“‘Politici, kom van die berg van polarisering, ook al brengt hij stemmen op ! ’
De vulgariteiten van enkele Antwerpse politieagenten zijn maar het topje van een ijsberg van polarisering, wederzijdse haat en vooroordelen. Té veel politici spelen om electorale redenen in op die wij-zijgevoelens en vergroten zo de polarisering. Gevraagd zijn leiders die durven verbinden.
Nee, verrast was ik niet door het taalgebruik dat Antwerpse politieagenten (in hun Whatsappgroepje) hanteren over hun “prooien” – dat wil zeggen: allochtonen, moslims, gedetineerden,… Het strookt volledig met het taalgebruik dat ik leerde kennen in het artikel dat ik in 2012 bij MO* publiceerde over politiegeweld. Toen werd dezelfde taal gerapporteerd maar dan wel door slachtoffers van politiegeweld.
‘Vuile hoer’ en schoppen en spuwen tegen een gearresteerde (autochtone) antropologe die dertien uur aan een chauffage werd vastgeketend. ‘Zeg dat je een makaak bent of we slaan je harder’ tegen een vormingswerker met Marokkaanse achtergrond. En ook: ‘Bougnoul, als het je hier niet aanstaat, ga in je eigen land schijten. Doe iets rond je buik en laat je ontploffen in je eigen land’.
Politiegeweld in Brussel
De taal die sommige agenten gebruiken als ze chatten, is dezelfde taal die ze gebruiken als ze geweld plegen tegenover machteloze slachtoffers. De gevallen die we toen bespraken, gingen over agenten die één gearresteerde in hun macht hadden – het ging dus niet over potjes die overkookten tijdens gewelddadige manifestaties. Zo vrijblijvend is dat taalgebruik dus niet – er is een band met gedrag.
De taal die agenten gebruiken als ze chatten, is dezelfde als die wanneer ze geweld plegen
Eigenlijk is het woordgebruik van de Antwerpse agenten bloedstollend. Stel je voor dat je in handen geraakt van deze mannen. Hoe ‘veilig’ zou je je voelen als dat het vergif is dat door hun hoofd loopt. Stel je voor dat je als allochtoon bij deze groep moet werken.
Het viel me op hoe stil het gisteren bleef op het Schoon Verdiep. De Antwerpse burgemeester die zich graag polemisch mengt in van alles en nog wat, vond het niet nodig om afstand te nemen van de praat van Antwerpse politieagenten.
Vicieuze cirkel van ontmenselijking
Ik gebruik niet graag grote woorden maar ik vind dat we op een hellend vlak zitten richting ontmenselijking van een hele groep mensen – in de eerste plaats de moslims. En het is de taal die daarvan het signaal is. Dat proces is al een tijd bezig. Het moet ergens in de jaren 2000 geweest zijn. Ik stond in de groentewinkel en hoorde Wim Van Rooy spreken over islam en moslims. Door de manier waarop dat gebeurde, moest ik onwillekeurig terugdenken aan de jaren dertig en hoe toen over joden werd gesproken.
Intussen is dat discours uitgedeind tot een kolkende oceaan van vergif en ergernis. Van wij-en-zij-denken. Politiek en publieke opinie versterken elkaar op dat vlak in een vicieuze cirkel.
Elke politicus die de zee van bagger legitimeert, draagt een verantwoordelijkheid
Politici weten dat inspelen op het wij-zijdenken stemmen oplevert en zo versterken ze dat denken. Waardoor politici er nog meer moeten op inspelen om te scoren. Enzovoort, enzovoort. Duitsland, geleerd door zijn verleden, lijkt het meest weerstand te bieden tegen deze tendens. Merkel zeilde zelden mee op dit sentiment. Terecht.
Het lijkt zo onschuldig – gewoon wat stemmen binnenhalen – maar elke politicus die deze zee van bagger legitimeert door ze te voeden, al of niet op een subtiele manier, draagt een verantwoordelijkheid. Deze geest wil je niet verder uit de fles halen.
Het gewicht van woorden
Een tijdje geleden gaf Herman Van Rompuy (CD&V), voormalig premier en Europees president, in Knack zware kritiek op Donald Trump. ‘Politici zijn zich veel te weinig bewust van de impact die hun woorden hebben op de publieke opinie. Gezaghebbende politici die zich beledigend uitdrukken, maken gevoelens wakker die bij veel mensen stilletjes leven, en maken ze legitiem.’
Herman Van Rompuy: politici moeten meer nadenken over de impact van hun woorden
Van Rompuy: ‘Gezaghebbende politici maken met hun woorden stille gevoelens wakker bij veel mensen’
Juist maar het gaat om meer dan de stijl: in de huidige situatie is vooroordelen bevestigen of subtiel naar de mond praten, meestal om electorale redenen, evenzeer bedenkelijk, omdat het de spiraal van polarisering voedt. Als we naar het verleden kijken, weet geen mens waar die polarisering kan in uitmonden.
Een minister die suggereert dat allochtone ouders naar de oudercontacten moeten komen, bevestigt het wij-zijdenken. Er zijn immers ook heel wat autochtone ouders die dat niet doen. Een staatssecretaris die zegt dat Artsen zonder Grenzen mensen moet laten verdrinken opdat er later minder zouden verdrinken,… het is niet erg respectvol tegenover die drenkelingen.
Eigenlijk voelen we heel goed aan wie inspeelt op dat gevoel van wij is wij, en die anderen moeten zich aanpassen of oprotten. Rutte met zijn ‘pleur op’, en Rutten die hem gelijk geeft, het proefballonnetje van Smeyers over de burgerschapstest op 18 jaar voor mensen met een niet-Belgische ouder, De Wever over ‘de’ Berbers,…allemaal willen ze een electoraal graantje mee pikken. Spijtig dat ze niet verder kijken dan de volgende verkiezingen.
Dat eenduidige “Zij” bestaat niet
Het vermogen van mensen om in termen van wij en zij te denken en voelen, is groot. Mensen zijn er ontvankelijk voor om zich te hullen – selectief blind – in de warmte van een Wij van goedheid, en zich agressief en in groep af te zetten tegen de slechteriken van een Zij. En tegenwoordig is de “zij” voor steeds meer mensen de moslim/allochtoon.
Natuurlijk zijn er de vreselijke aanslagen geweest door mensen die zich beroepen op de islam. Dat is zo ongeveer een ideale voedingsbodem voor dit wij-zijdenken. Maar het uit elkaar drijven van de mensen hier is juist het doel van de terroristen. Daarom moeten we juist al die andere zaken aangrijpen die de simplistische vooroordelen weerleggen.
Er is - de voor kenners op den duur afgezaagde verwijzing naar - de verlichte islam van Ibn Rushd en Ibn Sina die ons de Griekse filosofen terug leerden kennen. Als we het dan toch over religies en geweld willen hebben, zo toont theoloog Jonas Slaats in zijn recente boek Fastfood fatwa’s aan, dan scoort de islam relatief zwak. Er zijn veel meer doden gevallen onder christelijke zwaarden, zeker als je de twee wereldoorlogen als christelijke conflicten catalogiseert. Als je ze bij de atheïstische wereldbeschouwing telt, komen die op nummer een.
‘Wie de Koran letterlijk leest, zou net geweldloosheid en vergevingsgezindheid moeten tonen’
Met een boek als de Koran of de Bijbel kan je vele richtingen uit, maar ‘wie de Koran louter letterlijk wenst te lezen, zou net geweldloosheid en vergevingsgezindheid moeten tonen. Daarin is de Koran net heel letterlijk,’ zegt Slaats.
Maar wat misschien nog het meest overtuigt, zijn de contacten met moslims die je leren dat hun geloof voor velen een bron van goedheid, gastvrijheid en vergevingsgezindheid is. Dat moslima’s met een hoofddoek dikwijls verstandige, feministische vrouwen zijn en niet de onderdrukte watjes die sommigen ervan maken. Enzovoort. We zijn nu een jaar na de aanslagen.
Minister Jan Jambon liet zich na de aanslagen, vorig jaar, ontvallen dat we de hearts and minds van de jongeren van Molenbeek moeten terugwinnen. Eén manier om dat te doen is om de simplistische beoordelingen te overstijgen en de rijkdom bij de ander te erkennen. Ik zou verwachten dat politici daarop inzetten, zowel in de toon als in de ondertoon van wat ze zeggen. Dat gebeurt mijns inziens veel te weinig.