‘We beseffen niet hoe technologie onze tijd steelt’

IPS / The Conversation / Ruth Ogden, Joanna Witowska en Vanda Černohorská

14 december 2023
Opinie

‘We beseffen niet hoe technologie onze tijd steelt’

‘We beseffen niet hoe technologie onze tijd steelt’
‘We beseffen niet hoe technologie onze tijd steelt’

Van internetbankieren tot online vergaderen: technologie lijkt ons veel tijd te besparen. Maar vaak vullen we de vrijgekomen tijd gewoon op met nieuwe taken, die vaak het gevolg zijn van die nieuwe technologie. Drie experten schrijven hoe we het beter kunnen aanpakken.

Robin Worrall / Unsplash

‘Het lijkt erop dat de rustige momenten waarop we vroeger gewoon naar mensen zaten te kijken of zaten de dagdromen, nu gevuld worden met taken die vaak net gebaseerd zijn op de nieuwe technologie.’

Robin Worrall / Unsplash

Technologie zou ons leven gemakkelijker moeten maken. De smartphones in onze hand bieden een venster op de wereld, waardoor we vrijwel alles met één druk op de knop kunnen doen. Slimme huizen zorgen voor zichzelf en dankzij virtuele vergaderingen hoeven we geen eindeloze kilometers meer af te leggen.

We zouden dus meer vrije tijd moeten hebben, toch?  Tijd die we voortaan kunnen besteden aan ontspannen, slapen of gewoon helemaal niets doen.

Als die stelling je nu doet verslikken in je koffie, dan ben je niet de enige. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat, hoewel digitale technologie ons wel kan helpen wat tijd te besparen, we die vrijgekomen tijd gewoon gebruiken om steeds meer dingen te doen.

Leegte vermijden

We hebben recent driehonderd mensen in heel Europa geïnterviewd om te begrijpen hoe zij digitale apparaten gebruiken in dagelijks leven. Daaruit blijkt dat mensen meestal lege perioden proberen te vermijden en die daarom opvullen met taken. En sommige van die taken zijn nieuw en zouden zonder technologie niet bestaan.

Het lijkt erop dat de rustige momenten waarop we vroeger gewoon naar mensen zaten te kijken of zaten de dagdromen, nu gevuld worden met taken die vaak net gebaseerd zijn op de nieuwe technologie.

Of het nu ging om wachten op een bus, ‘s ochtends wakker worden of ‘s nachts in bed liggen: onze deelnemers melden dat de tijd die vroeger “leeg” was, nu gevuld wordt met apps om je hersenen te trainen, administratie of lijstjes maken van wat je nog moet doen of van dingen die je wil proberen op basis van sociale media-feeds.

Het lijkt erop dat de rustige momenten waarop we vroeger gewoon naar mensen zaten te kijken of zaten de dagdromen, nu gevuld worden met taken die vaak net gebaseerd zijn op de nieuwe technologie.

Multitasken

Die groei van digitale taken heeft voor een deel te maken met onze veranderende perceptie van het begrip “vrije tijd”. Voor veel mensen is het niet langer voldoende om simpelweg te eten, tv te kijken of bijvoorbeeld een fitnessles te volgen.

In plaats daarvan worden die activiteiten, in een poging om tijdverspilling te voorkomen, uitgevoerd terwijl we ook op internet surfen, op zoek naar de ingrediënten voor een perfecter leven, om het gevoel te krijgen dat we meer gepresteerd hebben.

Op het eerste gezicht lijken sommige taken misschien tijd te besparen. In theorie zou internetbankieren meer tijd moeten vrijmaken, omdat ik tijdens de lunchpauze niet meer snel naar de bank hoef. Maar uit ons onderzoek blijkt het omgekeerde: technologie draagt bij aan een verdichting van ons leven.

Minder authentiek

Sociale media kunnen mensen inspireren, motiveren of ontspannen. Maar uit ons onderzoek blijkt dat mensen ook vaak schuld, schaamte of spijt voelen nadat ze hun vrije tijd hebben volgestopt met online activiteiten. Dat komt omdat ze hun online tijdsbesteding als minder authentiek en waardevol beschouwen dan activiteiten in de realiteit.

Het lijkt er dus op dat mensen een wandeling of bezoek aan vrienden nog altijd als waardevoller beschouwen dan online communiceren. Misschien moeten we die smartphone wat vaker neerleggen om de recepten die we online opzoeken ook echt te kunnen bereiden?

Hoe levert technologie ons meer werk op?

Waarschijnlijk maken onze veranderende werkpatronen ook ons werk intensiever. Werken van thuis uit en videoconferenties doen de grens tussen werk- en gezinstijd vervagen. Nu je kantoor gewoon thuis in de voormalige logeerkamer te vinden is, werk je sneller al eens iets af nadat je de kinderen in bed hebt gestopt.

We doen meer, maar bereiken uiteindelijk minder en voelen ons slechter.

Digitale technologie versnelt het tempo waarin we leven. Neem nu e-mail en online meetings. Voor die bestonden, moesten we wachten op een antwoord op onze brieven en voicemails, of moesten we reizen naar een andere plek om elkaar te spreken. Nu hebben we in de plaats daarvan de ene online meeting na de andere.

E-mail creëert een exponentiële groei in communicatie, en dat betekent veel meer werk om alles te lezen en te beantwoorden. Slecht ontworpen technologie kan ons op die manier minder efficiënt doen werken. We hebben het allemaal al gedaan: informatie invoeren in systeem A om vervolgens te merken dat systeem A en B niet met elkaar communiceren, en dat we het opnieuw moeten doen.

We doen meer, maar bereiken uiteindelijk minder en voelen ons slechter. En naarmate de druk, stress, uitputting en burn-out toenemen, stijgt ook het absenteïsme op het werk.

Hoe kunnen we onze tijd terug claimen?

Om terug controle te nemen over de tijd die we “uitsparen” met technologie, moeten we mogelijk de manier veranderen waarop we tijd zien. Om ons te bevrijden van de gewoonte om alles op te vullen met steeds meer taken, moeten we eerst accepteren dat het oké is om gewoon weinig of niets te doen.

In de werkomgeving moeten werkgevers en werknemers een omgeving creëren waar deconnectie de norm is in plaats van de uitzondering. Dat betekent realistische verwachtingen hebben over wat in een normale dag gedaan kan en zou moeten worden.

Wetgeving die het recht op deconnectie bepaalt, is mogelijk de enige manier om te stoppen dat technologie onze tijd overneemt. Europese landen als Frankrijk en Italië hebben dergelijke wetgeving al aangenomen. Die stelt dat werknemers niet verplicht zijn om buiten de werkuren bereikbaar te zijn, en dat ze mogen weigeren om werk mee naar huis te nemen.

Ruth Ogden is hoogleraar Psychologie aan de John Moores University in Liverpool, Joanna Witowska is assistent-hoogleraar Psychologie aan de Maria Grzegorzewska University in Polen en Vanda Černohorská is onderzoeker aan de Tsjechische Wetenschapsacademie. Hun opinie is eerder verschenen bij IPS-partner The Conversation.

Tags