Mogelijke expansie van Sagrex-steengroeve stuit op verzet
Porfier: de keiharde kasseitjes van Quenast
Met de kasseien van Quenast zijn de eerste Belgische steenwegen geplaveid, de Champs-Elysées in Parijs, het Rode Plein in Moskou. Maar kasseien zijn van een ander tijdperk. Dit dorp in Waals-Brabant levert nu ballast aan de spoorwegen en porfier-kiezel aan de betoncentrales. De firma Sagrex wil de groeve opnieuw vergroten, maar het plan roept stevige lokale weerstand op.
Plant manager Grégory Claustriaux
© Raf Custers
Met de kasseien van Quenast zijn de eerste Belgische steenwegen geplaveid, de Champs-Elysées in Parijs, het Rode Plein in Moskou. Maar kasseien zijn van een ander tijdperk. Dit dorp in Waals-Brabant levert nu ballast aan de spoorwegen en porfierkiezel aan de betoncentrales.
De Ronde van de Belgische mijnen
Raf Custers sprong de fiets op voor een excursie naar de Belgische ontginningsindustrie. Hij groef verder naar Kempisch zand, ambachtelijke bakstenen, een nieuwe zinkmijn, kalkreuzen en vooral: de conflicten tussen mens, milieu en economie.
Alle afleveringen van dit dossier vind je hier.
De groeve in Quenast wordt uitgebaat door de firma Sagrex, een filiaal van de internationale groep Heidelbergcement. Het bedrijf wil de groeve opnieuw vergroten. In dat geval zou er nog 90 jaar lang porfier geproduceerd kunnen worden. Zoniet, dan is de put over zes jaar leeg.
Voor de expansie moet een doorgangsweg verdwijnen en wil Sagrex een omleiding aanleggen. Het plan roept stevige lokale weerstand op.
Van Tubeke leidt de Chemin Vert door de vallei van de Zenne naar Quenast. Vanaf de dorpskern gaat het bergop richting Rebecq, de kern van deze fusiegemeente. Tijdens die korte klim zie je de groeve niet, maar je voelt haar wel. De bladeren van de bomen verbleken, ze zitten onder het stof van intense industriële activiteit.
Wat is porfier?
Porfier is een bijzonder hard stollingsgesteente, afkomstig van magma uit de aardkern. Het wordt ontgonnen in onder andere België, Frankrijk en Duitsland. Het is zeer goed bestand tegen slijtage en daardoor geschikt voor zware belasting (o.a. onder treinsporen, voor opritten, parkeerplaatsen, tarmacs…).
Roel Hemkes (CC BY 2.0, cropped)
De groeve ligt links van deze baan. Rechts liggen de stocks, de laadinstallaties, de garage en het kantoor van Sagrex, de uitbater van de steengroeve van Quenast.
Expansieplan
Er heerst commotie over het bedrijf, sinds het in maart zijn expansieplan bekendmaakte. Sagrex wil de heuvel met porfierreservers verder naar het zuiden afgraven. Daarvoor moet de Léon Jacques-dreef afgesneden worden, die daar vlak langs de concessie loopt.
Het doorgaand verkeer zou dan langs de noordkant van de groeve over een nieuwe viaduct worden omgeleid, de Route de la Montagne. Voor het aanleggen van die weg heeft Sagrex een vergunning gevraagd. Maar in Quenast hangen posters aan de ramen van de huizen: Stop à la route de Montagne. De mensen zijn bang dat er straks veel en druk verkeer voorbij zal komen.
Sagrex speelt open kaart en heeft geen moeite met mijn vraag om een bezoek. Grégory Claustriaux, die hier sinds vorig jaar plant manager is, maakt ruim tijd vrij voor een briefing en een bezoek aan een uitzichtspunt over de put. Daar zie je hoe de groeve als een openluchtmijn wordt leeggehaald.
Sagrex wil de steengroeve uitbreiden, zodat het porfier nog 90 jaar ontgonnen kan worden, aan een gemiddelde productie 1,8 miljoen ton per jaar.
Op de terrassen laden bulldozers rotsblokken op dumpers die zestig ton ‘nuttige lading’ kunnen vervoeren. De blokken gaan naar twee opeenvolgende breekinstallaties die ze vermalen tot gruis en keien (van nul tot vijftig millimeter groot). Die worden straks in asfalt of beton gemixt of dienen als ballast om de rails van de spoorwegen te stabiliseren.
Claustriaux praat geconcentreerd, van slide naar slide, over zijn stiel. In deze streek gulpte ooit gloeiend magma uit de kern van de planeet, door een breuk in de aardkorst, en ontstond een curiosum van de Belgische geologie: het Brabants Massief, dat in dit gebied haast aan het aardoppervlak raakt.
De grootste kwaliteit van het harde, magmatisch porfier van Quenast is dat het bijzonder goed bestand is tegen slijtage. Daardoor is het zo geschikt om onder meer zwaar vervoer te torsen, tegenwoordig langs de trajecten van de TGV of de pistes van luchthavens.
De groeve kwam in 2009 in handen van Sagrex en dus van het moederbedrijf Heidelbergcement, een Duitse multinational. In België maken ook de cementgroep CBR (cement) en Inter-Beton (beton) deel uit van Heidelbergcement.
Hinderlijke buur
Bij Sagrex kennen ze de vorm van porfiermassa die nu nog ondergronds zit. Die massa gaat tot 1700 meter diep. Daarvan is nu 150 meter afgetopt. Om dieper te gaan, moet de bovenrand van de groeve worden vergroot.
Als Sagrex de Léon Jacques-dreef opbreekt, komt een nieuw stuk van de porfierreserve vrij voor uitbating, genoeg om weer 90 jaar met de productie voort te kunnen, aan een gemiddelde productie van 9000 ton per dag of 1,8 miljoen ton per jaar.
Wordt de dreef door de expansie opgeslokt, dan moet al het verkeer tussen Rebecq en de Bergense Steenweg (de N6) wel omrijden langs de dorpskern van Quenast.
Sagrex weet dat het een hinderlijke buur is. Maar wel een buur die zegt zich van zijn verantwoordelijkheid bewust te zijn. De firma doet mee met het Life in Quarries-programma, dat de biodiversiteit in steengroeven monitort en die zo goed en kwaad als het kan ook respecteert. Vandaar dat er in de groeve specifieke vegetatie en pionierssoorten gespot zijn die in deze gure omgeving leven, zoals de beschermde rugstreeppad in de plassen op de bodem van de put of de oeverzwaluwen die in de rand van de steengroeve nestelen. Zolang de industriële activiteit het toelaat.
De omleiding langs Quenast zal door het domein van Sagrex lopen en zou Sagrex zes miljoen euro kosten. Zo wordt de N6 weer bereikbaar voor het doorgaand verkeer, ook al moet het dan omrijden. Sagrex zou dit deel van zijn domein overdragen aan de gemeente, die het op haar beurt overdraagt aan het Waalse Gewest. Het Gewest zou het aanleggen van de Route de la Montagne voor zestig procent mee financieren.
Dat project zal een grote impact hebben voor de inwoners. Aan de huidige doorgangsweg staan alleen bij de dorpskern een tiental arbeiderswoningen, maar het nieuwe tracé scheert rakelings langs gehuchten van Quenast. Als de plannen doorgaan, wordt de overlast de omwonenden teveel.
De Quenastois leven al generaties lang samen met de groeve. Ze nemen de explosies in de groeve (om de rots te splijten) erbij, ook al veroorzaken de trillingen barsten in sommige gevels. Ze zijn ook vertrouwd met het werfverkeer en het stof. Maar als daar de drukte van de nieuwe Route de la Montagne bijkomt, dan wordt een drempel overschreden. Nog meer lawaai, nog meer stof. Het maakt de weerstand van de voorbije maanden begrijpelijk.
Petitie met honderden handtekeningen
De plant manager in Quenast staat onder druk. Heidelbergcement wil in Quenast porfier blijven produceren omdat de markt dat vraagt. Claustriaux bestudeert hoe dat zo goedkoop mogelijk kan en verdedigt dat plan met de nodige investeringen bij de top van het bedrijf.
Maar tegelijk moet hij het plan uitgelegd krijgen aan de mensen van Rebecq en de deelgemeente Quenast. Sagrex hield al vijf informatievergaderingen en liet een film maken met 3D-animaties die suggereren hoe de omgeving van de steengroeve er in de toekomst uit zal zien. Er zal rekening worden gehouden met de opmerkingen en bezwaren, zo wordt beloofd.
Het kan niet iedereen overtuigen. Een petitie tegen het Sagrex-plan verzamelde in geen tijd honderden handtekeningen.
Er werken bij Sagrex-Quenast 60 mensen, en nog eens circa 180 in onderaanneming voor onderhoud, techniek en transport. Rebecq met zijn deelgemeenten Quenast, Wisbecq en Bierghes kunnen de economische activiteit niet missen. Ze leven niet bepaald riant. In het Maison du Peuple verkopen ze kleren voor een euro en reiken ze elke maand dertigvoedselpakketten uit. Dat is veel voor een gemeente van 7000 mensen, vindt een dame van de Magasin Solidaire, en niet iedereen klopt hier voor assistentie aan.
Eens per jaar komt een buurtcomité samen om te bespreken hoe de steengroeve draait. Nu Sagrex wil uitbreiden, is er een overlegplatform gevormd. Met vijf vertegenwoordigers van de onderneming, vijf van de gemeente en vijf van de mensen die bezwaren hebben uitgesproken.
Het gemeentebestuur heeft een beslissing over de vergunning die Sagrex voor zijn uitbreiding vraagt, verschoven naar een volgende gemeenteraad in september.
Quenast in verzet
Het buurtcomité Le Pavé van Quenast verzamelde meer dan 1000 handtekeningen onder een petitie tegen het wegenplan van Sagrex. 178 mensen dienden een bezwaarschrift in, mede onder impuls van Le Pavé. Het comité is niet tegen de firma Sagrex of haar groeve. ‘Wij leven sinds generaties met de groeve’, zegt een woordvoerster. ‘Wij willen haar niet weg.’
Maar het comité verzet zich fel tegen de Route de la Montagne. Die nieuwe baan loopt over een viaduct dat deels over de bestaande dorpskern en vlak naast de huizen zal lopen, aan het begin op maar vier meter afstand. Het comité vraagt zich ook af wie nu eigenlijk de nieuwe baan wil doorduwen. Niet zozeer de firma, is de indruk, wel het Waalse Gewest. Sagrex heeft samen met het Gewest het nieuwe tracé bestudeerd. De firma gebruikt nu vooral een verbindingsweg naar de A8-snelweg (Halle-Doornik) om zijn productie weg te voeren en heeft de nieuwe Route de la Montagne daarvoor niet echt nodig.
Het Waalse Gewest daarentegen ijvert al jaren voor een nieuwe baan die de A8 in het westen via Ittre zou verbinden met de Ring rond Brussel (E19/R0). De Route de la Montagne zou daarvan een schakel zijn. Maar voor Quenast zou de impact rampzalig zijn, aldus het buurtcomité. Dagelijks zouden daar dan 10 tot 15.000 voertuigen passeren, tegen ongeveer 8000 nu langs de bestaande Léon Jacques-dreef.
Voorwaarde: geheimhouding
Het comité klaagt ook de rol van de politici aan. De gemeenteraadsleden van Rebecq (waarvan Quenast een deelgemeente is) zijn in maart 2018 een eerste keer over het wegenplan van Sagrex ingelicht, op voorwaarde dat ze het zouden geheimhouden. Blijkbaar hield iedereen, ook de oppositie, zich aan die conditie. Pas na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018 kwam Sagrex met zijn plan naar buiten en kregen de bewoners van de gemeente er lucht van.
De firma Sagrex had bezwaren verwacht en was erop voorbereid. Maar dat Quenastois zich zo talrijk tegen het wegenplan zouden verzetten, heeft iedereen verrast. ‘Wij zijn sterk gemotiveerd,’ zegt de woordvoerster van Le Pavé, ‘en aangenaam verrast ook. Dit verzet heeft in Quenast al voor grote cohesie gezorgd.’
Zelf de fiets op naar de carrière van Quenast?
Van Tubeke leidt de Chemin Vert door de vallei van de Zenne naar Quenast. De groeve ligt links van deze baan. Rechts liggen de stocks, de laadinstallaties, de garage en het kantoor van Sagrex, de uitbater van de groeve.
© Raf Custers
Met de trein kom je tot in Tubeke. De spoorlijn van Tubeke naar Quenast wordt alleen nog gebruikt voor goederenvervoer, vooral van de firma Sagrex. Er lopen goed bewijzerde fietsroutes door de streek en rond de steengroeve van Quenast. Afgescheiden fietspaden zijn er niet. De Bergensesteenweg (Chaussée de Mons) is te vermijden voor fietsverkeer.
• Toerisme: voor groepsbezoek met een gids aan de steengroeve, contacteer de gemeente Rebecq
• De uitbater: www.sagrex.be
• De geologische kaart van Ittre en Rebecq (in het Frans)