Maarten Van Houte
“‘Vooruitgang is stroom, een station car en een wereldkaart’
Racisme en historisch revisionisme zitten diep ingebakken in de Guatemalteekse samenleving. Dat ligt mee aan de basis van de problemen rond verscheidene megaprojecten in inheems gebied. Waar twee totaal verschillende wereldbeelden botsen, word je als blanke verondersteld om het neoliberale ontwikkelingsperspectief als vanzelfsprekend te nemen.
Aansluitend op het dossier De Guatemalteekse Lente en in het licht van de nakende verkiezingen in Guatemala publiceert Maarten van Houte deze week enkele columns in de vorm van een brief aan hooggeplaatste personen. Vandaag richt Maarten zich tot Otto, de ingenieur van een energiebedrijf.
Inwoners van Nuevo San Mateo volgen een projectbijeenkomst vanop afstand
© Maarten Van Houte
Otto,
Je zat aan mijn keukentafel, met een meegebrachte fles rum en een sterrenkijker.
Lees ook
Megaprojecten en mensenrechten. Ook Europa heeft boter op het hoofd
Je vroeg naar de auto-industrie in België en of wij makkelijk aan Duitse wagens komen. Je vond dat deze streek zich moest ontwikkelen en dat jij daar als ingenieur een pioniersrol in kon spelen. Het was “allemaal voor de mensen, die zonder het zelf te beseffen volledig tekortschieten wat betreft visie en ondernemingsdrang.”
Van ondernemingsdrang ben jij niet gespeend, zo werd me nadien duidelijk. Naast ingenieur ben je tevens eigenaar van Generadora San Mateo S.A., het Guatemalteekse gezicht achter de energieprojecten in deze regio. Je firma haalde hiervoor 29 miljoen dollar aan internationale investeringen binnen, waarvoor proficiat, maar wisten ze daar bij die banken ook dat je bedrijfje slechts uit twee personen bestaat?
Omdat een spookfirma meestal wat tastbare slagkracht kan gebruiken, besloot je bij Hidralia aan te kloppen.
Omdat een spookfirma meestal wat tastbare slagkracht kan gebruiken, besloot je bij Hidralia aan te kloppen. Na de tour de force die de Spanjaarden er al op hadden zitten bij Barillas was het ijs aan de gladde kant, maar toen werd je toevallig ook eigenaar-oprichter van Promoción Desarollo Hídrico S.A. De core business van je jongste worp bestaat uit het promoten van waterkracht. Het verspreiden van desinformatie over je andere bedrijf is slechts een nevenactiviteit, neem ik aan, net als het mitigeren van de sociale schade die het aanricht. Wat vuurwerk doet wonderen in deze streek.
Je vroeg of ik geen koffie had voor bij de rum. De koffieboeren zaten volgens jou nochtans vast “in een routine van geklaag over die zogezegde genocide. Geklaag dat zomaar wordt overgenomen door die antropologen en die andersglobalisten. Die bende pseudo-intellectuelen beweert dan wel op te komen voor de indiaantjes maar gunt hen, punt aan de lijn, helemaal geen ontwikkeling. Dat zijn meestal nog eens mensen die zelf wel stroom hebben, en Duitse station cars, en een wereldkaart. Het wordt tijd dat die hypocrieten ophouden met de ontwikkeling tegen te willen houden.”
“Het is toch zo?” ging je steeds luider verder. Ik moest zelf maar eens proberen een contract af te sluiten met een volk dat Spaans als tweede taal hanteert of het zelfs weigert te spreken. Dat stoorde je zo enorm, die weigerachtigheid, die schrik voor vooruitgang. De turbines stonden klaar, je had ze maar in elkaar te zetten, maar dan versperde zo’n bende gespuis de weg met rotsen en staken ze de boel in brand. Wat was dat toch met die verliefdheid op deze hoop modder? Je rum-koffie werd koud.
“Wansmakelijk, dat is het. Indien het leger destijds een beetje had durven doorduwen, dan hadden we hier al lang asfalt gezien, en efficiënte terreinen met hoogwaardige producten.
“Wansmakelijk, dat is het. Indien het leger destijds een beetje had durven doorduwen, dan hadden we hier al lang asfalt gezien, en efficiënte terreinen met hoogwaardige producten. Dan had dit land misschien een positie gehad op de markten.”
Daar zei je wat. Had je die markten toevallig iets beloofd, nog voor je die bedrijven oprichtte? Je weet wel, toen je nog technisch adviseur was voor het Plan Panama. Je politieke voorkennis reikte misschien slechts tot wat zich in de hoofdstad afspeelde, maar hier op het platteland hadden mensen zich intussen per ongeluk een toekomst ingebeeld. Liefst nog een waardige, als het even kon.
“Waardig, zeg je? Welke eigenwaarde kan die bende ongeletterden zich veroorloven? Jij bent toch wel al eens in het Louvre geweest? Je weet net als ik dat het niets wordt zolang we hier geen elektriciteitsmasten zetten. Alles staat of valt met energie. En de discipline om op het einde van de maand je rekening te betalen. Maar kom, heb je geen zin om sterren te kijken? In de hoofdstad zie je er zo weinig.”