Victoria Ikpeme (uit het Engels vertaald door Hanne Van Regemortel)
Feministische Coalitie speelt sleutelrol in succes
“‘Nigeriaanse vrouwen kunnen putten uit een rijke geschiedenis voor de #EndSARS-beweging’
Na jarenlange protesten slaagde de Nigeriaanse #EndSARS-beweging erin de overheid te overhalen om verschillende toegevingen te doen. Vrouwen speelden een sleutelrol in het succes van die protesten, en dat is geen toeval, schrijft de Nigeriaanse journaliste Victoria Ikpeme.
© Ayanfe Olarinde / Unsplash
Na jarenlange protesten slaagde de Nigeriaanse #EndSARS-beweging erin de overheid te overhalen om verschillende toegevingen te doen. Dat vrouwen een sleutelrol speelden in het succes van de grootste protesten die Nigeria in jaren heeft gezien, is geen toeval, volgens de Nigeriaanse journaliste Victoria Ikpeme.
Op 4 oktober schreef de populaire online commentator Ozzy Etomi op Twitter: ‘De #endsars beweging zal aan populariteit winnen wanneer vrouwen zich hierrond organiseren’. Een paar dagen later bleek haar voorspelling meer waarheid te bevatten dan de meeste mensen zich konden inbeelden.
De #EndSARS beweging – die een einde eist aan politiegeweld en de ontbinding van de beruchte speciale anti-overval eenheid (SARS) – flakkerde opnieuw op in de vorm van wijdverspreide spontane protesten in heel Nigeria. Sinds 2017 zijn er gelijkaardige protesten geweest, maar deze keer namen ze een schaal en grootte aan die de meesten verrasten.
De protesten, zonder duidelijke leider, brachten duizenden Nigerianen — over regio’s, religies en politieke overtuigingen heen — samen en groeide al snel uit tot de grootste protesten die Nigeria in jaren heeft gezien. Dit gebeurde door een verscheidenheid aan redenen, maar een sleutelfactor was, zoals Etomi voorspelde, dat vrouwen een leidersrol opnamen.
Lang voor de Aba vrouwenopstand in 1929 stonden vrouwen centraal binnen bewegingen die streefden naar verandering.
Een groep die de Feministische Coalitie genoemd wordt, speelde hierin een sleutelrol.
Tijdens de drie weken dat de protesten duurden, verzamelde de organisatie meer dan 150 miljoen Nigeriaanse Naira (€ 320.000) aan donaties. Door het publiceren van dagelijkse rekeningen, werd duidelijk dat de groep het geld besteedde aan voedsel voor de demonstranten, het voorzien van privé-ambulances, het financieren van een juridisch team dat zich inzette om ten onrechte gearresteerde demonstranten te bevrijden, het oprichten van een noodoproepcentrum en het voorzien van geestelijke gezondheidsondersteuning.
De snelheid en effectiviteit waarmee de Feministische Coalitie mobiliseerde was essentieel voor de ondersteuning van de #EndSARS-beweging, die uiteindelijk de overheid overhaalde om verschillende toegevingen te doen.
De centrale rol van deze vrouwen verbaasde velen, maar het was geen toeval. Nigeria heeft een lange geschiedenis van vrouwelijke betrokkenheid bij protesten. Lang voor de Aba vrouwenopstand in 1929 en de Abeokuta vrouwenvakbond uit de jaren 1940, stonden vrouwen centraal binnen bewegingen die streefden naar verandering. Meer recent hebben vrouwen geprotesteerd tegen seksuele intimidatie op markten, wat tot een verandering in gedrag leidde.
Ondertussen hebben protesten in Abuja het hooggerechtshof van Abuja gedwongen te verklaren dat sekswerk geen misdaad is en moedigden ze sommige staten aan om de wet op het verbod tegen geweld op mensen (VAPP) aan te nemen.
Deze voorgeschiedenis droeg bij aan de rol die de Feministe Coalitie speelde in #EndSARS.
Eerst en vooral schiepen de successen uit het verleden een precedent. Ebele Molua, projectleider van de markt mars (Market March), suggereert dat de kleine overwinningen uit vorige protesten vrouwen aangemoedigd hebben om voor zichzelf en anderen te vechten. ‘Ik zou niet zeggen dat het een directe basis vormde, maar het toonde de kracht van bewegingen in het algemeen’, zegt ze. ‘Protesteren daar waar het probleem ligt, of het nu het politiekantoor is of een kerk, stelden een voorbeeld voor veel van de protesten die we vandaag de dag zien.’
‘De oudere generatie vond een manier om het werk van vrouwen uit te wissen. Dus nu documenteren we alles dat vrouwen aan de frontlinie doen en geven hun de gepaste eerbetuigingen.’
Ten tweede maakte eerdere ervaringen het mogelijk voor de groep om zich snel te mobiliseren. Verschillende van hun activisten waren ook betrokken bij andere grassroots bewegingen, zoals de stichtende leden van de Feministische Coalitie, Odun Eweniyi en Damilola Odufuwa. Zij hadden voorheen een safe space voor vrouwen opgericht, Wine and Whine. Hierdoor konden ze hun reeds bestaande netwerken aanspreken en vaste voet aan de grond krijgen.
Sommige vrouwelijke demonstranten geloven ook dat vrouwen zo effectief zijn binnen #EndSARS omdat zij begrepen wat er op het spel stond en goed samen konden werken. ‘Jonge vrouwen hebben de neiging om samen te werken als het op sociale rechtvaardigheid aankomt’, zegt Oluwaseun Ayodeji Osowobi, ook een stichtend lid van de Feministische Coalitie en oprichter van Stand To End Rape. ‘We zijn in staat om mensen met de nodige skills te identificeren binnen ons netwerk en hun inzet effectief aan te wenden.’
Volgens Evelyn Irabor, van de Vrouwen Tegen Verkrachting in Nigeria (Women Against Rape in Nigeria (WARN)) was het alle hens aan dek; ‘van het ontwerpen van logo’s tot donaties aan organisaties. We hadden zelfs geen deadlines nodig. Ik denk dat vrouwen de urgentie en het belang van het momentum niet te verliezen gewoon beter begrijpen. Ons werktempo bij WARN was opmerkelijk en ik geloof dat dat is wat we vandaag de dag ook bij de Feministische Coalitie zien.’
Niet langer over het hoofd gezien
Terwijl het succes van de Feministische Coalitie binnen de #EndSARS beweging historisch gezien niet ongewoon is, is de erkenning die ze hiervoor kregen dat wel. Deze keer wordt de bijdrage van vrouwen niet geminimaliseerd of over het hoofd gezien.
Molua suggereert dat dit deels komt omdat vrouwen vandaag de dag erkenning niet schuwen, zeker niet op sociale media. ‘We vergeten hun namen niet’, zegt ze. ‘De oudere generatie vond een manier om het werk van vrouwen uit te wissen. Dus nu documenteren we alles dat vrouwen aan de frontlinie doen en geven hun de gepaste eerbetuigingen.’
Het kan ook zijn omdat bredere attitudes aan het veranderen zijn. Bijvoorbeeld: toen de overheid onlangs een panel over jeugd en sportontwikkeling oprichtte zonder vrouwen, kwam er kritiek vanuit het bestuur.
‘We begrepen dat als we het gevecht nu niet voeren, we in de toekomst opnieuw op een of andere manier getroffen zullen worden.’
Vele individuele demonstranten hebben hun eigen redenen om de Feministische Coalitie te omarmen. Yewande, bijvoorbeeld, legt uit dat ze zich niet identificeert als feminist, maar de coalitie steunt omdat ze heeft gezien wat er gebeurt als vrouwen zich mobiliseren. ‘Vrouwen maken veel mee en we zijn continu aan het strijden,” zegt ze. Als het niet tegen verkrachters is, dan is het wel iets anders dus ik weet dat vrouwen weten hoe ze moeten vechten en zich organiseren.’
Voor Peter Ashefu was het de transparantie en integriteit van de vrouwelijke activisten die zijn vertrouwen won. ‘Ik zag het gebeuren met de zaak Busola Dakolo en toen het nieuws bekend raakte dat vrouwen in Abuja verkracht werden door de politie. Vrouwen zijn grotendeels onbaatzuchtig en je kan er zeker van zijn dat ze deze strijd harder zullen voeren dan wij mannen die meer getroffen worden’, zegt hij.
Tenslotte zijn er ook nog diegenen — zoals Seyi Oluwabiyi — die bijdroegen aan de inspanningen van de Feministische Coalitie omdat de nood er was en de groep het voortouw nam. ‘Ik zag een leemte en heb die opgevuld’, zegt ze. ‘We werkten allemaal samen, omdat we begrepen dat als we het gevecht nu niet voeren, we in de toekomst opnieuw op een of andere manier getroffen zullen worden.’
Dit artikel is mogelijk gemaakt door een genereuze donatie van African Arguments lezer Korede Akinsete. Ze droeg bij om een vrouwelijke Nigeriaanse reporter te ondersteunen, die in Nigeria woont en de rol van feministen kon documenteren tijdens de #EndSARS protesten en dit kritisch kantelpunt in de Nigeriaanse democratie.
Dit stuk verscheen eerder bij African Arguments.