IPS / The Conversation / Kristin Skare Orgeret, Bruce Mutsvairo
Meer aandacht voor de rol van vrouwen in het conflict
“‘‘Oorlog in Oekraïne toont hoe genderrollen op het slagveld en in het nieuws aan het veranderen zijn’’
De berichtgeving over de oorlog in Oekraïne illustreert hoe genderstereotypen aan het veranderen zijn, schrijven hoogleraren Mediastudies Kristin Skare Orgeret en Bruce Mutsvairo. Mannen worden kwetsbaarder afgebeeld dan vroeger, en de rol van vrouwen in het conflict krijgt meer aandacht.
Hoewel zelf geen journalist, doet ook de first lady van Oekraïne, Olena Zelenska, mee in de informatieveldslag om haar land te beschermen.
Ukrain Government (CC BY 4.0)
De berichtgeving over de oorlog in Oekraïne illustreert hoe genderstereotypen aan het veranderen zijn, schrijven hoogleraren Mediastudies Kristin Skare Orgeret en Bruce Mutsvairo. Mannen worden kwetsbaarder afgebeeld dan vroeger, en de rol van vrouwen in het conflict krijgt meer aandacht.
De berichtgeving over de oorlog in Oekraïne gaat meestal gepaard met beelden van mannen, jong en oud, die de wapens opnemen om hun land te verdedigen tegen de Russische invasie. De politieke hoofdrolspelers zijn mannen, die verschillende versies van mannelijkheid vertegenwoordigen.
Maar intussen toont de Oekraïense nieuwslezer Marichka Padalko vanuit een ad hoc tv-studio in Kiev een genuanceerder beeld van de genderrollen in oorlogstijd. In een interview met House of Press in Oslo vertelt Padalko over een discussie die ze recent had met haar man, over wie voor de kinderen zou moeten zorgen.
‘Ik moet het land verdedigen’, zei haar man. ‘Ik ook’, antwoordde Padalko, die in haar twintigjarige carrière als reporter en presentator een trouw publiek heeft opgebouwd.
‘We zullen blijven uitzenden tot de laatste minuut.’
Om een verweer te bieden tegen de Russische desinformatie is het even belangrijk om haar medeburgers accuraat te informeren over het conflict als om te vechten tegen de Russen, zegt ze.
Uiteindelijk reisde haar man met de drie kinderen naar het westen van het land om ze in veiligheid te brengen. ‘Ik heb niet de luxe om mijn kinderen te kunnen zien, maar ik weet dat ze in veiligheid zijn’, zegt Padalko. ‘We zullen blijven uitzenden tot de laatste minuut.’
Gender en oorlog
De getuigenis van Padalko is niet alleen een krachtig verhaal van een vrouw die de verscheurende keuze moet maken tussen het moederschap en de journalistiek. Het herinnert ons er ook aan hoe groot de genderkloof is in oorlogen.
‘Het verband tussen oorlog en gender is waarschijnlijk het meest consistente genderthema over alle culturen heen’, schreef academicus Joshua Goldstein twintig jaar geleden al. Hij beargumenteerde dat mannelijke trekken doorgaans als agressiever worden gezien en beter geschikt in een oorlogssituatie.
Vrouwen daarentegen worden vaak afgebeeld als pacifistisch en zorgend – typisch vrouwelijke trekken. Op het eerste gezicht lijkt de berichtgeving over de oorlog in Oekraïne die genderstereotypen te versterken: de eindeloze stroom vrouwen en kinderen die het land ontvlucht, terwijl mannen tussen 18 en 60 achterblijven om te vechten.
Maar bij nadere inspectie toont de berichtgeving uit Oekraïne net dat de genderrollen in oorlog veranderen.
Er is niet noodzakelijk een verschil tussen vluchten met je kinderen om ze te beschermen, of de vijand bestrijden met wapens of woorden.
Een recente podcast van de New York Times toont op briljante wijze de onzekerheden en angsten van Oekraïense mannen. De luisteraars maken kennis met Eugene, die klaar is om te vechten maar er moeite mee heeft dat de vijand – Russische soldaten – uit zijn buren bestaat.
Een andere jongeman probeert wanhopig de grens met Polen over te steken, zonder succes. Hij is als de dood voor wapens of geweld, en vindt het discriminerend dat mannen niet mogen vluchten. ‘Ik ben een illustrator’, zegt hij. ‘Ik probeer motiverende posters te tekenen. En enkel omdat ik – excuseer – een penis heb, mag ik niet vertrekken.’
TV-reportages tonen huilende mannen, die er kapot van zijn dat hun leven in een oogwenk totaal veranderd is en die hun moeders, vrouwen en kinderen zien vertrekken. Hun verhaal brengt nuance in het doorgaans binaire karakter van oorlogsverhalen: vechten versus vluchten, dapper versus angstig, actief versus passief, man versus vrouw.
De berichtgeving uit Oekraïne helpt ons in te zien dat er niet noodzakelijk een verschil is tussen vluchten met je kinderen om ze te beschermen, of de vijand bestrijden met wapens of woorden. Het zijn allemaal oorlogsdaden.
Emoties in de media
Nieuwsreporters (onder wie zeker ook mannen) lijken meer emotie te tonen in de berichtgeving over de oorlog dan we traditioneel gewend zijn. Dat heeft misschien te maken met de recente emotionele trend in de journalistiek. De aandacht voor emotie in berichtgeving staat voor een verschuiving die meer ruimte toelaat voor emotionele en persoonlijke vormen van expressie in het openbare debat.
Ook het inspirerende werk van vrouwelijke reporters die berichten over het conflict, is niet ongemerkt gebleven.
Hoewel zelf geen journalist, doet ook de first lady van Oekraïne, Olena Zelenska, mee in de informatieveldslag om haar land te beschermen. Als tekstschrijver werkte ze voor het comedycollectief dat Zelensky bekend maakte. Nu gebruik ze haar communicatietalenten in de informatieoorlog die volop woedt.
Dit bericht op Instagram bekijken
Een bericht gedeeld door Olena Zelenska (@olenazelenska_official)
Het slagveld zijn de social media, waar ze beelden deelt van professionele fotojournalisten en die voorziet van markant commentaar. In een van die posts toont Zelenska foto’s van vrouwen in militair uniform in de loopgraven, vrouwen in een reddingsteam met helm en hoofdlamp, en vrouwen die pasgeboren baby’s verzorgen in een schuilkelder. ‘Ons nieuwe verzet heeft een vrouwelijk gelaat’, schreef ze erbij. Dergelijke posts versterken het narratief dat er geen verschil is tussen vechten en verzorgen als daden in een oorlog.
Kristin Skare Orgeret is hoogleraar Journalistiek en Mediastudies aan de Oslo Metropolitan University. Bruce Mutsvairo is hoogleraar Mediastudies aan de Universiteit van Utrecht.
Deze opinie verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner The Conversation.