IPS / Kern Hendricks
Extreme voedselonzekerheid voor meer dan de helft van de Afghaanse bevolking
“‘‘Waarom we Afghanistan niet mogen vergeten’’
Nu alle ogen gericht zijn op Oekraïne, lijkt de humanitaire crisis in Afghanistan vrijwel vergeten. Maar alleen met internationale hulp kan dat land aan een toekomst bouwen, zegt fotojournalist Kern Hendricks.
Kern Hendricks: ‘Ondanks enkele kleine concessies zijn de vooruitzichten voor vrouwen weinig rooskleurig. Maar de situatie is ook niet de absolute hel die sommigen de wereld willen laten geloven.’
pxfuel (CC0)
Toen de Amerikaanse president Joe Biden op 2 maart zijn State of the Union-toespraak hield, waren de ogen van de wereld begrijpelijkerwijs gericht op Oekraïne. Terwijl hij de binnen- en buitenlandse successen van zijn regering prees, onderstreepte Biden de aanhoudende steun van de VS aan het Oekraïense volk, dat toen al in groten getale het land ontvluchtte.
De beelden van Afghaanse moeders die hun baby’s over het prikkeldraad van de luchthaven van Kaboel probeerden te krijgen, konden de wereld maar kort boeien.
Maar een andere crisis viel vooral op door de afwezigheid in Bidens toespraak: het einde van twee decennia van Amerikaanse aanwezigheid in Afghanistan en de daaruit voortvloeiende humanitaire ramp. Hoewel zijn stilzwijgen hierover niet als een verrassing kwam, aangezien de Amerikaanse terugtrekking in augustus 2021 uitliep op een ramp, gaf Biden hiermee wel een duidelijke boodschap.
De beelden van Afghanen die van vliegtuigen vallen en moeders die hun baby’s over het prikkeldraad van de luchthaven van Kaboel probeerden te krijgen, konden de wereld maar kort boeien; de Verenigde Staten en de internationale gemeenschap zijn Afghanistan vergeten.
Een geknakte economie
De chaotische gebeurtenissen van augustus 2021 brachten de toch al noodlijdende economie van Afghanistan in een neerwaartse spiraal. De inflatie schoot omhoog toen inwoners van de grote steden haastig hun spaargeld van hun rekening haalden.
Geldautomaten weigerden al snel dienst en geldtransferdiensten stopten ermee of stelden een opnamelimiet in, waardoor mensen dagen of zelfs weken in de rij stonden voor wat spaargeld. Ondertussen schoten de kosten van levensonderhoud omhoog, waardoor veel gezinnen zich nauwelijks konden redden.
Toen de Taliban op 15 augustus 2021 Kaboel binnenvielen, bevroor de Amerikaanse Federal Reserve 7 miljard dollar aan activa van de Afghaanse centrale bank (DAB). Hoewel het doel daarvan was ervoor te zorgen dat de Taliban geen toegang zouden krijgen tot de gelden, trof het besluit vooral duizenden Afghaanse families en ondernemers die niet meer bij hun spaargeld konden.
In de maanden die volgden, bleven de prijzen stijgen en worstelden gezinnen in afwachting op het vrijgegeven geld. Maar toen kondigde Biden op 11 februari 2022 aan dat de helft van de bevroren 7 miljard zou worden vrijgemaakt; niet voor het Afghaanse volk, maar om de talloze rechtszaken te bekostigen die door nabestaanden van de slachtoffers van 9/11 tegen de Taliban waren aangespannen.
De aankondiging veroorzaakte nogal wat ophef, zelfs onder sommige families die er baat bij zouden hebben. Nog altijd heeft de Amerikaanse regering niet duidelijk gemaakt hoe het geld precies zal worden gebruikt.
Ondertussen zoekt de internationale gemeenschap naar manieren om geld en hulp te organiseren voor de zwaar getroffen Afghanen, zonder daarbij de Afghaanse regering rechtstreeks te financieren. Organisaties als het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) zijn begonnen de salarissen van artsen en gezondheidspersoneel rechtstreeks te betalen, zodat ziekenhuizen en klinieken open kunnen blijven.
En hoewel het langzaam gaat, is er vooruitgang te zien.
Openbare leven gaat door
Op 25 februari 2022 gaven de Verenigde Staten de laatste in een reeks van “algemene vergunningen” af, zodat “sancties van de Verenigde Staten de transacties en activiteiten die nodig zijn om hulp te verlenen en de menselijke basisbehoeften te ondersteunen, niet worden belemmerd.”
Dat heeft de speelruimte voor Amerikaanse organisaties om bij te dragen aan de Afghaanse economie aanzienlijk vergroot, al is de disfunctionele binnenlandse banksector nog niet erg verbeterd.
Veel van de strikte beperkingen die werden gevreesd, zijn niet opgelegd.
Toch lijkt het leven in de Kaboel in maart 2022 min of meer normaal. De oudste bazaar van de stad bruist van de klanten, groepen jonge vrouwen steken kletsend de weg over in de buurt van de universiteit, de vele taxi’s en motoren ontwijkend.
Jongeren banen zich een weg door de files en verkopen pennen en kauwgom aan verveelde automobilisten. Verkeersagenten loodsen auto’s door drukke kruispunten en ijsverkopers slepen hun karren over de stoepen.
Het is niet het beeld dat velen verwachten. Veel van de strikte beperkingen die werden gevreesd, zijn niet opgelegd. Restaurants blijven muziek draaien. Vrouwen lopen zonder boerka of mannelijke voogd over straat en veel mannen blijven gladgeschoren, alhoewel er meer baarden te zien zijn dan voorheen.
Vrouwen kunnen nog naar de universiteit, en naar verwachting gaan de meisjesscholen met de start van het nieuwe schooljaar weer open (intussen besliste de Taliban om meisjes ouder dan elf tegen hun beloftes in niet naar school te laten gaan, red.). Sommige mensen zijn er zeker van dat de strenge beperkingen er alsnog komen, anderen zijn voorzichtig optimistisch.
Veiligheid
Als de Taliban hun strijders niet van inkomsten kunnen voorzien, lopen ze het risico deze mannen te verliezen aan andere actoren in het conflict, met diepere zakken.
Maar ondanks enkele kleine concessies zijn de vooruitzichten voor vrouwen weinig rooskleurig. Vrouwenrechtenactivisten zijn zonder duidelijke redenen gevangengezet of zelfs verdwenen. En hoewel sommige vrouwen in de grote steden terugkeren naar het openbare leven, blijven veel anderen thuis uit angst.
De algehele veiligheid in het land is zonder twijfel verbeterd. Wegen die enkele maanden geleden nog door gevechten en explosieven onbegaanbaar waren, zijn nu vrijgemaakt. Maar er zijn tekenen dat de onderbreking van het conflict van korte duur kan zijn.
Als de Taliban hun strijders niet van inkomsten kunnen voorzien, lopen ze het risico deze mannen te verliezen aan andere actoren in het conflict, met diepere zakken. Zo is er de Afghaanse tak van de Islamitische Staat, ISKP, die de afgelopen zeven maanden talloze aanvallen heeft opgeëist in de oostelijke provincies Nangarhar en Kunar, waaronder directe aanvallen op Taliban-troepen.
Persvrijheid
In de eerste week van maart startten veiligheidstroepen van de Taliban een ongekende reeks huiszoekingen in Kaboel en andere provinciale hoofdsteden. Veel huiszoekingen – met als officieel doel om privéwapens in beslag te nemen die door criminelen konden worden gebruikt – verliepen vriendelijk en routinematig, maar soms waren ze gewelddadig. En bovenal toonden de operatie de bereidheid van de nieuwe machthebbers om privacy en eigendomsrechten van de burger opzij te zetten.
Ook valt niet te ontkennen dat de persvrijheid achteruit is gegaan. Er zijn Afghaanse journalisten, zowel mannen als vrouwen, gearresteerd en gemarteld. Hoewel de meeste landelijke omroepen blijven bestaan, is openlijke kritiek op de huidige regering grotendeels verdwenen uit de lokale media.
Honger
Ongeveer 75 procent van de Afghaanse bevolking woont in landelijke gebieden in plaats van in steden. In deze regio’s is vrede een welkome verandering. Maar Afghanen op het platteland hebben dringend voedsel, geld en andere basishulp nodig. Want terwijl de gevechten nu zijn gestaakt, kan honger net zo dodelijk zijn.
Uit een onderzoek van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) van december 2021 bleek dat tegen het einde van 2022 maar liefst 97 procent van de Afghanen in armoede zou kunnen leven. In januari waarschuwde de VN dat 23 miljoen mensen te maken hebben met extreme voedselonzekerheid, meer dan de helft van de gehele bevolking.
Naar verwachting zullen de Taliban op korte termijn Afghanistan blijven beheersen, zoveel is duidelijk. Het is ook duidelijk dat de situatie verre van ideaal is, vooral voor eenieder die een meer inclusieve en liberale koers voor hun land voor ogen heeft. De Taliban behandelen vrouwen en etnische minderheden in veel gevallen verschrikkelijk slecht. Maar de situatie is ook niet de absolute hel die sommigen de wereld willen laten geloven.
Het erkennen van deze realiteit kan lastig zijn, maar wie een alles-of-niets-benadering eist in de omgang met de Taliban, is zelden degene die de ware prijs ter plaatse betaalt.
De Afghanen zelf gaan langzaam vooruit, maar ze komen niet verder als de rest van de wereld zich van hen afkeert.
Kern Hendricks is freelance journalist en fotograaf, gespecialiseerd in sociale onrust en de langetermijneffecten van conflicten. Sinds 2017 is hij gevestigd in Kaboel.