“‘Slachthuis Aleppo: wat België moet doen’
Als de hel bestaat, bevindt ze zich in Oost-Aleppo. Op 19 september werd een VN-hulpkonvooi gebombardeerd, een nieuw dieptepunt in vijf jaar van totale barbarij. Syrië en Rusland nemen sinds die dag Oost-Aleppo genadeloos onder vuur. Ook België moet haar verantwoordelijkheid nemen, schrijft Willem Staes van aan de Turks-Syrische grens.
Het Syrische leger kondigde een nieuw grondoffensief aan om het oostelijke deel van Aleppo volledig te heroveren. Extremistische strijders vormen een belangrijk deel van deze grondtroepen. Met daarbij sjiitische jihadi’s en Iraanse en Afghaanse strijders. Iraanse ayatollahs en sjiitische jihadisten staan zo op het punt een sektarisch bloedbad aan te richten.
De wereld staat erbij en kijkt ernaar.
Alles is toegestaan
Alle middelen lijken sinds kort toegestaan in Oost-Aleppo. Er is sprake van het grootschalige gebruik van bunkerbommen, brandbommen en clustermunitie, op een schaal die niet eerder vertoond is in vijf jaar oorlog. Rusland en het Syrische leger zeggen enkel het lokale Al Qaida (waarvan er zich inderdaad strijders in de stad bevinden) te viseren, maar het zijn Syrische burgers die de prijs betalen.
Het is echter niet alleen de intensiteit van de aanvallen en de gebruikte wapens die ongezien zijn. De Syrisch-Russische aanvallen vernietigen, één voor één, de laatste infrastructuur die het leven in Oost-Aleppo enigszins draaglijk maakten.
Ziekenhuizen, ambulances, gebouwen van reddingswerkers, waterstations en humanitaire opslagplaatsen worden geviseerd. Bunkerbommen vernietigen niet alleen hele gebouwen in dichtbevolkte wijken, maar ook de ondergrondse schuilkelders, ziekenhuizen, scholen, waterleidingen en zelfs speeltuinen die de afgelopen jaren werden gecreëerd om te ontkomen aan de bommen.
Volgens de VN werden in de eerste dagen van de hernieuwde aanval op Oost-Aleppo minstens 320 burgers gedood (inclusief 96 kinderen), en raakten minstens 765 burgers gewond. Lokale organisaties hebben het over een veelvoud. Meer dan 100.000 kinderen zitten volgens de VN vast in het oostelijke deel van de stad.
De VN schat dat er nog 35 dokters overblijven in Oost-Aleppo. De 300.000 inwoners van Oost-Aleppo zitten zonder drinkbaar water. Internationale mensenrechtenorganisaties documenteerden eerder al uitvoerig hoe het aanvallen van ziekenhuizen een doelbewuste Russische en Syrische oorlogsstrategie is.
VN-chef Ban ki Moon beschrijft de situatie in Oost-Aleppo als ‘erger dan een slachthuis.’
Voor alle duidelijkheid: dit zijn geen geruchten, propaganda of speculaties van lokale organisaties. Dit zijn harde feiten, bevestigd door organisaties als de Verenigde Naties, het Internationale Rode Kruis, Amnesty International, Human Rights Watch en Artsen zonder Grenzen. VN-chef Ban ki Moon beschrijft de situatie in Oost-Aleppo als ‘erger dan een slachthuis.’
Ook de speciale VN-Gezant voor Syrië, Staffan de Mistura, windt er geen doekjes om: ‘We have seen reports, videos and pictures of the reported use of incendiary weapons that create fireballs of such intensity that they light up the pitch darkness in East-Aleppo as if it is actually daylight.’
De Verenigde Staten dreigen ondertussen om elke vorm van samenwerking met Rusland stop te zetten als deze laatste zijn aanvallen op Oost-Aleppo niet stopzet. Er zou zelfs sprake zijn van het leveren van luchtafweergeschut aan Syrische rebellen.
Direct gevolg van Inertie
De humanitaire impact van de verwoestende bombardementen wordt nog verergerd doordat Oost-Aleppo sinds begin september opnieuw volledig belegerd wordt door het Syrische regime.
De Russen en het regime voeren een doelbewust beleid van ontvolking uit, net zoals ze eerder deden in Daraya.
‘Er is een totaal gebrek aan alles: medische voorraden en apparatuur, pijnstillers, verdovende middelen, dokters, en brandstof om de overgebleven ziekenhuizen draaiende te houden. Veel mensen zijn zelf te verzwakt om als bloeddonor op te treden, waardoor er ook een acuut tekort aan bloedzakjes is. Mensen sterven massaal onder het puin. De Russen en het regime voeren een doelbewust beleid van ontvolking uit, net zoals ze eerder deden in Daraya’, getuigde een dokter uit Oost-Aleppo aan 11.11.11.
De VN-chef voor Humanitaire Zaken O’Brien haalde dan ook scherp uit tijdens een zitting van de VN-Veiligheidsraad, en benadrukte dat dit alles niet het gevolg is van krachten buiten onze controle. O’ Brien vroeg zich luidop af of er nog rode lijnen bestaan in Syrië die niet overtreden worden, en waarschuwde dat de schuldigen voor dit bloedbad vroeg of laat verantwoording zullen moeten afleggen voor hun oorlogsmisdaden.
Wat België moet doen
België en de EU moeten hun volle gewicht in de schaal gooien voor een onmiddellijke humanitaire pauze en vrijwillige medische evacuaties, in afwachting van het herstel van een nationaal staakt-het-vuren.
Het aan de grond houden van Syrische gevechtsvliegtuigen is een absolute prioriteit (zoals ook betoogd door VN-bemiddelaar de Mistura), en de druk op Rusland moet worden opgevoerd om burgers te ontzien en het internationaal recht na te leven.
Om een duurzaam staakt-het-vuren op het terrein mogelijk te maken, kunnen Europese landen het voortouw nemen in de ontplooiing van een VN-blauwhelmmissie, inclusief een voldoende robuust monitoringmechanisme.
België moet daarnaast actief bijdragen aan het doorbreken van alle belegerde Syrische gebieden, indien nodig via humanitaire luchtdroppingen en luchtbruggen.
Het geweld tegen burgers door het Assadregime voedt de Syrische vluchtelingenstroom, versterkt de aantrekkingskracht van extremistische groepen, en maakt van elke poging om vredesgesprekken op te starten een doodgeboren kind.
De financiële steun aan organisaties die gruweldaden in Syrië documenteren moet verhoogd worden, zodat de verantwoordelijken voor deze grootschalige oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid op een dag verantwoording afleggen.
Het gebrek aan actie van de internationale gemeenschap heeft ervoor gezorgd dat oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid een alledaagse realiteit zijn geworden in Syrië. Syriërs zijn alle geloof in de internationale gemeenschap verloren. Dat is niet enkel een moreel probleem, maar ook een strategisch deficit.
Het geweld tegen burgers door het Assadregime voedt de Syrische vluchtelingenstroom, versterkt de aantrekkingskracht van extremistische groepen, en maakt van elke poging om vredesgesprekken op te starten een doodgeboren kind.
Het is dringend tijd dat België en Europa dit onder ogen zien, en enkele versnellingen hoger schakelen om de Syrische gruwel een halt toe te roepen.
Willem Staes, Beleidsmedewerker van 11.11.11 in het Midden-Oosten en Noord-Afrika