Beni Files geeft meer dan duizend Congolese burgerslachtoffers een gezicht
Sinds oktober 2014 worden in de streek van Beni, een stad in het oosten van Congo, op regelmatige basis gruwelijke aanvallen op de bevolking uitgevoerd. Ondanks de aanwezigheid van het leger en de VN-blauwhelmen op het terrein, is niemand in staat de aanvallen te stoppen. Volgens eigen berekeningen zouden al meer dan 1000 mensen het leven gelaten hebben. Hoewel er deze maand een proces is gestart tegen 59 beklaagden, lijkt niemand goed te weten wie echt achter deze aanvallen zit.
© Elien Spillebeen
Toegegeven, uit Oost-Congo komt zelden goed nieuws. De regio kreunt onder de erg zwakke staatsstructuren, poreuze grenzen, een voortdurende inmenging van de buurlanden en wel erg veel rebellengroepen die als warlords de regio in een politiek lappendeken verdelen. Maar evenzeer is het oosten van Congo gekend om haar sterke burgermaatschappij die geen schrik heeft om luid te roepen en de problemen aan te klagen.
Dankzij de smartphone vinden hun acties en boodschappen ook steeds makkelijker de weg naar buiten. Geïnspireerd door #JesuisCharlie, lanceerden ze hun eigen #JesuisBeni (https://twitter.com/hashtag/jesuisbeni). Ontelbaar veel hashtags, algemene stakingen, open brieven en online petities later, blijft de internationale verontwaardiging uit.
Lijsten van de slachtoffers bestaan er niet. Zelfs over het aantal doden en vermisten, bestaan geen betrouwbare bronnen. De doden die al een graf kregen, werden vaak niet geïdentificeerd.
Het nieuws uit Beni lijkt telkens te zijn ondergesneeuwd door berichten over geweld in het Midden-Oosten, de vluchtelingencrisis en verassende verkiezingsresultaten in het Westen. Dat de problemen in de regio bijzonder complex zijn, zal ook niet echt geholpen hebben.
Lijsten van de slachtoffers bestaan er niet. Zelfs over het aantal doden en vermisten bestaan geen betrouwbare bronnen. De doden die al een graf kregen, werden vaak niet geïdentificeerd.
In samenwerking met enkele lokale mensenrechtenactivisten van C.R.D.H. en de plaatselijke radiozender Radio Moto wil ik met Beni Files de slachtoffers een gezicht geven.
We vroegen de nabestaanden en overlevenden zelf te vertellen wie ze verloren zijn. Het online project Beni Files toont wie de slachtoffers echt zijn. Ze zijn ten slotte altijd de broer, de zus, de vader, moeder of buurman- of vrouw van iemand.
Opmerkelijk, atypisch en erg verontrustend
Dat er in de streek van Beni in de laatste 28 maanden meer dan 1000 burgers op gruwelijke wijze werden vermoord, mag dan amper nieuwswaarde hebben, toch is wat in Beni gebeurt opmerkelijk, atypisch en erg verontrustend.
Opmerkelijk, omdat de streek van Beni de laatste tien jaar als relatief rustig werd beschouwd. Atypisch, omdat, in tegenstelling tot andere opflakkeringen van geweld in het oosten van Congo, er dit keer geen duidelijkheid bestaat over de daders en hun motief.
En verontrustend, omdat het de etnische spanningen in de streek naar een gevaarlijk kookpunt doet stijgen.
Klik hier of op de afbeelding hierboven om naar de interactieve kaart van de Benifiles te gaan
De stad Beni ligt in het noorden van Noord-Kivu, op 70 km van de grens met Oeganda. Al meer dan 20 jaar is dit ook de thuisbasis voor een alliantie van Oegandese rebellengroepen, de ADF-Nalu.
Economische belangen hebben ervoor gezorgd dat de informele grenshandel van zowel de rebellen als de lokale bevolking snel gevrijwaard werd. De ligging van de kampen van de ADF-Nalu groeide uit tot een publiek geheim, en de economische samenwerking tussen de lokale bevolking en hun geheimzinnige Oegandese gasten, leek het laatste decennium voor een relatieve stabiliteit te hebben gezorgd.
Einde van een status-quo …
Aan deze situatie kwam in 2013 erg bruusk een einde door de militaire operatie Sokola, onder leiding van de populaire kolonel Mamadou Mustafa Ndala. Met deze operatie slaagt hij er in enkele basissen van de AFD-Nalu te ontmantelen, en de groep ernstig te verzwakken.
Zijn successen worden kennelijk niet door iedereen even gewaardeerd, want op 2 januari 2014 wordt hij zelf gedood in een mortieraanval op zijn konvooi, net aan de rand van de stad Beni.
Al snel blijkt dat de mortieraanval niet door de ADF-Nalu werd uitgevoerd, maar wel door elementen uit het eigen Congolese leger.
Was zijn stijgende populariteit een politieke bedreiging geworden? Of heeft zijn operatie teveel economische belangen geschonden? Zeker is dat vriend en vijand in deze streek in verschillende kampen kunnen vertoeven.
… en het begin van een reeks gruwelijke bloedbaden
Ongeveer gelijktijdig met het proces tegen de verdachten van de moord op Ndala beginnen de bloederige aanvallen op Beni en de omliggende dorpen. Aanvankelijk wordt ook nu de ADF-Nalu, of wat er van overblijft, verdacht. Maar de moord op kolonel Ndala leert ons dat ook friendly fire dodelijk kan zijn.
De vele gesprekken met nabestaanden en ooggetuigen leveren erg verschillende beschrijvingen op. Sommige getuigenissen stroken met de theorie van de wraakacties door de ADF-Nalu. Maar van minstens één aanval weten we al zeker dat die door een eenheid van het eigen Congolese leger werd uitgevoerd. Van bij de start van de bloedbaden zijn dus meerdere groepen betrokken en spelen er waarschijnlijk meerdere motieven mee.
De vraag van de kip of het ei
Experts en analisten durven zich niet uitspreken voor de oorzaken en aanleidingen van de bloedbaden in Beni. En ondertussen draait de geruchtenmolen overuren. Hoewel de allereerste aanval waarschijnlijk is toe te schrijven aan een kleine restgroep van ADF-Nalu, en dus in oorsprong Oegandese rebellen, is het opmerkelijk hoe vaak er beschuldigingen aan het adres van de Rwandese Hutu’s worden geuit.
Ook lokale en nationale politici beschuldigen elkaar maar al te graag van medeplichtigheid. En de VN-blauwhelmen worden door de lokale inwoners meer dan ooit gewantrouwd.
Met de wanhoop stijgt de haat, en dat is koren op de molen van de lokale rebellen van de Mai Mai, wiens populariteit opvallend is toegenomen. Zij werpen zich op als de enige echte verdedigers van de lokale etnische meerderheid, de Nande’s. De geruchten dat de Rwandese Hutu’s de nu leegstaande akkers zouden bevolken, passen erg goed in hun discours, waarin ze beweren de Congolezen te willen beschermen tegen buitenlandse inmenging.
© Elien Spillebeen
Nog liever dan te moeten zeggen dat de problemen voortkomen uit buitenlandse inmenging of lokale etnische spanningen, verkiest men in Kinshasa de theorie dat de veiligheidsproblemen deel uitmaken van een internationaal probleem van moslimfundamentalisme. De veroordeling van enkele lokale imams in augustus van vorig jaar past erg goed in dit plaatje.
De ADF-Nalu zijn van oorsprong een islamistische rebellenbeweging. Maar dat ze banden zouden hebben met Al-Shabaab zoals graag wordt beweerd, is waarschijnlijk een brug te ver. Verschillende getuigen bevestigen dat de meerderheid van de rebellen nog steeds moslim is, maar ook dat niet iedereen van hen de islam aanhangt.
Willekeurig afgemaakt
Door de complexe lokale agenda’s is de vrees groot dat de diverse geruchten wel eens, als een selffulfilling prophecy, bewaarheid zullen, of zelfs moeten, worden. De verschillende beschrijvingen van de aanvallers doen het ergste vrezen en zouden kunnen wijzen op — erg uit de hand gelopen — kopieergedrag, dat telkens één van de vele verdachtmakingen moet helpen onderbouwen. Ondertussen loopt de menselijke balans verder op, en is het geweld ook steeds moeilijker te stoppen.
‘We willen vooral weer een veilige toegang tot onze akkers, en oogsten wat van ons is.’
Voor de micro van de lokale radio, noch voor de camera van Beni Files, voelen mensen zich geremd om vrijuit te spreken. Wanneer we hen vragen of ze geen schrik hebben voor wraakacties, is het antwoord veelal: ‘We leven voortdurend in angst. Mensen worden willekeurig afgemaakt, en we kunnen al maanden niet meer naar onze akkers. Als we niets doen, dan rest ons enkel te wachten op de honger en de dood.’
Twee weken geleden begon in Beni een proces tegen 59 beklaagden. Slechts weinig inwoners geloven dat daarmee de veiligheid terug zal keren. En zo wordt alweer een oogst gemist. De schoolbanken lopen leeg, en de voedselprijzen lopen op. Wie toch moeilijk aan de gedachte van de rijpe cacao kan weerstaan en dan toch de gevaarlijke tocht naar de akkers onderneemt, dreigt nooit meer terug te keren.
Beni Files telt nu reeds de namen van 1.111 slachtoffers, vermoord of vermist. Heel wat families raakten elkaar kwijt in de vlucht en weten niet of het woud hen tijdelijk van elkaar heeft gescheiden, of het lichaam van hun geliefde voor eeuwig in de natuur is opgegaan. Nog meer dan de vraag wie hier achter zit, is het deze onwetendheid die de pijn ondraaglijk maakt.
Hoe Beni Files tot stand kwam kan je nu zaterdag, om 20u, zien in een aflevering van Vranckx op Canvas. Meer getuigenissen vind je op www.benifiles.com
Dit project kwam tot stand dankzij de steun van journalismfund.eu ,de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGD, Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking www.dg-d.be), 11.11.11, V.I.F.F. en Vredeseilanden