Maarten Van Houte
“‘Ooit al eens lood bij het ontbijt gehad, mijnheer gouverneur? ’
Guatemala doorprikt langzaam de desinformatie die het tot nog toe van haar politici te slikken kreeg. Vooral in de afgelegen inheemse regio’s, waar amper kranten of radiosignalen doordringen, was het voor politici steeds eenvoudig om gelijk wat te verkondigen. In oktober 2013 kwam de gouverneur van Huehuetenango voor de eerste maal spreken in het dorp Yalanhuitz.
Aansluitend op het dossier De Guatemalteekse Lente en in het licht van de nakende verkiezingen in Guatemala publiceert Maarten van Houte deze week enkele columns in de vorm van een brief aan hoog geplaatste personen. Vandaag richt Maarten zich tot de gouverneur van Huehuetenango.
De landingsbaan van Ixquisis
© Maarten Van Houte
Estimado Señor Gobernador,
Onlangs kwam u een druk bijgewoonde toespraak houden op het voetbalveld van het bergdorp waar ik al enige tijd placht te verblijven. Het was vast een hele operatie, zo met die helikopter van de andere kant van het departement, waar de beschaving zo weelderig tiert, helemaal naar deze uithoek, waar men voor de gelegenheid de regionale landingsbaan had gekortwiekt met vers geslepen machetes. Dat mocht al eens, aangezien de enige andere vorm van luchttrafiek te maken zou hebben met narcotica en bijgevolg zelden een rode loper ziet.
Lees ook
Corruptieschandalen overschaduwen Guatemalteekse verkiezingen
Vergeeft u mij dit schrijven, maar ik had enkele vragen naar aanleiding van uw bezoek. U had op deze blijde dag immers nogal wat gevogelte laten aanrukken, gefrituurd en gratis aangeboden, gepaard met enkele containers Coca-Cola. Aangezien ik geen producten van dit laatste bedrijf wens te consumeren en de meerderheid van de andere drieduizend aanwezigen wél, ben ik er helaas niet in geslaagd om u door de massa heen persoonlijk te benaderen.
In het kort kwam u pleiten voor la companía (in het lang kwam u pleiten voor uzelf). Mag ik verder veronderstellen dat u, gegeven uw ambt, het dossier van dit bedrijf tot de bodem hebt uitgediept? Dan bent u bekend met het vraagstuk dat deze streek al even bezighoudt: de afwezigheid van energievoorziening. Nu brandt er hier en daar wel eens een lamp, voorzien van stroom door een verdwaald zonnepaneeltje. Je kan niet zeggen dat de mensen hier niets hebben. (Al ontmoette ik onlangs iemand die onderweg was met zijn zonnepaneeltje op de rug, op zoek naar een koper, omdat zijn vrouw hem die ochtend had gemeld dat hun gezamenlijke fortuin nog welgeteld nul Quetzal bedroeg. Met de glimlach.)
U kwam dus ridderlijk toegeven dat uw departementale noch gemeentelijke overheden in staat zijn om de stroom waarmee u dagelijks uw elektrisch dekentje verwarmt, door te trekken naar deze onfortuinlijk gelegen verzameling hutjes. Pardon, u zei huizen - u bent tenslotte een Fatsoenlijk Man. Indien de bewoners zich wilden verbeteren, zat er dus niets anders op dan dat zij in zee zouden gaan met de personen achter u op het geïmproviseerde podium.
Instituten van het genre “multinationaal privébedrijf” hebben in uw land niet de reputatie het erg nauw te nemen met iets triviaals als pakweg mensenrechten.
Maar uw gedegen dossierkennis zal u niet in het ongewisse gelaten hebben: het betrof hier zendelingen van een multinationaal privébedrijf. Instituten van dat genre, als ik mag, hebben in uw land niet de reputatie het erg nauw te nemen met iets triviaals als pakweg mensenrechten. Zeker niet, en nu komt de crux, als het zoals in dit geval gaat over een energiebedrijf dat graag beschikking had gekregen over de rivieren die deze streek toevallig irrigeren.
Nu blijkt dit bedrijf ooit een aantal voorakkoorden gesloten te hebben met de dorpen in deze regio: alles tot in de kleine lettertjes op papier. Met statistieken kan men alles bewijzen, ik hoor u, maar de geletterdheid in de streek bedraagt bij benadering dertig procent. De huidige burgemeester hoort bijvoorbeeld tot de andere zeventig procent, zo mocht ik vorige week ondervinden, toen de goede man mij vroeg zijn inktstempel in de leesbare richting te draaien boven een aanhoudingsbevel. U weet ook zeker wel dat het burgemeesterschap hier een onbezoldigde vrijwilligersbaan betreft, die jaarlijks van schouder ruilt?
U kan het gemist hebben, maar het bedrijf heeft de voorbije weken niet mis te verstane inspanningen geleverd om dit dorp te herinneren aan de geest van dat voorakkoord. Zo bezit ieder kind nu een eigen voetbal en enkele ballonnen. Er was ook vuurwerk, tijdens hetwelke mijn paard zich richting de horizon begaf. Hier zou ik bij deze trouwens aangifte van willen doen.
Ooit al eens lood bij het ontbijt gehad, Señor Gobernador?
U kwam aardig onder stroom, maar op het hoogtepunt van uw toespraak had het noodlot een revolutionaire splintergroepering voorzien. Het betrof volgens u ‘extreem-links tuig’. Hier staan ze kortweg bekend als contra’s, of languit mensen die bezorgd zijn dat hun schamele terreintjes droog zullen komen te staan na het uit handen geven van hun water. Of zelfs - zoals hier 200 kilometer verder het geval schijnt te zijn – dat er achter de hydro-energie ook mijnbouw verscholen zou zitten, met alle zware metalen en nieuwgeboren open ruggetjes van dien. Ooit al eens lood bij het ontbijt gehad, Señor Gobernador?
U ging alleszins vrolijk door met gesticuleren en woorden over ontwikkeling spuwen nadat deze rebellen uw microfoonkabel hadden doorgeknipt, maar helaas kon ik u toen niet meer verstaan.
Om nu tot mijn punt te komen:
Gisteren nog gaf ik les aan een jongeman genaamd Francisco. Ter voorbereiding van zijn eindexamen sociale wetenschappen, hetwelke plaats zal vinden in uw departementale hoofdstad, vroeg hij mij om de begrippen verborgen agenda, steekpenning en schuldig verzuim uit te leggen. Ik vroeg me af of deze pientere jongeman die ochtend eerst bij uw kantoor zou mogen langskomen. Mijn economische kennis verbleekt tenslotte bij die van Uwe Eruditie.