100 jaar Russische Oktoberrevolutie 1917: eindelijk in de vuilnisbak van de geschiedenis?

Reportage

100 jaar Russische Oktoberrevolutie 1917: eindelijk in de vuilnisbak van de geschiedenis?

100 jaar Russische Oktoberrevolutie 1917: eindelijk in de vuilnisbak van de geschiedenis?
100 jaar Russische Oktoberrevolutie 1917: eindelijk in de vuilnisbak van de geschiedenis?

President Poetin wil de Oktoberrevolutie van 1917 het liefst van al naar de vuilnisbak van de geschiedenis verwijzen. Toch is de overwinning van de Sovjetunie in de Tweede Wereldoorlog, dus van de staat die uit die revolutie voortkwam, het grootste nationale idee in Rusland vandaag. Waarom is geschiedenis in Rusland een wapen in de informatieoorlog met het Westen?

© Mashid Mohadjerin

© Mashid Mohadjerin​

In het huisje van de bewaker, op de herdenkingsplaats van de massagraven van de Stalinrepressie, ergens in een bos aan de rand van Sint-Petersburg, hangt een portret van… Jozef Stalin.

Twintig ambtenaren van de Duitse stad Hamburg fronsen de wenkbrauwen. Ze wandelen over de paden die de bekende schrijfster en Sovjetdissidente Lydia Chukovskaya in dit met geïmproviseerde graven bezaaid bos in 1995 liet aanleggen met de opbrengst van een prijs die ze had gewonnen.

Het is muisstil, op de vallende druppels van de ochtenddauw na. Chukovskaya’s echtgenoot ligt hier ergens begraven, vermoedelijk.

‘Kijk, hier is de grond verzonken. Het zou kunnen dat we nu boven een massagraf wandelen’, zegt gids Zhenya Kulakova van burgerrechtenorganisatie Memorial, die zich bezighoudt met de herinnering aan de Sovjetrepressie.

Pas in 1989 onthulde het Levashovobos zijn duistere geheim. Vrijwilligers van Memorial hadden de aanwezigheid van soldaten opgemerkt. Een paar maanden later bleek het bos de plaats te zijn waar, van 1937 tot 1938, elke dag tientallen vrachtwagens volgestouwd met lijken aankwamen: de slachtoffers van de NKVD, Stalins staatsveiligheid.

‘Tot vandaag vindt de meerderheid van de bevolking dat de staat recht heeft op vormen van terreur.’

19.000, het officiële aantal dat hier begraven ligt, is het cijfer dat de KGB, de opvolger van de NKVD, in 1960 liet vaststellen tijdens de destalinisatie. In heel de Sovjetunie stierven om en bij het miljoen mensen in Stalins Grote Zuivering, standrechtelijk geëxecuteerd of overleden van honger en ontbering in de Goelag. De zorg waarmee nabestaanden de graven sinds de jaren ’90 onderhouden en versieren, staat in schril contrast met het gemak waarmee mensenlevens werden geofferd aan het hogere doel van de totalitaire staat die voortkwam uit de revolutie van 1917.

Een oude, vergeelde foto op een stok met een orthodox kruisje, ijzeren plaatjes aan boomstammen genageld, een maquette van een boot aan een boomstam voor het vermoedelijke graf van een matroos, belletjes die rinkelen in de wind, de vlaggen van de “nationale contingenten” – mensen die Stalin liet vermoorden omwille van hun nationaliteit – namen en geboortedata, en overal dezelfde sterfdata: 1937 of 1938.

Dit jaar kwamen er nog eens driehonderd nieuwe grafstenen bij, op willekeurige plaatsen. De nabestaande kennen immers niet de exacte plek waar hun geliefden liggen. Chukovskaya heeft tot haar dood in 1996 zelfs nooit geweten of haar man er effectief lag, en hoe en wanneer hij gedood werd.

© Mashid Mohadjerin

© Mashid Mohadjerin​

Duizenden namen staan geregistreerd in de Leningrad Martyrology van gerenommeerde historische onderzoekers. Memorial dook erin en liet aan elk huis in Sint-Petersburg waaruit iemand verdween een gedenkplaatje bevestigen met naam, beroep en een summiere biografie.

‘We herwaarderen elk mensenleven dat verloren moest gaan voor het belang van de staat’, zegt Irina Flige, directrice van Memorial in Sint-Petersburg en één van de eerste Russische activisten die in 1989 onafhankelijk historisch onderzoek begon te doen naar de Grote Zuivering.

‘Dat is in Rusland geen kwestie van louter herinnering, het is realiteit in 2017. Tot vandaag vindt de meerderheid van de bevolking dat de staat recht heeft op vormen van terreur.’

Bloemen voor de beul

Hoe komt dat? Het antwoord is verborgen in het Museon Park of Arts, bij de befaamde Tretjakovgalerij aan de overkant van Gorkipark in Moskou. Hier kwamen de Sovjetstandbeelden terecht die tijdens de val van de Sovjetunie werden verwijderd.

Binnen, in de Tretjakovgalerij, loopt een tentoonstelling over de mythologische voorstelling van boeren als de belichaming van het nationale ideaal na 1917. Fabrieksarbeid, werken op het veld, heroïsche opoffering om het nieuwe ideaal waar te maken zijn de waarden die uit de schilderijen naar boven komen. Vele boeren die daar niet aan wilden of konden beantwoorden, belandden in de Goelag.

Een open debat over de samenwerking tussen Stalin en Hitler leidt op een mooie nazomerdag in Sint-Petersburg nog altijd tot tumult.

Buiten staat een standbeeld van Stalin voor gebeeldhouwde anonieme gezichten achter tralies: een eerbetoon aan zijn slachtoffers. Mensen legden bloemen neer, op Stalins voeten, niet bij de slachtoffers.

Op 30 oktober legde president Poetin in Moskou wél bloemen neer bij een nieuw monument voor de slachtoffers van politieke repressie. Hij sprak over de Grote Zuivering, maar noemde Stalin niet bij naam. Vooral Stalins ideologie van de Sovjetunie als belegerd fort en de vijand binnenin nam Poetin over, in afgezwakte vorm, in de wet op “buitenlandse agenten”: Russische burgerrechtenorganisaties gefinancierd door buitenlandse donoren.

Een paar jaar geleden werd de zin “Stalin heeft ons opgevoed om trouw te zijn aan het volk” opnieuw ingevoegd in de imposante gewelfbogen van het Kurskaya-metrostation in Moskou nadat die was verwijderd tijdens de destalinisatie in de jaren ’60.

Maar belangrijkst van al: voor veel Russen is Stalin de geniale strateeg die de Sovjetunie naar de overwinning tegen nazi-Duitsland heeft geleid, en pas in tweede instantie een massamoordenaar.

Deze overwinning in 1945, niet de revolutie van 1917, is elk jaar de grootste herdenking. Poetin maakte van deze overwinning dé stichtende pilaar van de Russische identiteit. Een open debat over de overeenkomsten tussen stalinisme en nazisme, en de samenwerking tussen Stalin en Hitler, leidt op een mooie nazomerdag in Sint-Petersburg nog altijd tot tumult.

De Rode Revolutie

Op 17 september staan vijf activisten met Oekraïense lintjes op een druk wandelknooppunt aan Nevski Prospekt, de majestueuze flaneerboulevard in Sint-Petersburg. Eén van hen draagt een bord met daarop geschreven: “Op deze dag in 1939 kwam de Sovjetunie de oorlog binnen als een agressor.”

Het was de dag waarop de Sovjetunie, in uitvoering van het Molotov-Ribbentroppact, Polen binnenviel vanuit het oosten, twee weken nadat nazi-Duitsland het land was binnengevallen vanuit het westen.

‘Massamedia verspreiden voortdurend dat de Sovjetunie geen agressor kan zijn’, zegt organisator Denis Uvarov. ‘Op school moest ik leugens leren, dat de Sovjetunie Polen heeft geholpen tegen de nazibezetting. Wij zijn altijd ofwel slachtoffers ofwel heldhaftige helpers.’

De meeste shoppers gaan er argeloos aan voorbij, maar een paar oudere vrouwen blijven staan en werpen afkeurende blikken in de richting van de activisten. ‘Schande!’, roept een omaatje. ‘Onze vaders en grootvaders verdedigden ons tegen de fascisten. Dankzij hen leef je vandaag in een vrij land!’

De Februarirevolutie was de eerste kleurenrevolutie en ze was rood, in Poetins geboortestad Sint-Petersburg.

Al gauw verzamelt zich een vijandige menigte rond de activisten. De gemoederen laaien hoog op. Na een half uur komt de politie. ‘Sta daar niet te staan, arresteer hen allemaal!’ beveelt het omaatje. Gesterkt door de sacraliteit van de overwinning op de fascisten in de Tweede Wereldoorlog, laat ze haar handtas op de activisten neerdalen. Ze raakt uit balans en valt op de grond.

- ‘Stap het af en ga naar jouw propagandatelevisie kijken’, roept één van de activisten.

- ‘Jullie zijn verraders! Zijn jullie van Oekraïne of zo? Stalin wist van aanpakken!’, roept de vrouw na als ze vernederd afdruipt.

Denis haalt de Oekraïense vlag boven en laat ze wapperen in de wind.

- ‘De Oekraïense vlag is een symbool van vrijheid geworden, van mensen die zelf de regering kunnen veranderen’, zegt Denis. ‘Dat is een voorbeeld voor ons Russen. In plaats van blindelings de wil van de opperste leider te volgen, zouden we beter ons recht op burgerparticipatie opeisen.’

Om dat punt te maken had hij ook in de Russische geschiedenis kunnen duiken en met de rode vlag van de Februarirevolutie van 1917 kunnen zwaaien.

Hij staat al op de juiste plaats. In februari 1917 vulden tienduizenden woedende vrouwen de Nevski Prospekt. En de belangrijkste les van die vergeten revolutie is ook dat elke burger de geschiedenis van zijn of haar land kan veranderen.

Gewone arbeidsters en boerinnen demonstreerden tegen de broodtekorten. De volgende dagen werden de demonstranten talrijker en sloten steeds meer soldaten zich bij hen aan. De opstand werd gewapend. De tsaar trad af.

Alle politieke partijen, ook de bolsjewieken, waren verrast. De eerste sovjet – een raad van boeren, arbeiders en soldaten – werd opgericht toen Lenin nog in Zwitserland was.

Dit was de eerste kleurenrevolutie en ze was rood, niet in Georgië of Oekraïne, maar in Poetins geboortestad.

© Mashid Mohadjerin

© Mashid Mohadjerin​

1917: tragedie en landsverraad

‘Het officiële standpunt van het Kremlin is dat de Februarirevolutie een tragedie was’, zegt Vladislav Aksyonov, historicus aan het Institute of Russian History. ‘Maar we mogen niet vergeten dat vele mensen de val van de tsaar vierden.’

Het Kremlin is vooral bezorgd dat de staat in 1917 zijn heiligheid verloor. Gedurende de hele Russische geschiedenis sinds de vijftiende eeuw staat een haast sacrale heerser aan de top en in februari 1917 waren gewone burgers er in geslaagd om die macht eigenhandig te veranderen.

Er kwam in de maanden daarna immers een Voorlopige Regering van liberalen en socialisten die burgerlijke vrijheden invoerde en voorbereidingen trof voor de verkiezing van een Grondwetgevende Vergadering die de nieuwe staatsvorm van Rusland zou bepalen.

Die verkiezing kwam er nooit. In oktober zetten bolsjewieken onder leiding van Lenin de Voorlopige Regering af en richtten ze de eerste communistische staat ter wereld op, na een burgeroorlog en met nietsontziende terreur.

‘Volgend jaar, 2017, zullen we de 100ste verjaardag van de Februarirevolutie en de Oktoberrevolutie markeren. We hebben de lessen van de geschiedenis in de eerste plaats nodig voor de verzoening en versterking van het sociale contract dat we hebben bereikt. Het is onaanvaardbaar om de wrok en verbittering van het verleden in onze levens vandaag toe te laten. Laten we niet vergeten dat we een verenigd volk zijn en dat we slechts één Rusland hebben.’ Zo zette president Poetin in zijn eindejaarsspeech in december vorig jaar de lijnen uit over hoe Russen vandaag naar 1917 moeten kijken. Poetin heeft zich de laatste jaren voorgesteld als de leider die Rusland verenigt. Maar de herdenking van 1917 legt een pijnlijk kenmerk van Rusland in 2017 bloot: er bestaat geen één Rusland vandaag.Waar de Februarirevolutie slechts een tragedie was, was de Oktoberrevolutie volgens Poetin landsverraad. In een toespraak op de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog in augustus 2014 zei Poetin: ‘De overwinning werd van het land gestolen door een kracht die opriep tot de nederlaag van het eigen vaderland, van het eigen leger, die zich binnen Rusland bevond, de macht aan stukken scheurde en nationale belangen verraadde’.

Hij voegde nog toe: ‘Ons land werd verslagen door de verliezer van de oorlog, Duitsland. In werkelijkheid gaven we ons over. Dat was het resultaat van hoogverraad. We verloren uitgestrekt grondgebied, en waarvoor? Voor de politieke belangen van één groep die zijn macht wilde vestigen.’

Poetin vindt dat de bolsjewieken vrede nastreefden met Duitsland om zich populair te maken bij de oorlogsmoeë bevolking en de legitimiteit van de Voorlopige Regering te ondermijnen, terwijl Rusland de oorlog had kunnen winnen.

Dit blijft Poetins denken over straatprotesten in Rusland beïnvloeden. Ook de anti-Russische kleurenrevoluties in de voormalige Sovjetunie leidt hij terug tot de bolsjewieken.

‘De tragedie die we vandaag doorstaan, de instorting van onze staat, is terug te voeren tot de Oktoberrevolutie van 1917’, zei Poetin kort na de val van de Sovjetunie. ‘De bolsjewieken plaatsten een bom onder het gebouw dat ooit het eengemaakte Rusland was. Ze deelden het land op in verschillende gebieden en gaven hen parlementen. En kijk waar we nu zijn aanbeland.’

Poetin wil niet de Sovjetunie herstellen, maar wat er daarvoor bestond, omdat in het DNA van de Sovjetunie het instorten van de Russische staat verweven zat.

Sinds 2004 wordt de Oktoberrevolutie officieel niet meer herdacht. Het Kremlin zal in de plaats daarvan de zesenzeventigste verjaardag herdenken van een toespraak die Stalin op het Rode Plein hield voor soldaten die naar het front vertrokken op 7 november 1941. Dus op vierentwintigste verjaardag van de revolutie.

Een kunstgreep om het niet over Lenin en 1917 te moeten hebben, maar over de comfortabele, geliefde en meer eenduidig patriottische Tweede Wereldoorlog.

En dus zal Rusland morgen de imperiale erfenis van de Sovjetunie vieren zonder de revolutionaire oorsprong ervan te erkennen.

© Mashid Mohadjerin

© Mashid Mohadjerin​

De heilige tsaar Nicolaas II

De tsaar kan het Kremlin moeilijk herdenken. Hij was een verliezer. Toch is de populariteit van de afgezette tsaar Nicolaas II aan een gestage opmars bezig.

‘Het is blijkbaar trendy om het orthodoxe geloof in een slecht daglicht te stellen’, zegt Vitaly Milonov, een ultraconservatief parlementslid van de regeringspartij Verenigd Rusland, tijdens een debat in Golitsyn Loft.

Hij kan het niet verkroppen dat de bekroonde regisseur Alexei Uchitel de buitenechtelijke relatie van de heilige tsaar met balletdanseres Mathilde Ksjesinska verfilmde, seksscènes inbegrepen.

In 2000 had de Russische Orthodoxe Kerk de tsaar heilig verklaard omdat hij “zijn dood met christelijke waardigheid onderging”.

Rusland zal morgen de imperiale erfenis van de Sovjetunie vieren zonder de revolutionaire oorsprong ervan te erkennen.

Eind augustus gooide een orthodoxe extremist een Molotovcocktail in het kantoor van Uchitel in Sint-Petersburg. Begin september reed een terreinwagen in op een bioscoop waar een poster van de film hing. De intimidatiecampagne van deze extremisten, die zichzelf “Christelijke Staat” noemen, draaide averechts uit. De film Matilda ging op 26 oktober in première en bracht de eerste dag al 40 miljoen roebel op, wat de film een vierde plaats oplevert onder de meest succesvolle Russische films aller tijden.

De hevige reactie op de film toont dat de heiligheid van macht terugkeert, ook al worden Milonovs woorden op hoongelach onthaald in deze liberale hub voor vrijdenkende jongeren.

Golitsyn Loft is het majestueuze herenhuis van de Sint-Petersburgse adel onder de tsaren van de negentiende eeuw. Tijdens de Sovjetunie en na de onteigening van de Russische adel werd het een militaire school. Vandaag is het opnieuw een creatief epicentrum met meer dan honderd showrooms, cafés, kunstgalerijen, restaurants en theaters.

‘Ga je weer kunst beginnen verbieden? Hebben we dan niets geleerd? Dan is de staat niet op de hoogte wat er ondergronds leeft. Zo is de Sovjetunie ingestort’, zegt Andrey Pivovarov van Open Russia, de pro-Europese beweging opgericht door zakenman en oppositieleider Michail Chodorkovsky die van Rusland een liberale democratische rechtsstaat wil maken.

Patriottische verwarring: held en verrader tegelijk?

Alle partijen die tijdens de burgeroorlog na 1917 tegen de bolsjewieken vochten – contrarevolutionaire conservatieve aanhangers van de afgezette tsaar, maar ook revolutionaire sociaaldemocraten en liberalen – kwamen samen in het Witte Leger terecht. Historisch onderzoek naar deze Russische “patriotten” begon pas na de val Sovjetunie.

Dat historisch onderzoek in Rusland volgens de bevoegde minister van Cultuur Vladimir Medinsky altijd patriottisch moet zijn – lees: alleen die feiten belichten die de staat vandaag goed uitkomen – zorgt op dit gebied voor een aantal ongemakkelijke verrassingen.

Neem nu de herdenkingsplaat voor Carl Gustaf Mannerheim en Alexander Koltsjak die een paar maanden geleden in Sint-Petersburg werd geïnstalleerd. Beiden dienden in het leger van tsaar Nicolaas II en worden door sommigen beschouwd als helden van het imperiale Rusland.

Mannerheim werd later generaal van de Finse Witte contrarevolutionairen die tegen de bolsjewieken vochten. Koltsjak was de leider van een contrarevolutionaire Russische regering tot 1920.

Maar Mannerheim vocht tégen Stalin in de Tweede Wereldoorlog en Stalins overwinning in die oorlog is het summum van patriottisme. Is een figuur als Mannerheim dan een patriot of een vijand van Rusland? De herdenkingsplaat werd verwijderd. Ze was “te gevoelig”.

Welk Rusland stichtend is voor het Rusland van vandaag? Zulke discussies in Rusland in 2017 zijn rechtsreeks terug te voeren tot de strijd tussen de Roden en Witten na 1917.

Veiligheidsdienst FSB beschouwt de eerste Tsjeka-directeur Dzerzjinski als “oprichter”. Dzerzjinski liet in de Rode Terreur massaal tegenstanders uitschakelen.

President Poetin drukte nochtans zijn sympathie uit voor de zaak van de Witten, ook al was hij KGB-directeur, de directe erfgenaam van de bolsjewistische veiligheidsdienst Tsjeka die tijdens de Rode Terreur massaal tegenstanders uitschakelde. De huidige veiligheidsdienst FSB beschouwt zichzelf als de opvolger van de KBG, de NKVD en de Tsjeka, en de eerste Tsjeka-directeur Felix Dzerzjinski als hun “oprichter”.

De professionele feestdag voor FSB-agenten is 20 december, de dag waarop Lenin in 1917 Dzerzjinski benoemde. In september overtuigden FSB-veteranen de gemeenteraad van de stad Kirov om met groot vertoon een standbeeld van hun oprichter te plaatsen als “erkenning voor zijn bijdrage aan de vorming en ontwikkeling van onze staat”.

In Kirov staat ook al een monument voor “de slachtoffers van politieke repressie”. Een gemeenteraadslid van Poetin’s partij Verenigd Rusland wilde het standbeeld van Dzerzjinski omdat ‘zijn code tot vandaag van kracht is binnen de FSB’ en een standbeeld voor de slachtoffers ‘om de gevoelens van zijn critici niet te kwetsen’.

‘Een televisiestation vroeg me zojuist om er commentaar op te geven’, zegt Sergey Lukashevski, directeur van het Sakharov Center, een cultureel centrum dat de herinnering aan politieke dissidenten tijdens de Sovjetunie levend houdt.

‘Dezelfde mensen die de petitie voor Dzerzjinksi’s standbeeld indienden, zijn verontwaardigd omdat de film Matilda de tsaar afbeeldt als een man met lusten. Dat leden van Dzerzjinksi’s Tsjeka de tsaar samen met zijn vrouw en kinderen in juli 1918 doodschoten, doodstaken en in een mijnschacht gooiden, is hun verontwaardiging niet waard.’

Tot 1991 stond een levensgroot standbeeld van Dzerzjinski op het Lubyankaplein voor het KGB-gebouw in Moskou, toen het werd verwijderd door anticommunistische demonstranten. Dat was de tweede keer in de twintigste eeuw toen de Russische staatsmacht zijn sacraliteit verloor.

Het standbeeld staat vandaag op het bevreemdende “kerkhof” van Sovjetstandbeelden in het Museon Park of Arts. De Communistische Partij wil het opnieuw op het Lubyankaplein plaatsen. Poetin gaat niet in op de vraag. “Te gevoelig”.

Staat ondermijnen slecht, staat opbouwen goed

Wat was er gebeurd als de anticommunistische demonstranten niet enkel het symbool hadden verwijderd, maar ook het KGB-gebouw waren binnengevallen en de archieven hadden gepubliceerd?

Had de KGB dan ook onder een nieuwe politieke vlag en naam gewoon opnieuw belangrijke posities in de politieke en zakenwereld kunnen bezetten en verder kunnen werken zonder vergaande ingrepen in zijn personeelsbestand, en zonder waarheid en gerechtigheid voor alle politieke vervolgingen en liquidaties?

De val van de Sovjetunie in 1991 was niet echt een revolutie. Poetin leidt een staat die op veel vlakken institutionele continuïteit vertoont met de Sovjetunie. Tegelijkertijd betichtte hij de bolsjewieken van hoogverraad in de Eerste Wereldoorlog, prees hij de Witten en is hij een fervent tegenstander van revoluties.

Dit lijkt schizofreen, en toch ziet Sergey Lukashevski van het Sakharov Center er een logica in.

‘Lenin ondermijnde de sacraliteit van de Russische staat en dat is slecht. Stalin bouwde die sacraliteit weer op en dat is goed. Dat is de sleutel om onze 1917-schizofrenie te begrijpen.’

‘Lenin ondermijnde staat en imperium, hij vernietigde de sacraliteit van de Russische staat’, zegt Lukashevski aan zijn bureau onder een portret van de vermoorde journaliste Anna Politkovskaya. ‘Hij maakte Rusland zwak in een oorlog en werkte zogezegd met de buitenlandse vijand samen. Zijn naam is verbonden met een nederlaag in een wereldoorlog. Oktober 1917 kan niet gevierd worden.

‘Stalin daarentegen, bouwde staat en imperium weer op en herstelde de aloude sacraliteit van de Russische staat. Hij maakte Rusland sterk in een oorlog en schakelde “buitenlandse agenten” uit. Zijn naam is verbonden met een overwinning in een wereldoorlog. 9 mei 1945 is het enige historische symbool dat de maatschappij verenigt.’

Toen de bolsjewieken “in de oppositie” zaten tegen de staat waren ze een ondermijnende kracht. Nadat ze erin waren geslaagd om met grootschalig geweld zelf de macht en de staat te worden, na het einde van de burgeroorlog, waren hun tegenstanders de ondermijnende kracht.

‘Zo wordt Dzerzjinski vandaag vooral herinnerd als de oprichter van de nieuwe staat, eerder dan als revolutionair tegen de oude staat’, zegt Lukashevski.

Het signaal aan de oppositie vandaag: als je erin slaagt om de staat te ondermijnen én een nieuwe staat te bouwen die macht vestigt, heb je legitimiteit. In die zin waren de revolutionaire leiders van de Voorlopige Regering na de Februarirevolutie van 1917 zwak: ze ondermijnden de Russische staat zonder een nieuwe te kunnen vestigen.

Van de Aurora tot de Hermitage

Op een zonnige ochtend in Sint-Petersburg maken tien activisten in militair clownskostuum een statement tegen verheerlijking van geweld en militarisme. Ze dragen spandoeken waarop ze Rusland “Clown Staat” noemen, naar analogie met Islamitische Staat. Ze “kapen” de Aurora: ze kopen braaf een toegangsticket tot het schip en beginnen er met geld te strooien.

© Mashid Mohadjerin

© Mashid Mohadjerin​

De Aurora is het pantserdekschip van waarop de bolsjewieken, op 7 november 1917 om 9u40, het eerste schot losten op de Hermitage, de winterresidentie van de tsarenfamilie waar toen de Voorlopige Regering van de Februarirevolutie verschanst zat.

Aan de overkant van de Nevarivier, op de plaats waar de Aurora afgemeerd is, staat het standbeeld van een orerende Lenin op Leninplein voor het Finland Station waar Lenin zeven maanden eerder met de trein was aangekomen na zijn reis door Duitsland.

‘Veel Russen willen verandering’, zegt Max Stropov van het activistencollectief Moederland. ‘Maar ze wachten op de trein die de nieuwe Messias brengt, op het startschot van de volgende revolutie. Ze geloven niet dat hun eigen acties de macht beïnvloeden. Ze zijn vergeten dat elk startschot voor maatschappelijke verandering gegeven wordt… door hen zelf.’

‘Stop daarmee!’, roept de bewaker van het schip plots. ‘Het is onaanvaardbaar dat er gelachen wordt met de Aurora, met onze geschiedenis. Wis alle foto’s.’

‘Veel Russen willen verandering, maar ze wachten op het startschot. Ze zijn vergeten dat elk startschot voor verandering gegeven wordt… door hen zelf.’

Welke geschiedenis? Van het schip in het leger van de tsaar, of van het schip als symbool van de Oktoberrevolutie? De bewaker heeft geleerd trots te zijn op de hele geschiedenis. Zo is de Aurora vooral het symbool van de verwarrende geschiedenismix die vandaag de puzzel van de Russische identiteit probeert te leggen.

‘Dezelfde voorwerpen of plaatsen krijgen een nieuwe betekenis, zoals een palimpsest, een stuk perkament waarvan de bovenste laag werd afgeschraapt zodat het opnieuw beschreven kon worden’, zegt Andrey Zaitsev, directeur van het Street Art Museum in Sint-Petersburg.

Zaitsev cureerde een straatkunsttentoonstelling over 1917 en revolutie, met zestig straatkunstenaars uit twaalf landen. Het Street Art Museum ontstond in de loodsen van de oude Sovjet-plasticfabriek van zijn vader, aan de Revolutiesteenweg die uitgeeft op de Nevarivier en vijf minuten verder op het Finland Station.

Als tiener organiseerde Zaitsev er geheime graffitifeestjes, die, nadat zijn vader hem had betrapt en hem had aangemaand om het “dan maar professioneel aan te pakken”, uitgroeide tot een vrijplaats voor straatkunstenaars, graffitiartiesten en dancefestivals met de bekendste dj’s van de Sint-Petersburgse elektronicascène.

Zijn straatkunstcollectief Kuril Chto bevestigde een massieve stencil van de voorgevel van de imperiale Hermitage op de bakstenen gevel van de Sovjetfabriek. Het is een overweldigend, maar vreemd zicht: de pracht en praal van de Hermitage-stencil past niet in het industriële decor. Kers op de taart is een levensgrote plastieken Lenin voor het gebouw.

Het zegt iets over de emotionele verwarring van de Russische bevolking toen in 1917 vooral dat gebeurde: een radicale verandering van uiterlijke stijl. ‘Het zijn de overblijfselen van de twee Ruslanden van 1917, die aan tegenovergestelde kanten van de geschiedenis staan’, zegt Zaitsev.

‘We doopten de installatie “de Hermitage is van ons” en dat is dan weer een verwijzing naar het Rusland van 2017. “De Krim is van ons” is sinds de annexatie van de Krim in 2014 een veelgebruikte uitdrukking van het groeiende imperialistische gevoel onder de bevolking, gevoed door militaristische propaganda over het roemruchte verleden.’

© Mashid Mohadjerin

© Mashid Mohadjerin​

‘De situatie in Oekraïne en onze houding tegenover de annexatie van de Krim was helemaal anders geweest als wij Russen hadden geleerd op een minder trotse manier met onze geschiedenis om te gaan’, zegt Denis Uvarov.

‘De propaganda gaat zo ver dat de invasie van de Krim een heroïsche verdediging van het vaderland is. Het gebied verdween onterecht uit onze handen en als Oekraïne een anti-Russische koers begint te varen, nemen wij de Krim terug om ons te verdedigen. De agressor als slachtoffer. Oorlog is vrede. Een veel gehoorde grap binnen Russische oppositiekringen: de Russische staat gebruikt het boek 1984 van George Orwell als handleiding.’

Lenin is een orthodox icoon

‘De hele Russische geschiedenis is een verzameling mythes’, zegt onderzoeksjournalist Ilya Azar van Novaya Gazeta. ‘Neem nu het gebalsemde lichaam van Lenin. Dat ligt nog altijd in het mausoleum op het Rode Plein voor het Kremlin in Moskou. Ze zouden de verjaardag van de Oktoberrevolutie beter gebruiken om het daar weg te halen. Als deze staat de opvolger is van Lenins revolutie, laat het lichaam dan liggen. Als dat niet zo is, haal het weg. Maak je keuze.’

Maar president Poetin heeft zijn keuze al lang gemaakt. Hij vergeleek het Leninmausoleum eens met een religieus bedevaartsoord waar orthodoxe gelovigen iconen aanbidden. Hij noemde het, al dan niet ironisch, “perfect in lijn met de Russische traditie”.

Atheïstische communisten hebben de aloude Russische orthodoxe traditie van het aanbidden van heiligen en iconen overgenomen. Dat bewijst volgens Poetin dat er zoiets bestaat als de ziel en de traditie van Rusland, die geen enkele revolutie ooit heeft kunnen veranderen.

En zo is Lenin een orthodox icoon geworden, net zoals de tsaar die hij bestreed.

Het is geen paradox dat aan het Kremlin én een mausoleum staat voor Vladimir Lenin, een communist die het christelijke geloof bestreed in de twintigste eeuw, én een standbeeld van prins Vladimir die het christelijke geloof naar de voorloper van de Russische staat bracht in de tiende eeuw.

Poetin huldigde dat standbeeld in op de Dag van Nationale Eenheid op 4 november 2016, de feestdag die zijn regering in 2004 in het leven riep om de herdenking van de Oktoberrevolutie van 7 november te vervangen.

Volgens Poetin bestaat er zoiets als de ziel en de traditie van Rusland, die geen enkele revolutie ooit heeft kunnen veranderen.

Vandaag sluiten beide Vladimirs naadloos aan bij de “Russische traditie”: mythische leidersfiguren die vereerd worden als heiligen, de sacraliteit van de macht. En letterlijk in het midden tussen het mausoleum van Vladimir Lenin en het standbeeld van prins Vladimir zit de derde Vladimir in het Kremlin: Poetin. Een potenter symbool voor de sacraliteit van zijn macht is er niet.

Na de Oktoberrevolutie hadden de sovjets van boeren, arbeiders en soldaten de macht van de Voorlopige Regering overgenomen. Over heel Rusland waren er sovjets ontstaan waar de bevolking kon deelnemen aan de besluitvorming en de verkiezing van vertegenwoordigers in het Congres van de Sovjets.

Tijdens het Tweede Congres stapten de sociaaldemocraten en de gematigde socialisten op uit protest tegen wat zij de “illegale machtsovername” door de bolsjewieken noemden.

Leon Trotski riep hen na: ‘Jullie zijn zielige, geïsoleerde individuen. Jullie rol is uitgespeeld. Ga naar waar je vanaf nu behoort, in de vuilnisbak van de geschiedenis.’

Dat Congres verkoos die dag de nieuwe regering. Uiteindelijk kwamen de leiders van de sovjets aan wie Trotski de macht had willen geven – Kalinin, Shvernik, Voroshilov, hun namen kent niemand nog – terecht in de vuilnisbak van de geschiedenis. Of onder de grond in Levashovo. Stalin liet velen onder hen uitschakelen tijdens zijn Grote Zuivering.

De echte macht kwam bij de Communistische Partij te liggen. De partij was de staat geworden en de sovjets, in 1917 nog levendige plaatsen van discussie onder boeren, soldaten en arbeiders, een marjonettenparlement. De sacraliteit van de Russische staat was hersteld.

Op het binnenplein van het Street Art Museum, voor de replica van de Hermitage, ligt een ruimtecapsule. In de capsule liggen grijze vuilniszakken en de bustes van Lenin, Stalin en Trotski. De installatie draagt de naam “Vuilnisbak van de geschiedenis”.

Deze reportage kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. Tijdens de maand november loopt op MO.be het dossier Rusland1917-2017. Lees ook de analyse “Revoluties komen en gaan, maar de tsaar blijft bestaan”