen uit Syrië, Irak, Palestina, Mongolië, Tibet en Eritrea. Ondanks de korte gesprekken (de praatgroepen werden regelmatig opnieuw ingedeeld) leerde ik verschillende mensen toch een klein beetje beter kennen. De jonge kunstenaar uit Palestina bv. die enthousiast over zijn kunstprojecten vertelde.

Of Taleb, de alleenstaande vijftiger die hoopt zijn beroep als kapper alsnog in België te kunnen verderzetten, maar intussen niet bij de pakken blijft zitten. Als lid van een Kempense duivenmelkersclub (als dát geen integratie is) is hij niet alleen fier op de paar bescheiden duiven die hij intussen aangekocht heeft, maar hij gaat er ook prat op dat alleen Nederlands wordt gesproken ‘onder de vrienden’.

Of het schrijnende verhaal van de jongeman die vijf jaar geleden op 17-jarige leeftijd Syrië was ontvlucht nadat hij onder druk werd gezet om zich aan te sluiten bij IS. De blik die uit zijn ogen sprak toen hij vertelde dat hij al die jaren niets meer gehoord heeft van zijn ouders en de rest van zijn familie, sprak boekdelen over het verdriet en de eenzaamheid die zovele vluchtelingen moeten ondergaan.

Het kennisniveau van de verschillende cursisten was vrij gevarieerd. Enkelen moesten zichtbaar diep in hun hoofd graven, op zoek naar de juiste woorden. Anderen spraken dan weer tegen de sterren op (even geen gemuggenzift over of het werkwoord wel op de juiste plaats staat).

Het is dan ook bewonderenswaardig hoe jullie, lieve leerkrachten, erin slagen om mensen die heel hun leven Arabisch, Pasjtoe, Mongools of Tibetaans hebben gesproken, op relatief korte tijd een taal aanleren die in de verste verte niet op hun eigen moedertaal lijkt.

Niet dat het voor iedereen van een leien dakje gaat. Je hebt vanzelfsprekend cursisten die snel weg zijn met de taal (vluchtelingen die drie à vier talen onder de knie hebben, zijn echt geen uitzondering), maar anderen hebben allesbehalve een talenknobbel, zijn door omstandigheden nauwelijks naar school geweest en zijn in veel gevallen zelfs analfabeet.

***

Dat NT2 belangrijk is en alle steun verdient die het nodig heeft, behoeft geen argumentatie. Toch maak ik me zorgen over de toekomst van NT2. En vooral van de cursisten die deze broodnodige Nederlandse lessen volgen.

Net voor Kerst las ik namelijk in een Belgabericht dat de Vlaamse overheid het extra budget dat in 2016 voorzien werd om bijkomende lesmodules te organiseren voor de 16.000 extra vluchtelingen die dit jaar erkend werden, niet meer zou toekennen in 2017. En dat terwijl we nu al weten dat er in het komende jaar tussen de 14.000 en 15.600 nieuwe vluchtelingen erkend zullen worden.

Als we écht willen dat nieuwkomers zich integreren, moeten ze daartoe ook de kans krijgen.

Als het klopt dat de middelen voor NT2 worden teruggeschroefd, ondergraaft de Vlaamse regering zelf de integratiekansen van nieuwkomers in onze samenleving. Ik hoop dan ook dat Vlaams minister van Onderwijs Crevits, die ik als een integer politica beschouw, de materie van heel nabij opvolgt en erop toeziet dat ook de vluchtelingen die nu en in 2017 erkend zullen worden, krijgen waar ze recht op en nood aan hebben, namelijk een degelijke opleiding Nederlands.

Liefste schat, ik hoop van harte dat jij en je collega’s jullie niet te onderschatten taak kunnen blijven uitvoeren. Als we écht willen dat nieuwkomers zich integreren, moeten ze daartoe ook de kans krijgen.

PS: de verschillende Centra voor volwassenenonderwijs die NT2 aanbieden, maar ook buurtverenigingen en wijkwerkingen in grote steden zijn steeds op zoek naar vrijwilligers om cursisten te helpen hun Nederlands te verbeteren.