Turkije: 'Opgelucht dat de coup voorbij is, maar het resultaat is geen democratie'

Joris Leverink

19 juli 2016
Opinie

Turkije: 'Opgelucht dat de coup voorbij is, maar het resultaat is geen democratie'

Turkije: 'Opgelucht dat de coup voorbij is, maar het resultaat is geen democratie'
Turkije: 'Opgelucht dat de coup voorbij is, maar het resultaat is geen democratie'

Na de mislukte militaire staatsgreep op 15 juli 2016 lijkt de rust teruggekeerd in het centrum van Istanboel. De sfeer is echter gespannen en berichten van elders in Turkije zijn verontrustend. Joris Leverink is ter plaatse en neemt poolshoogte bij zowel voor- als tegenstanders van de regeringspartij.

Vlaggenverkoper Ali doet goede zaken. Met een zware bundel vlaggen op zijn schouders sjokt hij over het Taksimplein op en neer. Vandaag heeft hij zijn twee zoontjes ook aan het werk gezet: in zijn eentje kan hij de vraag niet aan.

‘De mensen houden van hun land, en van hun vlag, en ik help ze daar een handje bij’, verklaart hij opgewekt.

Waar zijn de politiebusjes?

In het centrum van Istanboel lijkt de rust wedergekeerd. De beroemde Istiklalstraat -commerciële levensader van de stad- wordt weer bevolkt door simit verkopers, straatmuzikanten en toeristen.

Terwijl veel westerse toeristen bestemmingen in Turkije al een paar maanden links laten liggen, is het land nog altijd in trek bij vakantiegangers uit het Midden-Oosten.

De lotenverkoopster staat op haar vaste stek voor het Franse consulaat haar loten te venten en families poseren breed glimlachend voor het onafhankelijkheidsmonument midden op het plein.

Als je niet beter wist zou je bijna denken dat er hier niks aan de hand was. Dat dit land niet enkele dagen geleden nog op de rand van de afgrond verkeerde. Bíjna.

De onnatuurlijke kalmte van een land dat herstelt van de schrik en nog niet helemaal zeker is of het gevaar is geweken.

Een tweede blik doet een heel ander beeld ontstaan. Een half verscholen portofoon transformeert een achteloze voorbijganger in een agent in burger.

De straten zijn vol maar de winkels zijn leeg. En waar zijn de grote, logge waterkanonnen en de politiebusjes die in de afgelopen jaren zo’n vertrouwd onderdeel van het straatbeeld in Istanboel zijn geworden?

Het is rustig. Akelig rustig. Er heerst een onnatuurlijke kalmte van een land dat herstelt van de schrik en nog niet helemaal zeker is of het gevaar daadwerkelijk is geweken.

Het is de stilte van al die mensen die zijn thuisgebleven omdat ze de zoveelste waarschuwing voor bomaanslagen nu wél serieus nemen. Het is de leegte die is achtergebleven nadat de hoop op een betere toekomst is vervlogen.

© Joris Leverink

De beroemde Istiklalstraat, commerciële levensader van Istanboel

© Joris Leverink​

Eén natie, één president

Nog geen drie dagen geleden was ditzelfde Taksimplein het toneel van een historische confrontatie tussen burgers en militairen.

De soldaten gehoorzaamden het bevel van hun officiers, en hun opponenten gaven gehoor aan een oproep van President Recep Tayyip Erdogan om massaal de straten op te gaan om de staat en de democratie te verdedigen.

Osman Kerenoglu (22)

© Joris Leverink

Zo ook de 22-jarige Osman Kerenoglu. Hij heeft een rode bandana met opschrift ‘Türkiye’ om zijn hoofd geknoopt en loopt nog steeds met een vlag over het plein. ‘Toen de President zei dat we de straat op moesten gaan ben ik meteen naar het plein gekomen,’ zo vertelt hij. ‘Voor volk en vaderland.’

Vrijdagnacht lukte het Osman en zijn vrienden om de soldaten te overmeesteren. Ze waren in een grote meerderheid en de soldaten, ondanks het feit dat ze tot de tanden toe bewapend waren, deinsden er voor terug om het vuur te openen.

Massa’s opgehitste burgers wierpen zich voor de tanks en gingen soldaten met blote vuisten te lijf.

Het was een tafereel dat zich op vele plekken in het land voordeed: massa’s opgehitste burgers wierpen zich als levende barrières voor de tanks en gingen gewapende soldaten met blote vuisten te lijf.

De burgerinterventie zou uiteindelijk enkele tientallen mensen het leven kosten, maar niet zonder succes.

Het falen van de coup is grotendeels te danken aan de duizenden Turken die zonder angst voor het vege lijf de straat op zijn gegaan om het leger de pas af te snijden.

Het was een gewaagde gok van de politieke leiders om de toekomst van het land in de handen van de burgers te plaatsen. Het had evengoed op een bloedbad uit kunnen draaien met duizenden doden tot gevolg.

Maar deze gedurfde zet heeft z’n vruchten afgeworpen. President Erdogan en de zijnen lijken nu machtiger dan ooit. ‘Eén natie, één President’, zo vat Osman de situatie samen. Een beeld waar niet iedereen even gelukkig van wordt.

© Joris Leverink

Istanboel, Turkije (juli 2016)

© Joris Leverink​

Samen vooruit

‘Ik ben opgelucht dat de coup voorbij is, maar we kunnen de uitkomst geen democratie noemen’, legt Yasemin uit, de 43-jarige architecte wil liever niet met haar achternaam genoemd worden.

Op het Taksimplein fotografeert ze de gigantische Turkse vlaggen die door gemeentewerkers boven het plein worden opgehangen. ‘Om esthetische redenen’, geeft ze lachend toe, niet omdat ze per se zo’n grote fan is van dit nogal bombastische nationalisme.

Het is voor het eerst sinds enkele dagen dat ze weer naar buiten komt. Doodsbenauwd was ze, op vrijdagavond, toen de straaljagers over de stad vlogen en er geweerschoten in de straten klonken.

Ze was bang voor de gevechten, maar ook voor de pro-regeringsdemonstranten die zij zag als een op hol geslagen horde fanatieke islamisten.

Ze beseft nu dat ze het bij het verkeerde einde had: ‘Ook veel vrouwen en kinderen gaan, nog steeds, mee de straat op.’

Voor velen is het vooruitzicht van een nog machtiger president genoeg om emigratie te overwegen.

Volgens de architecte is het verkeerd om van elkaar weg te rennen, en moet men juist toenadering zoeken om samen de obstakels te lijf te gaan. ‘Ik ben een optimist’, geeft ze op haast verontschuldigende wijze te kennen.

Niet iedereen deelt haar optimisme. Voor velen is het vooruitzicht van een nog machtiger president die nu vrij spel heeft om al zijn politieke tegenstanders een pootje te lichten genoeg om emigratie te overwegen.

‘Ik houd van dit land, van mijn wijk, van mijn straat en van de mensen’, vertelt een tabaksverkoopster in de wijk Kadiköy, aan de Aziatische kant van Istanboel. ‘En ik had nooit gedacht dat het zover zou komen, maar ik denk er nu ernstig over na om naar het buitenland te vertrekken.’

De knokploegen van de AKP

Waar men bang voor is? Dat er in het nieuwe Turkije van Erdogan geen ruimte meer is voor andersdenkenden. Dat misdaden onbestraft zullen blijven zolang ze maar door de “juiste persoon” gepleegd zijn. Dat er niet langer de vrijheid zal zijn om er andere ideeën, ideologieën, of politieke overtuigingen op na te houden.

‘Ik ben bang’, geeft Ercan Ayboga toe. De 39-jarige ambtenaar woont en werkt in Diyarbakir, een overwegend Koerdische stad in het zuidoosten van Turkije die in de afgelopen maanden zwaar getroffen is tijdens gevechten tussen het Turkse leger en Koerdische militanten.

‘Ik ben bang voor de komende dagen, weken, maanden, voor het mogelijke geweld dat ons nu te wachten staat.’

‘Het is niet zo dat ik teleurgesteld ben dat de coup mislukt is’, voegt hij snel toe. ‘Want dat was ook geen oplossing geweest.

Maar ik ben bang voor de komende dagen, weken, maanden. Voor het mogelijke geweld dat ons nu te wachten staat.’

Nieuwsberichten uit Malatya, een stad in het oosten van het land, spreken van bendes die overwegend Alevitische wijken binnen dringen om de bewoners angst aan te jagen.

‘De AKP supporters zijn hier. Waar zijn de Alevieten?’, scandeerde een groep van zo’n duizend man, terwijl ze luid vanuit hun auto’s AKP verkiezingsjingles draaiden.

‘De AKP heeft in de nasleep van Gezi-protesten van 2013 militante groepen opgericht om hun “vuile werk” op te knappen,” legt Ayboga uit.

‘Het betreft bijvoorbeeld groepen zoals de Osmanli Ocaklari [Osmaanse Haarden, nvdj], die overigens verantwoordelijk zijn voor de aanvallen op tientallen partijkantoren van pro-Koerdische partijen in de aanloop naar de verkiezingen in November.’

Hij vreest dat de AKP steeds meer gebruik zal gaan maken van dit soort groepen om hun wil aan de bevolking op te leggen. ‘Ze zullen het niet uit de hand laten lopen, maar kleinschalige aanvallen uitvoeren die een grote impact op de samenleving zullen hebben’, zo voorspelt Ayboga.

© Joris Leverink

Istanboel, Turkije (juli 2016)

© Joris Leverink​

De wens van het volk

Drie dagen na de coup scheuren er nog steeds tot diep in de nacht auto’s luid toeterend door de stad. ‘Y’allah bismillah allahu akbar!’ schreeuwen de jonge mannen en vrouwen terwijl ze al zwaaiend met hun vlaggen uit de ramen van hun auto’s hangen.

Osman gaf op het Taksimplein al te kennen dat hij zeker tot het einde van de week zijn plicht als waakzame burger zal blijven vervullen, ‘om te voorkomen dat het leger een tweede kans krijgt.’

Daar wordt ondertussen ook in de hogere regionen van de samenleving druk werk van gemaakt. De teller staat inmiddels op zo’n twintigduizend mensen van de politie, het ambtenarenapparaat, het leger en justitie die ontslagen of aangehouden zijn.

Dezelfde aanklacht voor iedereen luidt: ‘banden met de Gülen beweging’.

Aanhangers van Erdogan riepen op tot de herinvoering van de doodstraf om de coupplegers te straffen.

Al snel na aanvang van de mislukte staatsgreep wees de Turkse overheid met een beschuldigende vinger naar Fetullah Gülen, de Islamitische prediker en oud-bondgenoot van Erdogan die inmiddels als grootste volksvijand wordt beschouwd.

Zelf ontkent Gülen alle betrokkenheid bij de coup, maar de Turkse publieke opinie heeft haar oordeel al geveld.

Schuldig of niet, de regering heeft de kans met beide handen aangegrepen om het gehele overheidsapparaat te zuiveren van iedereen die er mogelijk andere loyaliteiten op nahoudt.

Aanhangers van Erdogan riepen op tot de herinvoering van de doodstraf om de coupplegers te straffen. Ondanks het feit dat dit het einde zou betekenen van Turkije’s toetredingsproces tot de Europese Unie gaf Erdogan te kennen hier positief tegenover te staan.

‘Turkije is een democratische rechtsstaat en we kunnen de wensen van het volk niet naast ons neerleggen’, zei de President op dinsdagochtend voor zijn huis in Istanboel.

Voor Ercan Ayboga is dit precies wat hem zoveel angst inboezemt, de “lynch-justitie”, zoals hij het noemt. Zolang de wensen van het volk evenredig lopen met die van de President wordt hen de illusie van medezeggenschap gegund.

Iedereen weet echter wie de touwtjes echt in handen houdt, na de gebeurtenissen van vrijdagnacht meer dan ooit.