Activist Mwazulu Diyabanza op bezoek in Antwerpen: ‘Chef Ne Kuko moet naar huis!’

Reportage

‘Het is alsof we hier in een museum van de dekolonisatie zijn beland’

Activist Mwazulu Diyabanza op bezoek in Antwerpen: ‘Chef Ne Kuko moet naar huis!’

Mwazulu Diyabanza: ‘Deze rijkdom, van onschatbare waarde, zit vandaag in een gevangenis.’
Mwazulu Diyabanza: ‘Deze rijkdom, van onschatbare waarde, zit vandaag in een gevangenis.’

Activist Mwazulu Diyabanza ondernam de afgelopen maanden meerdere pogingen om Afrikaanse roofkunst uit Europese musea te verwijderen. Op verzoek van MO* bezocht hij de Antwerpse tentoonstelling 100 x Congo in het Museum aan de Stroom, waar hij werd opgewacht door curatrice beeldvorming Nadia Nsayi en een klein leger erfgoedbewakers.

Voor de ene is de Congolese activist Mwazulu Diyabanza Siwa Lemba een Robin Hood die Afrikaans erfgoed wil terugbrengen naar waar het geroofd werd. Voor de ander is hij een dief die waardevolle artefacten uit musea ontvreemdt.

In juni probeerde hij in het Parijse museum Quai Branly buiten te wandelen met een beeld uit Tsjaad. In het Nederlandse Afrika Museum in Berg en Dal ging hij met een grafbeeld uit de koloniale periode een luchtje scheppen tot hij door de politie gevat werd. Ook het Africa Museum in Tervuren kreeg hem al op bezoek. Deze week was het de beurt aan het Museum aan de Stroom (MAS) in Antwerpen, al kwam hij dit keer niet onverwacht.

Geen dief, wel een activist die roofkunst aan de rechtmatige eigenaars wil teruggeven, zo stelde hij zich vorige week nog voor aan de Franse rechter. Die spreekt zich volgende week uit over zijn actie in Quai Branly.

‘De musea hebben dit Afrikaans erfgoed onrechtmatig in hun bezit!’ Die boodschap benadrukt hij steeds tijdens zijn acties die live te volgen zijn op sociale media. Duizenden sympathisanten moedigen hem tijdens zijn controversiële museumbezoeken aan.

Bekijk hieronder de beelden van het bezoek die op Facebook live gedeeld werden.

Op uitnodiging van MO* is hij van Parijs naar Antwerpen gekomen. De erfgoedbewakers van het MAS zijn voorbereid op zijn komst. Maar de gast laat op zich wachten. Drie sympathisanten uit Luik zijn speciaal voor de gelegenheid naar Antwerpen afgereisd. Nadia Nsayi, curatrice beeldvorming en co-curatrice van de tentoonstelling 100 x Congo — een eeuw Congolese kunst in Antwerpen, wacht samen met hen op Mwazulu’s komst.

‘Hebben jullie speciaal voor ons een Congolese gids geregeld?’

Intussen stelt Nsayi de kersverse Antwerps-Congolese gids Marie-Antoinette Kumudidi Walo aan hen voor. ‘Hebben jullie speciaal voor ons een Congolese gids geregeld?’, vraagt Laety, één van de activisten uit Luik, achterdochtig. ‘Nee hoor. We hebben voor deze expo vijf gidsen van Belgo-Congolese origine. Marie-Antoinette gidst zowel in het Lingala als in het Frans.’ Samen verbazen ze zich over het feit dat gidsen uit de Afrikaanse diaspora haast ongezien zijn bij tentoonstellingen over hun eigen erfgoed.

Nee, ze wisten niet dat Antwerpen beschikt over zo’n uitgebreide collectie objecten verworven tijdens de koloniale periode. ‘Ik heb zelf drie jaar in Antwerpen gewoond en wist het ook niet,’ geeft Nsayi toe, ‘tot ik voor het MAS kwam werken.’

Gevangen achter glas

Vergezeld door enkele Franse leden van zijn panafrikaanse beweging Unité Dignité Courage, en met smartphone in de aanslag, wandelt de charismatische activist uiteindelijk met enige vertraging het MAS binnen.

Het moet gezegd, niet elk museum zou de deuren openen voor een activist die gewoonlijk niet met lege handen buiten wandelt. Maar het MAS gaat de confrontatie niet uit de weg. ‘Het was voor het museum van meet af aan erg belangrijk dat deze expo niet alleen over het verleden zou gaan, maar ook over de toekomst. De vraag waar deze stukken thuishoren gaan we niet uit de weg.’

‘Deze expo gaat niet alleen over het verleden. De vraag waar deze stukken thuishoren gaan we niet uit de weg.’

Honderd jaar geleden begon de stad Antwerpen met het verzamelen van Congolese objecten. Ze zijn onlosmakelijk verbonden met de koloniale geschiedenis. Exact een eeuw jaar later plaatsen Els De Palmenaer en Nadia Nsayi nu een selectie van honderd voorwerpen in de kijker.

De Palmenaer, die als conservatrice Afrika de collectie al jarenlang bestudeert, grijpt de gelegenheid aan om met Nsayi de Antwerpenaar aan het denken te zetten. Met hulp van Congolese onderzoekers zijn de curatoren zo transparant mogelijk over de herkomst van de stukken. Filmmakers en kunstenaars stellen de koloniale geschiedenis van de stad op scherp.

‘Wie de expo bezoekt kan zich ongemakkelijk voelen. Want dat is deze collectie ook’, meent Nsayi, wiens deels Congolese afkomst haar motiveerde om mee te werken aan de tentoonstelling.

Bij aanvang zorgen de camera en livestream van Mwazulu voor een gespannen sfeer. Met welk doel is hij op deze uitnodiging ingegaan? Het is dé vraag die in de lucht hangt. Deze stukken horen niet thuis in een museum, dat maakte hij eerder al duidelijk. ‘Deze rijkdom, van onschatbare waarde, zit vandaag in een gevangenis.’ Achter het glas prijken twee Kuba-beeldjes die volgens mondelinge overlevering uit de 17e of 18e eeuw dateren. De aanwezige activisten knikken bevestigend.

‘Zoals jullie zien staan hier veel bewakers’, maakt de activist aan zijn kijkers duidelijk. De teller loopt op, al snel zijn het er 500 en tegen het einde van de rondleiding volgen bijna 10.000 mensen het bezoek online mee.

De bewakers doen hun best om zich op de vlakte te houden, maar dat ze met meer zijn dan gewoonlijk is moeilijk te ontkennen. ‘Er zijn hier ook schoolklassen’, probeert Nsayi te sussen. ‘Is dit glas speciaal voor mij geplaatst?’ Hij stelt haar tot twee keer toe de vraag.

Roofkunst

‘Het beeld van chef Ne Kuko hebben we speciaal voor de gelegenheid uit Tervuren geleend, omdat het hier in 1885 op de Wereldtentoonstelling te zien was. Maar ook omdat het een kans is om te spreken over de verwerving van dit beeld, die erg gewelddadig was.’

Tot drie keer toe al werd verzocht om het beeld van chef Ne Kuko, dat bekendstaat als voorbeeld van roofkunst, terug te krijgen.

Nsayi windt er geen doekjes om. ‘Hiervan weten we met zekerheid dat het door een Belg geroofd is.’ Het beeld van chef Ne Kuko staat internationaal bekend als een belangrijk voorbeeld van roofkunst. ‘Hier staat trouwens nog een tweede dergelijk duidelijk voorbeeld van roofkunst’, wijst Nsayi.

‘Ne Kuko.’ Mwazulu herhaalt het enkele keren terwijl hij het beeld recht in de ogen kijkt. Ondanks het eerdere bezoek aan Tervuren lijkt hij het beeld voor het eerst te aanschouwen. Dat het beeld hier in het oog springt, verbaast Nsayi niet. ‘Dat is precies de bedoeling.’

‘Al op het einde van de 19de eeuw had de chef uit het dorp Kikuku gevraagd om het beeld terug te krijgen. Zijn vraag werd genegeerd’, legt Nsayi uit. ‘President Mobutu heeft in de jaren zeventig ook gevraagd om de restitutie van dit beeld. En zelfs in 2016 heeft de huidige chef van Kikuku het verzoek herhaald.’

Elien Spillebeen

Activist Mwazulu Diyabanza voor het krachtbeeld van chef Ne Kuko.

Elien Spillebeen

Bon. Jij was getuige van dit hele verhaal’, zegt hij tegen het indrukwekkende krachtbeeld. Hij richt zich vervolgens tot zijn online volgers: ‘Ook onze Franse minister van Cultuur zegt dat de vraag officieel moet gesteld worden.’ Hij wijst naar Ne Kuko. ‘Hier. Ik laat u zelf nadenken.’ Met grote stappen stapt hij verder door de tentoonstelling.

Museum van de dekolonisatie

Restitutie, het teruggeven van wat ontheemd is, draait niet enkel om voorwerpen, maar ook om lichamelijke overschotten. Dat wordt duidelijk bij wat een gedenkplaat lijkt voor de Congolezen die tijdens de Wereldtentoonstelling in 1894 overleden. De bezoeker ziet acht namen van jonge Congolezen die in Antwerpen in een menselijke zoo moesten figureren, maar door de harde omstandigheden het schouwspel niet overleefden.

Onderzoek van het museum wees uit dat ze op de begraafplaats Schoonselhof zouden liggen.  ‘Samen met enkele inwoners van de Congolese diaspora in Antwerpen wil de stad binnenkort nadenken over een monument om hen te herdenken.’ Mwazulu schudt zijn hoofd. ‘Nee, ze moeten naar huis terugkeren.’

Mwazulu schudt zijn hoofd. ‘Nee, ze moeten naar huis terugkeren.’

‘Ik zou willen vragen hier een minuut stilte te houden’, stelt Nsayi voor. Het eerbetoon aan deze nodeloze slachtoffers, gestorven voor westers vertier, geeft een rustmoment aan het tot dan toe gespannen bezoek. Onder de livestream van Mwazulu verschijnen hartjes.

Wat Mwazulu van de aanpak van de tentoonstelling vindt, valt halverwege het bezoek nog steeds moeilijk op te maken. Vaak stopt hij om aan de kijkers zijn standpunt over te maken. Zo stelt hij dat de koninklijke stoel van de Tshokwe niet enkel esthetisch een parel is, maar dat het roven van een troon van een leider duidelijk een politiek doel diende, het ondermijnen van de lokale macht.

Ⓒ Elien Spillebeen

De koninklijke stoel van de Tshokwe.

Ⓒ Elien Spillebeen

De stoel is ook voor gids Marie-Antoinette een belangrijk object in de collectie. ‘Wij, Congolezen die vandaag in België wonen, mogen precies nog steeds niet even gaan zitten. We krijgen hier geen rust, geen stabiliteit. Het ongemak blijft.’

MAS

Uit ijzer gesmeed Kuba-beeldje uit de 17e of 18e eeuw.

MAS

De twee uit ijzer gesmede Kuba-beeldjes inspireren Mwazulu tot een monoloog waarbij hij aanvankelijk streng van wal steekt: ‘Zo zijn er drie wereldwijd. Twee staan hier. En Afrika? Wanneer zullen de kinderen geboren op die grond ooit weten dat deze prins, hun voorvader, dit heeft gesmeed? Als jullie zouden luisteren zoals ik doe, zou je de pijn van de kinderen horen. Ze werden bestolen en van hun toekomst beroofd.’

‘De uitleg die we net kregen, die hoorden we nooit eerder in een museum.’

‘De uitleg die we net kregen, die hoorden we nooit eerder in een museum.’ De toon van Mwazulu verandert. ‘Het is alsof we hier in een museum van de dekolonisatie zijn beland, waar men spreekt over de herkomst en de misdaden.’ De openheid waarmee de expo volgens hem namen en daden citeert, is een stap richting herstel van het verleden.

De volgers op Facebook die zaten te wachten op het moment waarop hij een stuk in handen zou nemen en de uitgang zou opzoeken, lijken eraan te zijn voor de moeite.

Maar Mwazulu weet hoe hij moet inspelen op de emoties en verwachtingen van zijn publiek. Plots neemt hij een geborduurde raffiastof van de muur, waarmee hij duidelijk lijkt te maken dat dit recht hem ook toekomt. ‘Oh, mijn beste…’, reageert Nsayi die vluchtig even richting de bewakers kijkt, in de hoop dat die niet te snel reageren.

Elien Spillebeen

Activist Mwazulu Diyabanza neemt een werk van de muur in de expo 100 x Congo.

Elien Spillebeen

‘Hoelang hangt dit hier al?’, vraagt hij zich af. ‘Nee. Dit is recent.’ Het werk behoort tot een artistiek project van de Antwerpse kunstenaar Bren Heymans en borduursters uit Kasaï. Mwazulu hangt het werk terug aan de muur en wandelt naar een gesloten kast. ‘U erkent dat dit ons allemaal toebehoort? Hoe worden deze kasten geopend, voor onderhoud bijvoorbeeld?’

Dekoloniseren om te deradicaliseren

‘Hoe kijkt u nu naar Congo?’ Het is de vraag waarmee de tentoonstelling eindigt. ‘Wat is de toekomst van deze collectie? Van Mwazulu weten we dat hij een antwoord heeft’, weet Nsayi. Maar de curatoren willen dat élke bezoeker over deze vraag nadenkt.

In het boek Dochter van de dekolonisatie, dat Nadia Nsayi recent uitbracht, schrijft ze dat ze zichzelf niet als een conservatrice, maar als een dekolonisator ziet. Vindt Mwazulu dat ze met 100 x Congo in dit opzet is geslaagd?

‘Als ze zichzelf een dekolonisator noemt, dan respecteer ik dat’, zegt hij diplomatisch wanneer we na het bezoek nog even apart zitten. De livestream werd stopgezet en de andere activisten nemen een koffiepauze. ‘Ze vertelt in elk geval het verhaal achter deze collectie en dat is vernieuwend.’ Toch ziet hij Nsayi graag de volgende stap zetten: ‘Om restitutie vragen. Je zou van elke bezoeker moeten vragen er mee voor te zorgen dat de objecten naar huis terugkeren.’

‘Om politieke druk te zetten, hebben activisten informatie en kennis nodig. Ik geloof dat ook u, wanneer u dit museum verlaat, nieuwe info hebt opgedaan.’

‘Voor mij is dat de rol van een activist’, antwoordt ze. ‘Mijn taak is informeren en het debat faciliteren. De beslissing over restitutie ligt in handen van de stad Antwerpen. Maar om politieke actie te kunnen ondernemen, om politieke druk te zetten, hebben activisten informatie en kennis nodig. Ik geloof dat ook u, wanneer u dit museum verlaat, nieuwe info hebt opgedaan.’

Hoewel hun methoden verschillen, vinden Nsayi en Mwazulu elkaar op veel punten. Beiden verwachten bijvoorbeeld veel van de Afrikaanse diaspora in Europa. Nsayi: ‘Deze expo loopt af in maart. Maar ik weet niet waar we maatschappelijk zullen staan binnen zes maanden. Er is nu net een parlementaire commissie gestart die zich ook over het koloniaal verleden en restitutie zal buigen. De maatschappij, en zeker en vast de diaspora, kan een heel belangrijke rol spelen en het vervolg van het debat bepalen. Maar we zullen moeten zien of deze diaspora zich zal organiseren en effectief zal bijdragen om vooruit te geraken.’

Nsayi geeft het naar eigen zeggen graag mee aan jongeren uit de diaspora: ’De geschiedenis leert dat gerechtigheid niet iets is wat men je komt geven. Het is geen cadeau. Je moet het afdwingen.’ Mwazulu valt haar bij: ‘Aan elke wet die een onrecht afschaft, zoals slavernij, is een strijd voorafgegaan.’

Elien Spillebeen

‘Hoe worden deze kasten geopend, voor onderhoud bijvoorbeeld?’

Elien Spillebeen

Zowel Nsayi als Mwazulu leggen de hoop bij de generatie wier identiteit op twee continenten gestoeld is. Misschien net omdat Europa de bal in het Afrikaanse kamp legt. Europese leiders en musea zeggen steeds te wachten op een officiële vraag van Afrikaanse leiders. Maar Afrikaanse leiders, zoals de Congolese president Félix Tshisekedi, laten verstaan dat restitutie momenteel geen prioriteit is.

‘Indien een deel van de diaspora vooruitgang kan boeken, heeft dit ook in het land van herkomst impact. Want daar lijkt het misschien nu geen prioriteit, maar dat is volstrekt normaal. Mensen hebben andere dagelijkse bekommernissen om te overleven’, begrijpt Nsayi. ’Net daarom moeten mensen uit de diaspora een belangrijke en georganiseerde rol spelen.’ Het ontbreken van een cultuur en identiteit is volgens haar een van de problemen waar een land als Congo onbewust mee worstelt.

‘Wat zal er gebeuren als men vandaag niet luistert?’ waarschuwt Mwazulu. Hij erkent dat zijn acties in de musea vooral van symbolisch belang zijn en maakt duidelijk dat die op geen enkele manier gewelddadig mogen worden. ‘Indien we nu niet luisteren naar het vredevolle verzet,’ vult Nsayi aan, ‘zal het verzet radicaliseren. Als de samenleving nu niet ernstig spreekt over racisme en rechtvaardigheid, dreigen we te eindigen met radicalisering die onze eigen maatschappij erg onstabiel kan maken.’

Thuiskomen

In haar boek suggereert Nsayi ook dat we juridisch misschien de rollen moeten omdraaien. Nu is ons land, of in dit geval de stad Antwerpen, eigenaar van de stukken. België kan zo eenzijdig bepalen of de stukken wettelijk worden overgedragen of uitgeleend aan Congo. Nsayi poneert als auteur het idee om de Congolese staat opnieuw eigenaar te maken en in afwachting van de terugkeer houden de huidige eigenaars ze in bruikleen.

Met zijn acties laat Mwazulu uitschijnen dat hij het juridische eigendomsrecht laakt en vindt dat hij zomaar kan wegwandelen met de Afrikaanse erfstukken. Toch is hij niet blind voor de juridische realiteit. Ook hij bekijkt actief hoe de acties van Unité Dignité Courage ook op juridisch vlak kunnen worden uitgebreid. ‘We zijn bereid het eigendomsrecht aan te vechten. Want je kan op straat dan wel de strijd winnen van Mike Tyson, maar dat is niet van tel als je hem ook niet eens volgens de regels van het ringgevecht kan verslaan.’

Hij benadrukt wel dat de wet zelf onrechtvaardig is. ‘Als ik hier nu je opnametoestel neem en vervolgens een document opmaak dat stelt dat het van mij is en jou daarna vraag het tegendeel te bewijzen, hoe onrechtvaardig is dat niet?’

Dat alleen de officiële Afrikaanse autoriteiten de stukken kunnen terugvragen, daar is Mwazulu het niet mee eens. Een traditionele chef of een nabestaande, of hij als woordvoerder, vindt hij evenzeer bevoegd om een gestolen stuk terug te eisen.

Indien hij met het beeld uit Berg en Dal was weggeraakt — of met eender welk stuk in de toekomst — aan wie zou hij het overhandigen? ‘Het aanbieden aan een staatshoofd lijkt me op zich een interessante test, gewoon om te zien hoe ze reageren.’ Maar finaal gelooft hij niet dat teruggave via die weg moet verlopen als ze vervolgens gewoon in een Afrikaans museum terechtkomen. ‘De stukken moeten naar de bevolking gaan, naar de mensen aan wie ze toebehoren.’

‘Nu pas dringt het tot me door: Ik ben gekomen om Ne Kuko thuis te brengen!’

‘Dat idee vind ik interessant. Ik heb het nieuwe museum in Kinshasa vorig jaar nog bezocht. Hoewel het gratis is, gaan heel weinig Congolezen daar naartoe.’ Nsayi vindt het ook erg paternalistisch dat westerse landen de voorwaarden voor restitutie zouden opstellen en de manier van conservatie zouden gaan bepalen.

Het krachtbeeld, geroofd uit de handen van chef Ne Kuko, wordt als voorbeeld genomen. Het stuk kwam doorheen het gesprek al meerdere keren ter sprake. ‘Nu weet ik het!’ zegt Mwazulu plots. ‘Nu pas dringt het tot me door: Ik ben gekomen om Ne Kuko thuis te brengen!’

‘We moeten straks nog even naar boven. We moeten Ne Kuko meenemen’, zegt hij aan zijn collega die eigenlijk wou zeggen dat de online jongerenzender AJ+ op een online interview zit te wachten. ‘Ja, goed. Maar chef Ne Kuko moét dringend naar huis!’

Elien Spillebeen

Mwazulu Diyabanza en Nadia Nsayi.

Elien Spillebeen

De tentoonstelling 100 x Congo — een eeuw Congolese kunst in Antwerpen in het Museum aan de Stroom (MAS) in Antwerpen loopt nog tot eind maart 2021.