Baanbreker
Gratis geld voor de inwoners van het Oegandese dorp Busibi
Elke maand een vast bedrag op je rekening, gratis en voor niets. Niet genoeg om van te leven maar wel om je erin te lanceren. Dat is de filosofie van Eight. ‘Laat mensen het heft in eigen handen nemen.’
Stel: je woont in een klein Oegandees dorp. Op een dag krijg je bezoek van twee mannen. Die zeggen dat je de komende twee jaar maandelijks een som geld ontvangt. Zomaar. Je mag ermee doen wat je wil. Het overkwam de 150 inwoners van Busibi vorige zaterdag bij de lancering van eight, het ontwikkelingsproject van Maarten Goethals en Steven Janssen.
‘Fighting inequality by giving away free money‘ (‘Ongelijkheid bestrijden met gratis geld’): met een baseline van maar 47 karakters is het scoren in deze Twitter-tijd. Tegelijk vat de zin perfect samen waar het bij eight om draait. Met iets meer woorden geloven Maarten en Steven dat je mensen in armoede best gewoon een som geld geeft, waarmee ze hun lot zelf in handen kunnen nemen.
Bijeenkomst in Busibi voor de lancering van eight.
©Eight
Vloeken in de kerk
Voor veel ontwikkelingswerkers klinkt dat als vloeken in de kerk. ‘Ze vinden zichzelfzelf vaak het best geplaatst om een situatie te analyseren, om de noden van mensen in armoede te leren kennen en er oplossingen voor te bedenken’, gelooft Maarten Goethals. Als ex-ngo’er weet hij waarover hij spreekt. ‘Eigenlijk ontbreekt het ons aan vertrouwen: vertrouwen dat mensen hun eigen boontjes kunnen doppen, dat ze expert zijn van hun situatie en dat ze best in staat zijn om zelf keuzes te maken.’
‘Veel ontwikkelingswerkers geloven niet dat mensen best zelf keuzes kunnen maken’
Om te controleren of de juiste keuzes worden gemaakt, moet je de impact ervan kunnen meten. Een tweede element waar de ontwikkelingssector het blijkbaar moeilijk mee heeft. Maarten Goethals: ‘Veel ngo’s steken tijd en geld in monitoring- en evaluatiesystemen. Die moeten data voor rapporten aan financiers produceren. Werd het geld wel juist besteed? Welke activiteiten kregen ondersteuning? Hoeveel mensen kon het project bereiken?
Maar dat soort evaluatie leidt de aandacht af van waar het echt om draait: hebben de mensen het nu beter? Wat doen ze bijvoorbeeld met de kennis die ze via opleiding vergaarden? Gaan ze er effectief mee aan de slag? Wordt de nieuwe infrastructuur gebruikt? Draagt ze bij tot de levenskwaliteit? Vaak hoor je dat het te moeilijk is om het effect van je acties onafhankelijk te meten, of dat er altijd andere factoren meespelen. Maar is dat een excuus om geen meting te doen?’
Blijkt dat veel maatregelen tegen armoede niet werken omdat de initiatiefnemers het fenomeen niet genoeg kennen.
Bekijk het interview van John Vandaele met ontwikkelingseconome Esther Duflo voor de MO*lezing Er bestaat geen wondermiddel tegen armoede.
Heeft een ontwikkelingsproject impact? Is het effectief? De professoren Abhijit V. Banerjee and Esther Duflo vroegen het zich af in hun bestseller Poor Economics (2011). Maarten Goethals: ‘Zij besluiten dat veel maatregelen tegen armoede niet werken omdat de initiatiefnemers het fenomeen van armoede niet genoeg kennen. Lees: omdat ze er geen specialist in zijn. Zo blijkt de populaire praktijk van microfinanciering lang niet altijd goed om micro-bedrijfjes te doen groeien en om de lokale economische ontwikkeling te stimuleren. Minder dan 10% van de mensen die er gebruik van maakten, slaagden er volgens Banjeree en Duflo in hun zaak verder uit te bouwen.’
Reden voor Maarten en Steven om de zaken anders aan te pakken. Hoe? Daarvoor ging het duo bij Guy Standing te rade. Standing is ontwikkelingsprofessor aan de Universiteit van Londen en mede-oprichter van het Basic Income Earth Network. Hij onderzocht in Azië het effect van zogenaamde unconditional cash transfers, een soort van basisinkomen.
Maarten Goethals: ‘Standing onderzocht projecten waarbij mensen een som ontvingen die net onder de armoedegrens lag. Het geld was dus niet voldoende om van te leven, maar kon wel als springplank dienen om hun situatie verbeteren. Standing stelde vast dat een geregelde en onvoorwaardelijke hoeveelheid cash een positieve impact had op de scholing van meisjes, dat mensen zich makkelijker tot eerstelijnsgezondheidszorg wendden en dat de lokale economische ontwikkeling werd gestimuleerd.’
Registratie van de 150 dorpelingen van Busibi, West-Oeganda
©Eight
Mentale bandbreedte
De verklaring voor die positieve effecten van een onvoorwaardelijke cashtransfer ligt volgens Goethals in de psychologie, meer precies in de psychology of scarcity die dat andere proffenduo, Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir, onderzochten. Maarten Goethals: ‘Mullainathan en Shafir stellen dat gebrek aan tijd en geld onze zogenaamde mentale bandbreedte reduceert. Die hebben we nochtans nodig om duurzame en gefundeerde beslissingen te nemen. Schaarste maakt dat we ons anders gaan gedragen. Dus is het zaak om dat gebrek aan tijd en middelen te counteren. Door hen geld te geven, willen we de mentale ruimte van mensen in armoede helpen verbreden zodat ze hun lot zoveel mogelijk in eigen handen kunnen nemen.’
‘Geldgebrek reduceert je mentale ruimte’
Dat eight een stevige theoretische basis heeft, is na drie academische paragrafen voldoende bewezen. Maar hoe zit het met de praktijk? Is het idee van onvoorwaardelijke cash transfers al ingeburgerd op het terrein? De aanpak werd al toegepast in noodsituaties, bijvoorbeeld door de VN in vluchtelingenkampen. In de VS werkt de ngo Give Directly – met hulp van Google - volgens een soortgelijk principe. Maar volgens Maarten gaat eight er als eerste mee aan de slag binnen de reguliere Europese ontwikkelingssamenwerking.
‘Eight klinkt als Aid, maar het staat ook voor acht. 8 euro per week is een basisinkomen voor één volwassene en twee kinderen in Oeganda’, legt Maarten uit. Sinds vorige week ontvangen alle 150 inwoners van Busibi, een dorp in West-Oeganda, maandelijks een vast bedrag. Voor volwassenen is dat 16 euro, voor jongeren klokt eight op 8 euro af. Het geld wordt op een individuele rekening gestort en kan met een gsm worden afgehaald. Verder gelden er geen voorwaarden. Maarten en Steven hopen natuurlijk dat het geld goed wordt besteed, dat het niet over de balk wordt gesmeten. Maar daarover zal de bevolking zelf beslissen.
Met de hulp van tekeningen legt Maarten Goethals het opzet uit: 59 volwassenen en 91 kinderen ontvangen vanaf nu twee jaar lang een maandelijks basisinkomen.
©Eight
Op de lappen
Beeld je in dat je plots een som geld krijgt toegestopt, met de belofte dat dat scenario zich volgende maand herhaalt. Een mens zou voor minder eens goed “op de lappen” gaan. Maarten knikt: ‘Dat scenario zit er dik in, maar je moet erop vertrouwen dat mensen in the end vooral uit de miserie kunnen en willen raken.’
‘Veel dorpelingen geloofden eerst niet dat ze niets moesten terugbetalen’
De reacties bij de lancering vorige zaterdag, spraken alvast. ‘Veel dorpelingen geloofden eerst niet dat ze niets moesten terugbetalen. Dat hebben we tot twee keer toe met tekeningen moeten uitleggen. Dan volgden de dromen: een geit, een bijenkwekerij, een golfplaten dak, kinderen naar school … De dag nadien had al één koppel hun geld samen gelegd voor een zonnepaneel om gsm’s mee op te laden. Zo zetten ze hun eerste handeltje op. Eén persoon weigerde het geld omdat hij het niet vertrouwde. Ook zijn vrienden konden hem niet ompraten. En ja, enkele dorpelingen hebben zondagavond ook de bloemetjes buiten gezet in het lokale winkelcentrum.’
Wie een dorp van 150 man van een basisinkomen wil voorzien, moet over een stevig budget beschikken. Voor de financiering van eight hebben Maarten en Steven een moeilijke Tour de Flandres achter de rug. Maarten: ‘Onbekend maakt onbemind. Enkele van mijn dichte vrienden besloten maandelijks zo’n dertig euro bij te dragen, maar daarmee hou je geen project draaiende.’ Het grote geld moest dus elders worden gezocht.
Goethals en Janssen besloten hun netwerk aan te spreken, op zoek naar mensen uit het bedrijfsleven. ‘Ons grote geluk was dat één financier uiteindelijk toehapte. Die man wilde 11.000 euro bijdragen, op voorwaarde dat we hetzelfde bedrag elders ophaalden’. Door zijn toezegging sprongen anderen makkelijker mee op de kar.
Tegen de logica in
‘We willen we de ontwikkelingssamenwerking mee innoveren’
Vandaag draait eight op de bijdragen van tachtig particulieren en vier bedrijven. Zij steunen het project vooral uit nieuwsgierigheid. ‘Twee grote financiers twijfelen of eight zal lukken, omdat het idee indruist tegen hun eigen logica. Maar ze sponsoren ons toch maar’, glimlacht Maarten. ‘We hebben de wijsheid ook niet in pacht. We willen geen universele theorie bewijzen of weerleggen. Wel willen we de sector van de ontwikkelingssamenwerking mee innoveren.’
Of eight werkt? Daarover valt momenteel nog niet veel te zeggen. Dat zal een onafhankelijke impactmeting later uitwijzen. Maarten: ‘Er komt jaarlijks een opvolgonderzoek in samenwerking met de Universiteit van Gent. Daarin zullen we onze actie kwalitatief en kwantitatief evalueren.’
Mocht eight succesvol blijken, dan staat de Universiteit van Wageningen al klaar om het project te helpen opschalen en om het econometrisch op te volgen. ‘We willen meetbaar effectief zijn, zonder een overdaad aan middelen. We zullen het project opvolgen, evalueren en bijsturen waar nodig’, vat Maarten samen en hij belooft; ‘We houden jullie op de hoogte’.