Tolereer geweld niet, want het is schadelijk voor verzet

Opinie

Tolereer geweld niet, want het is schadelijk voor verzet

Tolereer geweld niet, want het is schadelijk voor verzet
Tolereer geweld niet, want het is schadelijk voor verzet

Gewelddadige betogers doen meer om het verzet tegen de neoliberale mondialisering te ondermijnen dan twintig wereldleiders en de media die hen goedgezind zijn. Waarom slaagt links er niet in die objectieve bondgenoten van de status quo te isoleren?

Hamburg. Het was geleden van de anderslobalistische betogingen van begin deze eeuw, maar er is niets veranderd. Een grote betoging van heel diverse mensen die zich verzetten tegen de manier waarop machthebbers de wereld inrichten, wordt verstoord door een heel kleine groep amokmakers die de politie aanvallen, auto’s in brand steken en winkelruiten verbrijzelen. Vervolgens halen die beelden het wereldnieuws, waardoor het beeld ontstaat dat het nachtelijke straatgeweld representatief is voor het verzet tegen de neoliberale mondialisering en de groeiende ongelijkheid, de ecologische destructie en militaire interventies die ermee samengaan.

© Robert Oosterbroek / Bas van Setten

© Robert Oosterbroek / Bas van Setten​

Slotstuk van die voorspelbare kringloop van feiten en framing wordt geleverd door linkse denkers en media die de mainstreammedia verwijten dat ze zo gretig inzoomen op de sensationele geweldbeelden en tegelijk de geweldplegers ideologisch uit de wind zetten door hun acties te verklaren als extreme frustraties met het systeem, of als spijtige maar begrijpelijke reacties op het politieoptreden.

Het scenario is zo gekend en voorspelbaar dat iedereen er op voorbereid is, of zou moeten zijn: organisatoren, media, opiniemakers, het grote publiek, politici… Toch lijkt iedereen telkens opnieuw en telkens op dezelfde manier te improviseren. Met alle schadelijke gevolgen vandien. Want niets schaadt en discrediteert een brede beweging van verzet meer dan extremistisch en nihilistisch geweld. Wie dat niet erkent en zich dus niet ondubbelzinnig afzet tegen de goed voorbereide kernen van geweldplegers, draagt niet bij tot eenheid in verzet, maar tot het afstoten van veel gemotiveerde burgers. Een uitgesproken en organisatorisch goed voorbereide keuze voor geweldloos verzet is vandaag meer dan ooit nodig, maar blijkt afwezig.

Als Srecko Horvat zich afvraagt wat die paar uitgebrande auto’s in Hamburg voorstellen in vergelijking met het geweld dat meer dan een miljoen mensen op de vlucht joeg uit Irak, Syrië en Afghanistan, dan suggereert hij dat dit straatgeweld zoniet te verantwoorden dan toch te verwaarlozen is. Quod non.

Wat we wel krijgen, is een redelijk lamme vergelijking tussen het straatgeweld en het structurele geweld dat veroorzaakt of gepleegd wordt door de machthebbers van deze wereld – waarbij gemakshalve gesuggereerd wordt dat de amokmakers hun straatgeweld inzetten als protest tegen het structurele geweld. Als Srecko Horvat zich afvraagt wat die paar uitgebrande auto’s in Hamburg voorstellen in vergelijking met het geweld dat meer dan een miljoen mensen op de vlucht joeg uit Irak, Syrië en Afghanistan, dan suggereert hij dat dit straatgeweld zoniet te verantwoorden dan toch te verwaarlozen is. Quod non.

Horvat heeft gelijk als hij zegt dat we het geweld moeten “deconstrueren” – in een juist perspectief plaatsen, beter begrijpen, de functie ervan duiden. En volgens mij resulteert dat in een harde veroordeling van straatgeweld omdat het de aandacht wegzuigt van wat de grote meerderheid van de demonstranten in Hamburg duidelijk wilde maken, namelijk dat ze het geweld van een uitbuitingseconomie maar ook van het militair-economisch complex zat zijn, en dat ze met hoogdringendheid een mondiaal sociaal en ecologisch beleid eisen.

En het straatgeweld maakt het voor de mannen en vrouwen in maatpakken véél te gemakkelijk om zichzelf te presenteren als de hoeders van fatsoen en beschaving, terwijl honderdduizend mensen net bezig waren met het blootleggen van de werkelijke impact van hun handelsbeleid en hun beschavingsmissies. Ingaan op provocaties of intimidaties van de ordehandhaving is een zwak excuus voor daden die dat oorspronkelijke doel onbereikbaar dreigen te maken.

© Robert Oosterbroek / Bas van Setten

© Robert Oosterbroek / Bas van Setten​

Geweld gaat verder dan brandende auto’s en etalages aan scherven. Het opzet om te schrijven over de dringende nood aan een nieuw elan voor geweldloos verzet ontstond al enige tijd geleden, door het volgen van het brutale taalgebruik op sociale media van een aantal politici in binnen- en buitenland.

Een staatssecretaris in functie die op zijn sociale media roept ‘Weg ermee!’ en vervolgens niets inbrengt tegen de rauwe reacties, die wordt mee verantwoordelijk voor het opjutten van gewelddadige taal. Onder een recente post over het uitzetten van mensen zonder papieren, schrijft een van de bewonderaars: ‘Hoe komt da toch da er dan nog zoveel krapuul rondloopt zoals rond brussel? Verwijderen die handel !!! Zij maken ons kleine landje kapot.’

De steeds twitterende en Facebookende staatssecretaris laat begaan. Ofwel omdat hij het er helemaal mee eens is – zoals zijn eigen ‘weg ermee!’ doet vermoeden – ofwel omdat het hem politiek goed uitkomt dat de harde kern van xenofobe burgers zich rond hem verzamelen. In beide gevallen is er sprake van medeverantwoordelijkheid voor een klimaat dat zo erg polariseert dat de kans op effectief geweld echt groot wordt.

Geweld als politieke strategie is heel erg macho, een antwoord op wat gezien wordt als de passiviteit van de massa en het compromis van de grote organisaties

Geweld als politieke strategie is heel erg macho, een antwoord op wat gezien wordt als de passiviteit van de massa en het compromis van de grote organisaties. Het geweld van Black Bloc-activisten wordt weliswaar niet meer verwoord zoals dat gebeurde door de pleitbezorgers van “de propaganda van de daad”, zoals Pankaj Mishra het nihilistische geweld van de anarchisten van vorige eeuw omschrijft in Tijd van woede.

Maar de basisstelling lijkt wel heel herkenbaar: ‘Door de mislukkingen zagen de jonge anarchisten zich genoodzaakt publieke bewegingen de rug toe te keren, meer in het geniep te werken en hun macht uit te breiden; het idee van ‘propaganda van de daad’ – tegenwoordig overal zichtbaar in gefilmde, live gestreamde en gefacebookte slachtingen – kwam vanzelf voort uit het idee dat alleen extreme geweldsdaden de wereld konden laten zien hoe wanhopig de maatschappelijke situatie was en hoe moreel integer degenen die vastbesloten waren haar te veranderen.’

De oproep om de mannelijkheid van actie en reactie te herstellen, vindt Mishra terug bij de meest tegengestelde politieke ideologieën en stromingen, van Pakistaans moslimnationalisme tot Italiaans fascisme, van de Duitse Romantiek over Chinees nationalisme tot de Indische hindoerevival.

‘Swami Vivekananda, voorman van het hindoeïstische reveil en ook al zo’n ijverige leerling van Herbert Spencer, zwom in dezelfde intellectuele stroom van het Europa van het fin de siècle toen hij hindoes opriep vlees te eten, ‘stalen spieren’ te kweken en te bidden: ‘O, moeder van de Kracht, laat mijn zwakte verdwijnen, neem mijn onmannelijkheid weg en maak een man van me!’

Het is verre van mij om Vivekananda post factum te beschuldigen van de moord op Gandhi, maar zijn oproep tot mannelijke daadkracht en geweld klinkt heel erg door in het argument dat de echte moordenaar van Gandhi, Nathuram Godse, gebruikte tijdens zijn laatste toespraak op zijn proces. ‘Ik kwam tot de conclusie dat een Indiase politiek in de afwezigheid van Gandhi zeker praktischer zou zijn, in staat om terug te slaan en sterk in zijn militaire macht.’

T.S. Elliot schreef in 1930: ‘Het is, op paradoxale wijze, beter kwaad te doen dan niets te doen; we bestaan dan tenminste. Het is waar dat het de glorie van de mens is dat hij verlost kan worden; het is ook waar dat het zijn glorie is dat hij verdoemd kan worden. Het ergste dat van de meeste boosdoeners die we kennen, van staatslieden tot dieven, gezegd kan worden is dat ze niet mens genoeg zijn om verdoemd te kunnen worden.’

De aantrekkingskracht van de viriele daad tegenover het verwijfde compromis klinkt dezer dagen opnieuw heel sterk door in veel politiek discours

Die aantrekkingskracht van de viriele daad tegenover het verwijfde compromis klinkt dezer dagen opnieuw heel sterk door in veel politiek discours. Het is het fundament van Trumps profilering tegenover zijn rationele, academische voorganger Obama. Het is de niet-uitgesproken onderstroom van Franckens borstklopperij over zijn dadenbeleid tegenover wat hij het vroegere gedoogbeleid noemt.

Het is de teneur die Poolse, Hongaarse, Turkse en Russische sterke mannen hanteren als ze beweren dat hun optreden noodzakelijk is om de nationale glorie te herstellen. In zijn extreme vorm vind je het terug bij de jihadi’s van Al Qaeda en IS, die bereid zijn levens, steden en geschiedenissen te verwoesten “to make islam great again”.

© Robert Oosterbroek / Bas van Setten

© Robert Oosterbroek / Bas van Setten​

Geweldloosheid wordt al snel neergezet als soumission, als een krachteloos aanvaarden van het (ideologische) geweld en de overheersing door de andere. Wie hierin de verkrachtingsfantasieën van de naar viriliteit snakkende loser niet herkent, moet beter leren lezen. De realiteit is natuurlijk dat geweld en het verlangen ernaar het tegengestelde zijn van moed en rationele strategie. Geweldloos verzet vraagt zelfbeheersing, duidelijk uitgetekende doelen en stappen daarnaar toe, vorming van militanten en een communicatiestrategie die duidelijk maakt wie de echte geweldplegers zijn: de machtige landen, de onaantastbare economische giganten, de haatpredikanten, de commerçanten van seks, drugs en terreur. Om die laatste boodschap zo scherp én zo breed mogelijk te verspreiden en er maximaal politiek gewicht aan te geven, is een geweldloze, maar radicaal volgehouden strategie een échte meerwaarde.

Geweldloosheid wordt al snel neergezet als soumission, als een krachteloos aanvaarden van het (ideologische) geweld en de overheersing door de andere

Wie daar aan twijfelt, moet maar eens natrekken welke schade de extremistische jihadi’s aanrichten aan de zaak van al wie een hedendaagse politieke vertaling van zijn of haar islamitisch geloof nastreeft. Of je moet heel even terug in de tijd om de schade op te meten die de Rote Armee Fraktion of de Brigato Rosso veroorzaakten voor elke tendens die zich echt links van de sociaaldemocratie opstelde. Elke andersglobalistische betoging van de jaren 2000 die ontsierd werd door Black Bloc hooligans vernietigde de inspanningen van grote vakbonden, bewegingen en organisaties om de radicale kritiek op de neoliberale Washington Consensus te mainstreamen.

Wat nu vaak gebeurt, is dat die bewegingen hun militanten of medestanders proberen te vormen om het onderscheid te maken tussen loos geweld en breed gedragen verzet. Wat veel te weinig gebeurt, is dat grote organisaties én kleine of radicale basisorganisaties zich echt en effectief afkeren van groepjes die opdagen in zwarte kledij, voorzien van bivakmutsen en rugzakjes vol projectielen. Het verzet tegen een wereldwijd systeem van uitbuiting, eenzijdige verrijking van een kleine elite en ecologische destructie moet breed en zo divers mogelijk zijn, maar voor nihilistisch geweld is er naar mijn overtuiging geen plaats. Omdat het moreel zéér twijfelachtig is, en omdat het het werk en het engagement van honderdduizenden ondergraaft.

De actievoerders in Hamburg spraken en handelden in grote mate ook in mijn naam. Maar van de relschoppers wil ik heel duidelijk zeggen: Not in my name!

(Met dank aan Robert Oosterbroek en Bas van Setten voor het gebruik van de beelden)