Bleri Lleshi: ‘Hoe verander je de wereld? Door actief te zijn waar je leven zich afspeelt’

Podcast

Podcastgesprek over liefde, haat en engagement in Vlaanderen

Bleri Lleshi: ‘Hoe verander je de wereld? Door actief te zijn waar je leven zich afspeelt’

Bleri Lleshi: ‘Hoe verander je de wereld? Door actief te zijn waar je leven zich afspeelt’
Bleri Lleshi: ‘Hoe verander je de wereld? Door actief te zijn waar je leven zich afspeelt’

Vlaanderen heeft een lelijk, racistisch gezicht. Maar de kracht van vrijwilligersinzet is groter en mooier, vindt Bleri Lleshi. Meer aandacht voor die schoonheid helpt om de alom woekerende machteloosheid te overwinnen. En dat doen we best lokaal, waar we leven. ‘Mijn stelling is: Vlaanderen is ook van ons.’

CC Gie Goris (CC BY-NC 2.0)

Bleri Lleshi voorstellen is nauwelijks nodig, nadat de politiek filosoof, auteur, jongerenwerker en docent de voorbije tien jaar zowat elke parochiezaal, bibliotheek of aula te lande aandeed. Hij publiceerde intussen zeven boeken, waaronder Brieven uit Brussel (2013), De neoliberale strafstaat (2014), Liefde in tijden van angst (2016), Inaya. Brief aan mijn kind (2017), De kracht van hoop (2018) en heel recent Wat na corona? Brief aan Vlaanderen (2020).

In je brief aan Vlaanderen schrijf je: ‘N****et zoals mijn Brief aan Inaya komt deze brief ook voort uit liefde. Je leest het goed: liefde. Want Vlaanderen, ik heb je lief. De coronacrisis heeft dat alleen maar versterkt…’ Dat zijn verrassende woorden voor een Brusselaar.

Bleri Lleshi: Er is altijd een link geweest tussen Vlaanderen en Brussel, en die link zal er altijd zijn. Ik werk in Vlaanderen, want ik doceer in Leuven en deed dat vroeger in Antwerpen. Ik heb als jongerenwerker veel projecten gedaan in Vlaanderen. En ik kom met mijn lezingen inderdaad in elke bib en parochiezaal van het land.

Daaruit ontstaat bezorgdheid over maar ook liefde voor Vlaanderen. Daarom wou ik deze brief schrijven. Maar ook als antwoord van een Brusselaar met allochtone roots op degenen die zeggen dat Vlaanderen enkel van henzelf is. Mijn stelling is: Vlaanderen is ook van ons.

Maar even verder schrijf je ook: ‘Beste Vlaanderen, ik wil eerlijk met je zijn. Ik heb je niet altijd liefgehad. Er waren zelfs momenten dat ik je met elke cel in mijn lichaam haatte. Ik zou liegen als ik nu zou zeggen dat ik me daarvoor schaam, want ik schaam me niet. Ik had mijn redenen om je te haten.’

‘De ervaring om de toegang geweigerd te worden in een danstempel als Café d’Anvers, sneed diep’

Bleri Lleshi: Het is altijd belangrijk om eerlijk te zijn. Toen ik begin jaren 2000 in Vlaanderen begon te komen, sprak ik de taal niet zo goed. Ik was jong en wist dat een op de drie Antwerpenaren op het Vlaams Belang stemde. Ik voelde hoe raar mensen naar mij keken, en ik kon dat toen allemaal niet goed plaatsen.

De ervaring om de toegang geweigerd te worden in een danstempel als Café d’Anvers, die sneed diep. We hadden alles voorzien: witte vrienden, ook enkele meisjes, maar niets mocht baten. Zeker niet toen ik ook nog eens moest toegeven dat ik uit Albanië kwam.

Dat is niet de enige keer dat je geconfronteerd werd met racisme in Vlaanderen.

Bleri Lleshi: Neen, ik heb het evengoed meegemaakt in Gent, veel recenter nog trouwens. Het was tijdens een boekvoorstelling, en ik had het over de burn-outs in Vlaanderen. Een van de aanwezigen zei toen: ‘Als het je hier niet aanstaat, ga dan terug naar je eigen land.’

Dat zijn geen uitzonderlijke ervaringen. Enkele dagen geleden zag ik een filmpje waarin een BBC-journaliste tijdens een debat exact dezelfde boodschap toegeworpen kreeg. Heel veel mensen met een migratieachtergrond maken dit mee, en dit doet iets met ons. Wie niet gewapend is om die verwijten te krijgen, gaat vanzelf een soort haat ontwikkelen tegen de samenleving die jou uitsluit.

Wat bedoel je met “gewapend zijn”? Hoe zorg je ervoor dat je niet blijft steken in de haat, maar net doorgroeit tot liefde voor dat deel van het land dat je probeerde uit te spuwen?

‘Voor mij is dat negatieve intussen gecompenseerd door ontmoetingen met zo veel prachtige mensen.’

Bleri Lleshi: Je moet sterk genoeg zijn als je geconfronteerd wordt met racisme, uitsluiting of discriminatie. Je moet kennis hebben, je moet de nodige woordenschat hebben om daarmee te kunnen omgaan.

Daarom is het zo belangrijk om in te zetten op het versterken van jongeren. Als je die kracht niet hebt, ontwikkelt zich vanzelf een eenzijdige kijk op bijvoorbeeld Vlaanderen, enkel op basis van die negatieve ervaringen.

Voor mij is dat negatieve intussen gecompenseerd door heel veel positieve ervaringen, door ontmoetingen met zo veel prachtige mensen die mij over de streep hebben getrokken. Ik heb al een tijd geleden beslist om mijn tijd en energie vooral op het positieve te richten.

Wat je bijvoorbeeld erg positief vindt aan deze samenleving, is de vrijwilligersinzet van zo veel mensen. Je verwijst onder andere naar een negentigjarige die nog altijd vrijwilligerswerk doet.

Bleri Lleshi: Marcel is onlangs 95 geworden. Er zijn weinig landen in de wereld met zoveel mensen die zo geëngageerd zijn. Dat is iets waar ik als Belg, als Vlaming, als Brusselaar heel trots op ben. Je voelt vanuit welke liefde en passie zij zich inzetten. Dat betekent niet dat die mensen geen vooroordelen hebben of geen stereotypes hanteren, wel dat het potentieel voor een betere samenleving bij hen aanwezig is, want ze bouwen er al aan.

Er is natuurlijk ook een keerzijde aan de vrijwilligersinzet. Want het beleid gebruikt het engagement al te vaak om bepaalde taken naar vrijwilligers te schuiven in plaats van daar zelf verantwoordelijkheid voor te nemen.

‘Sommige vrijwilligers staan negatief tegenover asielzoekers, maar toch voel ik verbondenheid in de inzet voor een betere wereld.’

Je hoort wel eens analyses van de verkiezingsuitslag die stellen dat Vlaanderen vol zit met mensen die asielzoekers haten, maar er is een andere kant. Alleen zien we die nie. Mensen als Marcel en zovele anderen die zich dag in, dag uit inzetten voor asielzoekers. Anderen zetten zich in voor mensen die bij het OCMW terechtkomen, of voor alleenstaande moeders, voor oudere mensen…

Zelfs al staan sommigen van hen negatief tegenover bijvoorbeeld asielzoekers, toch voel ik verbondenheid in de inzet voor een betere wereld. Ik ga met hen in gesprek, want dat is het enige wapen dat ik heb.

Gesprek is jouw wapen, en dat heeft je geholpen om de afwijzing om te keren tot gedeeld engagement. Maar hoe vertaal je dat in structuren, in politiek, in beleid? Hoe zorg je dat discriminatie en ongelijkheid structureel voorkomen worden?

Bleri Lleshi: Een belangrijke vraag, waarop vaak verdeeld gereageerd wordt. Sommige mensen verwachten alles van de overheid of de staat komt. Anderen vinden dat die hele staat de pot op kan en dat mensen het zelf moeten doen. Ik bevind me daar tussenin.

Burgers moeten hun verantwoordelijkheid nemen en burgerzin tonen, maar tegelijk mogen we de verwachtingen tegenover de politiek niet laten varen. We betalen belastingen om beleid te kunnen voeren, de politiek heeft dus ook haar verantwoordelijkheid. De voorbeelden van burgerinitiatieven die ik geef in mijn boek zijn bedoeld als inspiratie voor de politiek.

‘Ik zou liever zien dat beelden weggehaald worden als onderdeel van beleid, in plaats van dat over te laten aan woedende massa’s.’

Het is bijvoorbeeld heel mooi hoe op enkele dagen tijd heel veel mensen zich bewust geworden zijn van het bestaan van racisme en discriminatie, als gevolg van de gruwelijke beelden van het doden van een man. Je ziet ook dat universiteiten in Leuven en Bergen stappen zetten. Waarom doet de politiek dat niet?

Ik zou liever zien dat beelden weggehaald worden als onderdeel van beleid, in plaats van dat over te laten aan woedende massa’s. Idem voor het debat over praktijktesten. Burgers zijn dus nodig om de politiek wakker en bij de les te houden, en duidelijk te maken dat politici ook een verantwoordelijkheid hebben.

Wortelt die tussenpositie in het feit dat je afkomstig bent uit een land waar de staat een communistisch regime was, met een allesbehalve vriendelijk gelaat?

Bleri Lleshi: Die opstelling heeft niet alleen te maken met mijn ervaring met een van de ergste dictaturen in Europa of de wereld. Ze heeft vooral te maken met mijn vertrouwen in het potentieel van de mens, de burger. Bepaalde cruciale diensten zie ik het liefst in handen van de staat, andere zaken kunnen best vanuit burgers georganiseerd worden. Er zijn genoeg voorbeelden in Griekenland, Spanje, Portugal en Argentinië die tonen dat organiseren van onderuit ongelooflijk empowerend en emanciperend werkt.

We kunnen nog niet precies zeggen hoe de wereld er in de toekomst moet uitzien. Wie dat wel beweert te weten, is een valse profeet. Maar we weten wel dat we niet anders kunnen dan werken aan iets nieuws.

Dat betekent niet dat alles weg moet: wat goed is, moet blijven. Maar we moeten meer democratie, meer participatieve elementen toevoegen. Niet alleen op het vlak van besluitvorming, ook op het niveau van de uitvoering. En als Vlaanderen die weg wil inslaan, dan zijn we goed gewapend om dat te kunnen realiseren.

Je nadruk op de burger kan, voor wie je werk niet kent, misschien wat neoliberaal klinken. Maar je hebt heel veel kritiek op het neoliberale denken?

Bleri Lleshi: Dat klopt. Maar de kracht van burgerinitiatieven wordt vaak over het hoofd gezien. Neem Schaarbeek, de gemeente waar ik woon. Wat burgerinitiatieven rond verkeersveiligheid en luchtvervuiling gerealiseerd hebben op minder dan een jaar tijd, was vroeger ondenkbaar.

In Brussel is dat al twee jaar bezig. Het gaat snel. Niet omdat we plots een nieuwe politieke elite hebben, maar omdat we burgers en middenveldorganisaties hebben die zich organiseren, die kennis en expertise inzetten om de politiek duidelijk te maken dat het anders kan en moet.

‘Ook bij jonge mensen is er een sterke cultuur van vrijwilligerswerk. Als zich een positieve energie ontwikkelt, willen ze daar deel van uitmaken.’

Opnieuw toont dat het belang van een sterke cultuur van vrijwilligerswerk. Die is overigens ook aanwezig bij jonge mensen, in tegenstelling tot de heersende overtuiging. De voorbije twintig jaar zag ik wel dat jonge mensen meer geneigd waren om zich internationaal te engageren. Maar als er zich lokaal een positieve energie ontwikkelt, zie je dat meer mensen daar deel van willen uitmaken.

Kijk naar de recente betogingen tegen racisme. Nog nooit zagen we zoveel jonge mensen van alle kleuren en herkomsten achter eenzelfde zaak staan. Daar moeten we op inzetten: jonge mensen in al hun diversiteit sterk maken, zodat ze burgers met burgerzin worden en goed met politiek kunnen omgaan.

Uit een rondvraag die ik deed bij organisaties in Congo, Ecuador, de Filipijnen en Syrië, over de impact van de coronacrisis, bleek: lokaal is het nieuwe normaal. Kan de solidariteit die nu op heel lokaal niveau ontstond leiden tot een ander soort samenleving?

Bleri Lleshi: Tijdens mijn studie internationale politiek aan de VUB was de stelling dat alleen het internationale niveau telde en dat wij kosmopolieten moesten zijn. Er werd letterlijk neergekeken op het lokale niveau. Ik was die studie begonnen om de wereld te redden, nadat ik als kind plots geconfronteerd werd met allerlei oorlogen en internationale conflicten.

‘Wij leven niet in een internationale of kosmopolitische wolk, wij leven lokaal.’

Maar ik werd jongerenwerker in Brussel. Want hoe verander je de wereld? Door actief te zijn waar je leven zich afspeelt. Wij leven niet in een internationale of kosmopolitische wolk, wij leven lokaal. Dat betekent zeker niet dat we moeten ophouden internationaal te denken of solidair te zijn over de grenzen heen, wel dat we lokaal moeten beginnen.

De Braziliaanse pedagoog Paulo Freire is daarbij mijn grote inspiratie. Volgens hem is de beste plek om solidariteit een kans te geven en opnieuw uit te vinden, het lokale niveau. De crisis maakt dat nu ook bij ons duidelijk: lokaal is waar we elkaar kunnen ontmoeten en van waaruit we iets nieuws kunnen lanceren.

In je boek citeer je ook uit een briefwisseling met de senioren van de socialistische mutualiteiten. In een van die brieven schrijft een moeder aan haar dochter: ‘De wereld is misschien toch een mooie plaats, maar je moet weten waar je moet kijken. Mijn wens voor jou is dat je altijd zult weten waar je moet kijken om “mooie” dingen te zien.’ Je benadrukt heel erg dat er veel meer goedheid en schoonheid is dan we in de media te zien krijgen.

Bleri Lleshi: Ik ben blij dat je net dit citaat kiest, want het heeft me zo getroffen dat ik het nooit meer ben vergeten. Het is ook heel centraal in wat ik met mijn boeken probeer te doen: een ander verhaal te laten zien dan wat je in mainstreammedia verneemt. Wat mij betreft gaat het dan ook vaak over de positieve kant. Want er is heel veel wanhoop en veel machteloosheid, en dat is alleen maar erger geworden door de coronacrisis.

‘Machteloosheid is, naast de ongelijkheid, een van de grootste problemen in de wereld.’

Veel mensen die de capaciteit en de wil hebben, die zich willen inzetten of iets positiefs willen betekenen, voelen zich machteloos. Omdat ze denken: wat kan ik ondernemen tegen het politieke systeem? Wat kan ik ondernemen tegen Jeff Bezos van Amazon?

Die machteloosheid is, naast de ongelijkheid, een van de grootste problemen in de wereld. We moeten dat gevoel erkennen om er iets aan te kunnen doen, en dan concrete voorbeelden geven van mensen die al handelen. Mainstreammedia doen dat veel te weinig.

Toen ik voor het boek op zoek ging naar antwoorden op de vraag hoe het moet na corona, vond ik die veel meer bij media als MO* dan bij mainstreammedia. Omdat er bij jullie veel mensen aan het woord komen die dieper graven en die de andere kant laten zien. Mensen hebben nood aan die andere verhalen. Het is onze verantwoordelijkheid om te laten zien wat al aan het gebeuren is.

De vraag is niet of het anders moet of kan, want het is al bezig. De vraag is of wij deel willen worden van die positieve verandering of niet.

Er zit veel liefde en hoop in de titels van je boeken. Wanneer krijgen een boek waarin het derde deel van de drie-eenheid centraal staat: geloof?

Bleri Lleshi: Het thema komt aan bod, onder andere in Liefde in tijden van angst en in De kracht van hoop. Ik heb het geluk dat ik geboren ben in Albanië, het land dat officieel de eerste atheïstische republiek ter wereld was, maar waar het ook volkomen normaal is dat families op vrijdag naar de moskee gaan, omdat vader moslim is, en op zondag naar de kerk, omdat moeder christen is. Hier wordt dat niet voor mogelijk gehouden.

Ik weet dat religie een gevoelig thema is, en daarom is het boek er nog niet. Het speelt al wel lang in mijn hoofd, en zowat een derde van de duizenden boeken in mijn huis gaat over theologie en religie. Maar als ik daarover ga schrijven, moet het echt goed zijn.

Wat na corona? Brief aan Vlaanderen door Bleri Lleshi is uitgegeven door EPO. 240 blz. ISBN 978 94 6267 234 9