Kaat Hermans
“‘Solidair, tot het regent…’
Naar aanleiding van de hulpacties aan de vluchtelingen in en rond Calais kwam een scherp debat op gang over hulp en solidariteit. In deze bijdrage probeert Kaat Hermans, die los van de karavaan naar Calais trok, het begrip 'solidariteit' te definiëren en betekenis te geven. Wat betekent het om solidair te zijn in deze crisistijden?
Jezelf een vraag stellen
Daarmee begint verzet
En dan die vraag aan een ander stellen
-Remco Campert
Solidariteit als vraagstelling
‘Wat kan ik doen?’ Die vraag stel ik me soms. En het antwoord is nog nooit ‘niets’ geweest. Telkens denk ik ook- kwestie van de pessimisten onder ons een hand te reiken- : ‘Wat kan ik niet doen?’
Lees hier de opinie van Francine Mestrum over hulp en solidariteit.
Ik kan niet de vluchtelingen papieren geven van het land waar ze naartoe willen.
Ik kan ze niet het land binnensmokkelen.
Ik kan niet de vluchtelingenstroom stoppen of de -crisis oplossen.
Ik kan niet gewoon toekijken en hopen dat de politici wakker schieten.
Hoewel ik een machteloos individu ben, een verwaarloosbaar cijfer, geloof ik in de combinatie van cijfers, de kracht van het getal. Deel uitmaken van een maatschappij is eraan deelnemen. Soms ongewild, soms onvolledig.
Hoewel ik een machteloos individu ben, een verwaarloosbaar cijfer, geloof ik in de combinatie van cijfers, de kracht van het getal.
Een samenleving die toelaat dat er mensen in kampen zitten, overstroomd en binnenkort zonder stromend water - omwille van dichtgevroren kranen - met een alles overheersend verleden en een uitzichtloze toekomst, is niet de samenleving waarvan ik deel wil uitmaken, laat staan deel aan nemen.
Bij zo’n samenleving stel ik me serieuze vragen. En stel die vragen ook aan anderen. Zo blijft de vraag niet enkel ‘Wat kan ik doen?’ maar ook ‘Wat kan jij doen?’
Natuurlijk is dat gedeeltelijk voor eigen gemoedsrust, voor het afwerpen van het gevoel van complete machteloosheid, van een wereld die boven je hoofd uitgroeit en waar je niets aan kan veranderen, laat staan bijdragen. So what? Het gaat erom dat de vraag gesteld wordt.
Solidariteit als waarde en als norm
De solidariteit van individuen en burgers wordt nogal smalend bestempeld als liefdadigheid, een teken van naastenliefde. Een uitlopertje van ons verleden als goede Vlaamse christenen. Ik ben geen christene, en al zeker geen goede. Ik doe geen dingen omdat ze horen (ik doe ze nog het liefst omdat ze niet horen), ik doe ze omdat ik ze nodig acht.
Omdat ik miserie zie. Ik zie mensen wiens wieg niet op de juiste plek stond. Mensen die bepaald worden door hun verleden en net daarom nooit hun toekomst kunnen bepalen. Dat maakt me -om verder te gaan in christelijke termen- geen heilige.
En daarin volg ik de kritische stemmen die terecht opmerken dat Sinterklaas spelen geen zin heeft. Het is simpelweg mensonterend om naar Calais te rijden en als wilde weldoener spullen uit je wagen te smijten. Het is een mep in het gezicht van de vrijwilligers als er daar dan nog eens om-zovele-redenen-compleet-nutteloze naaldhakken tussen zitten ook. Het is de term ‘solidariteit’ niet waard, als je roekeloos jezelf in de spotlights zet, ten koste -allesbehalve ten voordele- van de vluchtelingen.
Solidaire acties zorgen niet per se voor structurele, fundamentele oplossingen, maar pretenderen dat ook niet te doen.
Vrijwilligerswerk en solidaire acties zijn niet bedoeld als aanvulling op het palmares van mediageile ego’s en zelfverklaarde linkse denkers, ziekelijk op zoek naar bevestiging. Jammer genoeg gebeurt dit wel, en fnuikt dit de verdere solidaire acties .
Maar zij die ondanks tegenslagen doorgaan, dankzij diezelfde tegenslagen bijleren, zij die inzien waarom (en dat) bepaalde acties falen, zij die ook doorwerken als de camera’s niet meer draaien en de fototoestellen niet meer flitsen, zij geven invulling aan het begrip solidariteit. En of zij nu solidair zijn omdat het zo hoort, uit verveling, interesse of eenzaamheid, voor een matige vorm van erkenning, bevestiging of eigenwaarde, om te kunnen relativeren, uit verzet of frustratie. Ze doen het.
Ze doen het, zonder te weten hoe het voelt om je land te moeten ontvluchten, zonder te weten wat honger of kou écht is. Ze doen het, omdat ze wel weten dat dekens helpen tegen die kou, eten tegen die honger.
Dit maakt solidaire acties mooi, dit maakt ze net groot genoeg. Simpel blijven. Klein genoeg om gericht te werk te gaan. Solidaire acties zorgen niet per se voor structurele, fundamentele oplossingen, maar pretenderen dat ook niet te doen. Ze kunnen optreden als drukkingsmiddel, als hart onder de riem, als manier van aandacht trekken of gelijkgezinden te verenigen. Als een druppel op een hete plaat, ja, maar evengoed als de eerste druppel van een stortbui aan (politieke en sociale) (re-)acties.
Solidariteit is geen christelijke waarde (en spijtig genoeg geen maatschappelijke norm), geen uitschieter van empathie, geen uiting van superioriteit ten aanzien van zij die het slechter hebben of zij die niets doen. Solidariteit is een ongewilde noodzaak.
Daarmee bedoel ik: wat spijtig dat we die nodig hebben. Dat die georganiseerd moet worden en niet inherent aanwezig is in onze Europese samenleving.
Daarmee bedoel ik: georganiseerde individuen, solidariteit als aanvulling op hulporganisaties. Niet in competitie met. Hulporganisaties die inderdaad van wanten weten, handelen met en vanuit expertise, financieel ondersteund door de brave Vlaamse burger. Hulporganisaties die eveneens gebruik maken van vrijwilligers en giften, van solidariteit. Hulporganisaties die rekening dienen te houden met structuren, voorschriften en procedures.
Solidariteit als middel…
En dan komen daar bedrijven, die gratis hun vrachtwagens uitlenen. Dan komen daar hotels en hotelketens die hun matrassen wegschenken. Dan komt er een architect die plannen maakt voor noodwoningen. Solidaire voorstellen, nogmaals, niet in competitie met , maar ter aanvulling van de hulporganisaties.
Hulporganisaties die omwille van de structuur niet zomaar mogen beslissen wie er met die vrachtwagen mag rijden, die vanwege voorschriften niet zomaar matrassen mogen aanvaarden, die vanwege procedures niet zomaar architecten plannen laten tekenen. Want zij moeten het doen ‘zoals het hoort’.
En dan komen daar die andere mensen. Die mensen die zich hebben afgevraagd ‘Wat kan ik doen?’ , zij die matrassen gaan ophalen met een geleende camion en onderweg de architect oppikken. Zij die niet gebonden zijn door structuren, voorschriften of procedures.
In een apathische samenleving als de onze zijn kleine daden een groot teken.
Wel organisatie. Heel veel organisatie. Hulp. Gerichte hulp. Mensen die geen grote woorden gebruiken, maar kleine daden volbrengen.
In een apathische samenleving als de onze, waar gemoedsrust kan bekomen worden door simpelweg de televisie, smartphone en/of tablet uit te schakelen, zijn kleine daden een groot teken.
Nu betekent solidair zijn je profielfoto veranderen naar ‘Je suis Charlie’ wanneer ‘onze’ vrijheid van meningsuiting bedreigd wordt. Nu betekent solidair zijn je op aanwezig zetten voor een manifestatie, maar niet opdagen als er slecht weer voorspeld wordt.
Dus ja, ik deel de mening dat er iets fundamenteel mis is met de hedendaagse solidariteit en hoe die ingevuld wordt. Dat er iets moet aan veranderen. Iets structureels, zonder het volledig vast te zetten in structuren. Zonder elke vorm van solidariteit te beperken tot een bijdrage aan een grote organisatie. Zonder elke actie waar enkel uit voortkomt dat vluchtelingen één koude nacht minder, één uitgebreide maaltijd meer hebben, maar nog steeds geen zekerheid of toekomst, te bestempelen als mislukt.
Dat het niet organisaties en burgerinitiatieven zijn die de lacunes van het politiek beleid opvullen met (solidaire) acties, maar dat het politiek beleid proactief de onvermijdelijke tekortkomingen van organisaties en burgerinitiatieven invult.
Solidariteit als doel
Leren, sensibiliseren, activeren, waarschuwen, uitleggen, bekritiseren, mobiliseren. Er is nog veel werk aan de winkel. Net omdat we onderweg, tussen de christelijke naastenliefde en de wereldverbeteraars door, ergens onze solidariteit zijn verloren. Afgestompt, met een overload aan informatie , langs alle kanten en daardoor langs geen kanten meer geïnformeerd. Driehonderd slachtoffers in een burgeroorlog zijn geen nieuws, drieduizend verdronken vluchtelingen evenmin. De cijfers blijven zich rekken, zonder ons te raken.
Solidariteit is het middel, een solidaire samenleving het doel.
Maar ook getallen blijven groeien. Burgers worden wakker, staan op en doen er zelf iets aan. Burgerinitiatieven proberen, evolueren, evalueren. En natuurlijk dienen hulporganisaties ondersteund te worden, natuurlijk is hun expertise niet te verwaarlozen, hun impact niet te ontkennen. Maar de macht ligt nog steeds bij de burgers. Zij zijn de geldschieters, zij zijn de critici, zij zijn de sociaal-contractuelen, zij zijn de overheid.
Het is hun beleid dat faalt, hun verkozenen die ze terecht moeten wijzen, hun samenleving die ze recht moeten trekken. Solidariteit is het middel, een solidaire samenleving het doel.
Kaat Hermans is één van de vele activisten die naar Calais trok om vluchtelingen te gaan helpen.