Oxfam-in- België
Nationalisme en deglobalisering niet het juiste antwoord
“‘Nu is het moment om de spelregels fundamenteel te veranderen’
De wereld en ons denken veranderen door de coronapandemie. De vraag is: in welke richting? Oxfam-in-België vindt nationalisme en deglobaliseren niet het goede antwoord, maar wil van dit moment gebruikmaken om de globalisering eindelijk fundamenteel anders in te vullen. Met rechtvaardigheid, bijvoorbeeld.
Aanvaarden we dat het coronavirus ervoor zorgt dat iedereen beschutting zoekt binnen eigen kring en landsgrenzen? Of vertalen we de tastbare, onderlinge afhankelijkheid in een nieuwe internationale orde?
Beantwoorden we de dreigende recessie met een pleidooi voor “deglobaliseren” en herlokaliseren? Of grijpen we de kans om de globalisering eindelijk fundamenteel anders in te vullen?
Drie lessen uit de crisis
2020 zal geboekstaafd worden als het jaar waarin we onze economie stilgelegd hebben om levens te redden. Daar mogen we trots op zijn, want het leert ons dat we sociale, empathische wezens zijn. Om de curve van besmettingen, ziekenhuisopnames, intensieve behandelingen en dodelijke slachtoffers af te vlakken, zijn we individueel en collectief bereid om ongekende offers te brengen.
Dit is het moment om ook die andere curves aan te pakken. Die van onze uitstoot van broeikasgassen, die van de ongelijkheid en armoede, die van megawinsten voor enkelen ten koste van vele anderen.
Tweede les uit dit crisisjaar: economische wetten zijn enigszins arbitrair. Want kijk, zelfs Duitsland kiepert de begrotingsorthodoxie overboord. Landen, overheden en centrale banken gaan in tegen economische wetten die in steen gebeiteld leken.
Drie: in deze crisis leren we wat écht van waarde is. Dat zijn de mensen die ons vege lijf verzorgen, die ons afval ophalen, die ons informatie verstrekken en ons door deze crisis helpen. Dat zijn ook de mensen die zorgen voor onze voeding, van boeren tot de rekkenvullers in de supermarkt. Verplegend personeel en boeren houden nu de boel recht, terwijl precies deze sectoren te maken kregen met hoge werkdruk, bezuinigingen, slechte prijzen en lage lonen.
Welk werk doet er eigenlijk toe in onze wereld? Het is de afgelopen weken al vaker gezegd: het zijn niet degenen die de riante lonen opstrijken, die onmisbaar zijn.
Geen “lockdown” voor solidariteit
Als onze grote en urgente noden gelenigd zijn, over enkele weken, moet een beter plan voor de wereld klaarliggen.
De coronacrisis toont hoe goed mensen en samenlevingen zich kunnen aanpassen. Dat vermogen moeten we nu aanwenden om het geglobaliseerde, economische systeem te veranderen. We pleiten er niet voor om kind én badwater buiten te kieperen, maar het systeem dat de wereld de voorbij dertig jaar geregeerd heeft, moet op de schop.
Economie zou in een fundamenteel herziene globalisering moeten gaan over zorg dragen voor mens en planeet. De grenzen die we moeten trekken zijn geen geografische, maar systemische. Het dictaat van eeuwige groei-om-de-groei moet overboord. Arbeid, handel en investeringen moeten zich richten op activiteiten die gewaardeerd worden voor wat ze bijbrengen aan mens en planeet, niet voor wat ze eraan onttrekken.
Als onze grote en urgente noden gelenigd zijn, over enkele weken, moet een beter plan voor de wereld klaarliggen. De betere versie van globalisering maakt komaf met het idee dat we met elkaar in competitie leven. Solidariteit is het ordewoord, en die mag nooit meer in lockdown gaan of in zijn kot blijven.
Samen in bad
De realiteit is anders. De oproep om sociale afstand te bewaren en ons terug te trekken ‘in ons kot’ is zinvol om de vaart van besmettingen af te remmen, maar het nationalisme dat er op gebaseerd wordt, is nefast.
Onze economie is er nauwelijks mee gebaat dat we grenzen sluiten. Heel wat grondstoffen worden ver weg worden verbouwd, ontgonnen of verwerkt.
Ja, onze ondernemers, zelfstandigen, werknemers en ook de daklozen in onze steden hebben nu steun nodig. Ze verdienen die. Maar daarnaast mogen we niet vergeten dat ongeveer alles wat wij hier kopen en consumeren een link heeft met landen en economieën op duizenden kilometers van hier. De wereld is één grote manufactuur geworden en veel van het werk wordt verzet aan het andere eind van de wereld. Ook daar is nu steun en straks heropbouw nodig.
Voor een groot deel werden de opkomende, zich ontwikkelende economieën afhankelijk gemaakt van de wereldhandel. Ook al staat onze kop daar nu niet naar, toch zou het gepast zijn om ons om hen te bekommeren.
En niet enkel omdat onze aanvoerketens in gevaar zijn, ook omdat we samen in het bad van globalisering zitten. We kunnen er niet zomaar de stop uittrekken door nieuwe muren op te trekken rond onze solidariteit of onze economie.
Trouwens, onze economie is er nauwelijks mee gebaat dat we grenzen sluiten. Meer nog: onze welvaart is finaal gestoeld op heel wat grondstoffen die ver weg worden verbouwd, ontgonnen of verwerkt. Het Zuidelijk halfrond is – soms met harde hand – geïntegreerd in de neoliberale orde die iedereen voorspoed en welvaart zou brengen.
De internationale handel en de geglobaliseerde economie hebben in de meeste van deze landen inderdaad geleid tot meer economische groei, maar die wordt ongelijk verdeeld waardoor de ongelijkheid er ook snel toeneemt. Dat zorgt ervoor dat de meerderheid van de mensen er armer en kwetsbaarder is dan wij hier.
Die ongelijkheid en die kwetsbaarheid worden versterkt door de nu al tastbare gevolgen van de klimaatcrisis. En de vrees is dat de coronapandemie straks hetzelfde patroon zal vertonen. De baten van de globalisering bereiken slechts enkelen in het globale Zuiden, terwijl de lasten hen ook nu weer als een vloedgolf dreigen te bereiken.
Afrika is extra kwetsbaar
Het Afrikaanse continent dreigt dubbel hard getroffen te worden door deze crisis. Straks op gezondheidsvlak, nu al economisch. Afrikaanse landen voorzien Europese landen van eten, drinken en ruwe grondstoffen. Die handel is ongelijk, onrechtvaardig en niet duurzaam.
Maar het antwoord is niet een egoïstische retour naar nationale economieën. Want in tegenstelling tot het rijke Noorden is in vele Afrikaanse landen economische groei een noodzaak om basisrechten als voedsel en medische zorg te realiseren. Die groei vraagt de uitbouw van een gelijkwaardige en rechtvaardige wereldhandel. De crisis doet exact het tegenovergestelde.
Buitenlandse investeringen worden in ijltempo weggehaald, de helft van het bruto nationaal product dreigt in rook op te gaan en de groei zal halveren. De gevolgen zullen dramatisch zijn en beginnen zich nu al te tonen. Handel vertraagt, werkloosheid stijgt en de schulden stapelen zich op. De kans dat de Afrikaanse overheden en banken een financiële bazooka kunnen bovenhalen om daar wat aan te doen, is zo goed als onbestaande.
De lockdowns en social distancing die de Afrikaanse regeringen opleggen, zijn medisch verstandig, maar sociaal moeilijk uitvoerbaar. Wie van dag tot dag zijn inkomen bij elkaar moet verdienen in de informele economie heeft totaal geen enkel vangnet en neemt soms liever het risico op besmetting, dan op honger en torenhoge schulden. Wie opeengepakt leeft in kleine kamers of overbevolkte wijken, heeft de “luxe” van sociale afstand niet.
Ziekte maakt ons niet gelijk
In dood en ziekte zijn we allemaal gelijk, zegt men. Het virus discrimineert niet op basis van rang of stand, klasse of ras en is tevreden met elke gastheer. Toch zijn sociale en economische ongelijkheden van belang en worden ze zelfs versterkt door dit virus. Wie in een precaire situatie leeft, zal ook in deze crisis de gevolgen sterker voelen.
De schade wordt groter naarmate we de sociaal-economische ladder afdalen.
In onze eigen maatschappij zijn daklozen of mensen die krap of slecht gehuisvest zijn, mensen met lagere connectiviteit, mensen met minder sociale bescherming. Zij worden extra getroffen, ook al zijn ze niet ziek. Ze hebben geen buffer, geen spaarpot, geen tweede verblijf om naar te verlangen, soms zelfs geen sociaal netwerk om op terug te vallen.
Sociale en economische ongelijkheid bepaalt de impact van de pandemie. De schade wordt dan ook groter naarmate we de sociaal-economische ladder afdalen. En ook dan belanden we onvermijdelijk weer in de minst ontwikkelde landen, waar mensen veel kwetsbaarder zijn voor de gevolgen van de maatregelen die overal ter wereld worden genomen.
Als het waar is dat alles anders wordt door deze coronacrisis, laat dat dan vooral betekenen dat we straks de ongelijkheid keren, de wereldhandel rechtvaardig maken en solidariteit naar een hoger niveau tillen. Dit is het moment om de globale spelregels opnieuw uit vinden en ze menselijk te maken. Vandaag delen we wereldwijd de dreiging van een virus, morgen moeten we een duurzame en sociaal rechtvaardige toekomst kunnen delen.