De bedreigde moerassen van Zuid-Irak
De waterstrijd van de Moerasarabieren
Geen groter contrast dan tussen de weidse moerassen van Zuid-Irak en het zuurstofarme en stoffige Bagdad. Maar de beschermde grond van de Moerasarabieren wordt bedreigd. Een reportage van Tine Danckaers en fotograaf Karim Abraheem.
© Karim Abraheem
De stilte die ons plots omgeeft als de buitenboordmotor zwijgt, is even indrukwekkend als het beeld dat eraan vasthangt. Op nog geen vijf meter afstand van de schommelende kano tuurt een bonte ijsvogel naar het uiterste puntje van zijn lange zwarte snavel. Op het gesis van Abou Haidar, bedoeld om onze aandacht op twee waterbuffels te vestigen, verlaat hij haastig zijn geknakte rietstengel.
Abou Haidar, de snelheidsduivel van het riet, heeft zich na enige verwondering over de onze, ontpopt tot een enthousiaste natuurgids. Wat voor hem dagelijkse kost is, is dat niet voor twee Belgische betonstaarders. De weidse moerassen van Chibayish, tussen de woestijnlanden van Zuid-Irak, vormen een enorm contrast met de stad die we net verlaten hebben: het zuurstofarme en stoffige Bagdad, met zijn tonnen zwerfvuil en kolonnes roetspugende gele taxi’s.
Niet voor niets noemen de Irakezen de moerassen fier hun Tuin van Eden. Geheel terecht ook gaf de UNESCO de moerassen een plaats in de lijst van werelderfgoed. In een brochure klinkt het dat ze alvast een reisbestemming bij uitstek zijn voor natuurliefhebbers. Zoveel enthousiasme kan niet anders dan de Iraakse werkelijkheid een nuchter kuchje ontlokken. Toeristische bedrijvigheid is in dit conflictland ver te zoeken. Niet alleen de vele aanslagen, ook de torenhoge reisverzekeringen en risicopremies vormen een buffer tegen al te veel buitenlands bezoek.
Maar de werkelijkheid is nòg harder. Als gevolg van de klimaatverandering en het almaar meer indammen van de Eufraat en de Tigris, de twee belangrijkste waterbronnen van Irak, dreigen de moerassen droog te vallen.
Met andere woorden: het gaat niet goed met de trots van Irak.
Alleen moerasland smaakt echt
Impact Ilisu-dam
De directe impact van de enorme Ilisu-dam wordt vooral verwacht tijdens het vullen ervan. Daarna zal de dam zelf minder impact hebben op de watertoevoer naar Irak, zegt Turkije. De dam is immers bedoeld om waterkrachtenergie op te wekken, en niet als waterbuffer.Toch verwacht Irak minder watertoevoer. Turkije voorziet binnen het ganse Zuidoostelijke Anatoliëproject, waarvan de Ilisu-dam onderdeel is, ook stroomopwaarts van de dam een reeks kleinere dammen. Die zijn wèl bedoeld voor landbouw en irrigatie, infrastructuurwerken, bebossing enzovoort. De grootste, de Cizre-dam, die nog niet is gebouwd, zal wel degelijk een irrigatiedam worden. Irak hoopt de bouw ervan te kunnen tegenhouden, zegt de Iraakse minister van Water Hassan Janabi tegen MO*.
Irak staat al jaren onder druk van steeds hetere zomers, steeds minder regen en een steeds agressievere verdamping van het grondwater. Daarbovenop is er de indamming van de Eufraat in Iran en de Tigris in Turkije, een proces dat decennia geleden begon en voortloopt tot vandaag. Na een extreem droog en heet jaar in 2017, wordt naar 2018 gekeken als ‘nog maar eens een cruciaal waterjaar voor Irak en voor de moerassen.’
Dit jaar voltooit en vult Turkije ook de befaamde Ilisu-dam, onderdeel van het Zuidoostelijke Anatoliëproject, waarvan ook kleinere dammen deel uitmaken of nog gebouwd zullen worden. Van een betere waterverdeling of een regionaal waterakkoord willen noch Iran noch Turkije weten. De impact laat zich raden: alweer minder water voor Irak bij steeds hetere en drogere zomers.
‘Als de moerassen uitdrogen, moeten we hier weg. Dan weten we gewoon niet wat te doen.’
‘Het waterpeil daalt’, zegt Sayed Karem. ‘Als de moerassen uitdrogen, moeten we hier weg. Dan weten we gewoon niet wat te doen.’
Sayed Karem is een Moerasarabier. Zijn huis – een met blauw canvas overdekt ijzeren geraamte — deelt hij met zijn twee vrouwen, vijftien kinderen en een paar kippen. Een televisie vult hun avonden, een koelkast koelt de buffelmelk, de stroom komt uit een generator.
Tot dusver de moderniteit. Wie meer wil, moet zich minstens twintig kilometer hier vandaan verplaatsen. En dus gaan kinderen niet naar de school die te ver weg is, bevallen vrouwen in de moerassen als ze te laat in het ziekenhuis geraken, en sterft vee omdat de veearts te lang onderweg is.
Maar het is Karems leven. Hij proefde het andere – stedelijke – leven toen hij einde jaren negentig door de drooglegging van de moerassen tot vertrekken werd gedwongen. Het smaakte afschuwelijk, zegt Karem, die in 2005 terugkeerde naar zijn geboortegrond.
© Karim Abraheem
Dijkbreuk
In de jaren negentig legde Saddam Hoessein dijken aan om de moerassen — die hij later in brand stak en vol mijnen stopte — droog te leggen. Het was een verregaande wraakactie tegen de sjiitische rebellen die zich daar verschuilden.
Na de val van de dictator, in 2003, sloopten Moerasarabieren de dijken en liep het water, afkomstig van de Tigris en de Eufraat, opnieuw de veenlanden in. Moerasarabieren die hun geboortegrond hadden verruild voor sloppenwijken in Basra, keerden met hun vee terug naar hun kapotte geboortegrond.
Na 2003 zouden 250.000 mensen – de helft van de oorspronkelijke bewoners – zijn teruggekeerd. Fauna en flora werden deels hersteld met buitenlandse fondsen.
© Karim Abraheem
Vandaag lopen de restanten van de gebroken dijken nog als nutteloze markeerders door de moerassen. ‘Ze markeren tenminste de breuk met de dicatuur’, zegt Badia al-Kheeon, onze gastheer en vooraanstaande leidersfiguur in Chibayish. Badia heeft gelijk, zegt Jassim al-Assadi van Nature Iraq. ‘Het hervullen van de moerassen is één van de weinige succesverhalen van het turbulente post-Saddam-tijdperk in Irak.’
Het herstellen van de moerassen werd naast een strijd tegen de oprukkende droogte ook een gevecht tegen de vervuiling van omliggende dorpen en steden.
Maar het succesverhaal hangt met haken en ogen aan elkaar. Samen met andere natuurorganisaties zette Nature Iraq zich de voorbije jaren in voor het herstellen van de moerassen. Het werd naast een strijd tegen de oprukkende droogte ook een gevecht tegen de vervuiling van omliggende dorpen en steden, de lozing van huishoudelijk afvalwater dat rechtstreeks naar de moerassen gaat, de elektrische en dodelijke visvangst die zijn intrede deed, de plezierjagers uit de steden die hier voor hun ontspanning waardevolle vogels uit de lucht komen knallen.
In de voorbije jaren controleerde IS ook Iraakse dammen in Fallujah en Ramadi - een oorlogsinstrument dat de watertoevoer nog maar eens aan banden legde. De dammen werden na het herwinnen van de controle op IS deels hersteld. Maar als dit jaar de Ilisu-dam in werking wordt genomen, verwacht Nature Iraq een verminderde watertoevoer van 40 procent in Irak.
© Karim Abraheem
Duur veevoeder
Voor de goede orde: nu, in de lente, gaat het goed met het waterpeil van de moerassen rond Chibayish.
Maar Ishan Halab maakt zich wel degelijk zorgen om het zakkende waterpeil dat er dreigt aan te komen, om de verzilting ook die daar het gevolg van is. Zowel droogte als verzilting hebben nu al grote impact op het riet en andere vegetatie, natuurlijk voedsel voor Halabs buffels.
Halab ligt wakker van de enorme prijzen van het veevoeder, nodig voor zijn buffels om de dorre winter door te komen. En hij ligt ook wakker van de almaar langere lijst achterstallige betalingen bij de leverancier van het veevoeder. Het is een vicieuze cirkel.
De buffels van Halab produceren melk en inkomen. De prijs die Halab voor zijn melk krijgt, is echter erg laag, de afname heel wisselvallig. ‘Ik heb zo’n vijftig liter per dag. 1 liter levert duizend dinar op.’
Dat komt neer op de schamele prijs van 0,7 euro voor 1 liter melk - 35 euro voor 50 liter melk. Halab is een kleine boer. Trek daar de kosten van te duur veevoeder af, en het staat als een paal boven water dat Halab moet krabben om rond te komen.
De familie van Haidar, wat verderop, heeft zo’n honderd dieren. ‘We hebben twee tot drie ton veevoeder nodig per maand. Intussen is onze schuld bij de leverancier van veevoeder opgelopen tot 4900 euro.’
‘Soms helpt de overheid met gratis veevoeder of een gratis controle van de veearts. Mooi, maar het is niet genoeg’, zegt Haidar terwijl de glaasjes thee worden aangedragen. Het is een hard leven dat sommige families toch wel degelijk verlaten. Of er zijn de semi-sedentaire Moerasarabieren die in de winter wegtrekken naar groenere plaatsen. ‘Maar die hebben meestal minder vee.’
© Karim Abraheem
Moerassen zijn geen prioriteit voor Irak
De strijd van natuurorganisaties die zich inzetten voor de moerassen en de bewoners werd ook een strijd voor fondsen. Die zijn er niet of nauwelijks, klinkt het. Door de ingebakken corruptie - Irak staat in de corruptie-index van Transparency International op plaats 166 van de 176 landen – blijft buitenlands projectgeld hier ook aan de strijkstok kleven van tussenpersonen en -organisaties.
‘First things first’, zegt intussen de Iraakse regering. Irak is en blijft een fragiele staat, klinkt het. De strijd tegen terreur mag dan wel grote vorderingen hebben gemaakt, Irak moet nog echt aan de heropbouw beginnen – vele ontheemde Irakezen zijn nog niet teruggekeerd naar hun oorspronkelijke woonplaats. We zitten in een slechte positie als ministerie van Water, zegt de Iraakse minister Hassan Janabi. ‘De prioriteiten liggen nu bij veiligheid en heropbouw van het land. Bovendien heeft de droogte in Irak niet alleen impact op de moerassen, maar ook op de landbouw, huishoudens, industrie.’ Dat maakt dat er veel lege kannen klaarstaan om gevuld te worden.
© Karim Abraheem
Levensader
Een aantal kreken en moerassen verder staan de rieten huizen. Hier is geen canvas te bespeuren, geen gas, geen generatoren of televisie, en opvallend: geen zwerfvuil. De enige zichtbare link met een leven hierbuiten zijn de mobiele telefoons. Hier wonen de echte Moerasarabieren, wordt gezegd. Ze leven, samen met hun vee, letterlijk op het ritme van het water.
Dit is een hard knock life, niet voor iedereen weggelegd. Maar wie is geboren uit generaties Moerasarabieren, verlaat deze natte landen niet zomaar. Dit is onze geschiedenis, zegt Jassim, de stamvader van een grote familie. Het water dat deze mensen omringt, is net zo levensbelangrijk als hun dagelijkse voedsel. Met Gods wil en dankzij hun natuurlijke band met het water, zal het water blijven, zegt Jassim.
‘Hier, nergens anders, ligt mijn levensader.’
© Karim Abraheem
Deze reportage kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos