Moeders op de vlucht in de EU

Opinie

Hoe het EU asiel- en grensbeleid bijdraagt tot ongelijke zwangerschapsuitkomsten van vluchtelingen

Moeders op de vlucht in de EU

Europa voert een steeds strenger migratiebeleid. Bavo Hendriks (UGent) ontrafelde in zijn scriptie hoe het EU asiel- en grensbeleid bijdraagt tot ongelijke zwangerschapsuitkomsten bij verzoekers om internationale bescherming en hoe zorgverleners hierin het verschil kunnen maken.

De Vlaamse Scriptieprijs organiseert jaarlijks een wedstrijd voor studenten die een bachelorproef aan een vlaamse hogeschool schrijven of een masterproef aan een Vlaamse universiteit.
Doe mee aan de Vlaamse Scriptieprijs en maak kans op persaandacht en prijzen tot 2500 euro!
Alle info en inschrijven

Volgens schattingen van de UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) waren er eind 2022 wereldwijd 108,4 miljoen mensen op de vlucht. Dat is een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden. In de EU daarentegen daalde het aantal verzoekers om internationale bescherming de voorbije jaren van 1,3 miljoen in 2015 tot 0,5 miljoen verzoekers in 2021.

Deze cijfers staan in schril contrast met de wereldwijde toename in migratie. Hoewel in 2022 het aantal verzoeken binnen de EU opnieuw stegen, kaderen onderzoekers deze cijfers bij het steeds strengere Europees asiel- en grensbeleid van het voorbije decennium.

Grenzen aan het recht op een gezonde zwangerschap

Ondanks het feit dat het recht op gezondheid en toegang tot noodzakelijke gezondheidszorg behoren tot de grondwaarden van de EU en Europese asielwetgeving, wordt de negatieve gezondheidsimpact bij verzoekers om internationale bescherming van dit beleid steeds duidelijker.

Zwangere verzoekers bevinden zich hierbij op een kwetsbaar kruispunt waar gender en migratie samenkomen. Volgens recente cijfers ligt de moedersterfte in deze groep tien keer zo hoog in vergelijking met de algemene bevolking. Perinatale sterfte (overlijden van de foetus of pasgeborene tussen 22 weken zwangerschap tot 7 dagen na de geboorte) komt dan weer 7 keer vaker voor.

Verzoekers om internationale bescherming maken verder ook 4,5 keer vaker een ernstige complicatie mee tijdens hun zwangerschap en bevalling.

Tijdens hun migratietraject hebben vrouwen een verhoogd risico om slachtoffer te worden van gendergerelateerd geweld en verkrachting. Mentale problemen zoals postnatale depressie, angst- en postraumatische stressstoornissen komen dan ook meer voor bij verzoekers om internationale bescherming. Naast een mensenrechtencrisis is deze ongelijkheid in zwangerschapsuitkomsten dus ook een echte gezondheidscrisis. Toch werd de rol van het huidige Europees asiel- en grensbeleid hierin nog te weinig onderzocht.

Van een status quo…

In zijn scriptie beschrijft Hendriks hoe het Europees asiel- en grensbeleid van de voorbije jaren in verband kan worden gebracht met de bestaande ongelijkheid in zwangerschapsuitkomsten bij verzoekers om internationale bescherming. Door Europese wetteksten systematisch af te toetsen aan wetenschappelijke publicaties over migratie, zwangerschap en gezondheid konden drie beleidsdomeinen worden afgelijnd die elk bijdragen tot een verhoogd risico op stress en gendergerelateerd geweld en een verminderde toegang tot continue geboortezorg. Deze zijn op hun beurt bewezen risicofactoren voor een waaier aan complicaties en verminderd welzijn tijdens de zwangerschap.

Het gebrek aan solidariteit tussen lidstaten zorgt er voor dat grenslidstaten steeds minder investeren in hun eigen opvangstructuren.

Ten eerste laat de focus op het actief beschermen en administratief verleggen van de Europese buitengrenzen naar zogenaamd “veilige derde landen” (bv. Turkije, Libië, en recent ook Tunesië) weinig alternatieven over voor mensen op de vlucht dan het kiezen voor steeds onveiligere routes. Vrouwen van Sub-Saharaans Afrikaanse origine staan daarbij vaak voor de gevaarlijkste routes, getekend door seksuele uitbuiting, detentie, mensensmokkel en institutioneel racisme. Dit alles nog voor ze zich wagen aan de oversteek van de Middellandse Zee.

Eens aangekomen op het Europese continent, bepaalt de Dublin III-verordening op basis van een aantal criteria welk land verantwoordelijk is om een verzoek om internationale bescherming te behandelen. Aangezien het land van aankomst in praktijk het meest gebruikte criterium hierbij is, worden landen als Spanje, Italië en Griekenland onder deze verordening dan ook het vaakst verantwoordelijk gesteld.

Het gebrek aan solidariteit tussen lidstaten zorgt er echter voor dat grenslidstaten steeds minder investeren in hun eigen opvangstructuren opdat verzoekers, vaak illegaal en opnieuw afhankelijk van mensensmokkelaars, zouden doorreizen naar landen in Noord- en West-Europa, op zoek naar betere omstandigheden.

Toch investeren niet alleen de grenslidstaten te weinig in opvang van verzoekers om internationale bescherming. Opvang die niet voldoet aan de vooropgestelde Europese standaarden is schering en inslag binnen de EU. Onhygiënische bad- en slaapkamers, overbevolking en herhaaldelijke en willekeurige overplaatsingen naar andere opvangcentra hebben stuk voor stuk een negatieve impact op het lichamelijk en mentaal welzijn van zwangere verzoekers en hinderen daarbij hun toegang tot noodzakelijke geboortezorg.

… naar een nieuw evenwicht?

De focus op migratiebeperking en -controle gaat momenteel ten koste van de gezondheid en rechten van (aanstaande) moeders op de vlucht. Terwijl Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen het voorstel voor het Nieuwe Asiel- en Migratiepact recent nog promootte als een ‘nieuw evenwicht tussen de bescherming van grenzen en de bescherming van personen, tussen soevereiniteit en solidariteit’, onthaalden critici het pact vooral als ‘weinig ambitieus’ en ‘meer van hetzelfde’. Ondertussen verschuilen individuele lidstaten zich achter een falend Europees asiel- en grensbeleid bij het nemen van onwettige beleidsmaatregelen.

In zijn scriptie doet Hendriks daarom ook een oproep aan zijn collega-zorgverleners: door in te zetten op gerichte, lokale zorginitiatieven kunnen we zelf onze verantwoordelijkheid opnemen in het voorzien van een meer toegankelijke, gecoördineerde en continue zorgverlening voor zwangere verzoekers om internationale bescherming in Europa. ‘Denk na over wat noodzakelijke zorgverlening voor zwangere verzoekers binnen jouw lokale zorgnetwerk inhoudt. Organiseer je, en werk samen aan een meer gemeenschaps- en patiëntgerichte zorg’, klinkt het.

De mensenrechtencrisis die bestaat onder het huidig Europees asiel- en grensbeleid vertaalt zich steeds meer in een gezondheidscrisis met verreikende gevolgen voor toekomstige generaties nieuwe Europeanen. Zorgverleners hebben nu meer dan ooit de sleutel in handen om van onderuit het recht op een gezonde zwangerschap te verdedigen.

Auteur scriptie: Bavo Hendriks
Universiteir of hogeschool: Universiteit Gent
Promotoren: Kristien Roelens, Ellen Desmet, Ines Keygnaert, Arie Franx