Arno Morsa
“‘Wie is er bang van open grenzen?’
Vluchtelingen verdrinken en Fort Europa houdt de poorten dicht. Arno Morsa, parlementair medewerker Open VLD, vraagt zich af waarom open grenzen niet op tafel liggen. 'Men is blind voor de voordelen van migratie.'
Afgelopen weken was het drummen voor politici om een plekje te krijgen waar ze hun beklag konden doen over de overlast die de talloze aangespoelde vluchtelingen met zich meebrengen. ‘Wij kunnen deze ongeziene immigratiegolf niet aan’ klonk het in koor.
De economische crisis en de hoge werkloosheidscijfers duwen politici duidelijk steeds meer richting repressieve beleidsinstrumenten. De poorten van fort Europa sluiten onherroepelijk. De ‘collateral damage’ in de vorm van enkele honderden, zo niet duizenden, verdronken vluchtelingen nemen ze er maar bij. Maar is het hermetisch afsluiten van onze grenzen een juiste reactie op een eeuwenoud fenomeen?
Een migrant houdt een spandoek omhoog op de grens tussen Vintimille, Italië en Menton, Frankrijk vlakbij de Middellandse Zee, 15 juni 2015.
© Eric Gaillard
Angst
Een politieke meerderheid is ervan overtuigd dat een land zijn grenzen niet onbeperkt kan openen voor migranten. Zij zouden nu eenmaal grote kosten voor de sociale zekerheid meebrengen en jobs van de lokale burgers innemen.
‘Van een overspoeling is geen sprake.’
Dit zijn populistische argumenten die kant noch wal raken. Politici die angst willen cultiveren, blijven de bevolking inpeperen dat we overspoeld zouden worden met vluchtelingen. Dacht men ook niet na de toetreding van de Oost-Europese landen tot de Europese Unie dat hetzelfde zou gebeuren?
Maar cijfers liegen niet. Het aantal internationale migranten steeg minder snel dan de totale wereldbevolking. Zevenennegentig procent van de wereldbevolking blijkt geen migrant te zijn. Van een overspoeling is dus geen sprake. Door framing van de media en de hoge concentratie aan migranten in steden kan men die indruk krijgen, maar het tegendeel is waar.
Cliché bijschaven
‘Maar wie gaat die mensen onderhouden?’ is een andere dooddoener. Men lijkt ervan uit te gaan dat vluchtelingen enkel kunnen overleven bij gratie van een overheid. Maar het is net de overheid die ervoor zorgt dat deze vluchtelingen afhankelijk zijn van hen, waardoor de kosten voor de sociale zekerheid hoog oplopen.
‘Tussen 1995 en 2005 was 40 procent van de migranten naar België, Luxemburg, Zweden, en Denemarken hoogopgeleid.’
Die afhankelijkheid is het resultaat van beleidsmakers die vluchtelingen verbieden te werken. Nochtans hebben zij de gewenste capaciteiten om vele beroepen uit te oefenen. Het zijn niet de vluchtelingen zelf die smeken om bij het handje gehouden te worden.
Velen hebben goede scholing genoten en willen graag bijdragen aan onze maatschappij. Ze willen welvaart creëren, ondernemen of met enthousiasme beroepen uitoefenen die moeilijk ingevuld geraken. Om dit te illustreren hoeft men niet ver te zoeken.
Uit een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) blijkt dat tussen 1995 en 2005 maar liefst veertig procent van de migranten naar België, Luxemburg, Zweden en Denemarken hoogopgeleid te zijn. Dringend tijd dus om dit clichébeeld, waar migranten als hulpbehoevend of als misdadiger neergezet worden, wat bij te schaven.
Blind voor de voordelen van migratie
Door nieuwkomers toe te laten hun recht op arbeid uit te oefenen, wordt de sociale zekerheid niet geplunderd maar versterkt. Bovendien zou het ook de schatkist ten goede komen.
‘Sommige ngo’s kunnen alleen maar dromen van zo’n efficiënte manier van werken.’
Toch blijft men onder andere in België blind voor de voordelen van migratie. Naast allerlei absurde belastingen blijkt de overheid nog steeds taksen te heffen op de afkomst van een individu. Op korte termijn kan dit misschien wel een miljoen of zeven opbrengen waarmee de staatssecretaris dan zijn repatriëringen kan financieren, al weegt dit niet op tegenover de voordelen die het recht op werk voor vluchtelingen biedt.
Lees ook: Europa speelt pingpong met asielzoekers
Migranten geven geld uit, waardoor ze ook nieuwe banen creëren. Bovendien verliezen velen uit het oog dat migranten een systeem van grensoverschrijdende solidariteit ontwikkelen. Sommige ngo’s kunnen alleen maar dromen van zo’n efficiënte manier van werken.
Als migranten eenmaal geld beginnen te verdienen in het land van aankomst, maken ze vaak sommen over aan familie en anderen in het land van herkomst. Het komt via giften rechtstreeks bij de bevolking terecht en stuwt het welvaartspeil van mensen in het vaderland omhoog.
Als men de populistische laag durft weg te schrapen, komen de ware voordelen van een open grenzenbeleid duidelijk naar boven.
Vrijheid van beweging is een natuurrecht
Los van de economische argumentatie zou iedereen die het zelfbeschikkingsrecht het verdedigen waard vindt voor een open grenzen moeten pleiten. Vrijheid van beweging over alle landsgrenzen heen is een inherent natuurrecht. Geen enkele overheidsinstantie kan een individu verhinderen zich te verbeteren en het vaderland – per geboorte en dus per toeval bekomen – te verlaten.
De meritocratie en het vooruitgangsoptimisme zijn in het Westen wijdverspreide begrippen, maar blijkbaar zijn ze enkel nuttig binnen landsgrenzen. Men vindt het normaal dat een getalenteerd violist afkomstig uit een vergeten hoek van de Europese Unie zich mag verbeteren en mag verhuizen om zijn capaciteiten optimaal te benutten. Dit wordt zelfs terecht aangemoedigd.
Maar als een begenadigd wiskundige wil vluchten uit oorlogsgebied en zijn of haar capaciteiten ten dienste van onze maatschappij wil stellen, is dit niet mogelijk. Overheden reageren dan met opsluiting in opvangcentra, ze nemen de fundamentele vrijheden af van migranten en behandelen hen als hopeloze wezens.
Viktor Orbán, premier van Hongarije.
Európa Pont (CC BY 2.0)
Fort Europa
Dit repressief optreden is schering en inslag in de Europese Unie. Landen als Hongarije linken migranten aan terroristische aanslagen en stellen economische migratie voor als een grote en recente bedreiging. De huidige leiders zijn blijkbaar de solidaire actie in 1956, waar burgers vluchtend voor het communisme werden opgevangen, al vergeten.
‘Met dit historisch anachronisme mag nu eens dringend komaf gemaakt worden.’
Ook dichter bij huis zijn er voldoende voorbeelden te vinden. Een Duitse stad had plannen om vluchtelingen in een deel van het voormalige concentratiekamp Buchenwald onder te brengen. Het toont nog maar eens aan in welke verontrustende mate overheden het spoor bijster zijn. Herinneringen aan ons tragische verleden vervagen blijkbaar snel.
Migratie is van alle tijden. Tussen 1846 en 1924 verlieten ongeveer achtenveertig miljoen Europeanen het Europese continent, wat neerkomt op ongeveer twaalf procent van de bevolking. Vanuit Groot-Brittannië trokken zo’n zeventien miljoen Britten naar onder meer de Verenigde staten en Canada.
Men kan vandaag onmogelijk gesloten grenzen als een ijzeren wet beschouwen. Met dit historisch anachronisme mag nu eens dringend komaf gemaakt worden. De maatschappij zal er wel bij varen.
Arno Morsa is parlementair medewerker (Open VLD) in het Brussels Parlement.