Ze beloven de hemel op aarde. Intussen...

Opinie

Ze beloven de hemel op aarde. Intussen...

Ze beloven de hemel op aarde. Intussen...
Ze beloven de hemel op aarde. Intussen...

Vandaag (25 september) komen 105 staatshoofden en 50 regeringsleiders samen in New York om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te lanceren. Tegen 2030 moet de wereld zonder armoede en honger zijn, en moet ontwikkeling duurzaam worden. Hoe geloofwaardig zijn die beloften?

‘Voor ons is het heel simpel’, zei Sharan Burrow. ‘Op een dode planeet zijn er geen banen meer.’ Met die oneliner zette de secretaris-generaal van het Internationaal Vakverbond op de Aardetop in 2012 het debat op scherp.

De Verenigde Naties sloofden zich op die conferentie uit om het idee van groene groei te verkopen als dé manier om milieu en ontwikkeling te combineren, en zowel vakbonden als ondernemers hadden daar wel oren naar.

De vraag was alleen: ziet die groene economie er op het terrein echt anders uit dan het financiële kapitalisme dat de wereldeconomie in 2008 tegen de muur gereden had? Zouden overheden, investeerders en ondernemers voortaan investeren in groene banen? En zou dat alles ook de klimaatverandering keren? Burrow had er een hard hoofd in, en drie jaar later blijven de hoopvolle voorbeelden letterlijk dat: voorbeelden en dus uitzonderingen.

Toch heeft de wereld niet stilgestaan. Dat moet duidelijk worden op 25 september, als in New York de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (sdg’s) formeel gelanceerd worden door alle staats- en regeringsleiders van de wereld. De tekst belooft een echte en wereldwijde omwenteling waarbij duurzame omgang met de aarde en zorg voor de armen centraal staan.

‘Wij voorzien een wereld waarin elk land volgehouden, inclusieve en duurzame economische groei en waardig werk voor iedereen kent’, stelt bijvoorbeeld paragraaf 9 van de inleiding. En verder: ‘Een wereld waarin de consumptie- en productiepatronen en het gebruik van alle natuurlijke rijkdommen –van lucht tot land, van rivieren, meren en grondwater tot zeeën en oceanen– duurzaam zijn… Een wereld waarin de mensheid in harmonie met de natuur leeft en waarin alle levensvormen en wilde dieren beschermd worden.’

Het moet van de bijbelse profeet Jesaja geleden zijn dat de wolf en het lam nog zo genoegzaam samenwoonden, en dat de panter zich neervlijde naast het bokje.

Als paragraaf 18 belooft dat ‘elke staat volledige en permanente soevereiniteit heeft en vrij zal uitoefenen over al zijn rijkdom, grondstoffen en economische activiteiten’, dan vraagt een mens zich af hoe die zin in het Grieks vertaald en gelezen zal worden.

Als paragraaf 26 stelt dat de staats- en regeringsleiders zich engageren tot ‘universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg, inclusief voor gezinsplanning, informatie en vorming’, dan wil je graag weten hoe dat in het Arabisch, het Latijn of het Pasjtoe zal klinken en in wetten en praktijken omgezet zal worden.

En als diezelfde wereldleiders in paragraag 29 beloven dat ze ‘internationaal zullen samenwerken om veilige, ordelijke en geregelde migratie te verzekeren, met het volle respect voor mensenrechten en een menswaardige behandeling van migranten –ongeacht hun migratiestatus–, van vluchtelingen en van verdreven mensen’, dan ben ik benieuwd naar de vertaling daarvan in de 24 officiële talen van de Europese Unie, en in het beleid van de 28 lidstaten en de Unie als geheel.

Ik geef toe: ik vind het niet helemaal geloofwaardig als de machthebbers van deze wereld de hemel op aarde beloven tegen 2030, terwijl ze in 2015 onverminderd fossiele brandstoffen blijven subsidiëren, sociale voorzieningen afbouwen, legeruitgaven willen verdubbelen en vreemdelingen criminaliseren. Ook onze eigen minister van Ontwikkelingssamenwerking gaat niet blozen als hij zegt dat België vasthoudt aan de belofte 0,7 procent van zijn bnp aan ontwikkelingssamenwerking te besteden –tegen 2030. Nochtans liet een premier en partijgenoot van hem bij wet vastleggen dat dit al tegen 2010 gerealiseerd moest zijn.

Burgers, organisaties en bewegingen zullen politieke leiders veel strenger moeten houden aan hun mooie woorden, en ze moeten er mee voor zorgen dat ook de economische machthebbers binnen de grenzen van duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid opereren. Er is wel degelijk hoop in de wereld, maar die ontstaat en leeft van onderuit. Na de hoogmis in New York, begint het echte werk.