The Palestine papers: gezichtsverlies voor Israëlische en Palestijnse onderhandelaars

Brigitte Herremans

25 januari 2011
Opinie

The Palestine papers: gezichtsverlies voor Israëlische en Palestijnse onderhandelaars

The Palestine papers: gezichtsverlies voor Israëlische en Palestijnse onderhandelaars
The Palestine papers: gezichtsverlies voor Israëlische en Palestijnse onderhandelaars

Het grootste lek van vertrouwelijke documenten in de geschiedenis van het Israëlisch-Palestijnse vredesproces, op touw gezet door al-Jazeera en the Guardian, veroorzaakt wereldwijd opschudding. Als de documentenauthentiek zijn, bieden ze een beter inzicht dan de beste politieke analyse. Zo tonen verslagen van de gesprekken van de afgelopen tien jaar haarscherp aan waarom het vredesproces mislukte. Hoever de Palestijnen ook wilden gaan, het was nooit ver genoeg voor Israël. Daarnaast legt het lek de zwakheid van het Palestijnse leiderschap bloot. De verregaande compromisbereidheid en de nederige toon van de onderhandelaars is koren op de molen van Hamas. Maar ook Israël lijdt gezichtsverlies. Het lek weerlegt de mantra dat er geen partner voor vrede is aan Palestijnse kant.

Opvallend is de kloof tussen het gedrag en de verklaringen van de Palestijnse onderhandelaars in het publiek en aan de onderhandelingstafel. Vooral hoofdonderhandelaar Saeb Erekat slaat een mal figuur. Om toenmalig Kadima-leidster Tsipi Livni te vleien, grapte hij dat hij voor haar zou stemmen. Ex-premier en havik Ariel Sharon noemde hij dan weer zijn vriend. De onderdanige toon die uit de verslagen blijkt, steekt fel af tegen de vastberaden toon in de talrijke persverklaringen over de onderhandelingen. De onderhandelaars gingen ook erg ver in hun compromisbereidheid. Het aanbod om alle nederzettingen in Oost-Jeruzalem, afgezien van het blok Har Homa, aan Israël af te staan is ongezien en controversieel. Saeb Erekat maakte gewag van de grootste Jerushalayim in de Joodse geschiedenis. De officiële lijn is dat Oost-Jeruzalem de hoofdstad van de toekomstige Palestijnse staat moet worden. Dat de onderhandelaars die eis lieten vallen, zal hen in de Palestijnse straat niet in dank worden afgenomen.

Het traditionele leiderschap, vertegenwoordigd door de Palestijnse bevrijdingsorganisatie, en meerbepaald de dominante partij Fatah, loopt ernstige schade op door dit lek. De Palestijnen nemen het Fatah kwalijk dat de partij bereid is hun rechten zomaar op te geven en vast te houden aan een vredesproces zonder perspectief. Ze zien dat een kleine, elitaire groep boven hun hoofden akkoorden wil sluiten die indruisen tegen hun visie van een Palestijnse staat binnen de grenzen van vóór 1967. Dit soort vredesproces kan hen niet overtuigen. Aan Palestijnse kant ebt het geloof in een tweestatenoplossing dan ook weg. Maar er dient zich geen alternatief aan. Hamas leunt achterover en ziet haar tegenstand tegen de onderhandelingen bevestigd. De beweging heeft nu meer argumenten om aan te tonen dat diplomatieke middelen falen. Deze tendens is bijzonder nefast, en zal het radicalisme, zeker bij jongeren, doen toenemen.

“De lekken bevestigen ook dat Israël fundamenteel geen interesse heeft in de twee-statenoplossing.”

De lekken bevestigen ook dat Israël fundamenteel geen interesse heeft in de twee-statenoplossing. In 2008 deden de onderhandelaars het verregaande aanbod rond Oost-Jeruzalem af als ontoereikend. Ook het feit dat de Palestijnse zijde niet bereid was om Ariel en Ma’ale Adumim, twee grote nederzettingen op de Westoever op te geven stuitte op onbegrip. Tsipi Livni stelde wel dat de vroegere politiek om voldongen feiten op het terrein te creëren, voorbij was. In de realiteit merkten de Palestijnse onderhandelaars echter niets van haar begrip over de nederzettingen als struikelblok voor een Palestijnse staat. Israëlische onderhandelaars dwongen de Palestijnse kant tot steeds meer concessies tot ze een minimale en volledig gedemilitariseerde Palestijnse staat bekwamen.

In tegenstelling tot wat Israël beweerde, had het al die jaren wel degelijk een partner voor vrede. Het toonde zich zelf echter niet enthousiast voor vrede. Waarnemers zoals ex-CIA-medewerker Robert Grenier stellen dat een akkoord met de Palestijnen op korte termijn voor Israël het grootste risico inhoudt. Het is een stap in het ongewisse en Israël zou toegevingen moeten doen. Het behoud van de status quo daarentegen is rendabel. Israël kan zijn nederzettingenbeleid voortzetten en blijft internationaal aanzien genieten. Zo schreeuwt de EU af en toe wel moord en brand over de nederzettingen, als puntje bij paaltje komt, zal ze geen druk uitoefenen op Israël.

De Palestine papers worden niet toevallig nu vrijgegeven. De vredesonderhandelingen liggen op apegapen en de Palestijnse leiders dreigen ermee in de Veiligheidsraad unilateraal de Palestijnse staat uit te roepen. Dit is een call for action. Eén van de laatste. De internationale gemeenschap mag die niet naast zich neerleggen. De EU mag de VS niet langer het vredesproces laten leiden. Zoals de documenten illustreren, steunen die Israël onvoorwaardelijk. Het lek toont dat een andere toekomst voor het Midden-Oosten niet mogelijk is zonder een ander en rechtvaardiger vredesproces dat echt rekening houdt met de rechtmatige verzuchtingen van beide in het conflict betrokken partijen.

Brigitte Herremans, medewerker Midden-Oosten Broederlijk Delen en Pax Christi Vlaanderen