Een blanke president voor een Afrikaans land?
Loes Verhaeghe en Luca Putteman
29 februari 2016
Vijf tenoren zijn momenteel nog in de running om de nieuwe president van Benin te worden, maar één ervan zorgt voor controverse. Die kandidaat heet Lionel Zinsou en is een Fransman. Wie is deze man en krijgt het West-Afrikaanse land op de 25ste verjaardag van de democratie, voor het eerst een blanke president?
Vorige zomer zette de ranke ex-bankier en topeconoom voor het eerst stevig voet op West-Afrikaanse bodem. Hij werd aangesteld als eerste minister door huidig president Yayi Boni. Zinsou is in Benin geen volkomen onbekende. Hij is de zoon van een Beninse dokter en zijn oom, Emile Zinsou, was in 1969 heel even president, tot hij door de revolutionaire Generaal Kerekou werd verbannen.
Kind van de diaspora
De Beniners waren aanvankelijk niet enthousiast over de terugkomst van dit kind van de diaspora. Niet alleen werd hij niet democratisch verkozen, het leek er ook sterk op dat de Franse president zijn aandeel had in diens aanstelling.
Sommigen beweren dat François Hollande Zinsou erop uitstuurde om erover te waken dat Yayi Boni geen derde ambtstermijn zou opeisen. Anderen houden vol dat Lionel ervoor zal zorgen dat Boni geen vervelende fraudeonderzoeken zal moeten doorstaan na het einde van zijn tweede mandaat. Zes maand later werd deze hypothese waarschijnlijker, toen Lionel Zinsou zich officiëel kandidaat stelde voor het presidentschap en Boni hem als zijn favoriet naar voren schoof.
© Alexandre Kossoko
Nog meer dan de rol die zijn familie heeft gespeeld in Benin, staat Lionel Zinsou bekend omwille van de Fondation Zinsou. Tien jaar geleden verdiende hij bij David Rothschild zoveel geld dat hij besloot in Benin een stiching voor de promotie van moderne Afrikaanse kunst op te richten.
De ware uitdaging in de race naar het presidentschap is om de Beniner ervan te overtuigen dat Zinsou echt 100% Benins is zoals hij zelf beweert.
Aan het hoofd staat dochter Marie-Cecile. Jaarlijks investeert haar vader één miljoen euro in haar kunstprojecten. Sindsdien rijden in Cotonou rode bussen gevuld met schoolkinderen heen en weer voor een gratis bezoek aan hun collecties.
Van Parakou tot Porto Novo, van Noord tot Zuid, twijfelt niemand er aan dat Zinsou een competente kandidaat is. Met een carrière als CEO bij Danone, als topeconoom bij PAI partners en raadgever van huidige Frans buitenlandsminister Laurent Fabius heeft hij zijn strepen verdiend. Zijn verwevenheid met zowel het Franse establishment en de entourage van aftredend president Yayi Boni spelen hem echter parten in de plaatselijke perceptie.
Maar de ware uitdaging in de race naar het presidentschap is om de Beniner ervan te overtuigen dat Zinsou echt 100% Benins is zoals hij zelf beweert. ‘Want als je hem op de Etoile Rouge achterlaat (het meest centrale kruispunt van Cotonou), geraakt hij op zijn eentje niet thuis’ zo luidt het adagium in de wijken van de economische hoofdstad.
Om te weten te komen of dit klopt, vertrekken we met ZinLi – zoals op sociale media naar hem verwezen wordt — een dag op campagne door zijn vaderland.
Op pad met ZinLi
Zinsous campagne gaat van start in het dorp Djidja, aan de tombe van zijn overgrootmoeder. Een meer symbolische plek bestaat er niet om zijn Beninse wortels in de verf te zetten. Tien minuten voor de start worden we op de hoogte gebracht van het uur en de plaats van vertrek. We haasten ons naar de privéwoning van de eerste minister en sluiten aan bij het konvooi.
Het wordt al snel duidelijk dat onze Peugot 406 het niet zal kunnen opnemen tegen zijn luxeterreinwagens. Sirenes springen aan. Twee bochten later zien we de zwaailichten in de verte verdwijnen. ‘Onmogelijk bestaat niet in Benin, het gaat alleen een beetje meer tijd vragen’, is het motto van onze chauffeur en we rijden rechtstreeks naar het college van Djidja.
Daar worden sinds de vroege ochtend tenten opgezet om een plaats in de schaduw te voorzien voor de horden toeschouwers die al uren zitten te wachten. Zowel aanhangers als sceptici zijn benieuwd naar hoe de kandidaat het er vanaf zal brengen. We vragen aan een groep omstaanders wat ze denken van Zinsou. ‘Geen idee. En dat is net het probleem’, lachen ze onze vraag weg. Ze zijn vandaag opgedaagd om de presidentskandidaat voor het eerst te zien en te horen.
De mannen vragen zich af of iemand die zijn hele leven in het buitenland heeft gewoond in staat is om het land van zijn voorouders te kennen en of iemand die zelf nooit in armoede geleefd heeft in een land met armoede succesvol kan regeren.
Een campagnemedewerkster die druk bezig is voorbereidingen te treffen voor de aankomst van haar kandidaat is vastbesloten. ‘Zijn grootouders zijn hier geboren, zijn vader is hier geboren. Benin is zijn vaderland. Hij is de beste kandidaat omdat hij Benin beter zal vooruithelpen dan alle andere kandidaten.’
Mensen blijven toestromen. Stapels plastieken tuinstoelen worden op bromfietsen aangevoerd. De zon brandt de laatste druppels energie uit onze poriën. En daar komt Zinsou eindelijk, 4 uur na afspraak, aangereden. Iedereen drumt om een blik op te vangen van de blanke in boubou.
Dat traditioneel West-Afrikaans gewaad is sinds zijn aankondiging als kandidaat niet meer van hem weg te denken. Het opwaaiend stof dat onder de terreinwagens vandaan komt herinnert de inwoners van Djidja aan de afwezigheid van verharde weg. Vandaag verleent het aan Zinsous intrede een heroïsch effect. De lokale fanfare zet onder luid applaus het volkslied in.
Het koninklijk verzet
Op twintig kilometer van Djidja ligt Abomey, de traditionele hoofdstad van het oude koninkrijk Dahomey. Daar zit men minder op Zinsou te wachten. De oude koning Behanzin van Dahomey was de laatste traditionele vorst die verzet bood aan de Franse overheerser. Hij werd hiervoor levenslang verbannen naar Martinique en Algerije. Die verhalen leven vandaag, 120 jaar later, nog steeds voort. De bevolking zweert zich nooit meer bij een Frans bewind te zullen neerleggen.
Dagelijks worden in de geplaveide straten van Abomey kleine en minder kleine demonstraties georganiseerd tegen de intrede van ‘de blanke’. Wie in deze omgeving campagne wil voeren, moet dat doen in de grootste lokale landstaal waarvan Abomey de bakermat is: het Fongbe. Er wordt smalend afgewacht of Zinsou zich hieraan zal wagen.
Wie het laatst lacht …
Hoewel de bevolking van Abomey niet op Zinsou zit te wachten, figureert hun burgemeester aan diens linkerzijde wanneer hij in Djidja de tribune bestijgt. Aan Zinsous rechterkant zit de burgemeester van Cotonou.
Het is afwachten hoe de politieke leiders hun achterban zullen overtuigen om mee te stappen in dit avontuur.
Dit fenomeen komen we steeds vaker tegen: de politieke elites vertonen zich zij aan zij met Zinsou, ten spijt de tegenstand van de bevolking die ze vertegenwoordigen. Zo wist Zinsou de voornaamste oppositiepartijen achter zich te scharen en met de grootste ‘republikeinse alliantie’ naar de verkiezingen te trekken. Zichtbare breuklijnen tussen de top en de achterban van die partijen komen naar boven. Het is slechts afwachten hoe de politieke leiders hun achterban zullen overtuigen om mee te stappen in dit avontuur.
Ondertussen hitst Cotonou’s burgemeester de menigte op door lokale leuzen in het Fongbe te scanderen. Hij gebruikt daarbij dezelfde slogans waamee zijn vader het ooit tot president schopte. Een satire wordt opgevoerd door twee plaatselijke comédiens waarvoor een vertaling in het oor van de eerste minister wordt gefluisterd. Na elke grap buldert de menigte van het lachen, behalve Zinsou, die eerst op de vertaling moet wachten.
Het langverwachte moment breekt aan waarop Zinsou de microfoon ter hand neemt en de menigte toespreekt. Hij zet enkele voorzichtige stappen in het Fongbe maar krijgt zijn publiek niet mee. Wanneer hij zijn discours verder zet in het Frans vraagt hij herhaaldelijk aan de vertaler om die of deze passage te herhalen. Het blijft een weinig overtuigende voorstelling.
Het langverwachte moment breekt aan waarop Zinsou de microfoon ter hand neemt en de menigte toespreekt. © Roel Nollet
Het is pas ’s avonds laat, in het prestigieuze Azalaï hotel in Cotonou dat de redenaar in Zinsou naar boven komt. Reeds op 30-jarige leeftijd schreef hij de speeches van toenmalig Frans eerste minister Fabius en zijn talent voor retoriek is ook hier duidelijk voelbaar. Hij presenteert een coherent 4-puntenplan in klare taal.
Humor wordt afgewisseld met sterke argumenten en met een ongekende diplomatieke finesse heeft hij het over zijn tegenstanders. Het publiek hangt aan zijn lippen en beseft misschien wel dat deze vertoning nooit eerder gezien is in dit kleine land.
Campagne online en in de brousse
Nieuwe media spelen in Benin anno 2016 een belangrijke rol. De traditionele media zoals televisie en kranten zijn afhankelijk van politieke of private broodheren en kunnen daarom moeilijk onafhankelijk worden genoemd. Sociale media bieden een meer toegankelijke ruimte voor grote en kleine kandidaten om een voornamelijk jong publiek te bereiken.
Zinsou speelt hier handig op in en kreeg een volwaardig team van vrijwilligers op de been die dag en nacht online platformen als Facebook en Twitter afschuimen op zoek naar negatieve beeldvorming rond hun kandidaat. Door de tegenreacties van de online teams van andere kandidaten kwam een virtuele oorlog tot stand waarin gemanipuleerde beelden lustig het wereldwijde web worden ingestuurd.
De dag na onze aanwezigheid op de campagne krijgen we een telefoontje van de leider van de online vrijwilligers. Een beeld van ons op de campagnebijeenkomst zou op het internet worden verpreid ter versterking van het idee dat Zinsous campagne door blanken wordt geleid. We worden opgedragen vanaf heden een badge te dragen waarop duidelijk “pers” vermeld staat. De onvoorzichtige vrijwilliger wordt echter binnen het uur teruggefloten door Zinsous officiële campagneleider. Die biedt ons prompt zijn excuses aan en benadrukt dat alle pers, zowel lokaal als internationaal, welkom is op elk evenement georganiseerd door de eerste minister.
Beeldvorming staat centraal in deze campagne: het gebruik van lokale talen, het dragen van traditionele kleding, het vermijden van blanken in beeld,…
Beeldvorming staat centraal in deze campagne: het gebruik van lokale talen, het dragen van traditionele kleding, het vermijden van blanken in beeld,… Ook bij de keuze van een communicatiebureau ging de voorkeur naar 100% Afrikaans. Zinsou stapte aan boord bij Voodoo Communications uit Ivoorkust. Wanneer we echter toestemming vragen voor een interview of wanneer een vrijwilliger een foute zet maakt op Facebook of Twitter, komen we telkens weer uit bij Franse communicatiespecialisten zoals Michaël Cheylan. Het is onduidelijk wie de touwtjes nu echt in handen heeft.
Zinsou is een communicatief talent en een politiek strateeg. Hij beschikt over de juiste tools en strategieën om zowel de media als de politieke elites te bespelen. Wanneer men over hem praat lijken angst en verwarring het soms over te nemen. Teveel competentie kan tot concurrentie leiden, of tot angst voor verandering.
De vraag blijft echter of hij zijn verhaal ook aan de gewone bevolking verkocht krijgt. Naast de weerstand die voelbaar is in de straten, is de doorsnee Beniner een andere manier van campagne voeren gewoon. Alexandre Kossoko, politiek cartoonist voor oppositieblad Le Matin, legt uit: ‘Overal waar de campagnewagens langs komen, wordt er geld toegestoken aan het publiek. Je krijgt nog veel meer betaald wanneer je na het indienen van een stem met een foto van je formulier kan aantonen dat je op een bepaalde kandidaat hebt gestemd.’
© Alexandre Kossoko
Het is niet duidelijk of Zinsou zich ook inmengt met deze vorm van publiciteit die soms grote vormen aanneemt: ‘Er zijn zelfs Beniners die zich absoluut niet interesseren in politiek, maar elke toespraak in de buurt toch bijwonen. Zo verdienen ze soms meer dan een normaal maandloon’, voegt Kossoko er smalend aan toe.
Nog één week campagne te gaan, tot aan de eerste ronde van de verkiezingen. 6 maart zal uitwijzen of Zinsou de overwinning zal verwezenlijken die van hem verwacht wordt. Voor het eerst zou West-Afrika dan een Europees president krijgen. Dan kunnen wij ons afvragen of de overwinning te wijten is aan een strategisch politiek spel, een doordachte communicatie of het zwichten voor het afkopen van stemmen.
Of is ook verliezen nog een optie ten huize Zinsou?
Tekst: Loes Verhaeghe en Luca Putteman, Foto’s: Roel Nollet, Cartoons: Alexandre Kossoko (Benin)
Dit artikel werd gerealiseerd door Redhorse Reporters, met de steun van Journalismfund.eu