Sprakeloos over de revolutie in de Arabische wereld

Opinie

Sprakeloos over de revolutie in de Arabische wereld

Soms zijn er van die gebeurtenissen waar zelfs de meest verwoede commentator sprakeloos van wordt. De huidige revolutie in de Arabische wereld, die in december in Tunesië losbrak en intussen in Egypte op een indrukwekkende wijze voortwoedt is er zo één. Al dagen is mijn sociaal leven overhoop gehaald en mijn concentratiegehalte een ramp.

Net als vele andere vrienden ben ik niet weg te slaan van het internet, en ben ik een ware Aljazeera en Facebook junk geworden. Tientallen analyses moet ik intussen gelezen hebben, over de mogelijke naweeën van de huidige revolutie, de impact die het op de Arabische wereld zou kunnen hebben, de positie van de Islamisten, de kijk van het Westen op het conflict, de nieuwe geopolitieke realiteit die zich aftekent, de relatie tot Israël, de gestrande toeristen. Honderden beelden heb ik gezien en duizenden minuten commentaren gehoord. En toch blijf ik sprakeloos.

Zo sprakeloos dat het mij moeite kostte om deze column te schrijven. Reden waarom het op dinsdag, en niet op maandag verschijnt. Zoals het een goede commentator betaamt, tracht je een originele invalshoek te vinden, de zaken vanuit een nieuwer perspectief te belichten, bepaalde gebeurtenissen met elkaar in verband te brengen, een duiding te geven die je toelaat zaken vanop een nuchtere afstand te aanschouwen en te duiden. Alleen: ik vond die niet. Elke poging om een duiding te geven, om “iets” te zeggen, leek een maat voor niets. Want telkens werd die achterhaald door de snelheid en de onvoorspelbaarheid van de ontwikkelingen en de diepgang van de gebeurtenissen.

Over de Arabische wereld werd vaak, inclusief door ondergetekende, beweerd dat mensen te gedepolitiseerd waren om de corrupte en dictatoriale regimes waaronder ze leefden, omver te werpen. We waren rotsvast overtuigd van ons politiek pessimisme. Dat mensen liever aan de buis gekluisterd waren dan dat ze in opstand kwamen tegen hun onderdrukkende condities.

Toen de revoltes in Tunesië losbraken, observeerde ik het met de nodige interesse maar vanop een nuchtere afstand. ‘Het zou snel gekortwiekt worden’ mijmerde ik met een aantal vrienden. Toen Ben Ali vluchtte was ik onder de indruk, maar zocht ik verklaringen in het feit dat Tunesië geen grote geopolitieke speler was en de inzet dus laag was. Zoiets zou immers ondenkbaar zijn in een ander Arabisch land, zoals bijvoorbeeld Egypte, knikten we zelfgenoegzaam. Egypte gaat immers over Israël, het gaat over de geopolitieke belangen van Amerika en West-Europa. En no way dat de Israëli’s of de Amerikanen het zouden toelaten.

Nog geen tien dagen later verschijnt datzelfde Egypte, diezelfde Mubarak waarvan iedereen overtuigd was dat hij stevig in het zadel zat, naakt, als een keizer zonder kleren. Het volk luistert niet langer. Het volk is niet langer bang. Van Mubarak, noch van de politie, noch van de repressie, noch van de Amerikanen.

Allicht is dat precies de essentie van een Revolutie. Wanneer iedereen verrast wordt. Wanneer datgene wat verwacht werd, niet langer opgaat.  Wanneer de sociale orde niet langer geldt. Wanneer mensen ophouden te handelen volgens het voorgeschrevene. Wanneer ‘analyses’ niet meer waard zijn dan horoscopische voorspellingen. Wanneer een sociologe als ik niets kan duiden, niets kan zeggen maar enkel kan observeren.

Ik heb geen flauw idee hoe de zaken verder zullen evolueren. Ik weet niet waarvan morgen gemaakt zal worden. Ik weet niet of Mubarak zal aanblijven, ik weet niet of hij vanavond richting Saudi Arabië of naar een andere bestemming zal vluchten. Ik weet niet wat er van Egypte, Jordanië, Marokko, Palestina, Jemen zal verworden.

Alles wat ik weet is dat we vandaag, met z’n allen, getuige zijn van de limieten van politieke macht. Dat we met z’n allen kunnen vaststellen waartoe de daad van één man, één uitgeputte en vernederde man, Mohamed Bouazizi, kan leiden. Dat we met z’n allen kunnen zien wat collectieve verontwaardiging kan losmaken. Dat we met absolute zekerheid kunnen beweren dat orde, hoe repressief ook, altijd uitgedaagd kan worden. Dat sociale en politieke orde niets meer is dan een georganiseerde consensus die op losse schroeven staat zodra een groep beslist deze niet langer te volgen.

Op zo’n momenten wordt Geschiedenis (met een grote G) geschreven, wordt sociale verandering gemaakt, wordt de democratie beleefd. Niet tijdens de wollige parlementaire debatten die op een ritualistische wijze het democratisch spel trachten te ensceneren. Niet tijdens de vastgeroeste institutionele onderhandelingen die niet verder geraken dan technocratische kommaneukerij. Niet tijdens de spektakelverkiezingen waarin vooral onze politici, journalisten en commentatoren zich uitleven maar die voor ons vooral een welkom excuus zijn om op een vroege zondag koffiekoeken te gaan halen.

De zucht naar vrijheid die zich momenteel voor onze ogen aftekent, verrast, ontroert, inspireert. Ze valt niet in woorden te vatten, komt niet in aanmerking voor nuchtere analyses, ze blijft onvoorspelbaar. Want elke afstand zou geveinsd zijn, elke duiding onvolledig, elke verklaring misleidend.

Al wat ik nu kan doen is daarom het indrukwekkend schouwspel aanschouwen. Simpelweg aanschouwen. Ontroerd, geïnspireerd en zonder commentaar.