‘Wie weet vind ik in het verleden van ons dorp de kracht om dit gekke land te veranderen’

Reportage

Hanadi Nasser (25) realiseert een kleine revolutie in een Libanees plattelandsdorp

‘Wie weet vind ik in het verleden van ons dorp de kracht om dit gekke land te veranderen’

‘Wie weet vind ik in het verleden van ons dorp de kracht om dit gekke land te veranderen’
‘Wie weet vind ik in het verleden van ons dorp de kracht om dit gekke land te veranderen’

Hanadi Nasser (25) was al een appartement in Parijs aan het zoeken, maar besloot om toch in Libanon te blijven. Ondanks de corruptie, de mislukte revolutie, de chaos, de onleefbare stad die Beiroet geworden is. Dit is het verhaal van een jonge Libanese die weigert te geloven dat alles verloren is.

![© Marek Kowalczyk](//images.mo.be/sites/default/files/styles/3_2_standard_photo_format__wide_/public/field/image/71234_146583_9f9WiJ.jpg?itok=LOfNQH1K " Hanadi Nasser (foto) dacht aan emigreren naar Europa. Maar de drang om te werken aan vrede en stabiliteit in "haar" Libanon was groter. ")

Hanadi Nasser (foto) dacht aan emigreren naar Europa. Maar de drang om te werken aan vrede en stabiliteit in “haar” Libanon was groter.

© Marek Kowalczyk

Steeds meer Libanezen vertrekken. Ze redden zich niet meer in het land dat zo goed als failliet is. Maar Hanadi Nasser blijft: ze verhuisde met haar familie van de chaos in hoofdstad Beiroet naar een dorp op het platteland. Daar wil ze een ontmoetingsplaats voor soennieten en christenen creëren. Want ze gelooft nog steeds dat ze Libanon kan veranderen.

De uitzichtloze situatie in Libanon dwingt duizenden Libanezen, Syriërs en Palestijnse vluchtelingen om te vertrekken. Meer en meer mensen stappen op gammele bootjes die hen naar Italië zouden moeten brengen. Velen raken echter niet in Europa, maar verdrinken tijdens de gevaarlijke zeereis.

‘Het drong tot me door: ik kán helemaal niet vertrekken.’

Ook Hanadi Nasser dacht er vorig jaar aan om naar Frankrijk te trekken, en daar haar rechtenstudies af te ronden. Ze was teleurgesteld door de mislukte revolutie, waar ze actief aan deelnam, en moe van de voortdurende stroomonderbrekingen, het benzinetekort en de prijsschommelingen. ‘Ik had al een visum aangevraagd en zoekertjes voor appartementen bekeken. Maar toen drong het tot me door dat ik helemaal niet weg kan.’

In de plaats van Parijs kiest de 25-jarige Hanadi voor Aita el-Foukhar, een pittoresk dorp in de vruchtbare Bekavallei, waar haar vader vandaan komt. In deze vallei woont ook het grootste aantal Syrische vluchtelingen in Libanon.

Apart samenleven

‘Het is er rustig’, vertelt Hanadi terwijl we tussen de wijngaarden en korenvelden naar het dorp rijden. Ze vertelt hoe het dorp bekend staat om de tolerantie van zijn verschillende geloofsgemeenschappen. Tijdens de burgeroorlog, die van 1975 tot 1990 woedde, zou er geen enkel incident hebben plaatsgevonden. ‘Maar de realiteit is ingewikkelder dan dat. Er is wel verdeeldheid in het dorp.’

In Aita leven orthodoxen en soennieten samen, maar ook apart. Een straat scheidt het moslimgedeelte en het christelijke gedeelte. Hanadi wil op die symbolische lijn een ontmoetingsplek voor de dorpsbewoners creëren.

De begane grond van dat nieuwe gebouw is intussen klaar. Het is een structuur gemaakt van stenen booggewelven, elk met de hand bewerkt door Syrische steenhouwers.

© Marek Kowalczyk

Hanadi Nasser bouwt een ontmoetingsplek voor de dorpsbewoners, in de straat die de christelijke en de soennitische gemeenschap in het dorp Aita scheidt.

© Marek Kowalczyk

Voor de winter moeten nog de eerste verdieping en het dak komen, om het geheel te beschermen tegen slecht weer. In het voorjaar zullen vakmannen de structuur vullen met geperste aarden blokken.

© Marek Kowalczyk

In het voorjaar zullen vakmannen de structuur vullen met geperste aarden blokken, die typisch zijn voor deze streek. ‘Onze voorouders bouwden met materiaal dat in de omgeving voorhanden was.’

© Marek Kowalczyk

Het gebruik van die aarden blokken is een eerbetoon aan het verleden van Aita en de rest van Bekavallei. De bewoners van deze streek en van het naburige Syrië persten kleirijke grond tot uniforme bakstenen om duurzame constructies te maken. Hier werd de oudste aarden bakstenen muur van Libanon ontdekt, hij stamt uit 5000 voor Christus.

‘Onze voorouders bouwden met materiaal dat in de omgeving voorhanden was. We zouden het ook moeten doen: de kennis die is uitgestorven door de ontvolking van het platteland doen herleven en delen met anderen’, zegt Hanadi. Ze is gefascineerd door de mogelijkheden.

Een paar mannen in het dorp herinneren zich nog hoe de blokken gemaakt moeten worden. Hanadi baseert zich op hun expertise. Ze wil ook meer te weten te komen over het aardewerkverleden van het dorp: de naam van het dorp, Aita el-Foukhar, betekent letterlijk ‘tempel van aardewerk’. Vroeger hielden uitsluitend christenen zich met deze ambacht. Hanadi zou graag een oven bouwen die iedereen zou kunnen gebruiken.

© Marek Kowalczyk

Hanadi’s oom, Ibrahim Nasser, heeft de leiding over de bouwplaats.

© Marek Kowalczyk

Donker verleden

De geschiedenis van het dorp fascineert Hanadi. Ze vertelt over de Syrische bezetting, die begon tijdens de Libanese Burgeroorlog en tot 2005 duurde. En over de nefaste invloed van de Palestijnse onafhankelijkheidsstrijd in Libanon: een Palestijnse terroristische organisatie bouwde in 1974 een detentiecentrum in de bergen vlak bij Aita. Er vonden er massa-executies plaats.

‘Er is hier zoveel gebeurd, en vrij recent ook nog, maar niemand praat erover. Alsof het nooit heeft plaatsgevonden. Oké, het platteland heeft niet geleden onder de burgeroorlog. Maar door jaren van terreur en onzekerheid werden mensen wantrouwig tegenover elkaar.’

‘In dit dorp is niet eens een café. Hoe kan je werken aan integratie van gemeenschappen als je er geen fysieke plek voor hebt?’

‘Daarom is een veilige plek, waar je niet alleen openlijk kunt praten maar ook samen oplossingen zoeken, zo belangrijk’, benadrukt Hanadi. ‘In dit dorp is niet eens een café. Hoe kan je werken aan integratie van gemeenschappen en brainstormen over de toekomst als je er geen fysieke plek voor hebt?’

Dat zo’n ontmoetingsplaats belangrijk is, daar kwam Hanadi in 2018 achter toen ze een dorpsfeest wilde organiseren. ‘We hadden geen plek om te vergaderen. Ik nodigde meisjes van het feestcomité eerst uit bij mijn oom thuis, maar ze kwamen er met tegenzin. Het was tenslotte een huis van een vreemde man. En het was al zo moeilijk om hen te overhalen om mee te doen aan de voorbereidingen.’

Het blijft nog steeds lastig om de mensen van het dorp mee te krijgen. Bij het begin van haar nieuwe project namen ze Hanadi niet ernstig. ‘Ze behandelden me als een meisje uit Beiroet dat de betogingen beu was en nu haar neus in de zaken van het dorp kwam steken.’

Waar vecht je voor, Hanadi?

Maar Hanadi wil gewoon een project opzetten in het dorp. Ze vecht al sinds 2015 voor een betere toekomst in Libanon. Ze ging de eerste keer de straat op tijdens de zogenaamde ‘afvalrevolutie’: ‘De enige vuilnisbelt ging dicht, waardoor de huisvuilophaling stopte. Maar de regering negeerde het probleem. Straten lagen bezaaid met afval. Het was midden in de zomer, dus het stonk verschrikkelijk.’

Hanadi richtte daarop met bevriende activisten de organisatie You Stink! op. ‘We konden het zo niet laten en probeerden de minister van Milieu te dwingen af te treden. We hebben zelfs de gang bezet van het gebouw waarin hij zijn kantoor had, maar we werden er weggejaagd.’

Haar activisme hield ze eerst geheim voor haar ouders, moeder Jihan en vader Rafik, omdat ze niet wilde dat die zich zorgen zouden maken. Maar ze kwamen er al snel achter toen hun dochter op televisie verscheen bij de actie op het kantoor van de minister. ‘Mijn moeder wist dat de beveiliging geweld tegen ons gebruikte. Toen ik veilig en wel thuiskwam, viel ze bijna flauw van de emoties.’

© Marek Kowalczyk

Hanadi en Jihan maken samen makdous in Aita el-Foukhar. Toen Hanadi voor de eerste keer ging betogen, zei ze niets tegen haar ouders omdat ze niet wilde dat die zich zorgen zouden maken.

© Marek Kowalczyk

In 2017 en 2018 werkte Hanadi voor een ngo die budgetten van ministeries en fraude van politici onderzocht. Ook hielp ze mensen die aangehouden werden bij protesten. ‘Dag en nacht waren we beschikbaar via een telefoonnummer. Ik weet niet hoe ik dat heb volgehouden. Er kwamen steeds meer meldingen binnen: mensen belden om te zeggen dat ze hun werk kwijt waren en niet wisten wat ze moesten doen. Er zijn geen pro Deo-advocaten in Libanon, dus boden wij gratis juridisch advies.’

‘Het leven in Beiroet is ondraaglijk geworden. De kleuren zijn vervaagd, mensen zijn gestopt met glimlachen, de stad is weggezakt in apathie. Dat doet pijn.’

Ondanks de ongerustheid accepteerden haar ouders dat ze verder ging met haar activisme. ‘Vóór elk protest werd ik door mijn vader ondervraagd. “Waar ga je naartoe? Om welke reden? Wat zijn je eisen?” Hij wou zeker zijn dat ik wist wat ik deed.’ Toen haar ouders in 2019 mee de straat op gingen, tijdens wat nu bekendstaat als de 17-oktoberrevolutie, was Hanadi enorm trots.

De ontploffing in de haven van Beiroet in augustus 2020 veranderde alles. Die maakte Hanadi terneergeslagen. Ze verloor de hoop dat het corrupte, confessionele systeem ooit zou ineenstorten. Meedoen aan protesten die uiteindelijk niets hadden opgeleverd leek haar plots een verspilling van tijd en energie. Hanadi kreeg een burn-out en nam ontslag.

‘Het leven in Beiroet is vandaag ondraaglijk geworden. De kleuren zijn vervaagd, mensen zijn gestopt met glimlachen en de stad is weggezakt in apathie. Dat deed en doet pijn. Ik heb mijn hele leven hier doorgebracht en ik hield van de energie van Beiroet, van de constante verandering, de beweging en zelfs de chaos op straat.’

“Khalas”, het is genoeg

De Libanese crisis verscheurt Hanadi vanbinnen. ‘De onzekerheid is het ergst. Je weet echt niet wat er nog kan gebeuren. We dachten dat het niet erger kan worden, maar de realiteit toont iets anders aan.’

De Libanese lira blijft in waarde dalen. De toegang tot elektriciteit en water is steeds beperkter. Binnenkort kunnen zelfs telecom- en internetdiensten wegvallen als de overheid het staatsbedrijf niet voorziet van diesel voor de generatoren.

© Marek Kowalczyk

Jihan (links) en Rafik Nasser stopten hun spaargeld in een huis in Rafiks geboortedorp: ‘Die investering is beter dan geld op de bank. Want daar zou ik nu toch niet aan kunnen.’

© Marek Kowalczyk

Hanadi weet dat ze nog bij de weinige gelukkigen hoort. Omdat ze opnieuw voor een ngo werkt, krijgt ze haar loon binnenkort rechtstreeks in dollars uitbetaald. ‘Het voelt ongemakkelijk om daar over te praten, want anderen krijgen een habbekrats. Na de omzetting van dollar naar Libanese lira blijft er nauwelijks iets over.’

Moeder Jihan heeft 28 jaar werkervaring. Ze verdient nu 80 dollar. Dat is maar liefst 1920 dollar minder dan vóór de crisis.

Jihan, de moeder van Hanadi, is 50 jaar oud en heeft 28 jaar werkervaring. Ze krijgt nu nog omgerekend 80 dollar, en dat is maar liefst 1920 dollar minder dan vóór de crisis. ‘Hoe kan je daarmee overleven? Zelfs tijdens de burgeroorlog was het makkelijker’, vertelt Jihan. ‘Toen was er nog geld en eten. Nu vind je amper nog melk, vlees en olie.’

Hanadi’s ouders hebben geen spaargeld. Ze stopten alles in het huis dat Hanadi’s vader, Rafik, bouwde in zijn geboortedorp. ‘Die investering is beter dan geld op de bank’, vertelt Rafik, terwijl hij een trekje neemt van een sigaret. ‘Ik ben blij dat ik geen geld op de bank heb, want daar zou ik nu toch niet aan kunnen.’

Sinds 2019 is de opname van cash geld beperkt. 100 dollar afhalen kan een uitdaging zijn in Libanon. Maar na drie jaar zeggen de Libanezen khalas, ‘genoeg’, en eisen ze hun spaargeld terug. In augustus slaagde de veertiger Bassam Hussein al-Sheikh erin om 35.000 dollar van zijn eigen spaargeld los te krijgen, maar alleen nadat hij het bankgebouw betrad met een pistool en een jerrycan met benzine. Hij loste drie waarschuwingsschoten, gijzelde bankmedewerkers en dreigde zichzelf in brand te steken. De man had het geld naar eigen zeggen nodig om ziekenhuisfacturen te kunnen betalen.

Voor veel Libanezen werd hij een held. Anderen volgen zijn voorbeeld. Halfweg september vonden nog eens minstens vijf van dergelijke “overvallen” om eigen geld plaats. Daarop besloten banken hun deuren te sluiten, tot die uiteindelijk op 26 september weer open gingen.

Zorgen en dromen

Zoals veel Libanezen missen ook de Nassers het verleden, toen het leven niet zo tragisch was. Toen elektriciteit bijvoorbeeld 10 uur per dag beschikbaar was, en geen 5 zoals nu. Ze vrezen de toekomst omdat die zo onvoorspelbaar is.

‘Ik vrees dat we op een gegeven moment zullen moeten weggaan. Want hoe gaan we hier oud worden?’

Zelfs vader Rafik, een grappenmaker die voortdurend in lachen uitbarst, is ongerust. ‘Ik heb er nooit eerder aan gedacht om te vertrekken. Meer nog, ik ben nooit buiten Libanon geweest. Maar nu is het zo ver. Ik vrees dat we op een gegeven moment zullen moeten weggaan. Want hoe gaan we hier oud worden? De komende tien jaar gaat er sowieso niets veranderen’.

Rafik heeft schrik dat de situatie alleen maar zal verslechteren zolang Hezbollah aan de macht blijft. Die politieke partij en militante, sjiitische beweging wordt gesteund door Iran, en onder andere de Verenigde Staten beschouwen Hezbollah als een terroristische organisatie.

De economische crisis in Libanon is onder andere verergerd door de sancties die de VS oplegden om Hezbollah, de bondgenoot van Iran, van zijn inkomstenbronnen te beroven.

Rafik is bang dat het Iraanse regime alleen maar wacht om zijn invloed in het zwakke Libanon te versterken via Hezbollah. Dat zou Iran in staat stellen om Israël, buurland van Libanon, verder te bedreigen.

© Marek Kowalczyk

Rafik, Yussef en Jihan keren ‘s avonds terug naar huis. Wat brengt de toekomst voor hen en voor Libanon?

© Marek Kowalczyk

De Arabische landen waar de soennieten de meerderheid vormen, zoals Saoedi-Arabië en Egypte, versterken dan weer hun band met Israël. Zij willen op die manier de positie van het sjiitische Iran verzwakken.

De Libanese diaspora is intussen veel groter dat de populatie van Libanezen in het land.

Zo is Libanon, door zijn strategische ligging en de aanwezigheid van Hezbollah, ‘een van de slagvelden tussen Iran en Saoedi-Arabië’, duidde Karim Bitar, onderzoeker bij het Instituut voor Internationale en Strategische Zaken in Parijs bij France 24. Samen met Syrië, Jemen en Irak, waar de twee regionale rivalen tegengestelde partijen steunen.

Het aangewakkerde conflict tussen sjiieten en soennieten zorgt ervoor dat sociale zaken in Libanon steeds naar de achtergrond geschoven worden. Het houdt de sektarische verdeeldheid in stand.

Veel Libanezen willen weg uit Libanon

Bijna de helft van alle Libanezen wil het land verlaten, bleek uit een bevraging van Arabische Barometer die tussen 2020 en het voorjaar van 2021 werd uitgevoerd. In 2018 ging het nog om 26%.

  • 44% van de bevraagden gaf corruptie als de voornaamste reden op

  • 29% vrees voor de veiligheid

  • voor 22% zijn politieke redenen overwegend.

De toenemende economische crisis duwde ongeveer 80% van de bevolking in armoede en dwong meer mensen om zonder nodige documenten te migreren via risicovolle zeeroutes.

Volgens de Vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) is het aantal migranten dat een overtocht naar Europa over de Middellandse Zee maakt in 2022 voor het tweede jaar op rij meer dan verdubbeld. In de eerste negen maanden van 2022 zijn 2670 personen per boot vertrokken, in 2021 ging het om 1137 personen. De mensensmokkelaars brengen mensen niet meer naar Cyprus, maar steeds vaker naar Italië.

Ook moeder Jihan is sceptisch over de toekomst. Daarom wil ze nu al een visumaanvraag voor de Verenigde Staten indienen. De procedure kan namelijk tot tien jaar duren. Rafik en Jihan zouden dan naar Chicago gaan, daar wonen ook de ouders van Jihan. Zij zijn een van de velen die uit Libanon vertrokken en niet terugkeerden.

Libanezen emigreren sinds meer dan een eeuw. De Libanese diaspora is intussen veel groter dat de populatie van Libanezen in het land zelf (4,7 miljoen mensen). Alleen al in Brazilië, waar de moeder van Jihan geboren werd, wonen naar schatting tussen 3 en 10 miljoen Libanezen.

© Marek Kowalczyk

Vijgen van bomen op Rafiks boerderij. De familie Nasser probeert zelfvoorziend te worden: Rafik gaf er vorig jaar zelfs zijn baan als IT-medewerker voor op.

© Marek Kowalczyk

De familie Nasser probeert in Aita el-Foukhar zelfvoorziend te worden. Rafik gaf er vorig jaar zijn baan als IT-medewerker op school voor op en verhuisde naar het dorp om voor zijn geiten- en schaapskudde te zorgen. Ondertussen maakt hij kazen voor eigen gebruik.

Volgend jaar wil Rafik groenten verbouwen op zijn boerderij. Voorlopig groeit er niets, want de Nassers hebben geen geld om water naar het terrein te laten vloeien. Het is ook onzeker of de installatie van de zonnepanelen, om onafhankelijk te worden van de schaarse elektriciteitsvoorziening, zal lukken. Elke investering vergt namelijk veel geld.

Ook Hanadi worstelt met de financiering van haar project. ‘Er zijn steeds minder subsidies voor projecten in Libanon. Ik klop bij meerdere organisaties aan, ik schrijf verschillende projecten uit zodat ze passen bij een bepaalde oproep. Zo kregen we onlangs een beurs voor een programma over de emancipatie van vrouwen van de Verenigde Naties. Maar het is dweilen met de kraan open. Ik moet voortdurend uitkijken of er geen nieuwe oproep verschijnt’.

Een eeuw chaos

Op dinsdag 19 september kwam er bij de Nassers geen enkel druppel water meer uit de kraan. De tank moest bijgevuld worden. ‘Het is echt stresserend als je constant moet oppassen en zoveel mogelijk moet sparen’, zegt Jihan. Ze glimlacht, alsof ze zichzelf wil opvrolijken.

Maar zelfs een glimlach kan de vermoeidheid en de zorg op haar gezicht niet verbergen. Jihan slaapt slecht, al drie jaar. Deze nacht was niet de enige.

Ook Hanadi heeft een slechte nacht achter de rug. Ze droomde over chaos. ‘Het is raar, ik heb meestal geen nare dromen. In deze droom had ik superkrachten, ik vormde een bedreiging voor de rest van de samenleving, ik weet niet waarom. Toen begon een manifestatie, en ja, deze chaos. Hij verslond ons’.

De Fauda, ‘chaos’ in het Arabisch, is al een eeuw aan de gang. De verdeling van het Midden-Oosten door westerse landen tijdens en na de Eerste Wereldoorlog (o.a. via het Sykes-Picotverdrag, red.) ligt mee aan de basis van de huidige instabiliteit. De poreuze grenzen, willekeurig getrokken door Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, zorgen tot de dag van vandaag voor conflicten tussen Libanon, Israël en Syrië.

Aita el-Foukhar ligt op slechts drie kilometer van de Syrische grens. Je kunt het zien vanaf de hoogste heuvel in de omgeving. We rijden er ‘s avonds heen. Het wordt al donker. ‘Op heldere dagen kun je zelfs Palestina zien, zegt papa de hele tijd. Mij is het nog nooit gelukt’, zegt Youssef, Hanadi’s enige broer.

© Marek Kowalczyk

Yussuf, de 19-jarige broer van Hanadi, kijkt naar Aita vanaf het hoogste punt in het gebied.

© Marek Kowalczyk

Aita is verlicht. Het is al na zeven uur ‘s avonds, de generatoren werken weer. Het naburige dorp is bedekt met een sluier van mist. De lucht kleurt oranje. De lichten van de huizen fonkelen als vuurvliegjes. ‘Gelukkig is er nog elektriciteit. Dit is het bewijs dat we nog steeds in de 21ste eeuw leven’, Youssef glimlacht bitter.

Maar voor hoe lang? Rafik is bang dat ze in de winter helemaal worden afgesneden van de stroom. ‘En wat dan? Gaan we hier in het donker zitten?’

Hanadi denkt er niet over na. Ze focust op oplossingen. Op haar doelen. Dit is nu het belangrijkste. Het houdt haar in leven. Maar om echt vooruit te komen en van het trauma van een mislukte revolutie te genezen, moet ze nog even terugkijken naar het verleden.

‘Alleen dan zal ik begrijpen wie ik werkelijk ben. Waar ik vandaan kom. Wie weet, misschien daar — in het verleden van ons dorp – vind ik de kracht om dit gekke land te veranderen’.

Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.