‘De olijfbomen beschermen ons land op verschillende manieren’

Reportage

Waarom de olijfboom een symbool van Palestijnse standvastigheid is

‘De olijfbomen beschermen ons land op verschillende manieren’

‘De olijfbomen beschermen ons land op verschillende manieren’
‘De olijfbomen beschermen ons land op verschillende manieren’

‘We zetten de traditie voort’, klinkt het tijdens de olijfoogst in Palestina. Wie over Palestina praat, praat over de Israëlische bezetting. Ook wanneer het gaat over olijfbomen.

© Annelies Verbeek

Hassan Hussein plukt olijven in Beit Rima

© Annelies Verbeek​

De olijfvelden van Palestina zijn doorgaans plekken van stille rust. Maar rond deze tijd van het jaar, klinkt er muziek tussen de bomen. De olijfoogst is bezig. Hele gezinnen verzamelen zich onder hun olijfbomen van de vroege ochtend tot zonsondergang. Ze spreiden grote plastieken zeilen uit onder de bomen, om vervolgens aan de takken de schudden, en in de bomen te klimmen om ervoor te zorgen dat elke olijf op de grond valt. Daarna worden de olijven in zakken gedaan en naar de pers gebracht.

‘Het land is alles wat we nog hebben. Onze voorouders plantten deze olijfbomen en wij zetten de traditie voort’

‘We houden van de olijfoogst’, zegt Hassan Hussein uit het dorpje Beit Rima ten noordwesten van Ramallah. Hij zit neer tussen de bomen op de rode grond en schenkt koffie uit. Achter hem schijnt de zon over uitgestrekte heuvels vol olijfbomen. ‘Het land is alles wat we nog hebben. Onze voorouders plantten deze olijfbomen en wij zetten de traditie voort.’

‘Het is geen goede oogst dit jaar’, zegt Nour Ghalib uit Kadr Ad Dik, een dorp zeven kilometer ten noorden van Beit Rima. Ze is op terugweg van een dag plukken. ‘Bij een goede oogst hebben we 500 liter olijfolie, nu misschien maar 100.’ Ghalib legt uit dat ze dit jaar geen olie zullen kunnen verkopen. Enkel voor eigen gebruik.

© Annelies Verbeek

De olijfpers in Ramallah

© Annelies Verbeek​

De oogst is slecht omdat de regen in de foute maanden is gevallen. ‘Ideaal valt er veel regen in januari en februari. Nu viel er veel regen in mei’, zegt Hussein. Dit is niet goed voor de olijven. Omgerekend zal de olie dit jaar daarom zo’n 10,5 euro per liter in plaats van 6 liter kosten. Geen goed nieuws, maar toch is er hoop dat de oogst volgend jaar weer goed zal zijn. ‘Dat wisselt ieder jaar af’, weet Hussein.

Levensonderhoud

Olijven zijn van groot economisch belang voor de Palestijnse economie. Volgens het Bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken van de Verenigde Naties in de Palestijnse bezette gebieden (OCHAOPT) brengt de olijfoogst elk jaar tussen de 140 en 168 miljoen euro op. Tussen de 80.000 en de 100.000 families zijn afhankelijk van de olijfoogst als eerste of tweede bron van inkomen. Er staan meer dan tien miljoen olijfbomen in de Westelijke Jordaanoever, wat 57 procent van de totale landbouwgrond beslaat.

Olijfbomen staan vooral centraal in de dorpen, die meestal omringd zijn door uitgestrekte velden en waar de werkloosheidscijfers hoger zijn dan in de steden. Musa Qaswal, de burgemeester van Kafr Dik legt uit dat veel mensen open rekeningen hebben in de winkels, die ze pas betalen wanneer de olijfoogst komt. In 2012 was het werkloosheidscijfer in Kafr Dik 40 procent.

Steeds meer mensen verhuizen naar de steden omdat er daar meer werkgelegenheid is, maar Qaswal houdt zich vast aan de romantiek van het plattelandsleven. ‘Wij kweken onze eigen olijven, onze eigen kruiden en ons eigen fruit. In tegenstelling tot in de steden, waar iedereen KFC gaat halen’, spot hij.

© Annelies Verbeek

De familie Samara werkt aan de olijfoogst binnen het dorp Bruqin

© Annelies Verbeek​

Olijfoogst als verzet

Wie over Palestina praat, praat over de Israëlische bezetting. Ook wanneer het gaat over olijfbomen. Zo is de olijfboom doorheen 70 jaar ontheemding en bezetting een symbool geworden van Palestijnse ‘sumoud’ of standvastigheid.

De bomen in Beit Rima zijn rond de 70 jaar oud, in Kafr Dik wel 200 jaar. Dat is nog relatief jong. Sommige olijfbomen in Palestina zijn duizenden jaren oud. Die worden ‘zaytun rumani’ genoemd, ofwel ‘Romeinse olijfboom’. Ze staan er al sinds de periode waarin de Romeinen regeerden over dit land.

© Annelies Verbeek

De familie Hussein en Barghouti oogsten samen in Beit Rima

© Annelies Verbeek​

‘70 procent van onze producten komen uit Israël, zo maken we de Israëlische economie sterker. Als wij ons eigen voedsel kunnen produceren, zoals deze olijven, kunnen we laten zien dat we niet afhankelijk van hen zijn’

Qaswal beschrijft de olijfbomen als oud, onbreekbaar, en diep verbonden met het land, net zoals het Palestijnse volk. Maar het gaat verder dan enkel symboliek. Firas Barghouti, een andere olijfboer uit Beit Rima, legt uit dat hij denkt dat de olijfoogst een belangrijke vorm van verzet is. ’70% van de producten in de Westelijke Jordaanoever komen uit Israël’, zegt hij. ‘Dit is omdat we door onze omstandigheden de mogelijkheid niet hebben ons eigen voedsel te produceren. Maar het werkt langs twee kanten, want we maken de Israëlische economie zo sterker.’

‘Als wij ons eigen voedsel kunnen produceren, zoals deze olijven, kunnen we laten zien dat we niet afhankelijk van hen zijn’, gaat hij verder. ‘Dit zal de Israëlische economie ook beschadigen.’ Barghouti denkt dat er bewustzijn gecreëerd moet worden rond dit onderwerp, en dat er vanuit een Palestijnse landbouweconomie, een Palestijnse industrie gecreëerd kan worden. Hij hoopt dat een economische bevrijding kan leiden tot een nationale bevrijding van Palestina.

© Annelies Verbeek

Een familie Palestijnen werkt aan de olijfoogst in Dhahr Subh, een gebied naast Kafr Dik

© Annelies Verbeek​

Impact van kolonies

Ook tijdens de olijfoogst, ligt de bezetting op de lippen van de Palestijnen. De oogstende mensen in Beit Rima vroegen zich luidop af waarom er niet meer aandacht was voor de dood van Muhammad Rimawi. Die werd op 18 september doodgeslagen door Israëlische soldaten tijdens een nachtraid in zijn huis in Beit Rima.

Toch zijn er geen specifieke problemen tijdens de olijfoogst. ‘De kolonisten komen niet tot hier’, zegt Hussein. Dat is niet het geval in Kafr Dik. Het dorp wordt omringd door vier verschillende Israëlische kolonies. 85 procent van de velden van het dorp liggen in ‘gebied C’, onder volledige Israëlische controle, wat betekent dat veel boeren toestemming nodig hebben om naar hun eigen velden te gaan.

Volgens OCHAOPT werden tussen 2005 en 2017 slechts 58 procent van de aanvragen om te gaan oogsten goedgekeurd. Daarom nodigen veel boeren buitenlandse activisten uit om te helpen met de oogst. ‘Dit creëert een gevoel van veiligheid’, zegt Murad Samara, coördinator bij International Solidarity Movement (ISM). Activisten van ISM trekken elke olijfoogst naar Kafr Ad Dik en aangrenzend dorp Bruqin. Met hun aanwezigheid beschermen ze de boeren tegen gewelddadige kolonisten.

Maar buitenlanders kunnen er niet altijd zijn. Zo verwoestten op 10 oktober kolonisten veertig bomen van landbouwer Jamal Salameh. De kolonisten kwamen ’s nachts, en zaagden de stammen van de bomen door. Die waren tussen de twee en de 20 jaar oud. Salameh heeft een verslagen blik op zijn gezicht terwijl hij de schade laat zien. ‘Ze doen dit omdat wij Palestijnen zijn, en ze willen geen Palestijnen in dit land’, zegt hij.

© Annelies Verbeek

Jamal Othman laat de schade zien die kolonisten berokkenden aan zijn bomen

© Annelies Verbeek​

Volgens OCHAOPT waren er tussen januari en augustus 2018, 186 incidenten waarbij kolonisten Palestijnen aanvielen of hun eigendom beschadigden. Het geweld is vaak op de olijfbomen gericht en concentreert zich rond de olijfoogst. Hoger op de helling van het veld is een bulldozer druk bezig aan de uitbreiding van de kolonie Bruchin. Er worden 300 huizen bijgebouwd. De Israëlische media meldt dat de kolonie er een kindercrèche, een sportveld, een jeugdclub en een amfitheater bij zal krijgen. Het lijkt erop dat de kolonisten van plan zijn ook Salameh’s veld te nemen.

‘De olijfbomen beschermen het land op verschillende manieren. Hun wortels houden het land bij elkaar. Maar ze zorgen er ook voor dat de Israëli’s het land niet kunnen stelen. De bomen verbinden ons met het land’

Maar Salameh gaat opnieuw planten. Zolang hij de grond blijft bebouwen, kan Israël het land niet afnemen. Israël gebruikt een oude Ottomaanse wet die bepaalt dat ongecultiveerd land bezit van de Israëlische staat wordt. Zo heeft Israël ongeveer 100.000 hectaren Palestijns land staatsland verklaard sinds 1967.

Palestijnen weten dus dat ze aan hun olijfbomen moeten blijven werken om hun land te behouden. ‘De olijfbomen beschermen het land op verschillende manieren’, zegt Salameh. ‘Hun wortels houden het land bij elkaar, zodat het niet wegwaait. Maar ze zorgen er ook voor dat de Israëli’s het land niet kunnen stelen. De bomen verbinden ons met het land.’