‘Peulvruchten zoals bonen zijn de allerbeste vleesvervangers’

IPS / The Conversation / Marco Springmann

11 december 2024
Opinie

Wat is het beste voor je gezondheid én voor de planeet?

‘Peulvruchten zoals bonen zijn de allerbeste vleesvervangers’

Het is steeds duidelijker dat vlees en zuivel vervangen essentieel is om te vermijden dat de klimaatverandering ontspoort. Maar waardoor moeten we ze dan vervangen? Peulvruchten zijn de allround-kampioen, schrijft Marco Springmann, onderzoeker aan de Universiteit van Oxford, die de alternatieven onderzocht. Ze presteren goed op voedingswaarde, gezondheid, milieu én kostprijs.

Het is intussen wel duidelijk dat vlees en zuivelproducten mee verantwoordelijk zijn voor de klimaatcrisis. Als we niet van onze verslaving aan dierlijke producten afkomen, zullen we een gevaarlijke opwarming van de aarde niet kunnen voorkomen.

Wat minder duidelijk is, is waar je je hamburger en kaas door moet vervangen. Wat is het beste voor je gezondheid én voor de planeet? En hoe zit het met je portemonnee? Die vragen heb ik in een nieuw onderzoek proberen te beantwoorden.

Ik heb evaluaties vergeleken van de alternatieven wat betreft voedingsprofiel, gezondheidsvoordelen, milieu-impact en de prijs. Daarbij waren traditionele plantaardige alternatieven als tofu en tempeh, bewerkte opties zoals veggieburgers en plantaardige melk, producten die nog in ontwikkeling zijn zoals labvlees en onbewerkte voedingsmiddelen zoals sojabonen en erwten.

De beoordelingen omvatten verschillende manieren om voedingsmiddelen te vergelijken, waaronder per portie of calorie, en op zichzelf of ter vervanging van iemands huidige inname van vlees en zuivel.

Helft minder uitstoot

Uit de vergelijking blijkt dat onbewerkte plantaardige voedingsmiddelen - zoals sojabonen, erwten en bonen - het meest geschikt zijn om vlees en zuivel te vervangen.

Als we vlees en melk zouden vervangen door peulvruchten, zouden we de scheefgegroeide balans tussen de werkelijke en de aanbevolen inname van voedingsstoffen halveren in rijke regio’s zoals Europa en de VS. En het zou het aantal vroegtijdige overlijdens aan voedingsgerelateerde ziekten zoals hartaandoeningen, beroertes, kanker en diabetes met een tiende verminderen.

De hoeveelheid land en water die nodig is om ons voedsel te verbouwen en de hoeveelheid broeikasgassen die daarbij vrijkomt, zouden meer dan halveren en de voedselkosten zouden met meer dan een derde dalen.

Veggieburgers

Bewerkt plantaardig voedsel, zoals groenteburgers en plantaardige melk, heeft nog steeds aanzienlijke voordelen voor wie het vlees en de zuivel in zijn dieet wil vervangen. Maar de emissiereducties en gezondheidsverbeteringen waren een vijfde tot een derde minder dan wat onbewerkte peulvruchten bieden, en de kosten voor de consument lagen een tiende hoger dan bij de huidige diëten.

Voor zowel bewerkte als onbewerkte alternatieven kwamen de meeste verbeteringen in voeding en ziekterisico voort uit toenames in vezels (hoewel bewerkte alternatieven er meestal minder bevatten), kalium en meervoudig onverzadigde vetzuren, en uit afnames in cholesterol, verzadigd vet en dierlijk (heem-)ijzer.

Zowel bewerkte als onbewerkte plantaardige alternatieven hadden een lagere impact op het milieu dan vlees en melk, omdat ze minder uitstoot veroorzaken en minder land en water verbruiken om te maken.

Voor het verwerken van voedsel zoals groenteburgers en plantaardige melk is energie nodig, waardoor de kosten en de uitstoot meestal toenemen. Dit doet echter niets af aan de milieuvoordelen ten opzichte van vlees en zuivel. Het betekent wel dat bewerkte alternatieven meestal duurder zijn dan onbewerkte alternatieven.

Onbewerkte peulvruchten zoals erwten en bonen waren dus de duidelijke winnaar in het onderzoek. Ze presteerden goed vanuit alle perspectieven, inclusief voeding, gezondheid, milieu en kosten.

Maar een verrassende tweede plaats was tempeh, een traditioneel Indonesisch voedingsmiddel gemaakt van gefermenteerde sojabonen, dat veel van de voedingseigenschappen van sojabonen behoudt zonder veel verwerking of toevoegingen. Dit, en de relatief lage kosten, gaf het een voorsprong op meer bewerkte alternatieven zoals vegetarische burgers.

Kweekvlees

Een andere verrassende bevinding betrof in laboratoria gekweekt vlees. Ondanks het feit dat het moeilijk is om een product te beoordelen dat nog niet op de markt is, suggereren de bestaande gegevens dat het niet kan concurreren met vleesalternatieven of slachtvlees.

Met behulp van de huidige technologie, die veel energie verbruikt om dierlijk weefsel in een laboratorium te kweken, kan de uitstoot van kweekvlees net zo hoog zijn als die van rundvleesburgers, terwijl het tot 40.000 keer duurder is. Door rundvlees na te bootsen zijn de gevolgen voor de gezondheid van in een laboratorium gekweekt vlees net zo slecht.

Waarom probeer je geen bonenchili, kikkererwtencurry of tempeh-roerbakschotel?

De kosten en uitstoot zouden kunnen dalen als de productieprocessen efficiënter worden, maar daarvoor zijn aanzienlijke investeringen en technologische vooruitgang nodig.

Overheidsinvesteringen in zowel laboratoriumvlees als ultraberwerkte plantaardige vervangers zijn misschien niet gerechtvaardigd gezien hun relatieve impact. Kant-en-klare alternatieven zijn betaalbaar en vereisen geen nieuwe technologieën of productontwikkeling.

Bonenchili

Wat wel nodig is, is een verstandig overheidsbeleid dat iedereen ondersteunt om gezond en duurzaam te eten.

En vergeet niet dat de beste vervangers voor vlees en zuivel niet alleen bepaalde voedingsmiddelen zijn, maar hele maaltijden. Waarom probeer je geen bonenchili, kikkererwtencurry of tempeh-roerbakschotel? Of wat dacht je van geplette erwten op donker brood?

Door je gemiddelde fastfoodmaaltijd te vervangen door een mix van peulvruchten, groenten en volle granen, krijg je niet alleen een evenwichtiger portie voedingsstoffen binnen, maar verlaag je ook je ecologische voetafdruk. En dat tegen vergelijkbare of lagere kosten voor je portemonnee.

Marco Springmann is onderzoeker aan de Universiteit van Oxford. Hij schreef deze bijdrage voor IPS-partner The Conversation.