“‘Naar een ander alternatieve architectuur in de strijd tegen ongelijkheid in de steden’
Sociale ongelijkheid is het grootste dogma van onze tijd, maar hoe ongelijkheid zich in de gebouwde omgeving vertaalt, is onderbelicht. Daan Sillen voerde daarover een onderzoek voor zijn scriptie en sloeg zelf de hand aan de ploeg voor zijn afstudeerproject met als onderwerp het district Kigamboni in de Tanzaniaanse stad Dar es Salaam.
Luchtfoto Dar es Salaam
© Alessandro Frigerio
Als architect kan men niet vertrekken vanuit visies die steunen op de autonomie van architectuur. Vandaar dat er de noodzaak is om andere disciplines bij architectuur te betrekken. Als architecten moeten we de mondiale toename van ongelijkheid, en haar ideologie en economisch systeem, kritisch kunnen belichten vanuit een democratische visie op het metabolisme en de architectuur van de stad.
Als de architect door een andere bril naar de zaken kijkt, kan hij verbanden zien en oorzaken van problemen achterhalen waarvan hij zich daarvoor niet bewust was. Hetgeen van essentieel belang is als hij met oplossingen voor deze problemen wil komen. Een klassieke architectuuropleiding lijkt niet langer te volstaan om architecten te gidsen door de alsmaar complexer wordende politieke en economische contexten. Architecten staan vaak tussen het beleid, dat gestuurd wordt door de politiek, de financiële en economische wereld, en de burgers in.
De rol van de architect?
Ondanks het feit dat de bouwsector een niet te miskennen rol speelde of speelt in het ongelijkheidsprobleem, de financiële crisis en de klimaatverandering, lijkt de spilfiguur in deze sector, de architect, hierin volledig machteloos. Architecten gaan te gemakkelijk mee in de processen die sociale ongelijkheid ruimtelijk vertalen. De stedelijke politiek, die wel degelijk tot hun domein behoort, laten ze al te gemakkelijk over in de handen van bouwpromotoren, investeerders en dergelijke. Als tussenpersoon doorzien ze deze processen vaak wel, maar ze doen er meestal weinig aan.
Ondanks het feit dat de bouwsector een niet te miskennen rol speelde of speelt in het ongelijkheidsprobleem, de financiële crisis en de klimaatverandering, lijkt de spilfiguur in deze sector, de architect, hierin volledig machteloos.
De gerenommeerde Italiaanse kunsthistoricus Salvatore Settis haalde de volgende woorden van befaamde architect Rem Koolhaas aan in zijn boek If Venice Dies: ‘The market economy has eroded the moral status of architecture. It has divorced architects from the public and pushed them into the arms of the private sector—they do not serve ‘you’ anymore, but a diffuse ‘them’. It has been forced to move solely within the neoliberal system masterminded by Ronald Raegan.’
Zo kan men concluderen dat er een nieuwe relatie tussen bestuur en de gebouwde wereld nodig is, en dus ook een herdefiniëring van het architectenberoep, zodat architectuur zijn maatschappelijke functie opneemt en een relevantere rol kan spelen in het helpen aanpakken van de intimiderende uitdagingen van de 21ste eeuw, zoals sociale ongelijkheid.
Is er een alternatief?
Positief is dat er al architecten zijn die het bredere plaatje zien. Zij werken rond deze thema’s en trachten het beroep te herdefiniëren. Enkele voorbeelden van zulke bureaus zijn: OMA, ZUS, Cameron Sinclair, Emergency Architecture & Human Rights, Tomorrows Thoughts Today, NLÉ, Territorial Agency, Est-ce Ainsi, Office for Political Innovation, RAU, Dogma en Rotor.
Zelf heb ik dit ook getracht te doen met mijn afstudeerproject (een studentenproject, dus niet werkelijk gerealiseerd). Mijn thesis bezorgde mij de noodzakelijke achtergrond om een architecturaal alternatief te ontwikkelen voor architectuur als een instrument van kapitaal, hetgeen sociale ongelijkheid ruimtelijk vertaalt. De locatie van dit project is Kigamboni, een district in de snelgroeiende Tanzaniaanse stad Dar es Salaam en een voormalige informal settlement die kampt met een hoge werkloosheidsgraad.
Kigamboni, Dar es Salaam
© Universiteit Hasselt
In Dar es Salaam is sociale ongelijkheid zeer sterk zichtbaar in de gebouwde omgeving. Er is een unieke mix van sociale klassen in de informal settlements van deze stad, waarin ongeveer driekwart van haar inwoners woont. Verschillende sociale klassen wonen er gewoon vlak langs elkaar. Mensen die stijgen op de sociale ladder blijven doorgaans wonen in de informal settlements. Er heerst een system waar de ene de diensten van de andere nodig heeft.
In deze nederzettingen vormen de sociale contrasten een unieke gemeenschap. Dit dreigt echter verloren te gaan in Kigamboni als het wordt ontwikkeld volgens het masterplan voor dit district. Dat masterplan wil wat er nu is, wegvegen om plaats te maken voor een hoogbouw bedrijfsdistrict, sterk geïnspireerd op die van Dubai en vergelijkbare steden. Dit zou de huidige bewoners verder uit de stad wegdrijven en een grotere sociale ongelijkheid in de hand werken.
Met mijn project trachtte ik een alternatief te bieden voor deze manier van stedelijke ontwikkeling door, in plaats van de huidige bewoners weg te drijven, hun cultuur en talenten in te zetten om nieuwe stedelijke identiteiten te activeren en transitie te initiëren.
De stad als podium
Het project gebruikt de grote verscheidenheid aan podiumkunsten in Dar es Salaam, geworteld in een lange traditie van traditionele dans, muziek en vertelkunst om nieuwe stedelijke identiteiten te activeren en transitie te initiëren. Omwille van de hoge werkloosheidsgraad onder de jonge inwoners, leerde een groot deel van hen vaardigheden voor podiumkunsten aan. Nu zijn er lokale initiatieven die naar mogelijkheden zoeken om deze vaardigheden in te zetten als een bron van tewerkstelling en op deze manier het werkloosheidsprobleem aan te pakken.
Mijn project, het Kigamboni Performing Arts Centre biedt een platform voor deze lokale talenten om hun vaardigheden verder te ontwikkelen en rechtstreeks aan voorgenoemde behoefte te voldoen. Het tracht dit te doen door een centrum te zijn voor cultuurproductie en door Kigamboni’s stedelijke publieke ruimtes te transformeren tot hedendaagse podia voor opvoeringen.
Project Kigamboni Performing Arts Centre
© Daan Sillen
In het centrum worden producties van hoge kwaliteit ontwikkelend door het uitnodigen van artiesten met internationaal aanzien en tevens kan de bezoeker hier een blik werpen achter de schermen van het productieproces. Het zal een open plek zijn voor de mensen van Kigamboni en voor toeristen waar de levendige lokale atmosfeer beleefd kan worden. Het centrum zal ontwikkeld worden in drie fases, zodat het gebouw kan groeien met de noden van de mensen van dit district in transitie, met als doel een stedelijke hotspot te worden voor Kigamboni. Dit alles is gedaan vanuit een kritisch standpunt op de ontwikkeling van de stad en met de ambitie om een sociaal duurzame en ecologische manier van stedelijke ontwikkeling te initiëren.
Het is de synergie tussen haar inwoners die de unieke ruimtelijk identiteit van Kigamboni vormt. Met dit project wilde ik de positieve impact van sociale diversiteit visualiseren, voortbouwend op de theoretische achtergrond van het thesisonderzoek over sociale ongelijkheid en haar ruimtelijk voorkomen.
Daan Sillen behaalde in 2016 zijn Master in de Architectuur aan de Universiteit Hasselt en nam met zijn scriptie deel aan de Vlaamse Scriptieprijs 2016. Zijn masterscriptie is ontstaan uit het onderzoek over architectuur en democratie van het masterseminarie Cultuur onder leiding van prof. dr. phil. Sylvain De Bleeckere en het project vanuit de afstudeerstudio Studio Tanzania onder leiding van architecte en docent Peggy Winkels. Nu studeert Sillen Public Policy & Human Development aan de United Nations University en Maastricht University.