Karel Pype (Reset.Vlaanderen)
Vlaamse overheid laat na een ambitieus en vooral sociaal rechtvaardig klimaatbeleid te voeren, vindt Reset.Vlaanderen
“‘‘Sociale dimensie in klimaatplannen is ongeloofwaardig’’
Een ambitieus klimaatbeleid waar elke Vlaming beter van wordt: dat beloven de klimaatplannen van minister Zuhal Demir (N-VA) ons. Maar na vijf jaar wanbeleid onder het mom van ‘haalbaar en betaalbaar’ is het tijd om de vinger op de wonde te leggen, vindt Karel Pype van Reset.Vlaanderen.
De Vlaamse overheid laat na een ambitieus en vooral sociaal rechtvaardig klimaatbeleid te voeren. Dat is de harde conclusie van een nieuw rapport van Reset.Vlaanderen, een organisatie die het brede middenveld samenbrengt rond de eerlijke transitie in België. Maar na vijf jaar wanbeleid onder het mom van ‘haalbaar en betaalbaar’ is het tijd om de vinger op de wonde te leggen, vindt Karel Pype van Reset.Vlaanderen.
2023 was opnieuw een jaar van klimaatrecords en in ons land waren er na de waterbom in Wallonië in 2021 ook de zware overstromingen in de Westhoek in het najaar. Toch blijft doortastend en coherent klimaatbeleid uit. Bovendien is de energiecrisis nauwelijks verteerd, en loert de winter weer om de hoek. Meer dan 13% van de Belgen moet het doen met een inkomen onder de armoededrempel, en meer dan 20% kampt met energiearmoede.
Ondertussen lezen we in de klimaatplannen dat _‘_sociale rechtvaardigheid in alle dimensies van het plan’ verweven is, maar zien we in de realiteit dat er met termen als draagvlak en betaalbaarheid geschermd wordt om juist dat ambitieus, rechtvaardig klimaatbeleid te ondermijnen.
Vlaanderen heeft nochtans, met bevoegdheden op vlak van wonen en transport, belangrijke hefbomen in handen om werk te maken van een rechtvaardig klimaatbeleid. Ze kan het openbaar vervoer betaalbaarder, kwalitatiever en toegankelijker maken of versterkt inzetten op het meenemen van kwetsbare groepen in de renovatiegolf.
Dat Vlaanderen het helaas bij ongeloofwaardige beloftes over betaalbaarheid houdt, zien we in de eerste plaats aan de geformuleerde doelstellingen. Er zijn bijvoorbeeld wel doelstellingen geformuleerd voor de ondersteuning bij renovaties, maar die worden niet gekoppeld aan bepaalde inkomenscategorieën. Of nog: er is een plan voor het elektrificeren van De Lijn, maar dit is niet gekoppeld aan de betaalbaarheid van het openbaar vervoer of een verbetering van de kwaliteit. Vlaanderen heeft ook geen doelstellingen op vlak van energiearmoede.
Vlaanderen heeft nochtans, met bevoegdheden op vlak van wonen en transport, belangrijke hefbomen in handen om werk te maken van een rechtvaardig klimaatbeleid.
Geen duidelijke doelstellingen, maar op z’n minst dan wel rechtvaardig beleid? De Vlaamse regering klopt zichzelf graag op de borst over het renovatiebeleid.
Renovatie is dan ook bij uitstek een instrument voor rechtvaardige transitie: inzetten op toegankelijke en betaalbare renovaties en het afstappen van fossiele brandstoffen kan mensen afhelpen van volatiele energieprijzen (en dus soms veel te hoge facturen), de woon- en levenskwaliteit verbeteren, én de uitstoot omlaag helpen. Wonen kan zo de motor van de rechtvaardige transitie zijn.
Vlaanderen beweert dan ook dat het renovatiebeleid is gericht op lagere inkomensgroepen. Toch gaat meer dan de helft van de premies naar de dertig procent rijkste gezinnen. Doordat de laagste inkomenscategorie volgens de Vlaamse overheid 70% van de bevolking vertegenwoordigt, kent dit begrip een te ruime invulling, is het onmogelijk gerichte steun te bieden en komt financiële steun vaak terecht bij wie het niet nodig heeft.
Daarnaast blijft de Vlaamse overheid zich richten op eigenaars, terwijl het merendeel van de mensen in armoede is aangewezen op de huurmarkt, zowel de private als de sociale. Hier zijn de uitdagingen erg groot: 41% van de huishoudens die huurders zijn van de 292.000 Belgische sociale woningen is slachtoffer van energiearmoede. Bijna de helft van de sociale woningen heeft dan ook een EPC-label D of slechter.
Op de private huurmarkt is het aanbod te klein en heerst er een tekort aan kwalitatieve, betaalbare huurwoningen. Eén op de drie woningen op de private huurmarkt zijn namelijk van matige tot zeer slechte kwaliteit. Bovendien hebben zo’n 46% van de private huurders recht op een sociale woning die niet voorhanden is.
Maar over de sociale en private huurmarkt staat zo goed als niets in het plan. De private huurmarkt moet het doen met een halve pagina, waar de focus vooral gaat naar stimulerende maatregelen voor de verhuurder, zonder de huurder daarin te beschermen of mee te nemen.
Voor de sociale huurmarkt is voor de periode 2023-2024 een budget voorzien van 2,1 miljard euro om een inhaalbeweging in te zetten. Het zal dus belangrijk zijn om op te volgen of dat budget inderdaad slim en effectief wordt ingezet voor de meest kwetsbare huurders, want de Vlaamse regering heeft wat dat betreft geen al te beste reputatie. Een Klimaatactieplan richting 2050 zou hierbij helpen, maar die belofte heeft de regering nog niet ingelost.
Ons land beschikt over een heel arsenaal aan instrumenten om de klimaattransitie op een rechtvaardige manier te financieren.
De overheid is ook nalatig als het gaat over hoe we het klimaatbeleid gaan financieren of hoe we ervoor gaan zorgen dat er genoeg arbeidskrachten voorhanden zijn om deze werken uit te voeren. Dat is ook deel van een rechtvaardig klimaatbeleid: ervoor zorgen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, dat de ongelijkheden niet verder uitgediept worden, en dat werknemers ook beschermd of begeleid worden in de klimaattransitie.
Terwijl de overheid wijst naar de begroting als reden voor het non-beleid, haalt ze mooi de aandacht weg van alle andere hefbomen die we in handen hebben. Ons land beschikt namelijk over een heel arsenaal aan instrumenten om de klimaattransitie op een rechtvaardige manier te financieren.
Zo kan het mandaat van de Participatiemaatschappij Vlaanderen geheroriënteerd worden en kan ze fungeren als klimaatbank in Vlaanderen. Zo’n klimaatbank kan een katalysator zijn voor een rechtvaardige transitie. In Duitsland heeft de KfW, de Kreditanstalt für Wiederaufbau, een grote rol in de energietransitie.
Ook grote hoeveelheden middelen beschikbaar op Europees niveau of de grote steun die nu naar onrechtvaardige en fossiele subsidies gaan, bieden kansen.
Ook de arbeidsmarkt moeten we klaarstomen voor de transitie. De klimaattransitie biedt namelijk veel kansen voor de arbeidsmarkt, maar een goede arbeidsmarkt is ook cruciaal voor de klimaattransitie. Toch zien we ook hier nog geen concreet beleid in de klimaatplannen. Vandaag zien we nog te veel dat maatschappelijk relevante jobs structureel ondergewaardeerd worden. Dat moet veranderen.
Verschillende sectoren waar nu al een krapte heerst, zoals de bouwsector, zullen cruciaal zijn voor een geslaagde transitie. Tegelijkertijd zien we dat de overheid de oorzaken van de uitdagingen die spelen te vaak bij demografische ontwikkelingen en opleidingsmismatchen legt, zonder te erkennen dat een groot deel van het probleem ook de lonen en arbeidsvoorwaarden ligt.
Een ambitieus en rechtvaardig klimaatbeleid is mogelijk. Het rapport van Reset.Vlaanderen toont de lacunes die klimaatbeleid vandaag onrechtvaardig maken, en reikt pistes aan om dat om te keren. Het is nu aan de overheid om deze te implementeren.
Karel Pype is beleidsmedewerker bij Reset.Vlaanderen