Geen voedingsbodem voor fundamentele verandering
Aalmoezenier in de gevangenis: ‘Van langer straffen wordt de samenleving niet beter’
Siska Deknudt is aalmoezenier in de gevangenis van Beveren. Ze brengt openheid in een gesloten wereld, pleit voor hoop in een uitzichtloze situatie. ‘Maar op deze manier kan het niet langer!’
Gevangenisaalmoezeniet Siska Deknudt: ‘Gedetineerden moeten vaak hun verhaal doen, vanuit het perspectief van hun dader zijn. Soms hebben ze het gevoel dat alleen nog het slechte in hen telt.’
© ID / Katrijn Van Giel
Het was de bedoeling dat we een portret zouden maken van Siska Deknudt. Wie ze is, wat haar job inhoudt, waarom ze doet wat ze doet. Om te eindigen met de vraag: moet sociaal werk politiserend zijn?
Maar we hebben amper onze eerste vraag gesteld of Deknudt heeft de focus al verlegd. De gevangenisaalmoezenier heeft het niet zo graag over zichzelf. Ze praat liever namens de mensen met wie ze werkt: gedetineerden. Uiteindelijk zal haar twee uur durende relaas het antwoord zijn op de laatste vraag: ‘Uiteraard, natuurlijk, absoluut moet sociaal werk politiseren!’
Een probleem: vinden sociaal werkers die zich inzetten voor mensen met een handicap of zonder woonst nog bijval bij sommige politici of partijen, dan is er in de politiek niemand die zich wil verbranden aan gevangenen die een lange straf uitzitten. ‘Dus zie ik het als mijn taak om hen een stem te geven.’
Een duurzame aanwezige
Siska Deknudt is nu zes jaar gevangenisaalmoezenier in Beveren. Hoe ze haar job zelf zou omschrijven? ‘Als aalmoezenier ben je een niet-oordelende, duurzame aanwezige. We kunnen luisteren omdat we aanwezig zijn in het systeem, zonder dat we er zelf toe behoren.’
Ze omschrijft gevangenen als ervaringsdeskundigen in gebroken vertrouwen. ‘Ze veranderen vaak van locatie en nog vaker veranderen de mensen rondom hen. Terwijl ook gedetineerden nood hebben aan een ander die hun gebrokenheid kent. Aan mensen die luisteren, en langer dan tien sessies.’
‘Gedetineerden moeten vaak hun verhaal doen, vanuit het perspectief van hun dader zijn. Soms hebben ze het gevoel dat alleen nog het slechte in hen telt.’
Zuurstof voor kwetsbaarheden
Wat ze van de mensen in hun cellen leert, zou ze nooit te weten komen op haar bureau. ‘Wat mensen mij vertellen, is vaak niet meer dan een uitvergrote versie van wat ik in mijn eigen leven ken. Zonder die extreme uitkomst, omdat mijn eigen levensgeschiedenis veel milder is.’
‘In het beste geval berokkent ons detentiesysteem geen schade. Maar in de meeste gevallen geven gevangenissen net zuurstof aan kwetsbaarheden die er al zijn.’
Voor Deknudt is het een voortdurende zoektocht. ‘Ik ben er om naar de gevangenen te luisteren. Maar ik wil ook iets doen met mijn ervaringen in de gevangenis. Ik wil alle partners, binnen en buiten de gevangenis, zeggen: “Mensen, zo kan het niet langer!”’
‘Wie vreselijke dingen doet, doet dat vaak omdat er iets niet goed geijkt, verkeerd gegroeid of verziekt is. Maar ons gevangeniswezen is geen adequaat antwoord op mensen bij wie iets grondig fout gelopen is. In het beste geval berokkent ons detentiesysteem geen schade. Maar in de meeste gevallen geven gevangenissen net zuurstof aan kwetsbaarheden of pathologieën die er al zijn.’
‘In Beveren is het menselijk contact erg beperkt. Gedetineerden hoeven niet meer uit cel om te douchen, te bellen of een boodschap door te geven. Dit is geen voorbereiding op het leven in een drukke samenleving.’
© ID / Firmin De Maitre Maîtrise
Sluit ze op!
Het frustrerende, zegt Deknudt, is dat we daar pas wakker van liggen wanneer het fout loopt. ‘Ons detentiesysteem wordt pas onder de loep genomen wanneer iemand die voorlopig of definitief vrij is, in recidief gedrag vervalt. Dan gebruiken de meeste mensen dat als aanleiding om van de dader opnieuw een monster te maken: sluit ze op!’
‘Als je mensen geen perspectief biedt, leren ze niets uit hun detentie.’
Voor de duidelijkheid: tegen opsluiting heeft de gevangenisaalmoezenier uiteraard geen bezwaar. Maar het stoort haar wel dat er in onze gevangenissen geen groeitraject is, zoals zij het omschrijft. Het zal het woord zijn waar ze heel haar verhaal rond cirkelt en altijd op terugkomt: groei. ‘Laat mensen groeien in zelfwaarde.’
‘Als je mensen geen perspectief biedt, leren ze niets uit hun detentie. Verwacht je van mensen die de hele dag met hun afstandsbediening spelen dat ze plots van negen tot vijf gaan werken? Het is destructief om elke dag 22 uur op een bed te liggen.’
Beveren en Dendermonde
Voordat ze in Beveren begon, werkte Deknudt in Dendermonde. Het contrast is groot. Dendermonde is een arresthuis, in Beveren komen de lang gestraften terecht. Staat het gebouw van Dendermonde er al sinds 1863, dan is de penitentiaire inrichting van Beveren nog geen decennium oud. ‘Maar we zijn er niet wezenlijk op vooruitgegaan’, zegt Deknudt stellig.
‘Dit is geen voorbereiding op het leven in een drukke samenleving.’
‘Natuurlijk is het comfort veel beter. In Dendermonde zitten gevangenen opgestapeld in smalle kamertjes waar het toilet vlak naast het bed staat. Maar wat me onmiddellijk opviel toen ik voor het eerst in Beveren kwam: er hangt een waas van eenzaamheid. Oefenden de gedetineerden zich in Dendermonde nog in menselijkheid, dan is die in Beveren weggegomd.’
Sommige gedetineerden gaan in Beveren als kluizenaars door het leven, meent de aalmoezenier. ‘Hun menselijk contact is erg beperkt. Ze hoeven niet meer uit cel om te douchen, te bellen of een boodschap door te geven. Dit is geen voorbereiding op het leven in een drukke samenleving. Integendeel.’
Geen sprietje groen
Beveren is volgens Deknudt veel te veel gericht op opsluiting zonder perspectief. ‘De architectuur en strikte organisatie laten geen ruimte voor creatieve en noodzakelijke ontwikkelingen. Alles is van grijs beton. Er is zelfs geen sprietje groen.’
Ze betreurt dan ook heel erg dat de nieuwe gevangenis van Dendermonde een kopie wordt van Beveren. ‘Comfortabele cellen zijn een meerwaarde, maar ze kunnen ook een gebrek aan echte vooruitgang verdoezelen. Je had van het nieuwe Dendermonde toch “Stap 2” kunnen maken, het vervolg op het sterk bewaakte Beveren?’
‘De insteek in Beveren is deze: ik vertrouw u wezenlijk niet. En wat levert het op? Hoewel er meer ogen zijn dan je je kan inbeelden, nemen de drugs op sommige afdelingen toe. Het enige wat je mensen leert is, inventiever dingen verstoppen. Gevolg: nog strengere bewaking. En we zijn vertrokken…’
Detentietraject
Het minimum dat gedetineerden nodig hebben, is een degelijk opgebouwd detentietraject, meent Deknudt. ‘Moet je twintig jaar naar de gevangenis? Oké, maar vanaf dag één ga je aan de slag. In de eerste maanden bekijken we wat de basishulpvraag is: een zedenprobleem, agressie, verslaving, sociopathische-emotionele issues…?’
‘Op een bepaald moment moet je kijken of mensen zonder strikte regels kunnen leven.’
‘Laat mensen vervolgens werken, geld verdienen, een structuur aannemen. Bekijk of ze zich gedragen, wat hun drempels zijn. Je ziet dat allemaal, hé. Als je mensen laat samenwerken, hen begeleidt, met hen communiceert. Tot waar kunnen mensen groeien, wat is hun limiet? Hoe zien we hen functioneren in de samenleving? En wat als dat niet meer mogelijk is?’
Naarmate gedetineerden opnieuw stappen zetten, moeten ze volgens Deknudt meer verantwoordelijkheid krijgen. Dan is er ook minder bewaking nodig. ‘Lukt dat niet meteen, dan zet je even een stapje terug.’
‘Natuurlijk moet er een ondergrens en dus bewaking zijn. Maar op een bepaald moment moet je ook kijken of mensen zonder die strikte regels kunnen leven. Het is toch compleet onlogisch dat je mensen iedere dag fouilleert om vervolgens van de ene op de andere dag de poort open te zetten?!’
‘Dit verhaal heeft ook een andere kant: die van slachtoffers. Hun leed is gigantisch. Dat mogen we nooit vergeten.’
© ID / Katrijn Van Giel
Een gezonde basis
Het is geen steen naar bewakers of andere partners binnen de gevangenis, benadrukt Deknudt. ‘Want er zijn veel goede bewakers en organisaties die met prachtige programma’s in de gevangenis werken. Ik kan dat alleen maar toejuichen. Mààr… ook zij botsen op het gemis aan een detentieplan.’
‘Er is geen voedingsbodem voor fundamentele verandering. ’
‘Langgestraften gaan soms in een lange winterslaap. Het vraagt moed om een vorming te volgen als je niet weet wanneer ze ooit tot iets zal dienen. Daarom laten ze veel voorstellen en projecten aan zich voorbijgaan.’
Voor een wankele kerstboom kan je de mooiste kerstballen kopen, als je niet begint met een stevige pot, valt hij geheid om. ‘Er is geen voedingsbodem voor fundamentele verandering. Alleen de allersterksten krijg je nog uit het moeras getrokken.’
Vanaf dag één
Het proces van reclassering komt vaak te laat op gang en is bijzonder ingewikkeld, volgens de aalmoezenier. ‘Vooral voor wie geen netwerk meer heeft buiten de muren.’
‘Wie in aanmerking wil komen voor een voorlopige invrijheidsstelling moet over een woonst, werk en begeleiding beschikken. Probeer maar eens, vanuit de gevangenis, op zoek te gaan naar een woonst of werk zonder je een startdatum kan meegeven.’
‘Als de moeizame zoektocht dan toch lukt, maar door de strafuitvoeringsrechtbank als onvoldoende wordt ingeschat, zijn de frustraties groot. Dan geven heel wat gedetineerden het op. Dan kiezen ze ervoor om hun straf uit te zitten en zonder voorwaarden buiten te gaan. Het is een “fuck you” naar het systeem.’
Hogere studies
Voor ons interview was Deknudt bang dat ze tijdens een videocall niet genoeg uit haar hart zou kunnen praten. Maar het tegendeel is waar, ze windt zich op. ‘Je hoeft toch geen hogere studies te doen om te begrijpen dat het niet werkt om iemand lange tijd op te sluiten en vervolgens te hopen dat het wel goedkomt?’
Ze zucht. ‘Het zal nog lang duren voor ze naar een aalmoezenier luisteren zeker? Als ze naar criminologen zouden luisteren, was ik ook al tevreden. Dan kon ik gewoon mijn werk doen. Maar helaas…’
‘Rudy Van De Voorde, directeur-generaal van de Federale Overheidsdienst Justitie, merkte het onlangs fijntjes op in Knack: hoe het gezondheidsbeleid zich vandaag laat bepalen door wetenschappelijke inzichten, en justitie het omgekeerde doet.’
Vertrouwen als geschenk
Nu Deknudt even stilvalt, stellen we die ene vraag: waar ze de moed blijft houden? Ze vertelt een anekdote. ‘Na een lange dag, met een strafuitvoeringsrechtbank, gingen de frustraties weer door het dak. Een gedetineerde sprak me aan: “Ge zijt moe hé, ik zie het.” Ik zuchtte. “Wij weten dat je het niet kan oplossen, Siska. Wij vragen u dat ook niet. We vragen u alleen dat je blijft.”’
‘Het is onze taak om een tegenstem te laten klinken.’
‘Als iemand aangeeft dat hij nooit meer iemand kan of zal vertrouwen, maar mij uiteindelijk toch vertrouwen gunt, dan is dat een overrompelend geschenk. Ik weet dat ik voor sommige mensen een verschil maak. Niet omdat ze door mij vroeger vrijkomen, maar omdat ze weten: iemand ziet mij nog als mens. Iemand ziet mijn pijn nog, ondanks alle pijn die ik anderen aangedaan heb.’
Al wil dat niet zeggen dat het haar soms ook te veel wordt. ‘Toen ik hoorde dat Dendermonde een kopie zou worden van Beveren, dacht ik: ik ga niet meer naar de gevangenis van Beveren, ik ga me elke dag voor de machines in Dendermonde leggen.’
‘Wie alleen schreeuwt om strengere straffen en langere opsluitingen, geeft een vals gevoel van veiligheid.’
© ID / Firmin De Maitre Maîtrise
Innerlijke muur
Zelf zou ze gek worden als ze opgesloten zou worden. ‘Maar ik heb dan nog mooie dingen om op terug te blikken. Veel gedetineerden hebben zelfs dat niet. Er is alleen een puinhoop. Ze bouwen een innerlijke muur die hen beschermt, maar ook doodeenzaam maakt.’
‘Het is wat een collega-aalmoezenier me leerde: “Onze moeilijkste taak is om met hen in de onmacht te blijven staan.” We moeten dat uithouden, en tegelijkertijd, wanneer we de kans krijgen, naar buiten brengen wat we weten en ervaren. Het is onze taak om een tegenstem te laten klinken.’
Sociaal werk moet politiseren, dus. ‘Maar ook breed sensibiliseren. Ik wil niet alleen bij mensen komen die al overtuigd zijn.’
De slachtoffers
Vorig jaar ging Deknudt een traject aan met drie gedetineerden: de Imaginaire Pelgrimstocht. Samen met drie kunstenaars liet ze de mannen hun verhaal delen. In teksten, tekeningen en podcasts.
‘Traumatische gebeurtenissen doen politici automatisch roepen om strengere straffen.’
Vijf beeldverhalen verschenen op een groot doek aan de gevangenis van Oudenaarde. Een passante zei tegen Deknudt: ‘Het is de eerste keer dat ik er bij stilsta.’ ‘Maar even goed krijg ik de vraag: wanneer komt er een doek voor de slachtoffers? Ik begrijp die vraag en aanvaard ze. Want dit verhaal heeft ook een andere kant: die van slachtoffers. Hun leed is gigantisch. Dat mogen we nooit vergeten.’
De gedetineerden vragen dat ook niet, zegt Deknudt. ‘Ze zeiden me: “Hopelijk kunnen we de samenleving wel tonen wie we zijn. We hebben monsterlijke dingen gedaan, die niet te verantwoorden zijn, maar kijk: we geven ook onze levensgeschiedenis mee.”’
Politiek en media
Ook gedetineerden weten donders goed dat er niets verandert als er niet gesensibiliseerd wordt, meent de aalmoezenier. ‘Maar traumatische gebeurtenissen, zoals de moord op Julie Van Espen of kleuter Dean, doen politici automatisch roepen om strengere straffen.’
‘Waarom zou je de Kasteelmoord opnieuw oprakelen in een tv-format?’
‘Ook media spelen een kwalijke rol. Als er een reeks als “Kroongetuigen” op tv komt, voel je dat in de gevangenis. Telkens meester Vermassen begint te oreren, gaat er werk van jaren verloren. Waarom in godsnaam zou je de Kasteelmoord opnieuw oprakelen in een tv-format? Die zaak is voor de rechter gekomen, de uitspraak is gedaan, laat het los. Laat mensen helen. Je doet niemand goed. Ook de slachtoffers niet.’
‘Meteen na de dood van Dean zei meester Vermassen in de krant De Morgen dat hij hoopt dat de dader in België berecht wordt: “De straffen in Nederland, dat is niemendal.” Ik denk dan: Wil je ook eens vergelijken hoe België en Nederland scoren op recidief gedrag?’
Strenger straffen
Deknudt trekt zich een laatste keer op gang. ‘Als mensen willen horen dat we strenger moeten straffen, dan volg ik gedeeltelijk. Ik zou mensen die drugs dealen en anderen afpersen, ook niet tot 12 uur ’s middags laten slapen om ze vervolgens hun eten op een plateau te brengen.’
‘Maar de zogezegd “strenge opsluiting” is vaak niet meer dan een ondermaatse, inadequate invulling van de detentietijd. Wie bij elk incident de wrok voedt, bewijst de samenleving geen dienst. Wie alleen schreeuwt om strengere straffen en langere opsluitingen, geeft een vals gevoel van veiligheid. Van alleen langer straffen wordt de samenleving niet beter. We hebben de plicht om die boodschap te blijven verkondigen.’
Dit artikel verscheen eerder op Sociaal.Net