Wat als de echte opvolgers van Leopold II in Kinshasa wonen?

Opinie

Impact kolonisatie op Congolese samenleving gaat dieper dan algemeen wordt aangenomen

Wat als de echte opvolgers van Leopold II in Kinshasa wonen?

Wat als de echte opvolgers van Leopold II in Kinshasa wonen?
Wat als de echte opvolgers van Leopold II in Kinshasa wonen?

De boodschap van Koning Filip naar aanleiding van de 60-jarige onafhankelijkheid van Congo zou niet ver genoeg gaan. Dat klopt, hoewel niet zozeer omdat hij geen formele excuses aanbood. Maar als hij zou benoemen wat Congo echt tot een van de armste staten van Afrika maakt, zou hij een diplomatieke rel veroorzaken.

De opdeling van Afrika tussen de Westerse koloniale mogendheden gebeurde tijdens de conferentie van Berlijn in 1884

De boodschap van Koning Filip naar aanleiding van de 60-jarige onafhankelijkheid van Congo zou niet ver genoeg gaan. Dat klopt, hoewel niet zozeer omdat hij geen formele excuses aanbood. Maar als hij zou benoemen wat Congo echt tot de armste staat van Afrika maakt, zou hij een diplomatieke rel veroorzaken.

Koning Filip is vorst in een land waar nog standbeelden van Leopold II te vinden zijn. Alleen om die reden mag zijn brief gerust historisch genoemd worden. Voor sommigen ging hij echter niet ver genoeg. Heel voorspelbaar ging het voor hen over het semantisch onderscheid tussen spijt en excuses. De laatste zou een schuldbekentenis impliceren, en brengt herstelbetalingen op tafel.

Er bestaat geen twijfel over dat België als kolonisator een ravage aangericht heeft. De Koning vermeldt terecht de Vrijstaat en Belgische Congo. Over het huidige Congo zwijgt hij, en daar vermijdt hij het echte teer punt. Want de erfenis van de kolonisering werkt nog steeds door, in een Congolees politiek en economisch systeem dat in wezen niet is veranderd. Dat feit benoemen, maakt een eenvoudig verhaal van schuld en boete tussen landen veel minder evident.

Een kleine groep dappere Europeanen maakte de verhuis naar de kolonies, en introduceerde wat Afrika nog steeds plaagt: een elite zonder remmingen.

Weinig wetenschappers hebben zoveel impact gehad op het denken over kolonisering en economische groei als Daron Acemoglu (MIT) en James Robinson (U Chicago). In een paper van 2001 gingen zen na wat het verschil in inkomen van ex-kolonies in 1995 verklaart. Heel verrassend bleek het lot van de kolonies na de onafhankelijkheid af te hangen van… ziektekiemen. Of meer precies, de impact van ziekten op de eerste Europeanen die in Afrika en Amerika voet aan wal zetten.

In de meeste landen van Afrika stierven blanken aan ziekten als gele koorts en malaria. Ze hadden daarom geen of weinig interesse in een permanente woonst, wat ze wel zochten in Nieuw-Zeeland of de VS. Een kolonie was er slechts op gericht om heel snel zoveel mogelijk buit uit de bevolking te persen, voor malaria je een vroegtijdig graf in een vreemd land gaf. In het begin ging dat in de vorm van een fort aan de kust en omkopen van lokale chefs in het binnenland. Later werd het systeem gesofisticeerder, maar roof bleef het enige doel. Slechts een kleine groep dappere Europeanen maakte de verhuis naar de kolonies, en introduceerde wat Afrika nog steeds plaagt: een elite zonder remmingen.

In een later boek (‘Why Nations Fail’) diepen Acemoglu en Robinson dit uit. Ze tonen hoe naadloos de systemen die de Europeanen opzetten na de onafhankelijkheid door de nieuwe Afrikaanse elites werden overgenomen. Zo geven ze, om het een keer niet over Belgisch Congo te hebben, het voorbeeld van “marketing boards” in Engels Sierra Leone. Deze waren het instrument van de Engelsen om in Sierra Leone geproduceerde goederen te centraliseren, te verkopen en vooral om de winst af te romen. Na de onafhankelijkheid ging deze praktijk gewoon door.

Het woord “afromen” is een eufemisme voor soms loutere confiscatie. In 1995 was Zaïre volgens Acemoglu’s indicatoren één van de landen met hoog risico op onteigening. Dat is het nog steeds, samen met andere economische catastrofes als Haïti, Zimbabwe of Venezuela. Het effect op de economie laat zich raden: wie durft nog succesvol te ondernemen als een lokale potentaat met de vrucht van je werk gaat lopen? Het is de indicator ‘risico op onteigening’ die blijkt te correleren met het nationaal inkomen per hoofd. En, verrassend, met de indicator ‘sterfte bij eerste kolonisten’.

Acemoglu’s analyse suggereert dat de impact van onze kolonisatie op de Congolese samenleving nog dieper gaat dan algemeen wordt aangenomen.

Het zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen. Botswana had het geluk door de Engelsen relatief zacht behandeld te worden. Hen werd geen “marketing board” opgelegd, en historisch gegroeide lokale structuren bleven intact. Het land is nu naar Afrikaanse maatstaven een succesverhaal, met een risico op onteigening zo laag als Polen en Maleisië. Het contrast met het naburige Zimbabwe, eens de speeltuin van Cecil Rhodes, zou niet meer mogen verbazen.

Acemoglu’s vergelijkingen doen soms ijzingwekkend deterministisch aan. In de wereld die hij schetst, zijn instellingen stabiel en zinkt individuele verantwoordelijkheid bijna in het niets. Leopold II figureert ook in zijn paper als een extreem voorbeeld, maar verder was er in essentie weinig wat Belgisch Congo onderscheidde van Engels Sierra Leone of Frans Madagaskar. België belastte de Congolese bevolking in de jaren 1930 voor 60% van hun nationaal inkomen, niet zo veel verschillend van het beslag dat Frankrijk legde op pakweg Tunesië.

Maar nog belangrijker is dat de schuld aan de blijvende extreme armoede in de oud-koloniën diffuser is dan we lijken te denken. Valt dit debat nog te herleiden tot de schuld van een land aan een ander land? Acemoglu’s analyse suggereert dat de impact van onze kolonisatie op Congo nog dieper gaat dan algemeen wordt aangenomen, want ze leeft hardnekkig voort in de structuur van de Congolese samenleving. En in die samenleving zijn het de lokale elites die intussen al decennia roofbouw plegen op hun bevolking.

Als de reflectie in het parlement enige concrete zin wil hebben, start ze best van die vaststelling. Nodig desnoods Acemoglu en Robinson uit en vraag hen hoe je instellingen kan veranderen. De Congolezen zullen er beter bij varen dan met een steriele dialoog tussen de ene opvolger van Leopold en de andere.