Cleo Verkuijl, Ivetta Gerasimchuk en Niklas Hagelberg
Werk maken van een duurzame en eerlijke energietransitie
“‘Oliecrash is startsein voor doordachte afbouw van fossiele brandstoffen’
Om meer marktchaos te voorkomen en klimaatdoelstellingen te halen, moeten regeringen een daling van de kolen-, olie- en gasproductie in de stellingen zetten, met steun voor arbeiders. Dat schrijven deskundigen Cleo Verkuijl, Ivetta Gerasimchuk en Niklas Hagelberg.
Vorig jaar schreven we samen met tientallen andere onderzoekers mee aan een rapport waarin werd vastgesteld dat landen over de hele wereld van plan zijn veel meer olie, gas en kolen te produceren dan gewenst is volgens de internationale klimaatdoelstellingen.
We wisten niet, en niemand kon verwachten, dat amper vier maanden na dat eerste Production Gap Report grote olieproducerende regio’s verlamd zouden zijn door de gevolgen van overinvestering in en een te grote afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, door een virus dat een spoor van vernieling trekt door sectoren en inkomens.
Natuurlijk voorspelde ons rapport geen pandemie.
De door ons onderzochte risico’s waren van een andere, meer voorspelbare en minder directe aard. We keken vooruit naar 2030 en ontdekten dat de ijver van regeringen om elke mogelijke druppel olie, brok steenkool en kubieke meter gas te winnen, zou kunnen leiden tot een productie van fossiele brandstoffen die het dubbele zou zijn van wat in overeenstemming is met de limiet van 1,5 graden Celsius opwarming.
Nu is het tij gekeerd. Oproepen om ‘olie in de grond te houden’ zijn doorgaans een mantra van milieu- en mensenrechtenactivisten. Nu is deze boodschap binnengeslopen in enkele van ‘s werelds meest conservatieve instellingen, ook al verschillen de redenen, bedragen en tijdschema’s.
Opec
In een poging om de markt te stabiliseren, hebben leden van de Organisatie van de olie-exporterende landen (Opec) en hun bondgenoten vorige maand ingestemd met een ongekende verlaging van de productie. Maar zelfs dat kon niet verhinderen dat de olieprijs, een paar dagen later, voor het eerst onder de nul dollar kwam.
Dat historische moment is grotendeels het gevolg van de daling van de olievraag als gevolg van COVID-19-gerelateerde lockdowns. Maar het hielp zeker niet dat tot voor kort veel landen die fossiele brandstoffen produceerden, hun best deden om de productie te verhogen en hun marktaandeel te vergroten.
In de nabije toekomst is de belangrijkste prioriteit het ondersteunen van kwetsbare groepen over de hele wereld, waaronder werknemers in fossiele brandstoffen
Ons onderzoek plaatste specifieke cijfers op de schaal van het probleem en ontdekte dat regeringen tegen 2030 van plan zijn 60 procent meer olie, 70 procent meer gas en 280 procent meer steenkool te winnen dan consistent zou zijn met het klimaattraject van 1,5 graden. Naar dat traject kunnen we niet terug.
Als de wereld beter uit de pandemie wil komen, dan moeten we een scenario vermijden waarin pogingen om de ene crisis te overwinnen, ons opsluiten in een andere. Daarom wordt in het Production Gap Report van dit jaar onderzocht hoe overheidssteun, stimuleringsmaatregelen en strategieën onze afhankelijkheid fossiele brandstoffen vertragen - of kunnen versnellen.
In de nabije toekomst is de belangrijkste prioriteit het ondersteunen van kwetsbare groepen over de hele wereld, waaronder werknemers in fossiele brandstoffen, die met zware problemen worden geconfronteerd naarmate de economie lijdt en banen verloren gaan. Zelfs in dit stadium is het mogelijk om zowel fossiele brandstofwerkers als het milieu te steunen, zoals het onlangs aangekondigde Canadese programma voor de sanering van verweesde en verlaten olie- en gasbronnen aantoont.
Lange termijn
Maar daar mogen we niet stoppen. We moeten ook onze toekomst op de langere termijn aanpakken. Onverminderde winning van fossiele brandstoffen is onverenigbaar met een veilig klimaat - en dat geldt ook voor overheidssteun aan een industrie die moet worden afgebouwd.
Terwijl overheden stimuleringsfondsen inzetten, industrieën redden en gestrande activa nationaliseren, moeten zij hun steun aan de industrie afhankelijk stellen van diversificatie buiten fossiele brandstoffen. Het is nu ook het moment om te investeren in groene industrie en schone energie, om de levensvatbaarheid op lange termijn te garanderen van gemeenschappen die momenteel afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen.
Ook de hervorming van subsidies voor verbruik van steenkool, olie en gas - in 2018 goed voor ten minste 400 miljard dollar - is al lang overtijd. Nu de olie- en gasprijzen historisch laag zijn, is dat het uitgelezen moment om die subsidies te schrappen.
Bovendien is er een opening voor landen om de belastingen op het olie- en gasverbruik te verhogen om zo middelen te mobiliseren voor de COVID-19-crisisrespons, zoals India en Costa Rica al hebben gedaan.
Eerlijke transitie
Naarmate ze uit de COVID-19-crisis komen, moeten landen streven naar een eerlijke uitstap uit fossiele brandstoffen, een uitstap die anders is dan de chaos en volatiliteit die recent de energiemarkten trof.
Het pad richting een meer veilige, groene en meer duurzame toekomst vraagt om een eerlijke en geplande uitfasering van fossiele brandstoffen
Dat impliceert sociale dialoog en inclusieve transitieplanningsprocessen die ervoor zorgen dat aan de behoeften van werknemers en gemeenschappen wordt voldaan, dat voorzien wordt in andere banen dat degenen die door de veranderingen worden getroffen, niet achtergelaten worden.
Ook multilaterale en bilaterale samenwerking is van het allergrootste belang, inclusief steun aan landen met minder middelen om tot een rechtvaardige transitie te komen.
Op dit cruciale moment in de geschiedenis is de wereld op een kruispunt gekomen. Het pad richting een meer veilige, groene en meer duurzame toekomst vraagt om een eerlijke en geplande uitfasering van fossiele brandstoffen.
Cleo Verkuijl is onderzoeker bij het Stockholm Environment Institute (SEI), Ivetta Gerasimchuk is hoofd Duurzame Energievoorziening bij het International Institute for Sustainable Development (IISD) en Niklas Hagelberg is de coördinator Klimaatverandering bij het VN-milieuprogramma (Unep).
Bron: Climate Home News