8 relatietips voor een geslaagd huwelijk tussen ontwikkelingshulp en bedrijven

Opinie

8 relatietips voor een geslaagd huwelijk tussen ontwikkelingshulp en bedrijven

8 relatietips voor een geslaagd huwelijk tussen ontwikkelingshulp en bedrijven
8 relatietips voor een geslaagd huwelijk tussen ontwikkelingshulp en bedrijven

‘Hetgeen ontwikkelingswerkers de voorbije veertig jaar gedaan hebben, heeft geen groei bewerkstelligd, integendeel’, zei minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo tijdens een speech op de Arteveldehogeschool in Gent. ‘Nochtans was groei cruciaal voor het bereiken van de Millenniumdoelstellingen. Internationale Samenwerking moet dus meer dan ooit inzetten op bedrijven, vooral op de ontwikkeling van lokale KMO’s’.

In de Belgische ontwikkelingssamenwerking staat samenwerking met bedrijven nog in zijn kinderschoenen, een buitenlandse missie of rondetafelgesprek met bedrijven niet te na gesproken. De bevoegde minister Alexander De Croo trekt echter energiek aan de kar. Maar waarheen met dit huwelijk tussen hulp en bedrijfsleven? MO* vroeg vier specialisten om relatiebemiddeling…

1. Omarm bonafide bedrijven

Wie de investeerders of toeleveranciers zijn, is vanuit ons perspectief minder belangrijk, zolang ze bonafide zijn. Als dat Belgische bedrijven zijn, des te beter. Als we het over ontwikkelingssamenwerking hebben, moet het uitgangspunt zijn dat de investering in eerste instantie het doel-land ten goede komt. Overigens is het uitstekend dat de Belgische overheid Belgische bedrijven steunt bij het vinden van markten en contracten overzee. Maar dat is meestal wat anders dan ontwikkelingssamenwerking.  —  Luuk Zonneveld BIO Invest @BIO_Investments!function(d,s,id){var js,fjs=d.getElementsByTagName(s)[0],p=/^http:/.test(d.location)?'http':'https';if(!d.getElementById(id)){js=d.createElement(s);js.id=id;js.src=p+"://platform.twitter.com/widgets.js";fjs.parentNode.insertBefore(js,fjs);}}(document,"script","twitter-wjs");

2. Hulp binden? Een no-go!

Wanneer lokale bedrijven in ontwikkelingslanden worden uitgesloten van publieke aanbestedingen gaan potentieel enorme winsten op vlak van capaciteitsopbouw en leereffecten verloren. We zien nochtans dat het idee in verschillende landen terug binnensluipt en dat is een slechte zaak. Ontwikkelingswerkers dwingen om samen te werken met de “eigen” bedrijven van het donorland, is een bijzonder slecht idee. Gebonden hulp is duurder (15 à 30% volgens OESO), levert minder kwaliteit op en is economisch inefficiënt.  —  Bogdan Vanden Berghe 11.11.11. @bogdanvdberghe

Ben jij het oneens met deze relatietips
Of heb jij andere goede raad? Reageer hieronder of laat van je horen op Facebook of Twitter met vermelding van de hashtag #ItsTheEconomy

3. Haast u langzaam.

Langzaam duurt het langst. Als een bedrijf zich engageert, schrijft het dat best in, in zijn strategie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Betrek er je personeel bij en communiceer erover met je klanten. Neem de nodige tijd, want tijd is een werkende factor.  —  Koen Peeters KBC/BRS

4. Denk nooit aan geld (enfin niet altijd…)

Er liggen heel wat interessante pistes voor samenwerking met bedrijven zonder dat er rechtstreeks geld van ontwikkelingssamenwerking bij komt kijken. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld beroep doen op de expertise van het terrein die aanwezig is bij ngo’s. Ngo’s kunnen in samenspraak met bedrijf controles uitoefenen op werkomstandigheden ter plekke, … Ook de watchdog-rol is interessant voor bonafide bedrijven, die soms maar al te blij zijn dat de cowboys in hun sector worden aangeklaagd door ngo’s.  —  Bogdan Vanden Berghe 11.11.11. @bogdanvdberghe

Het bedrijfsleven krijgt meer dan ooit een rol toebedeeld in de ontwikkelingssamenwerking.
Donoren krijgen meer aandacht voor de economie in het Zuiden alsook voor de rol van ’s lands eigen bedrijven. In september 2010 brachten Oostenrijk, Denemarken, Finland, Duitsland, Japan, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland een ‘Verklaring van Bilaterale Donoren ter Steun van Private Sector Partnerschappen voor Ontwikkeling’.
In de aanloop naar de ‘Duurzame Ontwikkelingsdoelen” van 2015, kreeg de private sector ook veel gewicht als katalysator van ontwikkeling, in Noord en Zuid. Alleen vult menig donor en land die rol anders in, is vaak onduidelijk welke private sector bedoeld wordt of ontbreekt het aan beleid of toetsing van effectiviteit.

5. Stay focused (ook in heetst van de strijd)

Als je vanuit ontwikkelingssamenwerking directe betrokkenheid van private sector wil bevorderen, zorg dan voor focus en samenhang. Bevorder afstemming tussen lokale en externe bedrijven, cso’s, financiële instellingen, kennisinstellingen en overheid (lokaal en ambassades).  —  Bart Romijn Partos Nederland @PartosDIR

6. Doe het niet alleen !

Zoek een NGO of een vzw waarmee je in dialoog kan gaan over een effectief engagement in het Zuiden. Als je je als bedrijf wil oriënteren in zo’n project, kan je misschien je eerste stap zetten via bijvoorbeeld Ondernemers voor Ondernemers, ExChange of The Shift.  —  Koen Peeters  —  KBC/BRS

7. Additionaliteit is geen vieze ziekte.

Heb aandacht voor de toegevoegde waarde, vooral voor de “additionaliteit” van hulp. Dat wil zeggen dat je moet focussen op die elementen en factoren waar zonder steun weinig van de grond kan komen. Kon het niet op een andere manier, bijvoorbeeld door bedrijven, gefinancieerd worden?  —  Bart Romijn Partos Nederland @PartosDIR

8. Betaal uw belasting! Ook in Afrika.

Ben jij het oneens met deze relatietips
Of heb jij andere goede raad? Reageer hieronder of laat van je horen op Facebook of Twitter met vermelding van de hashtag #ItsTheEconomy

Van de lezing op de Arteveldehogeschool onthouden we ook nog deze uitspraak van minister De Croo: ‘Belgische bedrijven vragen mij soms om ze te helpen een voet aan wal te krijgen in Afrika? Ik ben daar niet tegen. Fiscale constructies opzetten om multinationals in het Zuiden te houden? Daar ben ik absoluut geen fan van’. Waarvan akte!