‘Van beloften en verontwaardiging kopen Afghanen geen brood of vrede’

Opinie

Westen verlaat Afghanistan na 20 jaar vruchteloze oorlog

‘Van beloften en verontwaardiging kopen Afghanen geen brood of vrede’

‘Van beloften en verontwaardiging kopen Afghanen geen brood of vrede’
‘Van beloften en verontwaardiging kopen Afghanen geen brood of vrede’

Westerse legers vertrekken zo onopvallend mogelijk uit Afghanistan. Volgens MO*medewerker Gie Goris moeten we er niet op rekenen dat de NAVO de juiste lessen zal trekken uit het debacle.

USArmy / Lance Cheung (CC BY 2.0)

USArmy / Lance Cheung (CC BY 2.0)

Westerse legers vertrekken zo onopvallend mogelijk uit Afghanistan, terwijl de Taliban opvallende winst boeken op diplomatiek en militair terrein. Volgens MO*medewerker Gie Goris moeten we er niet op rekenen dat de NAVO de juiste lessen zal trekken uit het debacle.

Zoals de dood komt, zo vertrekken de NAVO-legers uit Afghanistan. Stil en onaangekondigd. Toen de VS-troepen begin juli de cruciale luchtmachtbasis van Bagram, nabij Kaboel, ontruimden, deden ze dat midden in de nacht, zonder de Afghaanse bevelhebbers te verwittigen. Maar fictie en satire zijn straffer dan de alledaagse of zelfs de historische realiteit, bleek al snel.

De Amerikaanse satirische website The Onion publiceerde immers bijna exact tien jaar geleden al een stuk onder de nu correcte titel U.S. Quietly Slips Out Of Afghanistan In Dead Of Night. ‘Ooggetuigen vertellen ons dat de 90.000 Amerikaanse soldaten die in Afghanistan gelegerd zijn deden alsof ze sliepen tot voorbij middernacht op dinsdag. Ze zouden dan op kousenvoeten naar de wachtende Humvees, tanks, gepantserde wagens en stealth gevechtsvliegtuigen geslopen zijn, de deur zachtjes achter zich gesloten hebben en zo stil als maar enigszins kon vertrokken zijn, in de hoop de natie van dertig miljoen inwoners niet wakker te maken.’

In 2011 was dat spot, in Bagram in 2021 bittere ernst.

Jang ast, was de mededeling: er is oorlog.’

Hoe bitter, dat illustreerde de Canadees-Iraanse fotografe Kiana Hayeri in een pakkende post op Instagram.

Zaterdagochtend 1 juli wou ze naar Faizabad voor een opdracht voor de New York Times. In haar bagage zaten ook afdrukken van portretten die ze een paar maanden eerder maakte van jonge strijders op de berg Karsai, voor een verhaal dat nog moet verschijnen in National Geographic. ‘Ik had ervoor gezorgd dat ik meerdere afdrukken had, voor in het geval ze er eentje wilden delen met een verloofde of een stiekeme vriendin’, schreef Kayeri.

Maar haar vlucht was afgelast. ‘Jang ast, was de mededeling: er is oorlog.’ De Taliban hadden de weg naar en de controleposten rond de luchthaven ingenomen. In een van de telefoontjes die ze daarna met haar lokale fixer deed, vertelde die dat de jongens op de berg Karsai (Farhad, 17; Ayatullah, 48; Zubaidullah, 16; Abdul Wahab, 28; Dad-e Khoda, 14 en Azimullah, 24) allemaal gesneuveld waren.

Een bouwwerk verkruimelt

Het vertrek met uiterst stille trom na twintig jaar militaire interventie komt er op een moment dat de Taliban met veel fanfare opvallende terreinwinst boeken. Ter herinnering: de interventie begon vier weken na 11 september 2001, als vergelding tegen Bin Laden en het Talibanregime dat hem in Afghanistan liet wonen en plannen maken.

De Taliban controleren minstens een kwart van het grondgebied, de regering niet meer dan de helft.

De meest conservatieve berichten over de opmars van de Taliban spreken over een kwart van het Afghaanse grondgebied dat nu onder hun controle valt, andere analyses hebben het over de helft van het grondgebied dat in elk geval niet langer onder regeringscontrole is. Minstens duizend Afghaanse soldaten zijn de voorbije weken gevlucht naar buurland Tadzjikistan, anderen zijn er niet in geslaagd tijdig de Panjrivier over te steken en zijn nu krijgsgevangen.

De militaire successen van de Taliban verklaren wellicht mede het feit dat de vredesonderhandelingen tussen opstandelingen en regering, die doorgaan in Qatar, al maanden stilliggen, nadat ze hoogstens wat regels en procedures voor gesprekken hadden opgeleverd. Recent beloofde de Taliban wel dat ze – eindelijk – hun vredesplan voor Afghanistan op papier zouden zetten en volgende maand op tafel zouden leggen in Qatar, maar weinig waarnemers zijn ervan overtuigd dat dit ook werkelijk zal gebeuren.

Voor het oog van de wereld

Intussen doen de Taliban er wel alles aan om hun imago in de buitenwereld zo goed mogelijk te verzorgen. Ze beseffen dat ze een verleden als slechte en hardhandige bestuurders in de jaren 1990 achter zich aanslepen. Verschillende berichten uit pas veroverde districten bevestigen het voornemen om ditmaal ten minste beter bestuur te leveren.

De Taliban hebben een verleden als slechte en hardhandige bestuurders in de jaren 1990.

Tegelijk duiken opnieuw verhalen op van geweld en vooral van uitsluiting van vrouwen uit het openbare leven. Waar overheidsambtenaren gevraagd worden om het werk te hervatten, krijgen vrouwelijke ambtenaren het verbod dat te doen. Ook het symbolisch belangrijke onderwijs voor meisjes lijkt opnieuw te lijden onder Talibanbestuur.

De voorbije weken deden ook steeds meer verhalen de ronde over het bewapenen van burgers of van vrijwilligersmilities om de falende strijdkrachten te ondersteunen of te vervangen. De regering en de politieke fracties die de meerderheid uitmaken zetten zich schrap voor wat ze een ‘Tweede Verzet’ noemen. Met name in het noorden van het land werd daarvoor gebouwd op politieke en tribale structuren die een verleden van verzet tegen de Taliban hebben. Vraag is of die bewapening voldoende snel kan gebeuren, of de bevoorrading vervolgens gegarandeerd kan worden, maar ook hoe die milities zich gaan gedragen.

Nogal wat mensen verwijzen bezorgd naar de moedjahedienfracties die elkaar in het hele land bevochten in de vroege jaren 1990, na de Sovjetterugtrekking. Die ‘broederstrijd’ veroorzaakte zoveel verwoesting en mensenrechtenschendingen, dat een deel van de bevolking vragende partij was voor een hardhandig herstel van wet en orde. Er zijn in elk geval al berichten over brandschatting van burgers door pas bewapende milities – dat klinkt dus niet erg hoopgevend.

Het noorden kwijt

Een opvallend kenmerk van de militaire strategie van de Taliban is dat ze vooral inzet op het noorden van het land. Die regio wordt niet gedomineerd door de Pasjtoenen, maar door Tadzjieken, Oezbeken en Hazara’s. De Taliban zijn in oorsprong zoniet uitsluitend, dan toch overwegend Pasjtoens en afkomstig uit de oostelijke regio rond Kandahar.

De burgeroorlog van de jaren 1990 en het blijvende verzet tegen Talibanbestuur tussen 1996 en 2001, maar ook de door de Verenigde Staten gesteunde opmars van de Noordelijke Alliantie vanaf 7 oktober 2001, hebben samen gezorgd voor een diepere etnische kloof dan ooit.

De Taliban weten dus dat ze het noorden onder controle moeten krijgen, willen ze dominant zijn in het hele land. In veroverde districten lijken ze nu ook minder in te zetten op Pasjtoense bestuurders en meer gebruik te maken van lokale medestanders.

Valse beloften

De NAVO-landen die nu stilletjes de weg naar de uitgang nemen, beloven een evaluatie van hun twintig jaar durende militaire interventie in Afghanistan. Ik kijk daar niet naar uit. Gedurende de lange en dure jaren van militaire inzet en humanitaire verpakking is altijd volgehouden dat onze legers in Afghanistan waren voor het welzijn van Afghaanse burgers, en met name om vrouwen de rechten te geven die hen door de Taliban ontnomen waren.

‘Afghaanse vrouwen zijn geen westers liefdadigheidsproject’, zegt Fatima Ayub.

‘Afghaanse vrouwen zijn geen westers liefdadigheidsproject’, reageerde Fatima Ayub, een conflictexperte uit Afghanistan, woensdagochtend op een tweet die het thema nog eens centraal zette.

De aangekondigde doelstellingen zijn nooit geloofwaardig geweest in het licht van de echte prioriteiten, financiële investeringen en de realiteit op het terrein. De ware inzet was de legitimiteit van de NAVO die de humanitaire interventie-arm wou worden van “de internationale gemeenschap”. Dat is op spectaculaire wijze mislukt, maar dat zal in geen enkel evaluatierapport terug te vinden zijn.

Blijft de vraag wat de waarde is van de telkens terugkerende verzekering dat westerse landen na de terugtrekking van hun troepen onverminderd solidair zullen blijven met Afghanistan, de regering en de bevolking.

Aangezien twintig jaar aanwezigheid extreem weinig opgeleverd heeft voor de bevolking, is er weinig reden om te geloven dat de afwezigheid meer zal opleveren.

CC Gie Goris (CC BY-NC 2.0)

De zon gaat onder achter de Hadi Ghar bergen bij Kandahar.

CC Gie Goris (CC BY-NC 2.0)

Geef ons vrede

Wat Afghanistan in 2001 nodig had – heropbouw van infrastructuur in het hele land, steun voor een plattelandseconomie die toen al in puin lag en twee decennia later nog minder voorstelt, bestuurlijke betrouwbaarheid, een onafhankelijk gerecht en nationale corruptiebestrijding – is grotendeels waaraan het land de komende jaren behoefte heeft.

Wat Afghanistan in 2001 nodig had, is waaraan het land de komende jaren behoefte heeft.

Een heel recent onderzoek door Afghanistan Analysts Network bevestigt dat vrouwen op het platteland op de eerste plaats vrede willen. Een einde aan de dreiging en het geweld van oorlog. Tegelijk hopen ze dat de toekomst ook voor henzelf meer rechten en ruimte oplevert. Die hoop wordt trouwens gedeeld over het hele spectrum van religieuze of culturele overtuigingen.

In plaats van vage en weinig geruststellende beloftes van westerse ministers van Defensie, zouden regeringsleiders in het kader van de Verenigde Naties vandaag beter voor de dag komen met concrete investeringsplannen en handelsovereenkomsten.

Een goede buur is beter dan een verre vriend

De voorbije vier decennia hebben bewezen dat geopolitieke berekeningen van Europese grootmachten in de weg kunnen staan van nationale ontwikkeling. Maar de toekomst van Afghanistan hangt niet eens op de eerste plaats af van Europa en de VS doen. Crucialer is de vraag wat de buurlanden doen of van plan zijn.

Pakistan is al sinds de jaren 1970 een hoofdrolspeler in het drama van de Afghaanse politiek.

Pakistan is al sinds de jaren 1970 een hoofdrolspeler in het drama van de Afghaanse politiek: als steun en toeverlaat van de Taliban en als doorgeefluik voor de geopolitieke belangen van respectievelijk de Verenigde Staten en China. De VS geef er nu de brui aan, maar China is al enkele jaren bezig met een steeds actievere rol in Afghanistan. Iran heeft tijdens de interventie van de Verenigde Staten steeds meer redenen gevonden om gemene zaak te maken met de Taliban, ook al zijn ze ideologisch eerder concurrenten dan medestanders.

De Centraal-Aziatische buurlanden Tadzjikistan, Oezbekistan en Turkmenistan zijn eerder beducht om de gevolgen van een nieuwe implosie van Afghanistan dan echte actoren in het conflict, maar ze kunnen zowel door Rusland als door China ingeschakeld worden in de plannen van de regionale grootmachten. India kan een eeuwig conflict in Afghanistan goed gebruiken om aartsvijand Pakistan bezig te houden en Saoedi-Arabië houdt de vinger aan de pols via bondgenoot Pakistan.

En Turkije werpt zich graag op als de nieuwe machtsfactor: islamitisch, NAVO-lid, groot-Turks, neo-Ottomaans… Bovendien is Turkije, na Pakistan en Iran, het land waar het meeste Afghaanse vluchtelingen stranden. In Istanboel alleen al zouden er ongeveer 200.000 Afghanen overleven.

Oppervlakkige verontwaardiging

Donald Trump bood de Taliban internationale erkenning en een akkoord dat hen nauwelijks verplichtingen oplegde terwijl het een boel voordelen bood. De regering in Kaboel werd daarbij niet betrokken en wellicht zelfs slecht geïnformeerd. De bevestiging door Joe Biden van dat akkoord – weliswaar met een paar maanden uitstel voor de volledige terugtrekking van de NAVO-legers – is door de Taliban al vertaald in zowel politieke als militaire overwinningen. Zelfs Deborah Lyons, speciaal gezant voor Afghanistan van de Verenigde Naties, vloog begin deze week naar Qatar om met de Taliban te praten over de rol van de VN in de toekomst.

Die miljarden euro’s en biljoenen dollars hadden beter ingezet kunnen worden, dat is wel zeker.

‘De toekomst ziet er erg donker uit’, reageerde fotografe Kiana Hayeri woensdag vanuit Kaboel. ‘En aan het eind van de tunnel is geen streepje licht te zien.’

In Europese hoofdsteden liggen intussen de verontwaardigde persberichten over de schendingen van mensen- en vrouwenrechten wellicht al klaar. Maar daar kopen Afghanen straks geen brood, laat staan vrede en welvaart voor. Er is alleen geen teken dat er betere plannen gemaakt worden.

Verontwaardiging of zelfs verontschuldigingen voor de verwoeste levens als gevolg va de eigen interventie zijn altijd al schaars geweest. Nochtans vallen er minstens 48.000 burgerslachtoffers te betreuren, naast wellicht 70.000 Afghaanse, 2500 NAVO- en nog eens 2800 ‘private’ soldaten. Zowat drie miljoen Afghanen vluchtten het land uit en vier miljoen mensen zijn ontheemd in eigen land.

De kosten van de aanwezigheid gedurende twee decennia worden berekend op 2300 miljard dollar voor de Verenigde Staten, waarvan een kleine 900 miljard voor directe gevechtsactiviteiten. Duitsland schat de uitgaven op 17 miljard euro, het Verenigd Koninkrijk op 33 miljard pond en België gaf tussen 2004 en 2014 wellicht een miljard euro uit. In totaal namen meer dan veertig landen voor kortere of langere tijd deel aan de NAVO-operatie in Afghanistan.

Die miljarden euro’s en biljoenen dollars hadden beter ingezet kunnen worden, dat is wel zeker.