IPS / The Conversation / Sergio Fernandez-Artamendi
Tijd voor een nieuwe blik op drugsbeleid
“‘‘Wereldwijd drugsbeleid moet focussen op gezondheid’’
Sinds de jaren '70 heeft de “war on drugs” de VS al zeker een miljard dollar gekost. Als gevolg daarvan kampen Latijns-Amerikaanse landen met instabiliteit en onveiligheid. Tijd voor een nieuwe blik op drugsbeleid, zegt Sergio Fernandez-Artamendi, hoogleraar Psychologie en Verslaving.
Elsa Olofsson (CC BY 2.0) [www.flickr.com/photos/elsaolofsson/51761568422]
Sinds de jaren zeventig heeft de “war on drugs” de VS al zeker een miljard dollar gekost. Veel Latijns-Amerikaanse landen kampen met instabiliteit en onveiligheid als gevolg hiervan, terwijl de consumptie in westerse landen niet daalt. Tijd voor een nieuwe blik op drugsbeleid, zegt Sergio Fernandez-Artamendi, hoogleraar Psychologie en Verslaving.
Op 17 juni 1971 verklaarde de Amerikaanse president Richard Nixon drugsmisbruik “Amerika’s volksvijand nummer één”. Het was tien jaar nadat de Verenigde Naties de productie en distributie van verschillende stoffen hadden verboden. Nixon claimde met een wereldwijd offensief een einde te willen maken aan deze ‘vijand’ en de daarmee samenhangende problemen.
De datum wordt daarom vaak gezien als het begin van de “War on Drugs”.
Waar draait deze strategie om? In de eerste plaats om de aanpak die het gebruik en bezit van drugs criminaliseert. Daarnaast draait het om een wereldwijd interventionistisch beleid dat de productie van deze stoffen moet beteugelen. Met name in Latijns-Amerika, de belangrijkste leverancier van drugs aan de Verenigde Staten en andere westerse landen.
Een falende oorlog
Deze strategie, voortgezet door Ronald Reagan en vandaag de dag nog steeds bepalend, heeft ervoor gezorgd dat een groot aantal mensen in de VS gevangen zit voor drugsgebruik, -bezit of -handel, met name Afro-Amerikanen en Hispanics. Maar het heeft ook grote gevolgen in Latijns-Amerika en vooral in Midden-Amerika, als gevolg van politiek en militair ingrijpen om de machtige kartels te stoppen die drugs produceren en verhandelen vanuit landen als Mexico of Colombia.
Verschillende experts pleiten inmiddels voor een focus op gezondheid in plaats van criminaliteit.
Vijftig jaar later hebben de Verenigde Staten naar schatting meer dan een miljard dollar uitgegeven aan de oorlog tegen drugs. Verschillende Midden-Amerikaanse landen ervaren constante instabiliteit en politieke corruptie, evenals conflicten en onveiligheid als gevolg van drugshandelgevechten, met duizenden doden tot gevolg. Ondertussen blijven Noord-Amerikaanse en westerse landen leidend in de consumptie van alcohol en andere drugs, waaruit een duidelijk falen blijkt om de aanbodkant te beteugelen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat er de laatste jaren een groeiende consensus is ontstaan over het falen van de oorlog tegen drugs. Verschillende experts pleiten inmiddels voor een focus op gezondheid in plaats van criminaliteit. Zo zei voormalig VN-chef Kofi Annan: “Maatregelen gebaseerd op repressieve ideologieën moeten worden vervangen door humane en effectievere beleidsmaatregelen gebaseerd op wetenschappelijk bewijs, volksgezondheidsprincipes en respect voor mensenrechten.”
Van criminalisering naar volksgezondheid
Kijken we nog eens goed naar die dag in 1971, dan zien we dat Nixon eigenlijk iets anders voorstelde, dat grotendeels vergeten is: een nieuwe organisatie van overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de rehabilitatie van mensen met een verslaving, met als doel samen te werken aan onderzoek en educatie.
Het voorstel om een nieuw gezondheidsmodel te creëren is gebaseerd op twee pijlers. Enerzijds de decriminalisering van consumptie, anderzijds de implementatie van gezondheidsstrategieën. De doeltreffendheid en efficiëntie ervan zijn het te volgen model.
Een van de voorbeelden van decriminalisering is het beleid van Portugal. Aan het einde van de vorige eeuw decriminaliseerde dit land het bezit van (kleine hoeveelheden) drugs. Maar daarnaast startte het een gezondheidsmodel met programma’s om heroïne te vervangen door methadon en om zorg voor consumenten op te nemen in het gezondheidssysteem. Gebruikers werden niet langer als criminelen behandeld maar door de autoriteiten aangespoord om hulp te zoeken, met zeer positieve resultaten.
Een van de voorbeelden van decriminalisering is het beleid van Portugal.
Helaas zijn sommige maatregelen teruggedraaid en moet dit model op bepaalde vlakken nog worden verbeterd. Deze duidelijk humanere benadering is er echter wel al in geslaagd om het stigma te verminderen en heeft het herstel makkelijker gemaakt.
Preventie
De andere noodzakelijke strategie is de ontwikkeling van een sociaal en gezondheidsondersteunend netwerk voor gebruikers. Dit moet zowel empirisch onderbouwde preventiestrategieën als toegang tot effectieve behandelingen omvatten.
Maar wat is empirisch onderbouwde preventie? Dit zijn goed geëvalueerde en bewezen preventieve strategieën en programma’s, die overeenkomen met internationale normen. De afgelopen jaren hebben we het succes gezien van ambitieuze ervaringen zoals Planet Youth, dat meer dan een programma op zich, een methodiek is om programma’s te ontwikkelen.
Dat model werkt zo: eerst wordt een schets gemaakt van de specifieke behoeften van elke gemeenschap. Vervolgens worden meerdere preventieve acties ingezet, allen aangepast aan deze behoeften, waarin lokale en regionale instellingen zijn geïntegreerd.
Afhankelijk van de gemeenschap kunnen dit maatregelen zijn als preventietrainingen voor gezondheidspersoneel, politieagenten en andere professionals, uitbreiding van het aanbod van gezonde vrijetijdsbesteding en gratis culturele activiteiten voor jongeren, scholing voor ouders, informatiepunten in uitgaansgebieden, et cetera. De toepassing ervan in verschillende landen van de wereld (zoals Chili) laat zien hoe goed dit kan werken.
Hoe dit gezondheidsmodel te verbeteren?
We weten dat strategieën voor het terugdringen van het aanbod (prijsverhogingen, vermindering van beschikbaarheid of staatscontrole van het aanbod) effectieve maatregelen zijn om problematisch drugsgebruik en -consumptie te verminderen. Maar ze mogen niet alleen staan.
Verslavingen zijn een probleem voor de volksgezondheid en vereisen daarom een gezondheidsaanpak.
We moeten ook preventieprogramma’s opzetten met een sociaal- en gemeenschapskarakter, gebaseerd op bewijs. Net als schadebeperkingsstrategieën, gezondheidszorg en effectieve en toegankelijke behandelingen. Hiervoor moeten er voldoende instellingen zijn die zich inzetten voor deze doelstellingen, op lokaal en nationaal niveau, maar ook internationaal, aangezien er middelen nodig zijn.
Bovendien moeten deze strategieën eerst in westerse landen (hoofdconsumenten) worden geïmplementeerd om de vraag naar drugs te verminderen. En daarna in Latijns-Amerika. Politieke instabiliteit, corruptie, kwetsbare instellingen, gebrek aan middelen of laaggeletterdheid in de meest kwetsbare gebieden zijn in veel landen obstakels voor de aanpak van verslavingsproblemen. Toch kan zelfs in deze context, met de juiste middelen, preventie en vooral gemeenschapspreventie, effectief zijn.
Verboden en de “drugsoorlog” lijken geen goede resultaten op te leveren na decennia van miljardairinvesteringen en onschatbare sociale verwoesting. Beheersmaatregelen zijn nodig, maar mogen niet de enige strategie zijn.
Verslavingen zijn een probleem voor de volksgezondheid en vereisen daarom een gezondheidsaanpak. Deze meer humane benadering stelt gebruikers in staat om te worden beschermd en gerehabiliteerd, door effectieve behandelingen aan te bieden en gemeenschappen opnieuw op te bouwen om mensen een betere toekomst te geven.
Deze opinie is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.