Verschillende auteurs
Nationale Bank van België blijft blind voor structurele oorzaken zoals speculatie en graaiflatie
“‘‘Stijgende voedselprijzen zijn zeker niet alleen aan de klimaatverandering toe te schrijven’’
Een week voor het einde van de klimaattop in Bakoe publiceerde de Nationale Bank van België (NBB) een rapport over de impact van de klimaatverandering op de stijgende voedselprijzen. Een aantal experts van ngo’s vinden dat de bank in haar analyse blind blijft voor een aantal structurele economische oorzaken van deze voedselinflatie, namelijk speculatie, graaiflatie en monopolievorming. Ze pleiten dan ook voor een alomvattend beleid dat de diepere oorzaken van voedselinflatie aanpakt.
In haar rapport over de impact van de klimaatverandering op voedselinflatie besteedt de Nationale Bank van België (NBB) een aantal pagina’s aan een uitgebreide uitleg over het fenomeen van broeikasgassen en het broeikaseffect. Dit lijkt misschien vanzelfsprekend, maar in een tijd waarin klimaatscepticisme groeit, Donald Trump opnieuw verkozen is, conservatieve partijen terrein winnen in de EU en belangrijke maatregelen uit de Green Deal worden uitgesteld, voelt het alsof de Nationale Bank zich genoodzaakt zag om fundamenteel wetenschappelijke feiten nog eens te herhalen.
Toch roept dit rapport vragen op. Waarom baseert de Nationale Bank haar analyse op literatuur die ‘nog in de kinderschoenen staat’, terwijl zij tegelijkertijd het concept van ‘graaiflatie’ (inflatie aangedreven door buitensporige winsten), dat wordt ondersteund door instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF), categorisch afwijst voor de Belgische context?
Klimaat als rookgordijn
Hoewel de klimaatverandering een impact heeft op voedselinflatie, is het simplistisch om de prijsstijgingen volledig daaraan toe te schrijven. In een land als België, waar 70% van de geconsumeerde voedingsmiddelen wordt geïmporteerd, spelen andere factoren een veel grotere rol: speculatie op grondstoffenmarkten, monopolistische macht en buitensporige winstmarges van bedrijven.
Door haar analyse te simplificeren, leidt de Nationale Bank de aandacht af van deze structurele dynamieken. Terwijl de NBB zich bewust is van het gebrek aan wetenschappelijke consensus over de relatie tussen klimaat en inflatie, negeert zij het goed gedocumenteerde effect van winstmarges van grote bedrijven op inflatie.
Uit rapporten van onder andere het IMF blijkt dat in de eurozone 45% van de inflatie tussen 2022 en 2023 toe te schrijven is aan de stijging van bedrijfswinsten. Een studie van het Institute for Public Policy Research (IPPR) uit 2023 toonde aan dat de winsten van multinationals in sectoren zoals voeding sinds 2019 gemiddeld met 30% zijn gestegen, veel meer dan de reële kosten.
Hoog-gefinancialiseerde producten zoals tarwe en koffie worden blootgesteld aan speculatie, wat prijsschommelingen verergert, voedsel ontoegankelijk maakt voor kwetsbare groepen en de financiële stabiliteit van boeren verstoort. Toch ontbreken deze dynamieken in de analyse van de NBB.
De Belgische context
In België heeft econoom Olivier Malay herhaaldelijk benadrukt dat Belgische industriëlen, vooral in de voedingssector, hebben geprofiteerd van inflatie door hun winsten aanzienlijk te verhogen. In 2022 zagen meer dan 45% van de Belgische voedingsproducenten hun winsten exploderen, goed voor een stijging van 662 miljoen euro, ruim boven de kostenverhogingen.
De significante prijsstijgingen doorgevoerd door Belgische industriëlen vloeien ook over naar het buitenland aangezien een groot deel wordt geëxporteerd. Dat betekent dat deze superwinsten niet alleen ten koste gaan van Belgen, maar ook van buurlanden en landen buiten Europa.
Wat supermarkten betreft, stelt Malay dat ze in 2022 niet direct profiteerden van inflatie, maar dat ze vanaf 2023 hun prijzen verhoogden, vermoedelijk om hun winstgevendheid terug te herstellen, nadat deze was gedaald tijdens de crisis 2021-2022 . Hoewel zij afhankelijk zijn van leveranciers voor hun inkoopprijzen, blijven ze vasthouden aan een model gericht op winstmaximalisatie, wat ongetwijfeld ook heeft bijgedragen aan prijsstijgingen.
Strategische voedselvoorraden: een structurele oplossing
Om systemische crisissen aan te pakken, moeten reguleringsmechanismen voor landbouwmarkten worden ingevoerd. Strategische voedselvoorraden bieden een bewezen alternatief. Deze mechanismen maken het mogelijk om voedingsmiddelen op te kopen, op te slaan en te verdelen. Ze kunnen inflatie onder controle houden, speculatie tegengaan, producenten beschermen door gegarandeerde afzet en consumenten voorzien van voldoende voedsel. Voedselvoorraden zijn een instrument van publieke controle en een manier om prijzen te beïnvloeden, mits ze in voldoende hoeveelheden beschikbaar zijn om echt effect te hebben.
Eerdere voedsel(prijs)crisissen zoals die van de financiële crisis van 2007-2008 of die van 2022 na de oorlog in Oekraïne, tonen aan dat het significante tekort of gebrek aan strategische voorraden prijsstijgingen heeft verergerd. Landen die sterk afhankelijk zijn van internationale markten werden geconfronteerd met voedselonzekerheid met dramatische gevolgen. Het bestaan van voldoende voorraden kan deze afhankelijkheid tijdelijk verminderen en de impact van externe schokken verzachten. Transparantie over publieke en private voorraden is hier absoluut essentieel om speculatie te voorkomen.
Een globale en eerlijke oplossing
In plaats van zich te beperken tot monetaire oplossingen of eenzijdige aandacht voor de klimaatimpact, is het tijd om globale beleidsmaatregelen voor te stellen die de fundamentele oorzaken van voedselinflatie aanpakken.
Dit omvat niet alleen de regulering van financiële markten, het bestrijden van speculatie en het vergroten van transparantie over winstmarges in de toeleveringsketens, maar ook de hervorming van internationale handelsrelaties. Een dergelijk hervormd handelssysteem moet publieke voorraadvorming ondersteunen en bijdragen aan de ontwikkeling van regionale en lokale voedselsystemen, waardoor veerkracht en eerlijkere verdeling binnen de voedselketen mogelijk wordt.
Aangezien de cijfers van de Nationale Bank grotendeels dateren van vóór de grote indexering van januari 2023, is het noodzakelijk dat zij haar conclusies herziet met recentere gegevens, en om volledigere analyses uit te voeren die de rol van verschillende actoren in kaart brengen. Bovendien moet ze steun geven aan oproepen om de financiële markten te reguleren, speculatie te bestrijden en meer transparantie te eisen over winstmarges in de toeleveringsketens.
Over de auteurs
Fairouz Gazdallah is beleidsmedewerker voedselrechtvaardigheid bij Oxfam België.
Lara Sarcinella is onderzoeker bij FairFin vzw.
Amaury Ghijselings is beleidsmedewerker voedselsoevereiniteit bij CNCD-11.11.11.
Jonas Jaccard is beleidsmedewerker bij Humundi.
Tomaso Ferrando is professor aan de Universiteit Antwerpen, Law and Development Research Group and Institute of Policy Development.
Niets missen?
Abonneer je op (één van) onze nieuwsbrieven.