Welke toekomst rest één van Mexico's belangrijkste waterreservoirs?
Vruchtbaar meer wordt droge woestijn: ‘Maar we zijn gedoemd om hier te blijven’
Eén van de belangrijkste waterreservoirs van Mexico is aan het opdrogen. Als dat zo doorgaat, wordt het voor de lokale vissers en veeboeren knokken om te overleven. ‘Maar vertrekken, dat kunnen we ons niet veroorloven.’
De droogte van het Cuitzeomeer in Mexico is nog nooit zo schrijnend geweest, benadrukken lokale dorpsbewoners die er moeten leven van visserij en veeteelt.
© Jules Emile
‘Hier, rond het meer, moeten bewoners het van elkaar hebben. De overheden doen amper iets om de situatie te verbeteren.’ Het meer, dat is Mexico’s op één na grootste meer, het Cuitzeomeer. En die situatie, dat is de droogte, die nog nooit zo schrijnend was als nu. Lokale dorpsbewoners moeten er leven van visserij en veeteelt. Maar de klimaatverandering en langdurig wanbeheer vormen een dodelijke cocktail. ‘Binnen 10 jaar is dit een dode zone.’
Augustin Rodriguez (52) draait aan de hendel van de waterkraan. Het water druppelt uit de tuinslang. Er is net voldoende om de kookpot te vullen. De rest is voor de drie geiten die zijn opgehokt in de voortuin naast de keuken.
De visser haalt zijn schouders op. ‘We moeten spaarzaam zijn. Het meer staat er al maanden leeg bij. We moeten ons behelpen met wat grondwater dat we iets verderop uit een put halen, maar ook die is bijna leeg. Als het komende dagen of weken niet regent, dan staan we voor een groot probleem.’
Augustin Rodriguez (links): ‘Mijn broers en ik zitten al maanden zonder werk. Veel langer kunnen we het niet trekken.’
© Jules Emile
Intussen zit de hele familie buiten in de voortuin, in de schaduw van een boom. Augustin stapt naar ze toe, verslagen. Hij ploft neer op een hoekige steen en drinkt uit zijn lauwe bierfles. ‘Mijn broers en ik zitten al maanden zonder werk. Veel langer kunnen we het niet trekken.’
Hij wil de ernst van de situatie tonen en neemt ons mee naar het bewuste meer, het Cuitzeomeer, een kilometer verderop. Gedurende de helft van het jaar is het met een oppervlakte van ruim 400 vierkante kilometer het op één na grootste waterreservoir van Mexico. Dan krioelt het er van het leven.
Nu is het nog maar een schim van zichzelf. 70 procent van het meer staat droog. ‘Kijk, tot hier kwam het water nog enkele weken geleden.’ We stappen op gebarsten modder. De bedding is kurkdroog. Het is een woestijn waar de zon alles genadeloos wegbrandt. Verborgen tussen de uitgedroogde waterplanten en de grazende koeien staan de vissersboten van de familie, vastgeroest in de verschrompelde grond.
‘Als het komende jaren nóg droger wordt, dan wordt dit een dode zone en moet iedereen hier weg.’
Augustin stapt naar zijn boot en grijpt het net dat erin ligt. ‘Dat dit gedeelte van het meer er in deze periode van het jaar droger bijligt, zijn we gewend. Zo hebben wij het altijd gekend. Maar dit is het tweede jaar op rij dat we zo lang op regen moeten wachten. Het wordt alsmaar droger. Als het komende jaren nóg droger wordt, dan wordt dit een dode zone en moet iedereen hier weg.’
Het Cuitzeomeer ligt op de grens van de centraal gelegen staten Michoacán en Guanajuato en op drie uur rijden van Mexico-Stad. Het is de economische long van de regio. Het biedt werkgelegenheid voor een groot deel van de bevolking in de 28 vissersdorpen langs de oevers.
70 procent van het meer staat droog.
© Jules Emile
Maar de droge periode, die ongeveer vanaf september tot eind mei duurt, wordt steeds strenger en duurt alsmaar langer. De eerste regenval moest al gevallen zijn, klinkt het nagenoeg overal. Volgens de laatste voorspellingen zullen ze nog een paar weken geduld moeten uitoefenen eer het meer weer voldoende water biedt.
Kerkhof van vissersboten
Voorbij de berg die het meer in twee snijdt, op zo’n zeven kilometer, ligt het dorp La Palma. De zon staat op haar hoogst en het is 32 graden. Een tiental mannen is in de weer met een meterslang vissersnet dat tussen twee bomen bengelt.
Ook hier is hetzelfde tafereel te zien. Een kerkhof van verlaten vissersboten drijft op de verscheurde aarde. De stank die het verdampte water nalaat is doordringend. Muggen vliegen in dikke pakken in het rond.
In La Palma is een tiental mannen in de weer met een meterslang vissersnet dat tussen twee bomen bengelt.
© Jules Emile
Voor dageraad verzamelen de vissers van La Palma zich nog dagelijks op het centrale plein. Van daaruit rijden ze een uur naar Iramuco, en lager gelegen dorp aan de oevers van het meer en de enige plek waar nog een beetje gevist kan worden. ‘Je moet er vroeg bij zijn, want de concurrentie is groot. Iedereen wil daar een stekje voor de dag bemachtigen.’
Op de wegen langs het meer is het een komen en gaan van krakkemikkige pick-ups die door de versleten straten scheuren. Meestal zit een half dozijn mannen in de laadruimte. Ze verkopen vooral zeebrasem, één van de weinig overgebleven vissoorten in het meer.
‘Als we een dag niet vissen kunnen we onze families niet onderhouden.’
De mannen van La Palma zijn ten einde raad. Ze verdienen nog net genoeg geld om te eten en drinken. ‘Voor een emmer zeebrasem krijgen we 150 pesos (zo’n 6 euro, red.)’, zegt een van hen. ‘We vangen ongeveer 10 emmers per dag. Alle opbrengst verdelen we eerlijk onder ons. Reken maar uit hoeveel dat is. Reserves zijn er niet. Als we een dag niet vissen kunnen we onze families niet onderhouden.’
In de jaren ‘90 werd volgens de regering van de staat Michoacán naar schatting meer dan 5000 ton vis per jaar uit het meer gehaald. Nu is dat met moeite 250 ton, 20 keer minder.
‘Voor een emmer zeebrasem krijgen we 150 pesos (6 euro). We vangen ongeveer 10 emmers per dag.’
© Jules Emile
Van de 19 vissoorten die in 1975 werden gedocumenteerd blijven er nog slechts zes over. ‘Bovendien,’ zegt de visser, ‘is het momenteel niet mogelijk om met de motorboot te vissen. Die raakt verstopt in de grond, want het water is niet diep genoeg. We moeten dus peddelen.’
Lege dammen
De situatie rond het Cuitzeomeer is tekenend voor wat zich elders in Mexico afspeelt. Ieder decennium teistert minstens één verschroeiende hittegolf mens en dier en droogte is een wederkerend fenomeen. De Mexicaanse Nationale Watercommissie, Conagua, stelt dat het land opnieuw een uitzonderlijk droge periode meemaakt die 85 procent van het land treft. Dat was niet meer gebeurd sinds 2011.
‘De geografische ligging en het klimaat van Mexico maken het land uiterst kwetsbaar voor droogte en perioden met veel regenval’, zegt professor Arturo Chacón Torres.
Torres is de referentie in de regio als het gaat om klimaatverandering. We ontmoeten hem in Morelia, de hoofdstad van Michoacán, zo’n 60 kilometer van het Cuitzeomeer. Er vindt een conferentie plaats over de uitzonderlijke droogte die het meer treft. Zo’n 200 politici, vertegenwoordigers van lokale vissers en andere gemeenschappen, en omwonenden volgen de infosessie met veel interesse.
‘Het droge seizoen overleven hangt grotendeels af van de hoeveelheid water die tijdens de natte maanden verzameld is’, legt de professor uit. Daar knelt het schoentje: in 2020 viel niet genoeg regen om het hele dammennetwerk te vullen.
Meer dan de helft van de 210 grootste dammen hebben minder dan 50 procent van hun capaciteit. Een derde van de dammen heeft zelfs minder dan 25 procent, wat een kritiek niveau is.
Een kerkhof van verlaten vissersboten drijft op de verscheurde aarde.
Zwart water
De schrijnende situatie rond het Cuitzeomeer is grotendeels aan de mens te danken, stelt Torres. ‘Vervuiling, uitdijende steden en de vernietiging van bossen en drasland voor landbouwgrond tastten het vermogen om water vast te houden aan. Als je een boom omhakt, verwijder je de helft van haar gewicht aan water uit het ecosysteem. Zonder vegetatie kan water niet in de grond dringen en verdampt het sneller.’
‘Als je een boom omhakt, verwijder je de helft van haar gewicht aan water uit het ecosysteem.’
De gemiddelde temperatuur steeg van 20,4 graden in 1985 tot 22,4 graden in 2019. Dat verergerde de situatie nog, want naarmate de temperaturen stijgen, droogt de grond sneller uit. Daardoor komen ook bosbranden vaker voor, waardoor meer vegetatie en biodiversiteit letterlijk in rook opgaan.
Professor Torres wijt het ook aan de vervuiling van de waterwegen. ‘Bijna 30 dorpen liggen aan de oevers van het meer. Zij lozen allemaal hun afvalwater rechtstreeks in het meer. Hetzelfde geldt voor de landbouwers en de fabrieken in de nabijgelegen industriegebieden. Het water kleurt dan zwart, agua negra zeggen wij hier. Als je daar koeien en geiten van ziet drinken, weet je dat het niet gezond kan zijn.’
Stoflongen
Wanneer het water verdampt blijven toxische stofdeeltjes op de bodem liggen. Hevige rukwinden en automobilisten die het meer als een sluiproute gebruiken, zorgen ervoor dat giftige stofwolken opvliegen. Die kunnen gemeenten tot 20 kilometer verderop in de staat Guanajuato bereiken.
Het heeft gevolgen voor de gezondheid van de bewoners. Het veroorzaakt allergieën, aandoeningen van de luchtwegen en gastro-intestinale complicaties door de bacteriën die ze vervoeren, aldus het ministerie van Volksgezondheid van de staat.
In 2017 zorgden hevige rukwinden voor een grote gezondheidscrisis aan de westkant van het meer. Rukwinden deden het toxische stof opwaaien, waardoor nabijgelegen dorpen werden overspoeld door toxische deeltjes. Bij tientallen mensen werden aandoeningen vastgesteld en ook voedsel raakte vervuild.
Door de droogte kunnen veeboeren geen planten telen voor hun dieren. Ze moeten hen noodgedwongen eiwitsupplementen geven.
© Jules Emile
Ook infrastructuur heeft een nefaste impact op het meer. Zo werden doorheen de twintigste eeuw twee dammen aangelegd op het meer, van waaruit maïsboeren rechtstreeks water tappen voor de irrigatie van hun velden.
Daarnaast hebben twee autosnelwegen die het meer in twee splijten aanzienlijke gevolgen voor het ecosysteem. ‘Bij de constructie van de dammen en de snelwegen is niet nagedacht. Ze houden het water op verschillende plekken tegen, waardoor grote delen van het meer de facto gevoeliger werden voor droogte.’
Groene oase
Nicolas (83) leunt op zijn wandelstok. Hij zucht en trekt zijn hoed recht die hem bescherming tegen de uitputtende zon gunt. ‘Vamos. Andale’, stuwt hij zijn zeven koeien voort.
Nicolas (83): ‘Mijn hele leven bracht ik aan de oevers van Cuitzeo door. Het leven hier bevalt me goed, maar sinds een jaar of twee lijken de weergoden erg grillig.’
© Jules Emile
Al een goed uur stapt hij op het droge meer, in de verschroeiende hitte, op zoek naar een plek waar de dieren kunnen grazen. Zijn hele leven al leeft hij langs de oevers van het meer. Zijn brood verdient hij door maïs te telen en koeien te kweken, twee sectoren die het hardst getroffen worden door de droogte.
De situatie is nog nooit zo schrijnend geweest, zegt hij. ‘Mijn hele leven bracht ik aan de oevers van Cuitzeo door. Het leven hier bevalt me goed, maar sinds een jaar of twee lijken de weergoden erg grillig’, foetert hij.
Veeboeren als Nicolas worden rechtstreeks getroffen door de droogte. Zonder regen kunnen ze geen groen voor hun vee planten. Daarom moeten ze hun dieren noodgedwongen eiwitsupplementen geven.
Ook moeten de dieren verder lopen om water te vinden en is het soms nodig om ze in vrachtwagens naar de dichtstbijzijnde bron te vervoeren. Nu de dammen leeg zijn stijgen de kosten voor de boeren aanzienlijk. In de ergste gevallen sterven kuddes van de honger.
Toch is de situatie niet voor alle veeboeren dezelfde. Door niveauverschillen genieten enkele veehouders aan de oostkant van het meer van gunstigere leefomstandigheden.
In Araró, het laagst gelegen dorp ten oosten van het meer, is de grond vruchtbaarder. Het gras groeit er nagenoeg probleemloos dankzij verschillende natuurlijke waterbronnen in de buurt.
‘Boeren uit omliggende dorpen komen met hun dieren naar hier’, vertelt Herry (25) vanop zijn paard. De veeboer verzorgt een dertigtal koeien en evenveel geiten. Honderden dieren, die er duidelijk gezonder en minstens dubbel zo vet uitzien dan elders, grazen in het rond. ‘Het is nagenoeg de enige plek waar nog wat water beschikbaar is’, zegt Herry. ‘Een groene oase in een oceaan van droogte.’
Man van het water
Het is woensdag. Victor Paniagua stroopt zijn mouwen, zakt door zijn benen en zwiert een jerrycan met water op een geïmproviseerd rek in de laadruimte van zijn pick-up. De man is eind de vijftig maar oogt ouder. Zijn blik is streng, vastberaden.
Zodra het rek gevuld is met 30 bidons water vertrekt hij voor zijn wekelijkse toer. De bewoners van de naburige dorpen noemen hem ‘el hombre del agua’, de man van het water.
Victor Paniagua: ‘Het beetje water dat mensen uit de waterputten halen raakt op, en die moeten ze dan nog eens delen met de dieren.’
© Jules Emile
Victor heeft geluk. Zijn haciënda ligt aan de oostelijke, lagergelegen kant van het meer. Daar is het nagenoeg heel het jaar door vochtig. Natuurlijke waterbronnen in de grond zorgen voor een overvloed aan groen en vooral ook voor drinkbaar water.
‘Het beetje water dat mensen uit de waterputten halen raakt op, en die moeten ze dan nog eens delen met de dieren.’
‘Het is mijn plicht om de mensen te helpen’, zegt hij. ‘Duizenden mensen lijden onder de droogte. Het beetje water dat ze nog halen uit de waterputten raakt op, en die moeten ze dan nog eens delen met de dieren. Het is moeilijk.’
In de tuin van zijn 17de-eeuwse boerderij pronkt een verzorgd zwembad, de enige in de hele regio. Victor organiseert er zwemlessen voor de plaatselijke jeugd.
In zijn tuin heeft Victor een zwembad waar hij zwemlessen geeft aan de lokale jeugd.
© Jules Emile
‘Hier, rond het meer, moeten bewoners het van elkaar hebben’, zucht hij. ‘De overheden van Michuacán en Guanajuato doen amper iets om de situatie te verbeteren. Toch zijn het de opeenvolgende generaties van politici die een groot deel van de schuld treffen.’
‘Verschillende families rekenen elke week op mijn drinkwater. Ik wil me niet inbeelden wat er zou gebeuren als ik ziek word.’
Klimaatvluchtelingen
‘De hoeveelheid regen die Mexico ontvangt zou voldoende moeten zijn als die goed wordt opgeslagen en het verlies door een slechte infrastructuur wordt voorkomen’, vat professor Arturo Chacón Torres het samen. ‘Maar de moeilijke situatie bevestigt wat internationale studies over de watercrisis in Mexico concluderen: het is een crisis van beheer en bestuur.’
‘Het is een crisis van beheer en bestuur.’
Voor veel families werd de situatie intussen zodanig onleefbaar dat vertrekken de enige optie lijkt. De leegstand in verschillende dorpen is duidelijk zichtbaar. Verlaten en bouwvallige huizen domineren het landschap.
Wanneer we met Augustin het meer verlaten en terugwandelen naar zijn familie is de sfeer bedrukt. Veel vrienden gaven er al de brui aan. Ze trekken naar het noorden, richting Amerika. ‘Maar wij kunnen het ons onmogelijk veroorloven. De oversteek is gevaarlijk en kost te veel geld. We zijn gedoemd hier te blijven.’