David Criekemans: ‘De toekomst begon in 2011, maar we ruimen nog altijd het puin van het Ottomaanse rijk’

Podcast

Podcast over geopolitiek en de veranderende wereld

David Criekemans: ‘De toekomst begon in 2011, maar we ruimen nog altijd het puin van het Ottomaanse rijk’

David Criekemans: ‘De toekomst begon in 2011, maar we ruimen nog altijd het puin van het Ottomaanse rijk’
David Criekemans: ‘De toekomst begon in 2011, maar we ruimen nog altijd het puin van het Ottomaanse rijk’

David Criekemans bundelde columns en analyses die hij sinds 2011 schreef over geopolitiek en de veranderende wereld. MO* sprak met de auteur over het Midden-Oosten, het soortelijk gewicht van België en de politiek van angst.

© Gie Goris

© Gie Goris

David Criekemans bundelde columns en analyses die hij sinds 2011 schreef over geopolitiek en de veranderende wereld. MO* sprak in de radiostudio van BRUZZ met de auteur over het Midden-Oosten, het soortelijk gewicht van België en de politiek van angst.

Aanleiding voor het gesprek is het boek Geopolitieke kanttekeningen 2011-2018, en daarna. Een wereld in volle geopolitieke transitie dat David Criekemans schreef. De beginvraag is of geopolitiek wel de juiste verklarende insteek is. Weegt de polis zwaarder door dan de economie in de mondiale verhoudingen?

Beluister hier het gesprek.

David Criekemans: De geopolitieke benadering van de internationale betrekkingen probeert een holistisch beeld te geven over de grotere, geopolitieke veranderingen in de wereld. Dat kunnen veranderingen zijn op veiligheidsvlak, economisch vlak, dat kunnen veranderingen zijn op het vlak van klimaatveranderingen of de strijd om de grondstoffen.

Macht staat centraal in de studie van de internationale betrekkingen en al zeker in de studie van de geopolitiek. Macht zit hem bv in de VS vs China, hoe elk probeert zijn businessmodel te verdedigen, maar dat vertaalt zich dan weer in die machtsrelaties. Op veiligheids-politiek vlak zie je hetzelfde met de strijd tussen Rusland en de VS weer opnieuw en de opkomende opbodpolitiek, wederom opnieuw

We zitten, en dat is heel interessant eigenlijk, in een tijdperk waarin die machtsverhoudingen verschuiven, maar dat net die centrale actoren de behoefte voelen om hun macht uit te testen ten aanzien van de andere actoren.

Voor Europa en zeker voor de West-Europese landen is het nieuw dat de “garantiemachten” – de Anglo-Amerikaanse machten – misschien niet meer zo beschikbaar zijn als ze in het verleden waren. Dat wordt dan gesymboliseerd door de opkomst van Trump en de Brexit, wat een heel nieuw krachtenveld opent en waarbij andere machten zoals Rusland, maar ook China, hun geo-economische kansen uittesten. Veel van wat we vandaag meemaken, is een strijd om Europa op veiligheidspolitiek vlak maar ook China in zijn one belt, one road strategie in Eurazië, met zijn investeringen in transport en economische netwerken, om dan op termijn ook handel te genereren.

Het boek begint in 2011, terwijl het misschien evidenter geweest was om een heel decennium te nemen, en het in 2008 te laten beginnen: de financiële crisis luidde meteen het einde in van de globaliseringsgroei.

David Criekemans: Ik heb daar lang over nagedacht maar verkoos 2011 te nemen omdat je dan de financieel-economische crisis in al zijn deelaspecten begint te zien, ook de sociale gevolgen (denk aan Griekenland). Maar 2011 is ook het Midden-Oosten met de Arabische lente, die echt een ankerpunt is en waar we nu ongeveer het tegenovergestelde van meemaken. In 2011 dachten we dat die autoritaire dictators een stuk van het verleden waren, er zouden hervormingen komen… 2011 was de hoop dat er een nieuw 1989 zou komen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

In een stukje dat ik tijdens die Arabische lente schreef, zei ik al dat als we te lang aan de zijlijn zouden staan, als we die democratiseringsgolf niet ook politiek zouden steunen, dat al die moeite voor niets geweest zou zijn en dat er een soort van contrarevolutie zou plaatsvinden met burgeroorlogen. Helaas is die voorspelling bewaarheid geworden.

Bij de Libische oorlog was het Frans-Britse antwoord om met militaire macht verandering in de regio teweeg te brengen. Maar die poging om topdown, met militaire macht alleen, de maatschappij te veranderen, dat is mislukt.

De eerste daad van de toenmalige voorlopige regering van Libië, er zijn er achteraf nog andere gekomen, was het tekenen van oliecontracten met Franse en Britse oliebedrijven. Het lijkt dan inderdaad vooral te gaan over het stabiliseren van economische relaties, ook al moeten we dan teruggrijpen naar de sterke leider die voor ons in handen zal houden. Maar daardoor zijn die democratische basisbewegingen afgeblokt en zitten we nu in een totale impasse in verschillende van deze landen.

De regimewijziging in Libië was meteen een begin van het Syrische debacle, want Rusland wilde geen tweede keer een blanco cheque geven aan het Westen.

David Criekemans: De Frans-Britse interventie komt er op het moment dat Khadaffi in Benghazi de opstandelingen bombardeert, en het is Sarkozy die er in de VN-veiligheidsraad voor zorgt dat er een mandaat komt op basis van het _responsability to protect-_principe. Dat is op dat moment een paar jaren oud en in 2005 met algemeenheid van stemmen aangenomen in de VN. Het idee is dat als een staat op een bepaald moment zijn burgerbevolking niet kan of wil beschermen, de internationale gemeenschap zich in haar plaats kan stellen.

Nu weten we – en daar zijn voldoende bewijzen voor – dat de Britten, maar vooral de Fransen eigenlijk veel meer deden dan louter het beschermen van de burgerbevolking.

Dat principe werd voor de eerste maal gebruikt in resolutie 1973 van de VN-Veiligheidsraad. De Fransen en Britten nemen de lead, de Russen onthouden zich. Maar nu weten we – en daar zijn voldoende bewijzen voor – dat de Britten, maar vooral de Fransen eigenlijk veel meer deden dan louter het beschermen van de burgerbevolking. Ze organiseerden en bewapenden de oppositie, ze gaan zelfs bij wijze van spreken de plannen maken, en misschien zat de Franse militaire inlichtingendienst wel achter de moord op Khadaffi.

Rusland vindt dat het Westen daar en dan veel verder gegaan is dan het VN-mandaat en het klassiek-geopolitieke machtdenken laat primeren, en ze verwijzen daarvoor naar die oliecontracten met Franse en Britse bedrijven.

Is het principe van Responsability to Protect daardoor finaal beschadigd?

David Criekemans: De Russen trekken daarna toch een lijn in het zand en zeggen ‘niet verder’, want anders zouden hun laatste geostrategische belangen in de regio beschadigd kunnen worden. Het Russische stemgedrag in de Veiligheidsraad toont dat ook, want in 2011 begint ook die Syriëcrisis zich te ontwikkelen en dan begint Rusland zijn veto te gebruiken.

Wat is het geostrategische belang voor Rusland in Syrië? Een pied à terre? Of gaat het verder?

David Criekemans: Het is een samenloop van belangen. Rusland heeft er een kleine militaire haven, een landingsplaats, dat is een element. En al van in de tijd van de Sovjetunie zijn er nauwe relaties met de familie Assad. Syrië koopt Russische wapens en is een stabiele actor in de regio, een vertrouwde actor, een van de weinigen in de regio. En dan zijn er verborgen elementen, zoals het aardgas. In de oostelijke mediterannee hebben verschillende landen namelijk aardgas ontdekt. Rusland wil natuurlijk dat de Europese landen blijvend afnemer zijn van Russisch gas.

De Saoedi’s betalen de rekeningen van Al-Sisi in Eypte, dat is ook een vriend die ze gekocht hebben. Dat alles leidt tot een opbodpolitiek met Iran.

De strijd tussen Iran en Saoedi-Arabië komt steeds meer aan de oppervlakte. Dat gaat terug tot 1979: de val van de sjah en de opkomst van ayatollah Khomeini. Dat heeft dan allerlei regionale gevolgen gehad, denk maar aan de oorlog in Afghanistan, waar de Saoedi’s o.a. de moedjahedien zijn gaan steunen. Saoedi-Arabië en Iran hebben andere businessmodellen: de macht van S-A is gebaseerd op olie, terwijl Iran bijvoorbeeld ook veel gasvoorraden heeft – wat in de energietransitie heel belangrijk zal zijn. Dus, Saoedi-Arabië zit op het toppunt van zijn macht, of is daar al net voorbij en heeft in de afgelopen jaren, o.a. in de Syrische crisis, een poging gedaan om vrienden te creëren naar eigen beeld en gelijkenis in de regio, want het is misschien wel een van de laatste kansen om dit te doen. En daarom zijn ze allerlei radicaal soenitische groepen gaan steunen in de Syrische burgeroorlog. Mohamed bin Salman heeft nog wat olie op het vuur gegooid met de oorlog in Jemen. De Saoedi’s betalen ook de rekeningen van Al-Sisi in Eypte, dat is ook een vriend die ze gekocht hebben. Maar dat alles leidt tot een opbodpolitiek met Iran.

In je analyse is geen sprake van de sektarische tegenstelling tussen soennieten en sjiieten.

David Criekemans: Het sektarische is een element, maar ik focus op het businessmodel van die landen. Vaak wordt de islam gebruikt als een instrument om de massa te mobiliseren. Maar er zijn andere onderliggende aspecten die meespelen. Zoals het businessmodel van Saoedi-Arabië dat in neergaande lijn gaat, waarin Iran dan een opportuniteit ziet.

Je schreef voor MO* ook een van de eerste analyses over het Sykes-Picot-akkoord uit 1916, naar aanleiding van de opkomst van IS.

David Criekemans: De Britten en de Fransen verdeelden in 1916 de taart van het verkruimelende Ottomaanse rijk. Syrië, al een provincie in het Romeinse rijk, komt in de Franse invloedsfeer. Irak is een creatie van de Britten, ook voor een stuk om toegang tot olie te krijgen. Men voert er ook een verdeel- en heerspolitiek. In Syrië zijn de soennieten in de meerderheid, de sjiieten in de minderheid. In Irak is het net omgekeerd.

Eigenlijk zijn we nog altijd bezig met het oplossen van de problemen van het Ottomaanse rijk. Want de Fransen en vooral de Britten hadden aan koning Faisal destijds beloofd dat hij in ruil voor troepen tegen de Ottomanen het koninkrijk Arabië zou krijgen. Maar achteraf blijkt dat er ook beloften zijn over een de terugkeer van de Joden in datzelfde gebied. Het Westen belooft iets, maar doet achteraf iets anders, dat is de perceptie in de regio.

Het Westen doet nog een poging om in de regio een rol te spelen, maar ik denk dat dat tijdperk voorbij is. Assad is aan de winnende hand, dankzij de steun van Rusland. Maar wat je wel ziet, is dat we toch in een nieuw tijdperk zitten waar eerder die regionale actoren hun eigen verhaal aan het schrijven zijn.

De conflicten worden regionaler maar de tegenstellingen worden steeds mondialer?

David Criekemans: IS is hét voorbeeld van hoe de tussenschotten tussen interne veiligheid en externe veiligheid verdwenen zijn. We kijken naar het gevaar van terrorisme in het Midden-Oosten, maar tegelijkertijd broeit het ook in Brussel. En dat wil zeggen dat we een totaal andere strategie nodig hebben. Binnenlandse en buitenlandse veiligheid moeten voor een stuk geïntegreerd worden. We zitten ook in een tijdperk waar de technologische evoluties steeds verder gaan. Europese landen dreigen in een soort van verdeelde spagaat te belanden, want zij zijn het niet altijd eens over prioriteiten of hoe we met de verschillende partners moeten omgaan.

Wat ik in het boek ‘de politiek van de angst’ noem, is een groot gevaar. Men wil absolute veiligheid creëren die uiteindelijk de vrijheid van individuen bedreigt.

Wat ik in het boek ‘de politiek van de angst’ noem, is een groot gevaar. Men wil absolute veiligheid creëren die uiteindelijk de vrijheid van individuen bedreigt, zoals in de VS met de Patriot Act, of zoals nu in China met het social credit systeem. Dat is een groot gevaar. Anderzijds bevinden we ons wel degelijk in een nieuwe veiligheidsomgeving. In de jaren 1990 hadden we het over vredesdividenden. Die zijn zowat opgebruikt.

De vraag is of die dividenden ooit echt zijn gebruikt.

David Criekemans: In de jaren 1990 hadden we de kans om veiligheid te herdefiniëren, om partnerschappen te creëren o.a. met Rusland, maar helaas zijn we in een tegenstrijdig verhaal terechtgekomen. We moeten investeren in onze veiligheid, maar de vraag is in welke capaciteit. Zijn dat dan de F-35? Maar met een F-35 kan je weinig doen tegen radicalisering in Molenbeek. De zaak is met andere woorden veel complexer dan dat en we moeten ons goed herbezinnen daarover.

Het bijkomende probleem voor Europa is de gespreide slagorde. Elk land denkt een beetje vanuit zijn geopolitieke positie. De Baltische staten roepen moord en brand over de Russen. De Polen zullen dat binnenkort ook doen als de Russen eventueel, als antwoord op Trump, nieuwe korte afstandsraketten in Kalinigrad gaan stationeren. Voor de Grieken en de Italianen is hét grote probleem de migratie en ze menen dat de rest van de unie niet luistert. Die gemeenschappelijke synthese blijkt erg moeilijk te zijn.

De Europese verdeeldheid heeft ook een duidelijk sociale dimensie.

David Criekemans: De Europese landen hebben de afgelopen jaren een hard besparingsbeleid gevoerd. Dat heeft in een aantal gevallen, ik denk dat Griekenland daarvoor het symbooldossier is, geleid tot versnelde privatisering, deregularisering, de uitverkoop van de nationale inboedel. Dit Europa is een beetje het Europa van het grootkapitaal, van de interne markt – dat is hetgeen het beste werkt, daar gaat het eigenlijk over. België heeft met Marianne Thyssen wel een poging gedaan om die sociale dimensie ietsje meer vorm te geven, met kleine successen, bijvoorbeeld over de detacheringsrichtlijn.

Politici moeten een antwoord formuleren op een doorgeslagen beleid van loutere zelfredzaamheid en besparingen, want dat zal uiteindelijk de sociale cohesie ondermijnen wat indirect leidt tot de populistische golf die we in een aantal landen zien. Ik denk dat vooral Italië daarvan een beetje het symbooldossier aan het worden is.

Kan België nog het verschil maken, zoals in de naoorlogse periode toen politici als Spaak nog echte wereldmacht hadden?

David Criekemans: België is geen macht meer in de wereld, zoals onder Paul-Henri Spaak. Toen die naar de conferentie ging in San Francisco voor de oprichting van de VN, had hij grote schrik dat de grote landen het allemaal in machtspolitiek onder elkaar zouden verdelen. Het veto heeft hij niet kunnen tegenhouden, maar hij kwam ook met een origineel idee: ECOSOC. Hij was socialist en geloofde dat grote conflicten in de wereld een economisch fundament hebben. Je zou dat vandaag bij uitbreiding kunnen zeggen over de klimaatverandering.

We hebben nog altijd ons pacificatiemodel, met al zijn nadelen en hoekjes en kantjes, maar onze diplomatie kan — voorbij de conflicten — kijken naar de economische of ecologische oorzaken.

Dat is de brede definitie van veiligheid. En ik denk dat België daar wel een bijdrage kan leveren. We zijn een klein land. In de grote dossiers kunnen we niet meer wegen. Ondertussen zijn er 193 leden van de VN, dat is wel een beetje aders dan bij de oprichting. België is zijn soortelijk gewicht op dat vlak kwijt, maar we hebben nog altijd ons pacificatiemodel. Met al zijn nadelen en hoekjes en kantjes, maar onze diplomatie kan — voorbij de conflicten — kijken naar de economische of ecologische oorzaken. Dat kan ook gezondheid zijn en instabiliteit in Afrika en dit soort van zaken en ik denk dat België daar wel nog altijd een rol kan spelen als bemiddelaar achter de schermen en hier en daar in bepaalde niches toch zaken op de agenda kan zetten.

België als internationale loodgieter?

David Criekemans: We zitten niet meer in het tijdperk van Jean-Luc Dehaene die de ministers kon opsluiten op Hertoginnedal. We zitten in instant diplomacy, instant politics. Dat maakt het moeilijk voor dat soort van modellen, maar ik denk dat er hoe dan ook toch nog altijd een of andere politieke synthese gemaakt moet worden en vooralsnog hebben we dat toch altijd gedaan zonder geweld. En ik denk dat dat onze bijdrage is.

China is mede bepalend voor de geopolitieke toekomst.

David Criekemans: Het lijkt erop dat Xi Jinping investeert in transport-economische netwerken om stabiele economische relaties te creëren, maar ook om soft power, een invloedsfeer uit te bouwen. Ik denk wel dat de ambitie van China bij Trump de alarmlichten heeft doen afgaan. En Europa staat erbij en kijkt ernaar.

Het handelsconflict tussen de verenigde Staten en China zal een lose-lose situation worden.

Het handelsconflict tussen de twee landen zal een lose-lose situation worden. Alle economen zeggen het eigenlijk: de relatie tussen de VS en China was eigenlijk zeer symbiotisch. China kocht ook veel staatsobligaties van de Amerikanen, is nu zijn portfolio aan het diversifiëren. Nu doet Trump iets totaal anders, maar dat kan tot plotse geopolitieke en geo-economische schokken leiden.

Het kan zijn dat er binnen twee of zes jaar iemand anders aan de macht komt in het Witte Huis en dat we terugkijken op deze turbulente periode als een kort interregnum, maar toch is er meer aan de hand. We zitten in een fundamentele overgangsperiode waarin we een energietransitie meemaken. Ons oude economische bestel werkt niet meer. We zien dat overal, van de plastics tot de uitstoot, de luchtkwaliteit in onze steden,… we maken dus eigenlijk een grondige transitie mee.

De oude wereld bestaat eigenlijk al niet meer. Het ligt nu in onze handen om de keuzes te maken op het vlak van onder andere de energiemix. Die keuzes bepalen ook welke onze partners worden in de toekomst. We moeten ons bewust worden van die complexiteit en daarin een grondige reflectie maken.

Geopolitieke kanttekeningen 2011-2018, en daarna. Een wereld in volle geopolitieke transitie, door David Criekemans, uitgegeven bij de Gompel&SVacina, 305 blzn. ISBN: 978 94 6371 076 3.

David Criekemans doceert buitenlands beleid aan de Universiteit Antwerpen, internationale politiek en veiligheid aan het University College Roosevelt in Middelburg (Nederland) en geopolitiek aan het Geneva Institute of Geopolitical Studies.

Deze podcast kwam tot stand in samenwerking met BRUZZ.