Bosnië is nieuwe flessenhals op de Balkanroute
Kroatië maakt zich schuldig aan illegale pushbacks naar buurland Bosnië
Sinds vorig jaar nam Bosnië de rol van Servië over als flessenhals op de Balkanroute. Enkele duizenden mensen zitten er vast, omdat buurland Kroatië systematisch iedereen weer de grens over duwt, desnoods met bruut geweld.
© Angélica Sánchez
UPDATE: ‘Grenscontroles zijn blijkbaar belangrijker dan de naleving van het internationaal recht’
‘Europese regeringen zijn medeplichtig aan het systematisch, onwettig en vaak gewelddadig terugdringen en collectief uitzetten van duizenden asielzoekers naar smerige en onveilige vluchtelingenkampen in Bosnië-Herzegovina’, stelt Amnesty International in een nieuw rapport.
Europese overheden knijpen een oogje dicht voor het gewelddadig optreden van de Kroatische politie, en financiert zelfs haar activiteiten, aldus de mensenrechtenorganisatie. ‘Zo dragen ze bij aan een groeiende humanitaire crisis aan de buitengrens van de Europese Unie. Grenscontroles zijn blijkbaar belangrijker dan de naleving van het internationaal recht.’
Massimo Moratti, directeur Research van het Europese kantoor van Amnesty International, vult aan: ‘De financiële bijdrage van de EU aan humanitaire hulp verdwijnt in het niets bij de middelen die ze besteden aan grensbeveiliging. Zo wordt er geld vrijgemaakt voor de uitrusting van de Kroatische grenspolitie en zelfs voor de salarissen van de agenten.’
Het rapport van Amnesty International bevestigt wat lokale vrijwilligersorganisaties eerder meldden. Toon Lambrechts, die de regio voor ons begin dit jaar bezocht, tekende die berichten voor ons op:
Elf uur ‘s ochtends en het restaurant van Asim Latic, Latan voor de vrienden, zit al afgeladen vol. Op het menu vandaag macaroni met kip. Weinig opmerkelijk, maar het verschil zit hem in het cliënteel. Algerijnen, Marokkanen, Afghanen, een paar Syriërs,… Allemaal op weg naar misschien wel een beter leven ergens in Europa. En allemaal gestrand hier in Velika Kladusa, een stadje in Bosnië, net voor de grens met Kroatië, hun poort naar de EU.
Latan, een krasse zestiger met energie voor twee, bedient hen met enthousiasme, al ontbreekt iedere gemeenschappelijke taal. Een vijftal vrijwilligers is ondertussen bezig in de keuken met een tweede lading pasta. In de hoek een kalender met maarschalk Tito, een stukje joegostalgie dat de meesten hier zal ontgaan. Ondanks de beperkte communicatie kent Latan vele van de vluchtelingen en migranten goed, want sommige zitten hier al maandenlang. Kroatië zit op slot.
Latan
© Toon Lambrechts
Ergens in februari vorig jaar doken de eerste vluchtelingen op in Velika Kaldusa herinnert Latan zich. ‘Ik baatte op dat moment een klein restaurant uit en een pizzeria iets verderop. Plots stonden er mensen voor de deur die om eten vroegen en zelf niets op zak hadden. Wat doe je dan?’
Een paar vluchtelingen werden een heuse migratiestroom, en Latan volgde. ‘Elke dag kwamen er meer mensen. Op een gegeven moment heb ik mijn restaurant gesloten voor gewone klanten, en me volledig op voedselbedeling toegelegd. Eerst alleen, daarna met steun van mijn vrienden en enkele solidariteitsorganisaties uit Kladusa en Sarajevo. Nu ondersteunt de Lemon Foundation uit Nederland de zaak. De periode van mei tot september was intens, met 500 tot 600 maaltijden per dag. Tijdens de Ramadan bij de Iftar (eerste maaltijd na een dag vasten), liep dat zelfs op tot 1000 borden.’
Nieuwe zijweg door de Balkan
Dat een dorp als Velika Kladusa tot een flessenhals op de Balkanroute uitgroeide lijkt vreemd, maar is een logisch gevolg van gebeurtenissen elders. De voltooiing van het Hongaarse grenshek maakte het voor vluchtelingen en migranten erg moeilijk om via het noorden van Servië hun tocht naar West-Europa verder te zetten. Steeds meer mensen probeerden via Kroatië en daarna Slovenië hetzij Italië, hetzij Oostenrijk te bereiken.
Kroatië pakt vluchtelingen systematisch op en wipt ze weer de grens over, zonder hen een kans op asiel te bieden. Dergelijke pushbacks zijn illegaal, maar niemand die Zagreb ervoor op de vingers tikt
Kroatië opteerde om de grens niet af te sluiten met een hek, maar om vluchtelingen systematisch op te pakken en weer de grens over te wippen, zonder hen een kans op asiel te bieden. Dergelijke pushbacks zijn illegaal, maar niemand die Zagreb ervoor op de vingers tikt. Elke stap op Kroatisch grondgebied betekent een groot risico voor vluchtelingen. Hoe sneller er doorheen, hoe beter.
Net hier bij Velika Kladusa, aan de andere kant van de grens, is Kroatië op zijn smalst, en dus het snelst te doorkruisen. Het voelt niet zo in de besneeuwde Balkan, maar Italië ligt slechts 220 km verderop. En zo verplaatste de vluchtelingenstroom in de Balkan zich vorig jaar geleidelijk van Servië naar buurland Bosnië en kwamen er duizenden vluchtelingen vast te zitten in Sarajevo en de grensstadjes Velika Kladusa en Bihac.
© Angélica Sánchez
Hoeveel vluchtelingen en migranten er op dit moment in Bosnië vastzitten, is niet precies in te schatten, maar hulporganisaties vermoeden dat het aantal ergens tussen de 3000 en de 4000 mensen ligt. Een groot deel komt uit Afghanistan, Pakistan en Iran, de rest voornamelijk uit Marokko en Algerije. Daarnaast zijn er kleinere groepjes uit Syrië, Irak en Bangladesh. Veruit de meeste mensen die in de grensregio vastzitten zijn mannen die alleen op weg zijn. Families krijgen sneller toegang tot opvang, of opteren om met een smokkelaar te reizen Als er geld is tenminste, want de geruchten over prijzen die de ronde doen lopen op tot 3500 euro per persoon.
De winterkoude in de Balkan maakt dat de situatie op dit moment relatief stabiel is, maar zowat iedereen die met hulpverlening aan vluchtelingen betrokken is, verwacht dat er in de lente opnieuw een grote instroom te verwachten valt. Ondertussen heeft de International Organisation for Migration, het IOM, enkele kampen geopend om de ergste noden te ledigen, eentje in de buurt van Sarajevo, en twee andere in de grensregio. In de buurt van Velika Kladusa werd een voormalige pvc-fabiek tot vluchtelingenkamp omgevormd. Sinds oktober kunnen mensen er terecht in Camp Miral, al kiezen vele om buiten de opvang te blijven.
Zelf ooit honger
Velika Kladusa oogt levendig en relatief welvarend, in de eerste plaats door de positie als grensstadje. Maar wie goed kijkt ziet hier en daar nog sporen van de bittere oorlog die Bosnië verscheurde in de jaren negentig. Sommige oudere gevels zijn nog gepokt met kogelgaten, een herinnering dat ook hier niet zo lang geleden zwaar gevochten is. Mensen hier begrijpen wat oorlog is en wat het betekent om vluchteling te zijn, aldus Latan.
‘Ik herinner me hoe mijn kinderen om eten vroegen, en ik hen niets anders kon bieden dan thee. Als je dat zelf ervaren hebt, kan je dan anders dan helpen als er mensen in nood voor je deur staan?’
‘De streek rond Velika Kladusa is een tijdlang volledig omsingeld geweest tijdens de oorlog. Dat was hard, erg hard. Er kwam niets door, ook geen internationale hulp. Bovendien was er het geweld van de oorlog zelf. Ik herinner me hoe mijn kinderen om eten vroegen, en ik hen niets anders kon bieden dan thee. Als je dat zelf ervaren hebt, kan je dan anders dan helpen als er mensen in nood voor je deur staan?’
Toch verdeelt de situatie het stadje. Er zijn incidenten geweest met vluchtelingen en migranten en de toestroom weegt zwaar. Dat beseft ook Latan. ‘De mensen van Kladusa blijven solidair, maar het is soms teveel voor de stad. We voelen ons in de steek gelaten door internationale organisaties en de overheid. Wat er ook van is, ik blijf eten op tafel brengen.’
Klefties
Een van de vaste klanten bij Latan is Midou. Een bijnaam, want met namen en identiteiten moet voorzichtig mee worden omgegaan. De jonge Algerijn afkomstig uit de buitenwijken van Algiers zit al zeven maanden vast in Velika Kladusa. Toch prijst hij zich gelukkig. Sinds een maand woont hij in een echt huis, met water en elektriciteit, samen met drie medebewoners. Een geste van iemand in Velika Kladusa. ‘Daarvoor hield ik me op in verlaten huizen hier in het dorp. Camp Miral zie ik niet zitten. Te veel mensen opeen, te veel problemen, te veel ruzies.’
© Angélica Sánchez
Midou heeft er al behoorlijk wat pogingen opzitten om de grens met Kroatië over te steken. Zonder succes, al geeft hij de moed nog niet op. Hij heeft nog energie, vertelt hij. Maar aan zijn glimlach ontbreekt iets. Een voortand. Uitgeslagen door een Kroatische politieagent bij een van zijn pogingen om de grens over te steken. ‘Iedere keer is het raak. Als ze je te pakken krijgen – en de kans is erg groot – dan krijg je slaag. Als je geld of een telefoon op zak hebt nemen ze die af of slaan hem kapot. Dieven zijn het, ali baba’s, klefties.’
‘Iedere keer is het raak. Als de Kroatische politie je te pakken krijgen – en de kans is erg groot – dan krijg je slaag. Als je geld of een telefoon op zak hebt nemen ze die af of slaan hem kapot’
Klefties, oftewel ‘dieven’ in het Grieks. Net als iedereen spreekt Midou wel een paar woordjes Grieks, opgepikt in Thessaloniki of Athene. Hij woonde er meer dan een jaar, na de landgrens tussen Turkije en Griekenland overgestoken te hebben. Twee maanden verbleef hij in Thessaloniki, verruilde de stad daarna voor Athene waar hij tien maanden woonde. Maar papieren bleven uit. Daarom verkaste Midou naar Kreta, werkte er een seizoen in de olijventeelt om met dat geld verder te reizen. ‘Als ik papieren had gekregen, was ik gebleven. Maar ik kan niet eeuwig wachten. Als het ooit lukt om documenten te bemachtigen, keer ik zeker nog eens terug.’
Hij opent zijn Facebookaccount en laat een reeks selfies zien die zijn hele reis samenvatten. Eerst Istanboel, dan Athene met op de achtergrond de Acropolis en Exarchia. Daarna Albanië, Kosovo en Servië. ‘Nadat ik terugkwam van Kreta ben ik de grens met Albanië over gestoken. Twee keer zonder succes, de derde keer lukte het wel.’
Zijn laatste poging om de grens met Kroatië over te steken dateert al van twee maanden geleden. Maar hij hoopt snel nog eens zijn kans te wagen. Hij heeft immers een nieuwe telefoon weten op te duikelen via een van de vrijwilligers. ‘Mijn vierde al. De vorige zijn afgepakt door de Kroatische politie. Zonder gsm geen kaart, en daarzonder kan je je niet aan de tocht wagen. Nu kan het weer, als alles goed gaat ben ik hier volgende week weg, inshallah.’
Ondanks zijn optimisme en de nieuwe telefoon is Midou er toch niet volledig gerust in. ‘Het begint door te wegen,’ erkent hij. ‘De kou, de verveling. Elke dag is dezelfde als de vorige. Ik heb geen spijt dat ik vertrokken ben, maar hoe het er hier aan de grens aan toegaat maakt me soms bang.’
Systematisch geweld
Die angst is gegrond, want getuigenissen over geweld tegen vluchtelingen en migranten te over. Enkele van de vrijwilligersorganisaties actief in de grensregio – No Name Kitchen en Balkan Info Van – kwamen een maand geleden naar buiten met een rapport gebaseerd op verklaringen over wat mensen meemaken bij hun arrestatie door de Kroatische politie. Uit de verhalen blijkt dat pushbacks systematisch gebeuren, en vergezeld zijn van excessief geweld. De praktijk beperkt zich niet tot de grensregio. Iedereen die op Kroatisch of Sloveens grondgebied gearresteerd wordt, gaat weer de grens over richting Bosnië.
© Angélica Sánchez
Jack Sapoch, vrijwilliger bij No Name Kitchens, werkte mee aan het verzamelen van getuigenissen over de pushbacks door de Kroatische grenspolitie. Hij is categoriek. ‘Uit alles blijkt dat het om een systematische en intentionele praktijk gaat, niet om geïsoleerde incidenten begaan door agenten zonder medeweten van hogerop.’
‘Het geweld heeft het doel de fysische, materiële en emotionele kost van pogingen om de grens over te steken op te drijven. En het werkt, mensen zijn bang om opnieuw een poging te wagen’
‘Het geweld heeft een doel, en dat is de fysische, materiële en emotionele kost van pogingen om de grens over te steken op te drijven. Als je een gebroken been hebt ga je de dag erop niet opnieuw proberen, en als de politie je slaapzak afpakt al evenmin. Bovendien werken ook de vernederingen en intimidatie door de politie als afschrikking. Dit alles gebeurt met opzet, zo blijkt uit de omvang van de praktijken. En het werkt, mensen zijn bang om opnieuw een poging te wagen.’
De verhalen gaan over hoe mensen worden geslagen en beledigd, over hoe hun slaapzakken, jassen en schoenen afgenomen worden, net als hun geld. Telefoons, onmisbaar om informatie te vinden en in contact te blijven met anderen, slaat de politie stuk. Mensen worden in het midden van de nacht op afgelegen plaatsen weer de grens over gezet, of soms in de rivier geduwd. Aanvragen tot asiel worden systematisch geweigerd. De Kroatische overheid negeert alle aantijgingen, en claimt dat ze het recht heeft de grenzen te beschermen, tegen welke prijs dan ook.
Illegale praktijken
Dergelijke pushbacks zijn op verschillende manieren in strijd met de rechtsregels waar Kroatië zich als EU-lidstaat aan te houden heeft. Het excessief, onnodig geweld door de politie is duidelijk niet te verantwoorden. Pushbacks op zich gaan in tegen de regels van de EU die vluchtelingen en migranten – ook diegene die illegaal het land binnen kwamen – het recht geeft om asiel aan te vragen. Maar de EU, die blijft worstelen met de vraag hoe met migratie om te gaan, lijkt niet gehaast om Kroatië terecht te wijzen, integendeel.
De winter mag dan de situatie wat bekoeld hebben, alles wijst erop dat de migratiestroom door de Balkan weer op gang zal komen eens het weer het toelaat. In Griekenland blijven mensen aankomen, en de hele asielprocedure zit er muurvast, zodat er voor vele niet veel anders opzit dan noordwaarts te trekken.
De solidariteit van de Bosnische bevolking en de opening van verschillende kampen heeft de ergste humanitaire noden geledigd, op dit moment tenminste. Maar de uitzichtloosheid eist evengoed zijn tol, aldus Jack Sapoch. ‘Het wordt steeds moeilijker de grens over te geraken, en eens aan de andere kant ben je nog niet zeker dat je niet teug gestuurd wordt. Ik ken mensen die al meer dan 40 keer probeerden. Wie hier vandaag in Velika Kladusa of Bihac zit, heeft ook geen andere mogelijkheid meer. Dat weegt door. De mentale gezondheid van veel mensen hier verergert met de dag.’
‘Ik wil iets opbouwen in mijn leven en iets van de wereld zien. Dat wil toch iedere twintigjarige?’
De wanhoop heeft vooralsnog geen greep op Midou. Hij droomt nog steeds van Frankrijk. Want in Algerije ziet hij geen toekomst, ook al had hij een job in de bouw. ‘Je werkt en je werkt, maar op het einde heb je niets in handen. Ik wil iets opbouwen in mijn leven en iets van de wereld zien. Dat wil toch iedere twintigjarige?’ Hij heeft een plan voor als hij ooit in Parijs zal staan. ‘Ik heb een liedje geschreven over mijn tocht. Ik wil er in Frankrijk een video voor maken, als cadeau voor mijn moeder.’ Hij vat aan, een paar regels in het Frans, de rest in het Arabisch. ‘Désolé, maman, j’ai quitté le bled (dorp in het Arabisch). Mais je suis là.’ Bijna dan toch.
© Angélica Sánchez